).woo.
1S)4
1 Augustus.
Jaargang,
jm i'tf-
IPPII.
Maandag
Telepli o on nummer 10.
cao.
Gemeentebestuur.
igS
J on dat ingeschreven kunnen worden
Ir kinderen, die in 1898 of vroeger
[boron werden, dus z|J, die in den loop
L dit jaar zes jaren geworden zjjn,
I worden of wel reeds ouder zijn.
I yiioiingen, den 14 Juli 1904,
"f de middenstand.
leid,
ode.
;Me
paauH
EEUÏLLETOW.
VIISSIMSCHE COIIRAIT.
^500.— n|
Prijs per drie maanden ƒ3 30. Franco per post ƒ1,50.
Afzonderlijke aummers 5 cent. Mm abonneert ;iieh bij alle B >er-
handelaren, Postdirecteuren of re ihtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Maikt, I. 187.
ADVERTENTIËN: van 14 regels ƒ0.40. Voor e b en regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaa' plaatsing rterzelfde
vdvertentie wordt de prijs slechts twee maal berekent! Gnoufe letters
«n cliché's naar plaatsruimte.
ZOON, J Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Abonxn ments-Advertentiën op zeer foordeel ij f voorwaarden.
I'S
romin-gehaltai
IIKI»»»©.
Ljift, van nieuw® leerlingen voor de
I Openbare Lagere Schelen,
Burgemeester en Wethouders van Viia-
Bjgen
I brengea ter kennis van belaogheb-
Lde ouders of voegden, die hunne
badaren of pupillen met 1 September
(«nrchen toegelaten te zien tot aene
L openbare Lagere Scholen in deze
er-Cacao Ia hart]
geur, delicieuss I
id des drauks. f
artens=45oent.l
i kop Cacao.l
fisenrs, Banket-1
iattenklodt,
■aat 108.
f dat van af Maandag 18 Juli tot en met
Ltirdag 13 Augustus e. k„ uitsluitend
hr ösmeente Secretarie (G.iffi») iederen
Kerkdag van iss vóormiddags 9 tot 12
bon gelegenheid tot aangifte «au nieuwe
■iriicgen voor die scholen gsgeven
|ordt,
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOÜDEKERKE.
De Secretarie,
WITTEVEEN.
Badhuisstraat
lekuur 7-Dit
een flinke
d6zer Courait;
i.
Do sociale economie leert, dat een
uer hoofddoeleinden is alle menschen
bet zoogenaamd normaal peil van wel
land te doen bereiken.
Onder normaal peil van welstand ver-
■taan da economisten een toestand, waarin
leder, naar mate zjjner bijzondere om-
ataiidighéden, in siaat is om zich en
Bi ^ceD Z6l,staQ®i^ te V00;z'eD van
justus, agazi DOÜdig ia tot onderhoud van
bet gezonds lichaam en het behoud
ir noodzakelijke arbeidskrachten,
Hieruit vo'gt dat het normaal peil
in welslaDd veel meer bevat dan het
lodzakeljjks tot levensonderhoud. Zeer
lien boieiken dat peil niet en dan
lemt men ze onvermogend of arm.
lieren, dis veel meer bezitten dan het
ledige sa aan alle behoeften in den
[tasten zin kunnen voldoen, noemt
r)jk; benamingen die natuurlijk
inigszln» vaag zQn en niet binnen enge
reuzen te belijnen.
don regel beschouwt men ais rjjk,
taasBhssi
ardige Wij"
van Alkohol"
Koortswerend
k cn opwekkend,
elen voor zieken
nden.
zh f 2.50.
1.35
„Lama Qtiina"
Koloniën
10, Rotterdam.
G,
1 Maart tot
3 23 en 6 101
3 50 en 6 li
Men vindt deze-definitie bij Wat telde
jatsinrichting en de wetten en instellingen der
ptschappelijke samenleving. Pag. 384,
Vrfl bewerkt dcor M. J. K.
