ILLEEV1
1
1
Haarlem.
riitiëft.
Donderdag
r
28 April.
ia-ssrïiskss.
r
No. 100.
42e Jaargang.
1904.
BSKE&
Dienstmeid.
Van week tot week.
FEUILLETON.
siiitamid,
Binnenlandsche hericlten.
J ff ïi
astbode
1904.
ie Pillen van dien 'JJ
n Maagpillen zoo- k j
ïrkwetkende Pur-
is, tegen welks
noeg kan worden
ui wen al a oen re-
werking paran zQ fü]
i. Maagonge- rJ
reel afscheiding I
geregeld gebruik
em, worden door
lael ook gacezen.
m (gewoonlijk een
lissen in de spijs-
izer Pillen.
■arop de handtee-
A LUITWIELER,
een klein gezin worfc
l Juni of eerder gevraag!
venwoning, lufj
olffsplein. AdresBurra!
ide beveelt zich aan vooj
an ASSURANTIËN,
tterdam, op Huizen, In]
nsgoederen, Schepen
Zeetransporten,
gd:
„Métropole.»
nette
es: Mej. ASPE8LAGH
85
'E AM9I1NSÏ
m sa IÏÏ3I5HIi3UBS 11
I
Remise: vm 4 50 (allee]
55. Van Zoilmarktvd
1145 nm 12 80 1
4 15 5 - 5 55 6 5{
10 15.
j naar Zeilmarkt Vlissinj
(alleen op werkdagen!
11 50 nm 12 35 1
4 20 5 05 6 —7
10 20 11
HAVENDIENST.
nvm 66 20 7-
9 3 0 1 0— 10 2 0 1 0 40|
12— 1 10 1 30* 2-'
3 25 3 50 4 10 4 31
7 10 7 30 7 50 8 20!
Btnsiuis: vm 6 10 S3!
flS 9 50 10 10 10 31
50. Nm 12 10 1
2 50* 3 10 8 40 4-
05 6 40 7 20 7 40 8-1
VLISSIüCVflK ('I1I.4KT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij ale Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. YAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187,
^1 Verscliflnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
ADVERTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40. Yoor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts toeemaal berekend. Groote letters
en cliehé's naar plaatsruimte.
Telephoonnummer 10.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
„Men kan thans" zegt de historie-
schrijver in het .Nieuws van den Dag",
Nj gelegenheid der herdenking van den
8iag bflhet Minpid, tengevolge waar
van het graafschap Holland in 1304
van den inval der Vlamingen werd be
vrijd ,men kan thansrA zes eeuwen,
zeer rustig deze gebeurtenissen herden
ken, zonder een oogenblik te moeten
vreezen eenige onvriendelijke gedachten
op te wekken b(J of jegens het bevriende
volk aan deB overkant van de Schelde."
Bejaarde lieden,' zegt dezelfde schrijver,
„zullen zich niet ergeren, wanneer z(j
van de klappen en stompen gewagen,
die ze elkander ais schoolknapen hebben
toegebracht".
Zóó is het. Frankrijk en Rusland zfjn
bun 1812 ook al lang te boven en er zal
een rijd komen, waarin Rusland er Japan
bet jaar 1904 zullen vergeten cm, ieder
op zijn eigen manier en op zfjn eigen
terrein, voort te arbeiden op de baan
der ontwikkeling, zooals ieder voor zich
dat begrijpt.
Rusland en Japan maken op dit me
ment den indruk van een paar vechters
bazen, die zich op een gegeven oogen
blik niet goed kunnen herinneren waar
om ze eigenlijk begonnen zijn, maar er
zich zeer goed van bewust zjjn dat,
terwijl ze elkander hier plukharen, thuis
de karnemelk koud wordt.
Van Russische zijde althans schijnt
men wel degelijk een zeker onbestemd
veilangen aan den dag te leggen naar
bemiddelingsvoorstellen van het thans
zoo vriendelijk tegenover Frankrijk ge
stemde en tevens met Japan bevriende
Groot-Brittanje. ;De Japanners hebben
den Rus veel te denken gsgeyen en
waarschijnlijk ia er niemand meer in
bet groote Russische rijk, die zich voor
stelt dat men er ten slotte zonder kleer-
icheursn zal afkomen.
