CUM
dam.
ING
Imaille
gereedschap
[fabrieKes,
Donderdag
15 September,
1904.
;SING
I, H. Dommisse.
Van week tot week.
FEUILLETON.
Binnenlandsche berichten.
jaargang.
vvaai'le, voor
gbaar.
irdag van
lur nm.
te Kampen.
iorgen8
Telepliooiinuinmer 10.
p
XV AlUt
t.
i 0,40
»r Bad 0,30
0,86
I; d
r o v e Muhr>
x, voor rekening ran
e p a r e e i t man
IWERK tegon do
:8zen. Rcparatiën
p in orde gebracht
i Achterlappen i 1.20.
jl«n en Achterlappen
naar evenredigheid
5, b/d Tonnenbrug.
ede contrö'e van het
HARMENS te Am-
WftfiMM,
amykade H. 123.
no,
L904,
van 1 Maart tot
b) nrn. S 23 en 8 10 f)
a 3 50 en 6 40
nm. 1 55a) en 4 45
)b) nm. 3 23 en 0 101)
ainnten na het vertrek
m. 810
8 50
Ireskens, Boraaelsa 93
Hingen naar Boraaelen
ar Breikaoa, Bcm«l*a
VHSSIlfiStCME COURAVT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50,
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIËN: van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters
en eliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
'tls heel vriendelijk van den Duitsohen
keizer, om den vrede in het Oosten te
willen herstellen. Men schrijft Z. M.
althans dit plan toemaar het komt
ons vrij onwaarschijnlijk voor, dat Z. M.
een vredesvoorstel zou doen als hem
toegeschreven wordt, zoo weinig in
overeenstemming met het doel van den
oorlog en de waardigheid der op dit
oogenblik winnende partij. De keizer
zou namelijk willen voorstellen om het
zoo lang betwiste Port-Arthur, benevens
Dalny, tot vrije havens te verklaren,
de andere reeds als zoodanig
havens in Mantschourije
maar dan, nota bene, met erkenning van
Ruslands gezag over geheel Mantschou
rije, bevestigd door eene internationale
overeenkomst, waaraan ook China deel
neemt. Japan zou dan, na den tot dusver
zoo gelukkig gevoerden oorlog, tevreden
moeten zijn met behoud van hetgeen
het vóór den oorlog reeds bezat, name
lijk het overwicht in Korea, en China
zou de provincie Mantschourije feitelijk
voor goed kwijt wezen.
Wanneer Rusland gewonnen had wat
het verloor, dan zou er voor dergelijke
voorstellen grond bestaan. Nu het juist
andersom is zou men geneigd zijn om
te vragen ernst of kortswijl Overigens
is het volstrekt niet onmogelijk dat er
bemiddelingsvoorstellen in de lucht
hangen en ook dat men te Sint Peters-
burg ze met een minder zuur gezicht
ziet aankomen. Immers, het is nu al
zoo ver gekomen, dat de Russen hun
ontruiming van Liao-Yang als een
meesterstuk voorstellen, waarvoor de
generaals hemelhoog worden geprezen,
ondanks de ontzettende verliezen en
ondanks het feit dat er ten slotte nog
altijd oen twaalf duizend man gevaar
loopen van den vijand in handen te
vallen. Na zulk een overwinning is de
eer gered 1
Stackelberg is het dan toch met zijn
troep ontkomen en in zooverre hebben
de Japannors voor het tegenwoordige
niet verkregen wat zij wenschten.
Dat voor een dergelijk negatief succes
aan den eenen kant, aan beide kanten
te zamen dertig duizend menschenlevens
werden opgeofferd is zeker zeer treurig,
maar toch mag men met zekere vol
doening opmerken, dat het moderne
oorlogvoeren in dit opzicht gunstig bij
liet voormalige afsteekt. In den
bij Borodino, dien Rusland in 1812 tegen
Napoleon leverde en waarin minder
menschen tegenover elkander stonden
dan thans bij Liao-Yang, bedroeg het
gezamenlijk verlies der beide partijen
zeventig duizend man.