1 55a) en 41
3 2S en 3 1'
«Naar zjjne fijne banden, z(jn edele
l'rtstrokken en het uiteriflk van zijn
lichaam te oordeclen, behoort de
8'iukkige tot de beste standen en ht)
bekende Hm, hm, zeker
's vreemd man, die hier pas is aange-
"ten, en in de handen viel van het
taiin van het menechdom,"
Daarop zieh naar het bed van den
*05(18 koerende, vervolgde h(j ,Ale
sn naar BorsseW bleeks jongs man sprekon kon, zou
tasscbien verhalen van eene goede
wier, dia hem slsch'.s ongaarne liet
"rekken, misschien ook van een bruid
'en vrouw en kind," en zijne stem
ta&tnde voegde hij er aan toe „Maar
zou ook spreken van nmscheljjke
en na het
10
50
ens, Borstelen
reskens, Borssel''
ipwrneptatf.®*
hou die tot de zoogenaamde bezittende
klassen bshooisn en op ruime schaal
kunnen medewerken tot de maatschap
pelijke voortbrenging.
Tusaehen de grenzen van armoede
on rfjkdom, of, beter gezegd, tusschtn
de bezittende klassen en hen die niet
meer dan het normaal peil van welstand
bereikt hebben, bevindt zich die breeds
schare van menzchsn, die men gsweon
ls te rekenen tot den middenstand.
Onder den midderstard kan m*n
veilig verschillends lagen der samen
leving rangschikken, onderling zeer ver
schillend, doch hierin vrijwel overeen
stemmend dat zfj, die er toe behooren,
slechts zooveel bezitten, dat zQ verplicht
ztyn om te arbeiden tot instandhouding
van hun ptoductief vermogen on al het
hunne daartoe moeten aanwenden. Het
natuurlek recht om niet te gebruikem
dat de bezittende klassen hebben zonder
gevaar te loepen, kunnen zg niet uit-
oefenen, zonder te vervallen en beneden
het normaal peil van welstand te geraken.
Hieruit reeds moet volden dat de mid
denstand een noodzakelijk element der
hodendaagsche samenleving is. Immers,
terwijl het groote bezit niet genoodzaakt
ls om op ruime schaal tot de algemee
ns productieve kracht het zjjne bij te
dragen en slechts door den prikkel van
hst eigenbelang gedreven wordtterwijl
de lagere, niets bezittende klassen,
slechts do beschikbare arbeidskrachten
in dienst van anderen kunnen verhuren,
moet de middenstand, welks leden boven
dien bijna allen persoonlijk arbeid ver
richten; uit zelfbehoud al het mogelijke
doen om do productieve kracht zijner
beschikbare middelen aan te wanden en
t® verhoogen. Hlsr werkt da dubbele
prikkel van noodzakelijkheid en eigen
belang en de maatschappij hoeft er dus
het grootste belang bij om al het moge
lijke te doen, om dien mi'denstand te
bebouien en in bloei te doen toenemen.
Daar het vast staat, dat het gros van
hst mwmehdom b't maatschappelijk peil
van welstand niet hsf-f; bereikt en bo
vendien verschillende omstandigheden,
die w§ meermalen bespraken, de lagere
standen in bij sondsr ongunstige verhou
ding tegenover de bezittende klassen stel
den, lag het geheel in den aard der zaak
dat de wetgevers m allen die invloed
kunnsn oefenen op da maatschappelijke
toettaudec, bedacht waren op verbete
ring van het levenslot van hen die uit
sluitend van handenarbeid leven.
H«t voornaamste middel daartoe is de
zoogenaamde sociale wetgeving, aan wel
laagheid ®n arglistvan een schurk,
die zijn levenskracht heeft gebroken..."
De waardige man had zich werkelijk
boos gemaakt. Hij nam nu hoed en stok
en driikts de pleegzuster tot afscheid de
hand. «Verpleeg den armen man goed,
zuster Sablno, sprak h(j geroerd. ,Ik hêb
tegenwoordig ook esn zoon, die op zee
vaart dikwijls denk ik vol b?zorgd-
heid aan hem nu ja, dat behoefde
ik hier niet te zeggen,'" zeide h(J ais tot
zichzelven.
Eerbiedig vroeg de assistent-geneesheer
wat h(j omtrent den gekwetsten man
nog voor bevelen wiide geven.
«In dit geval zullen wtj de zaak aan
hooger macht overlaten, jonge vriend
antwoordde da oude dokter. „Als da
Hemel geen wonder doet, zal het van
middag om twaalf uur met hem wel
sfgaloopan zijn een geval meer in
hst groote schuldboek der misdaad en
ellende."