In Japan schijnt men eene Europee-
sche tusschen komst meer te vreezen
dan te hopen. Geen wonder voorwaar I
Doch zoolang het voordeel van den
oorlog uitsluitend aan Japanscbe zjjde
is, zal die vrees wel niet gegrond z|jn.
De algsmeene opinie is dat Rusland
ssrat eens een fermen «lag moet slaan.
Aan de eer is dan voldaan en men kan
sonder bezwaar zijne bemiddeling aan
bieden. Intusschen zien wij er den
Japannees niet voor aan, om zich voor
de aardigheid te laten kloppen en het
en vallen Zondags ui'.
b) nm. 8 23 en 6 05 61.)
i) 3 50 en 6 31
I
5 nm. 1 55a) en'4:
t)b) nm. 3 23 en 5 50«)|
ainuten na het vertret|
8 10
8 50
jireakans, Borsselafl
tsingen naar Boresele"
rden des WOENSDAGS
rsselen on Neuzen teB
art apewwegsMtëd»
Het schitterende menschengewoel dat
t|j thans van lieverlede naderde amu-
seeide haar, het bracht haar niet in het
minst in verwarring en zij zat in zulk
ten onberispelijke houding in den zadel,
dat de kolonel haar met vaderiyk wel
gevallen beschouwde.
Voorzichtigheidshalve had b(j den rit
vroegtijdig, ondernomen, en was eerst de
eenzamere parkwegen ingeslagen, otn ros
sn rfldster allengs aan de grootere druk
te te gewennen alvorens h(j zich hierin
begaf, Thans hadden z(j deze bereikt en
tiet lang duurde het, of de kolonel stiet
op oude bekenden. Men riep hem nu
«na hier, dan daar aangoede ka
meraden uit vroegeren tijd kwamen naar
hem toegetreden om hem een hartelijk
welkom te brengen en bezield doer den
rtnsch, om aan de Brack's bekooiijjk#
zal dus de groote vraag wezen of en
zoo ja wanneer het geschikte oogenblik
komen zal. 't Is best mogelijk dat het
in 't geheel niet komt en wat dan
Een en ander slechts om aan te
toonen, dat men aan de in het begin
van eiken ocrlog opduikende interventie
geruchten nog niet te veel waarde
moet hechten.
Er zijn trouwens dingen, die, zonder
dat men er oogenblikkeltjke waarde aan
kan toekennen, wel degelijk waarde
kunnen hebben. Als voorbeeld wijzen
wij op het nieuwe Fransche blad van
den bekenden socialist Jau genaamd
„l'Humaniséwaarvan de strekking is,
te trachten alle volkeren te verzoenen
door de maataahappe'ijke rechtvaardig
heid over de geheele wereld. Zeker zai
het nog wel een tijdje duren, eer die
maatschappelijke rechtvaardigheid zulk
een omvang heeft gekregen maar dat
esn serieus blad zich dit hoofddoel voor
oogen stelt, is al iets, en willen de
socialisten de wereld met zich verzoeneD,
dan kunnen ze niet wijzer bandelen
dan door, ieder op zijn gigen gebied, het
voorbeeld van hun Franschen collega
te volgen.
De Fransche journalisten in het alge
meen hebben het op dit oogenblik bij
zonder druk, met hun bezoek aan da
Eeuwige Stad, samenvallende met dat
van den president der republiek, die de
banden van vriendschap tusschen de
beide volken, het Fransche n hetltaliaan-
scbe, tot voor korten t(jd nog tamelijk
losjes, wat vaster komt toehalen. Door
een proclamatie van den burgemeester
van Rome als het ware plechtig inge
luid, komt de president in het beste
gezelschap dat hij zich kiezen kon, dat
van z(Jn bekwamen minister van buiten-
landsche zaken, den heer Daieassé. De
ontvangst der hoogs gasten is uiterst
schitterend en hartelijk geweestdoch
wjj vermoeden dat de politiek te Rome
niet buiten bespreking zal biy<?en.