"Wij mogen niet nalaten er onzen
lezers bijzonder attent op te maken, dat
de Russen, die gezegd worden niet op
Mukden, maar op het meer gunstig
gelegen Tiëling terug te trekken, zich
opnieuw als onverbeterlijke optimisten,
illusies vormen en stellig schijnen te
gelooven dat de vijand eerst over drie
weken flink zal kunnen aanpakken, als
wanneer er hoor het oude liedje-
zoovele versterkingen zijn aangekomen,
dat men zoo waar aanvallender wijs zal
kunnen optreden.
Hoe fraai het er vóór staat in het
groote Czarenrijk, mag wel worden af
geleid uit het feit dat in tal van streken
de reserve is opgeroepende reserve-
officieren door het geheele land 1
Dat er, bij eventueele vredesonder
handelingen, nog wel weer eens eene
poging zal worden gedaan om Japan
van de vruchten zijner overwinning te
berooven, daaraan twijfelen wij niet
maar men vergete niet dat dit Rijk
thans den steun van Engeland heeft
verkregen en in de Engelsohe pers wordt
dan ook uitdrukkelijk gewezen op de
mogelijkheid, dat Engeland geroepen
zal worden in deze krachtens het
sloten traetaat voor de belangen van
den bondgenoot op te komen. "Wij moe
ten erkennen dat Albion wel eens een
minder rechtvaardige zaak verdedigd
heeft en er in dit geval wel een make
laarsloon op zou mogen overschieten.
twijfelt men toch of, over 't algemeen
genomen, deze partij op de overwinning
zal kunnen rekenen.
h
Yrij bowerkt door M. J. IC.
46.)
Zou het mogelijk zijn, dat die man.
welken zij vader moest noemen, zijn
handen bezoedeld zou hebben met het
bloed van een evenmensch O, dat zou
te veel zijn voor haar arm, zwaar be
proefd hart.
Maar zij moest zekerheid hebben. Zij
nam haar doek uit de kast, sloeg die
om en naderde het bed. „Ge zult niets
nóodig hebben, vader, ik ga een bood
schap doen, maar ik zal spoedig weer
terug zijn.
„Maak, dat je wegkomt bromde de
oude.
Sabine antwoordde niet, maar spoedde
rich heen. Weldra had zij het zieken
huis bereikt, waar zij door den ouden
In de Yereenigde Staten van Noord-
Amerika begint men zich krachtig toe
te rusten voor de algemeene presidents
verkiezingen.
Opmerkelijk is het dat Roosevelt's
tegencandidaat, rechter Parker, de zaak
heel anders opvat dan tot dusver ge
bruikelijk was. Hij bespaart zijn krach
ten, bepaalt zich tot het verspreiden
van zijn programma en maakt persoon
lijk geen kennis met de kiezers. Nog
opmerkelijker is het, dat deze methode,
ofschoon uit den tijd, gunstige resulta
ten schijnt te hebben, want er komt
een voor Roosevelt bedenkelijke stroo
ming in de pers, ten gunste van zijn
tegencandidaat.
Ofschoon in Vermont, bij de gou
verneursverkiezing de republikeinen met
groote meerderheid gezegevierd hebben,
dokter met blijdschap werd begroet.
„Wel, komt ge weer bij ons vroeg
hij.
„Neen mijnheer, het gaat met mijn
vader niet heter. Doch ik had een
verzoek aan u te doen. Mag ik den
jonkman eenige oogenblikken spreken...
weet wel, den zieke, dien ik
laatst verpleegde?"
De oude man lachte eigenaardig en
dreigde schertsend met den vinger. „Nu
ik meende het zoo kwaad niet, ik vind
het heel lief, dat ge nog eens naar den
ongelukkigen jonkman komt zien. Ik
weet wezenlijk niet, wat wij met hem
moeten aanvangen. Zijn lichaam is bijna
geheel hersteld, maar zijn hoofd, zijn
hoofd Hij blijft bij zijn verkeerd idee.
Hij hield niet op met bidden en smee-
ken, tot ik hem eindelijk verlof gaf
een brief te zenden aan zijn ingebeelden
vader in Amerika dat is nu vijf of
zes weken geleden. Er kwam natuurlijk
geen antwoord doch mijnheer White
kwam bij mij en toonde mij den brief,
die hem nit Chicago was toegezonden.