Nogmaals vriendelijk knikkend verliet
hij daarop de kamar. Ook de wachtheb
bende dokter ging heen en zoo bleef
zuster Sabine met dsn ongelukkige alleen.
Z o stil mogelijk zette z(j een stoel
bij het bed, nam er op plaats en be
schouwde nu het pijnlijk vertrokken en
ke in de laatste jaren, naar mate de om
standigheden daarvoor meer of minder
gunstig waren, ijverig wordt gearbeid.
Intusschen begon men langzamerhand
meer en meer tot de overtuiging te
komen, dat het zoogenaamde sociale
vraagstuk wel eens eenzijdig beschouwd
werd als een vraagstuk, alleen de ar
beiders betrtffinda. Beter gezegd, men
achtte nog slechts de tijd gekomen om
de onderste lagen der samenleving
in den atrgd om het bestaan, waarin
zfj de natuurlijk zwakkeren z(Jn, te
steunen,
Dit was een logisch gevolg vau ver
schillende onstandigheden. De arbeiders
vormen de talrijkste klasse en z(j kwa
men, door liet verblijf bij geheele groe
pen in groote fabrieken en werkplaatsen,
al spoedig tot aaneensluiting. Zij wisten
hun wenschen en nooden kenbaar4e
maken. Daarop volgde de bekende en-
quê e, het uitgebreide onderzoek naar
den toestand van den arbeid, die veel
aan het licht bracht, wat tot dusver
slechts vermoed werd.
Maar ook in den middenstand be
staan ncoden en behoeften, al deed men
tot dus var minder van zich spreken.
Ook in den middenstand wordt gevoeld
de behoefte aan steun en bescherming
in eigenaardige, moeielfjke omstandig
heden. Ook in dezen stand bestaan ts-
cepfioneeie verhoudingen. Ook hier echter
bestaan ook nog in menig opzicht ver
moedens, gissingen. Waar men het kwaad
kent, kan men toch den omvang ervan
niet peilen. Zal ook bier eene uitgebreiae
officieels ei quê .e noodlg ilja en licht
brsrgen Om die vraag te beantwoor
den, is door de regeering de „Staats
commissie voor den middenstand" In
gesteld, dis Zaterdag 16 Juli jte 's Gra-
venhage plechJg is giïostallseid, door
de ministers van binneniandsche zaken
en vaa waterstaat, met eene toespraak
vaa eerstgenoemde.
O ver de instelling ®n da taak dszer
commissie, de rede van den minister
cn over het vraagstuk zslf, hopen wfj
in een volgend artikel nog het een en
auéer fc® zeggen.
Wij hebben het plan zelf met groot®
ingenomenheid bagrost,al bevat naar onze
meaning de openingsrede van onzen
minister van binnenlandsche zaken,
eenlge stellingen, die niet geheel van
economische waaghalzerij vrij te pleiten
z(js, de samenstelling der benoemde
commissie is er ons een waarborg voor,
niet alléén dat het aan practischen
blik niet ontbreken zal, maar ook dat,
bleeke gelaat van den jongen man.
Z(j was reeds gewoon aan de ellende
en den jammer, die men in aan zieken
hui» te zien krijgt, want reeds jaren
waa zjj vol opoffsring en toewijding als
ziekanverplosgster werkzaam. Nog nooit
echter had zij in temand zooveel belang
gesteld, als in dezen ongelukkige, die
daar zoo bleek on hulpeloos voor haar
lag. Tarwfll zQ daar zoo zat ea bemerkte
hoe de engel des doods meer en meer
over dea jongen man heeuboog kwamen
haar detianeuifl daoogan.
HOOFDSTUK III.
Den vorigen dag, des middags ten een
ure, was ds Amsiikaanscha mailboot
«Atlantic" op de rivier voor Hamburg
aangekomen. Hat zal ongeveer twee uur
geweest zijn, toen de passagiers op het
landingshoofd den voet aan wal zetten.
Onder hen bevond zich een menigte kin
deren met hunne bomen, verscheidene
kaarsrechte, bejaarde heeren die men
d*d«]{jk ais oud-militairen herkende, on
dernemende Yankees met listige, fonke
lende oogen en dunne kneveltjes, be
dienden en vele andere personen.
Bijna het allerlaatst verlieten uog twee
passagiers de boot. ZQ gingen arm in
waar al te practischa opvattingen moch
ten leiden tot minder juiste stellingen,
waarop men zou willen bouwen, het aan
gezonde economische en juridische ad
viezen niet ontbreken zal.