Of men met een OjstenriJkseh blad,
de beteekenis van des presidents bezoek
vooral te zoeken heeft in het feit dat
de heer Loubst z(jne opwachting nia'
bfj den Paus zal maken, meensn wij ie
moeten betwijfelen. De president toch
behoeft niet uitdrukkelijk te kennen te
geven, dat bij Rome als de hoofdstad
van Italië en niet ais die van de kerk
beschouwt. Egenlfjk zou dat ook niet
juist wezeD. Rome is en blijft de hoofd
zetel van het bestuur der katholieke
kerk. Eveneens is en blijft Rome de
hoofdstad van het koninkrijk Italië. Die
dochter voorgesteld te worden. Long
duurde het niet, of vader en dochter
reden te midden van een groep bevallige
ruiters onder een vroollJk gesprek. En
zoo kwamen zy het rijtuig van lady
Charlton tegen. Door de vroolfjke caval
cade begeleid, sloeg dit den terugweg in.
Zelfs de oude dame uit de groote wereld
liet met een voldanen blik haar oog op
Amy's bevallige gestalte rusten. Nog
meer bewonderende en nieuwsgierige
blikken werden echter op deze geslagen.
Da nieuwe verschijning, de onbekende,
zekere amazone trok zelfs de aardacht
in het gewoel der voorname wereld.
,Wie is die jonge dame 1" vroeg een
jonge edelman, die, te voet tusschen de
uitlokkende bo'chages wandelend, zoo
lang zfjn dog op Amy richtte, dat deze
den blik wel gevoelen moesttenminste
viel haar de ietwat te onverholen op
merkzaamheid van den vreemde op, die
toen hfl haar passeerde, eerbiedig den
hoed afnam, evenals zijn begeleider.
„Wie is die jonge dame herhaalde h|j
nieuwsgierig.
„Vermoedelijk de dochter van den
kolonel de Bracy, die aan hare rechter
hand reed. Ik hoorde, dat hij met zfjn
familie hier is."
twee zaken kunnen zeer goed samen
gaan. Dat de heer Loubet er niet aan
denken zou om mee te verken tot her
stel van de wereldlijke macht des Pausan
is overigens algemeen bekend. Hy zou
zeer goed een bezoek aan het Vaticaan
hebben kunnen brengen, indien de ver
houding tusschen de Fransche regiering
en de kerk op dit oogenblik niet zoo
gespannen wars geweest. Dat de Paus
zou geweigerd hebben de a voorzitter der
Fransche republiek in audiëntie te ont
vangen, komt ons hoogst onwaarschijniyk
voor, al wordt het ook door de „Voce
deila Verita" beweerd. Het wil ons voor
komen dat de „stem der waarheid,"
ondanks haren fraaien titel, ditmaal
niet waar is geweest.
Heel wat beter dan de Nederlandsche,
is deHongaarsehe spoorwegstaking gelukt
en men kan daar ru eens zien, wat een
goedgeslaagde spoorwegstaking eigeniyk
is. Het schijnt vast te staan, dat de
grieven van het personeel tairyk en
ernstig waren, laat er dan ook eenige
overdrijving in z(jn, zooala dat steeds
het geval is. Men wil dat de dertigduizend
stakers krachiig uit het buitenland
worden gesteund en de regeering zal
met sen paar duizend man spoorweg
soldaten moeiiyk in den diarist kunnen
voorzien. Alia verkeer stond resds stil. Le
vensbehoeften begonnen te ontbreken en
stegen verschrikkelijk in prys. Gelukkig
schijnt er, door de verzoenende houdirg
der regeering een kentering in den toe
stand t® zijn gekomen en het was tijd,
want reeds dreigeen de postambtenaren
hst voorbeeld te volgen ^n ook elders
sloot men zich reeds by de beweging
aan. Het is een hevige sociale crisis, die
het telkens zoo geschokte Hongarije
doorleeft. Thans is alles rustig.
Herziening personeels belasting.
By het afdeelingsonlerzoek dar Tweede
Kamer omtrent gedeeltelijke herziening
en aanvulling dar wetteiyke bepalingen
omtrent de personeels belasting werd vry
algemeen de klacht vernomen, dat de
wyze waarop het wetsontwerp is toege
licht, te wenschen laat. Ook het wets
ontwerp zelf kon niet in alle deelen op
lof wegens duidelijkheid aanspraak doen
gelden.
De voorgestelde afschryvirg van den
grondslag haardsteden werd door zeer
vela leden met ingenomenheid begroet,
„Kolonel de Bracy, de oude heer met
het joviale gezicht ea een grjjzen baard
„Dezelfde", luidde het lakonieke ant
woord.