Hij verzocht mij, dat ik in het vervolg
tegen zulke domme streken van den
jonkman zou waken. Ik was zeer ver
legen, beste zuster, dat kunt ge wel
Rusland heeft dan nu weer een mi
nister van binnenlandsche zaken, na
tuurlijk een meer verlicht man dan zijn
voorganger, totdathet tegendeel
blijkt. Hij wordt beschreven als eeii
man van tact en groote eerljkheid
(voor Rusland geen kleinigheid), maar
het staat vast dat vorst Mirski niets
van het parlementaire stelsel weten wil
en de voorkeur blijft geven aan mi
nisters die niet verantwoordelijk zijn
voor de regeeringsdaden. Wj hebben
het altjd wel voorzienvan vrijwillige
hervormingen komt niets en men laat
het liever tot de revolutie komen, zich
intusschen bepalende tot groote woorden
en algemeene toezeggingen.
Het mag nog een zegen heeten voor
Rusland, dat de revolutiegeest zich niet
krachtiger in het leger openbaartmaar
toch is het reeds herhaaldeljk voorge
komen, dat de soldaten openljk ver
klaarden tegen hun zin voor den Czaar
op te trekken of zich opzettelijk aan
den vjand overgaven, om den dienst
te ontgaan. Een veeg teeken
Strijd mat twea frontea
Het „Utr. Dbld." spreekt „De Ne
derlander" tegen, dat hier te lande
alleen een ministerie der linkerzjde
zou kunnen bestaan, zoo het steunt op
een parlementaire meerderheid waarin
de socialisten den doorslag geven.
Het blad zet uiteen, dat het huidig
Kabinet bestreden wordtdoor de sociaal
democraten, omdat zij in clericalisme
of liberalisme slechts verschillende vor
men zien van hun zwarte beesthet
kapitalismeen bestreden door 't„U.D."
niet in zoo verre het kapitalistisch,
maar in zoo verre het kerkeljk is, en
als zoodanig de gewetensvrijheid be
dreigt.
Uit zoo verschillenden grondslag op
gekomen, kunnen wij met de socialisten
geen regeermgsmechanisme vormen. In
tegendeel zal geen Nederlandsche re
geering, welke ook, in afzienbaren tijd
kunnen regeeren in socialistischen geest.
En eindeljkwie zegt „De Ned."
dat er dezerzjds eenig plan tot be
storming der ministeries bestaat
Wj hebben er niets tegen, dat
minister Kuyper in 1905 weer voor
4 jaar inhuurtalleen maar achten wj
het gewenscht, dat er een oppositie be
sta, die Z.Exc. op de vingers kijkt en
belet, dat de staatswagen te zeer onder
de muren der kerk gaat rjden.
Er is niets zoo heilzaam voor de
liberale beginselen, dan dat dit minis
terie, nu het er eenmaal is, eenigen
tjd doorwerkt en nog wat verder gaat
in de bevoordeeling der Yrje Univer
siteit en wat verder met de kerkeljke
politiek samenhangt. Niets is zoozeer
in staat om het verlangen naar de toe
passing der vrjheid ook en vooral op
geesteljk gebiod onder de natie weder
te verlevendigen, dan haar gemis ge
durende eenigen tjd.
Wj willen alzoo niets liever, dan
hettegenwoördige ministerie nog eenigen
tjd houden en zien geenszins de on-
omstooteljke noodzakelijkheid van een
ministerie-Borgesius-Troelstra. Wj hou
den dusdanige fantasie voor een spook
verschijning enkel nuttig, maar dan
ook hoogst nuttig, om politiek onmon-
digen bang te maken en achter de
veilige muren van kerken en kloosters
te doen vluchten.
Wj liberalen hebben den strjd te
voeren, waarin mr. S. Van Houten
onder veel miskenning ons met jzeren
consequentie is voorgegaan den strijd
met twee fronten. Den strjd tegen de
roode massa's links én tegen de zwarte
massa's rechts. De positie is moeiljk
maar op den duur bij ft de levenskracht
van het vrjheidsbeginsel zegepralen,
zoowel over kerkelijk dogmatischen
dwang als over de dommekracht van
koning Demos. Alleen, er ligt in wat
„DeNed."schreef wel een waarschuwing,
die verdient ter harte te worden
nomen. Willen wj onzen strjd zuiver
houden, dan moeten wj vermijden te
lonken met een pai'tj, die het ver
trouwen der natie niet heeft en wier
beginselen andere zjn dan de onze.