Ta ontkennen is het niet dat, wan
neer eerst de benoemde Staatscommissie
zieh na grondig onderzoek mccht ver
klaren voor het h:r,den eener erqcê'e
en daarna die zeer uitgebreide erqrête
werkslfjk wordt gehouden, nog vele
jaren kunnen verloopen, alvorens eenig
werkelijk resultaat verkregen is. Wfj
vertrouwen daarom dat met bekwamen
spo9d zal worden gearbeid en het vraag
stuk Intusschen ook van andere zijde,
in woord en schrift, zal worden onder
zocht en toegelichto??at binnen een
niet al te ver veiwtjderd tijdstip, de com-
miesie haar verslag der regeering zal
kunnen aanbieden eD, zoo mogelijk, be
paalde adviezen en voorstellen kunnen
Indienen.
De ontbinding,
Het weekblad „Patrimonium," onder
redactie van het Tweede K-m rl'.d A S.
Talma, schrijft
„De ontbinding der Eerste Kamer van
onze Staten Generaal heef: ook voor Pa
trimonium betsskenis. Ons verbond ver
wacht van de tegenwoordige regeerlcg
belangrijke soclalewetten,waarvoor krach
tige medewerkirg der volksvertegen
woordiging drlEgend noodlg is. Van deze
medewerking dient de regeering verzs-
kerd te zijn, zal ze rustig aan hare task
kunnen voortwerken.
Nu evenwel uit de oppositie in de
Eerste Kamer bleek, dat ze zich aansloot
bij de politieke bestiQling van de minder
heid der Twesda Kamer en weigerde tos
te s'aan, wat ook ons v-rbond in art. 2
van zijn sociaal program vraagt, was er
gasn ander» uitweg open voor do regeering,
dan ook da samenstelling der Eerste
Kamer te brengen in overeenstemming
met de verhoudingen in hst land, zooala
die na tws® ernstigs verkiezingen ain
1901 en 1904 tot openbaring gekomen
waren.
Het gebruik, dat de E state Kamer
maakt-a van haar toevaMIga msrdarhsid,
die niet moer klopt» en op onzen staat
kundigen tosstand pasta, hseft opnieuw
getoond, dat de christelijk® volksgroepen
in hare actie wsinig moeten rekenen op
steun van de oveizflde. Eene opwekking
te meer voor de christelijke werklieden
om zich steeds nauwer aaneen fe sluiten,
ten einde door krachliga organisatie der
regeering steun te bieden.''
Omtrent do „onthullingen" van den
Haagschen correspondent van „Het Cen
arm hst landingshoofd over, blijkbaar in
een vroolük, vertrouwelijk gesprek. Da
oudst# van beu e«n man van onge
veer vijftig jaar m«t een aristocratisch
voorkomen was gekleed in fijn laken
en droeg verlakt leeren bottines naar
den laatsten smaak. Hij was groot van
gestalte, btsed gebouwd, zijn hoofdhaar
sn zQn baard waren grijs ®n zijn gilaat
toonde een hoogmoedigen glimlach.
ZQn jongere metgezel, met levendige,
glinsterende oogen, zag onbevangen rond
om een vasten indeuk mede te nemen
van den aanblik der stad. Hjj was ruim
dertig jaar oud en niet groot, doch flink
gebouwd. Een korte ringbaard omlijstte
zija fijn besneden gelaat, zijn geheels
wezen was ongedwongen ®n maakte #en
aangenamsn indruk.
Viak tegenover het landingshoofd ver
hief zich het trotsch9, prachtige hotel
„De Kroonprins. Het was het voornaam
ste en duurste van geheel Hamburg
wie daar zQn Intrek nam, moest «en
welvoorzieuen geldbuidel bij zich hebben.
De beide vreamden traden in de traale
vestibule van het hotel en werden dade
lijk omringd „door een zwerm bedienden.
Met scherpen blik had de oudste der
beid"! heeren spoedig den bevelvoerder
trum", gisteren door ons medegedeeld,
merkt de «Arnh. Ct." op
„Dit alles beweert de correspondent
«met zekerheid" ais waar te kunnen
mededeelen 1 W(j zQn niet zoo gelukkig
als ht) om iu de geheimen der vrijzin
nige Kamerleden te zijn ingewijd, zoodat
wfl geen stellige tegenspraak tegenover
zijne mededeeliogen kunnen stellen. Maar
veel vertrouwen bezoemt zeker niet in
wat b(j ten slotte vertelt, nl. „dat de
Hooger-Onder w(J» wet, geheel ongewijzigd,
weer bij de Tweede Kamer zal worden
ingediend, om dan, nog vóór de begrooting,
als tweede lezing te worden afgehandeld."
De goed-ingelichte man schijnt niet te
weten dat er een art. 1J.1 indeGi^d-
wet staat, dat met dit plannetje in strijd
is I Immers„aan de openbare beraad
slaging over eenlg ingekomen voorstel
des Koning gaat altijd een onderzoek
van dat voorstel vooraf, t en de zslts „ge
heel ongewijzigde" Hooger- Onderwijswet
is W6der een nieuw voorstel."
Spoed.
De „Stand." schrijft in soa driestar
Wat het Kabinet doet, ia nooit goed.
Natuurlek. Hal het getalmd, dan zou
bet, b|j ontbinding, geheeten hebben,
dat men het land noodeloos in spanning
bield en de Statenleden zonder oorzaak
vau hun zomerreis afhield.
Men had dan geklaagd, dat het Kabinet
weker, ja maanden vooruit wist, voor
welke gewichtige beslissing het zou
komen te s'aan. Men had dan geïnsinu
eerd, dat er derhalve alle tijd vau beraad
en overleg was geweeat, Man had legen-
geworpen, dat alle uitstel van beslissing
puur vertoon wa".
En nu, nu het kabinet de zaak lang
vooruit eu ernst'g overwogen had, en
het de Staten-leden niet bemoeileken
wilde, en het land niet noodeloos in
spanning wilde houden, sn daarom snel
handelde, nu heet het weer omgekeerd,1
dat bet kabinet loszianlng en luchthartig
is te werk g-g&ao, en g»en tyi nam
of liet voor beraad. Ja, zelfs wordt nu
g ïasinueerd, dat hst kabinet tijd van
beraad aan d9 Koningin onthouden heeft.
Bewijs heeft men hiervoor natuurlijk
in geen enkel opzicht. Men zegt het zoo
maar. Verweer tegen zulk een oppositie
baat dan ook n'ets Hoe het ook loopt,
het Kabinet is altoos „Barbertje".
Eu om het nog scherper te maken, ls
het altoos dr. Kuyper, die het gedaan
heoft.
Toch ia het geen gewaagds voorspel
ling dat een oppositie, door zoo haar taak
op te vatten, niet het Kabinet, maar
zichzelve zal blijken te schaden.
Naar aanleiding vau het antwoord van
de ministers van binnenlandsche zaken
en van financiën op het adres van den
Bond vau gemeente ambtenaren (waarbij
werd aangedrongen op penslonneering
der gemeente ambtenaren en van hunne
weduwen en weezen), geeft het hoofd
onder den hoop van gedienstige geesten
ontdekt en knikte hem hoogmoedig toe.
«U moet ons eenige mooie kamers ge
ven, maar niet hoog ar dan ds esrste
etage," sprak hjj langzaam en met een
vreemd accent. Blijkbaar was h(J ds
Duitsche taal niet geheel machtig.
De volijverige kellner bracht hen in
eene groote, zonnige kamer, met een
slaapkamer links en een rechts, waarvan
alle vensters een heerlijk uitzicht gaven
op het bedrijvige gewoel der handelsha
ven.
„Zorg er voor, dat onze reiskoffers
dadelijk afgeladen worden," sprak de
oudste der heeren tot den kellner, terwijl
de jongere naar een venster gestapt was,
om het drukke, rumoerige gewoel op de
kade des ts beter te kunnen zien.
„Breng ons sodawater en laat ons dan
verder alleen," gebood de oudste heer
nog en strekte ztch daarop achteloos in
een leunstoel uit en scheen in een lichte
sluimering te geraken.
De aankomst der beide heeren, dis er
zoo voornaam uitzagen, had groote op
zien gewekt b(j het dienstpersoneel van
het hotel an dit vermeerderde nog, toen
hun groote koffers eu verd ra bjgage
warea gebracht. {Wordt vermlgd^