Wj moeten, zelfs op gevaar van
tjdeljk verlies, den strjd aanvaarden
naar beide zjden. In -ons isolement ligt
ons behoud.
De Overijselsche quaestie,
De „Zutph. Ct." bevat in haar Haag-
sche corr. o.a. de volgende opmerkingen
„Zooals bekend is, staat de ontbinding,
waartoe de regeering heeft besloten, in
het nauwste verband met den uitslag
der jongste Statenverkiezing in Zuid-
Holland. Hadden bij de Juni-verkiezin-
gen in dat gewest de liberalen de over
winning behaald, waren de Staten, van
Zuid-Holland omgegaan, na de ver
werping van de wet op het II. Onderwijs,
i dat kon met zekerheid worden
aangenomen de ontbinding achter
wege zjn gebleven, want alleen door
de uitwerping van de liberale Staten
leden van Zuid-Holland kon deliberate
meerderheid der Eerste Kamer in een
clericale worden omgezet. Stel nu, dat
door toevallige omstandigheden op 3
Augustus zoovele clericale Statenleden
in Zuid-Holland door ziekte als anders
zins waren absent geweest, dat de uit
werping van mannen als Ylielander
Hein, 's Jacob, Yening Meinesz, Boneval
Faure, Van Alphen en Nebbens Sterling
daardoor onmogeljk was geworden, wat
zou dan gebeurd zjn Ligt het niet
voor de hand, dat alsdan de overblj-
vende clericale leden, die alleen door
zeer toevallige omstandigheden dien dag
in de minderheid waren, al hot mogeljke
zouden hebben gedaan om te verhinderen
dat de verkiezing op dien dag doorging
En wie zou hun dat euvel hebben ge
duid En gesteld, dat hun dit ware
gelukt, zou „De Nederlander" dan ook
geschreven hebben de Staten van Zuid-
Holland moeten niet meer in de gele
genheid worden gesteld leden voor da
Verste Kamer te kiezen, de Eerste
Kamer moet dan voorloopig maar uit
40 in plaats van uit 50 leden zijn saam-
gesteld, want de regeering mag zich
niet door eenige obstructionistische cle
ricale Statenleden de wet laten stelten.
De vraag behoeft slechts gesteld te wor
den om er oen antwoord op te krijgen.
Ik ga verder en beweer dat, als in een
dergel jk geval de Staten-verkiezing op
Augustus in Z.-Holland toch was
doorgegaan, en dientengevolge de libe
rale leden herkozen waren, dat dan
naar alle waarsch jnl jkheid een nieuwe,
tweede ontbinding, ofschoon nergens bj
de wet voorgeschreven, zou zjn gevolgd.
Allicht toch zou de regeering aldus-
hebben geredeneerd De Eerste Kamer,
die op 3 Augustus is gekozen, is niet.
de Kamer, die de Staten in voltallige
vergadering naar het Binnenhof zouden-
hebben afgevaardigd. Het is alleen aan
toevallige absenties te wjten, dat er
een tegen mjn wet op liet H. O. vij
andige Kamer is teruggekomen. Er zit
dus niets anders op dan het nog maar
eens opnieuw te probeeren.
Of zal men beweren, dat de gevallen
hier volstrekt niet geljk stonden, dat
het in Over jsel een geheel ander geval
betrof? Ik ontken dat ten stelligste.
Zeker, er was in Overijsel maar één
vacature, maar het was bekend, dat die
ééne man, op die vacante plaats te kie
zen, bj de keuze van Eerste Kamerleden
den doorslag zou geven. Het vacante
district was een vast liberaal district,
dat toevallig open was. Ging men dus
op 3 Aug. tot stemming over en werden
er waarschjnljk door loting clerica-
len gekozen, dan zou men alleen door
een toevallige omstandigheid een ver
tegenwoordiging hebben gekregen van
een andere richting dan de werkeljke
meerderheid. Dus precies hetzelfde goval
als boven voor Zuid-Holland geschetst.
Of moet de exclamatie, dat de regeering
zich niet door eenige Statenleden de
wet mag laten stelten zóó worden op
gevat, dat zj zich wel de wet mag laten
stellen door eenige clericale Kamerleden?
Dat zou trouwens in overeenstemming
zjn met het tegenwoordige regime. Toen
Nederland nog een liberaal ministerie
bad, stelden de clericale leiders op den
voorgrond, dat elke regeering, schoon
steunende op een meerderheid in het
begr jpen. "Wist ik nu maar wat ik met
hem moest uitvoeren
Sabine verbleekte en zag den dokter
met verbazing aan. Hoe kon dat alles
mogeljk zjn, wat de dokter haar ver
telde De brief aan Harry was terug
gezonden aan den man, dien zj voor
een bedrieger hield. Dus was lij toch
de echte Arthur White En Harry
Zou lij dan toch werkeljk de arme
krankzinnige zijn, die e zijn vroegeren
heer belasterde Maar wat had Arthur
White met haar vader te doen Waarom
gaf hij haar vader zooveel geld Toch
niet uit christelijke liefdadigheid, daar
was hj de man niet voor.
Aldus door duizend twijfelingen ge
kweld, kwam zj in de ziekenkamer,
waar Harry zjn verbljf had, ofschoon
hij sedert lang niet meer bedlegerig was.
Ilarry ontving zjn trouwe verpleeg
ster met levendige vreugde. H j bestorm
de haar met vragen en verwjten over
haar plotseling vertrek en daardoor be
merkte hj niet, hoe Sabine hem met
onrustigen blik onderzoekend aanzag.
Onmerkbaar bracht zij hot bezoek op
zjn vooruitzichten in da toekomst, doch
toen werd Harry somber. „Ik weet niet,
welk noodlot mij bedreigt," zei hj met
een zucht. „Mjn vader was de goedheid
en de liefde in eigen persoon. Woken
geleden heb ik hem een brief gezonden,
waarin ik hem smeekte mij te bevrjden
en in mijn rechten te herstellen, doch
te vergeefs. En mjn hoofd is
zoo licht, ik kan zelfs de namen van
mjn beste vrienden in Chicago niet in
mjn geheugen terugroepen, om liun om
hulp en bijstand te vragen in jn ge
heugen is verloren gegaan. De dokter
gelooft, dat alleen een zware schrik mij
kan genezen. „O, mjn God, wat voor
leven heb ik hier
Deze laatste woorden had Sabine
slechts ten halve gehoord, haar go-
dachten hadden een anderen loop ge
kregen. „Ge weet zeker, dat ik tegen
woordig bij mjn vader woon begon
zij beschroomd. „Ik geloof, dat ge nu
wel een uurtje zult mogen uitgaan. Wilt
ge mj eens komen bezoeken Misschien
heb ik u dan wol iets van groot belang
te zeggen."
Verheugd greep hj haar handen en
verzekerde haar
„O, beste zuster, ge maakt me over-
lukkig met deze woorden.
Een kwartiertje later verlieten beiden
iaet langzame schreden, 't ziekenhuis en
weldra waren zj in den Rinkenpoel.
Zoo kort voor het beslissende oogenblik
dacht Sabine, dat haar hart zou barsten,
zoo onstuimig klopte het.
Binnen een paar minuten zou de
beslissing vallen.
Misschien zou nu de beklagenswaar
dige jonkman uit zjn ongelukkigen
toestand verlost worden. Maar als dat
zoo was, wat zou er dan van haar wor
den
Met vastberadenheid opende zj de
huisdeur en noodigde daarop Harry met
zachten aandrang tot binnentreden en
liet hem het eerst de kamer binnengaan.
Störrliagen zat in het bed opgericht,
met het gelaat naar de kamerdeur.
Er klonk een vreeseljke angstkreet
op dat oogenblik Harry stond met wijd
opengespalkte oogen en hield de handen
voor zich uit, alsof hj iemand afweerde.
„O, dat gelaat ..dat ontzettende
gelaat stamelde hj ontsteld naar
den ouden Störrhagen ziende. „Hu
hu op het water en met saam
gewrongen handen viel de ongelukkige
jonkman op de knieën, met het angst
zweet op zjn voorhoofd.
Wordt vervolgd.)