„Is hy van geboorte niet een Fratsch-
man en heeft hy niet een Engelsche
getrouwd, lady Lyton
„Ja," knikte de gevraagde, „hy huwde
met Flavia LytoB, thans lady de Bracy
zy zat in het rijtuig 'i walk de cavalcade
volgde."
„Ea woont de familie de Bracy in
Londen?" ging de vrager voort met on
derzoeken, wiea men den vreemdeling
kon aanzien. Ook spraken beide heeren
Duitach waarin de san slechts half ge
oefend scheen, te oordeelen naar de
moeite, die hy zich gaf, om correct te
antwoorden. „Neen zoovar ik weet woont
de kolonel in of by Lyton Hall. Hy is
maar tydeiyk te Londen."
„Zoo, zoo, nu dat treft dan uitstekend,
want dan kan ik hem terstond myne
opwachting maken."
„Hos Kent ge ham dan
„Dat juist niet," antwoordde de vreem
deling lachend, „maar hat is esn bloed
verwant van my. Ik zal nu ook niet
verzuimen, hem op te zoeken".
Het rijtuig met de dames was de
maar de opmerking werd gemaakt, dat
de gronden, die de regeering voor die
afschaffing aangeeft, niet tot de krachtig
ste babooren, waarover zy had kunnen
besehikken.O.a. wordt van het hyg ëaisch
belang in het geheel niet gewaagd. Tegen
over leden, die bet haardsteegeld, als
een der oudste belastingen, verdedigden,
werd aangevoerd dat juist uit geschied
kundig oogpunt da tegenwoordige regeling
moeiiyk kan warden verdedigd, want
het haardsteegeld was geen betasting op
de stookplaatsen, maar eene welke op de
gezinshoofden drukte, vandaar dat ze ook
met den naam familiegeld werd aange
duid. Ontkend werd niet door de voor
standera van de haardstedenbelasting, dat
ze Impopulair is, maar werd in de be
lastingzaken populariteit ais eiach gesteld,
dan zou men weldra van elk6 belasting-
hef fiig moeten afzien.
Herinnerd werd aan de krachtige ver
dediging van den grondslag haardsteden
door een op belastinggebied zoo uiterst
bevoegd deskundige als de minister Spren
ger van Eyk, die in 1895 het wetsont
werp op de personeeie belasting zou
hebban ingetrokken indien het amende
ment tot schrepping van dien grondslag
ware aangenomen
Ook onder de leden, die zich ingenomen
batmgden m9t het voorste! tot afschaffing
van den grondsia? haardsteden waren er
verscheidene, die er ernstig bezwaar tegen
balden dat de regeering het mcfilvalént
voor de daardoor wegvallende baten
wenscht te vinden door verhooging van
de belasting wegens mobilair. Of deze
laatste gronlslag minder impopulair is
dan de haardstedenbelasting werd betwy
feld ;en dat de mogelijkheid tot ontduiking
stellig niet geringer is, werd vry algemeen
als vaststaande aangenomen. Ook werd
van verschillende zjjden ontkend, dat de
grondslag mobilair boter dan die der
haardsteden zou beantwoorden aan de
bedoeling, waarmede beide in de wet zyn
opgenomen, nameiyk om de aarslagen
in de personeels belastirg in nauwer
verband te brengen met de draagkracht
der belastingplichtigen.
Verscheidene leien betoogden dat geen
der bestaande grondslagen ongeiy kmatigsr
werkt en tot groo'er or billijkheid aan
leiding garft, dan juist die van mobilair.
Daze grondslag kan gemakkelijk als
schroef wordsn aargawand om de op
brengst der belasting, door een weck
aan de schatters, te verhoogen. Da
wenscheiykhsid van een meer «telligen
en geiykmatig werkenden regel werd
betoogd, doch verschsicUne leden zouden
ook by een betere toepassing van de
wettejyke bepalingen hunne b9zwaren
niet zien weggenomen, daar da grond
slag uitgaat van de flrtie dat het mobi
lair een juist beeld geeft van de financi
eels kracht van den belastingplichtige.
Bij een verhooging van die belasting met
50 pet., zooals de regeering nu voor
stelt, zouden de bezwaren zich nog
sterker doen gevoelen dan thans.
Ook werd gewezen op de ontwrichting,
straten van Londen ingeslagen en had
nu weldra de waning van Udy Gbarlton
bereikt. In gestrekten draf ging het ver
der.
Mevrouw de Bracy, alleen gebleven,
ging in de kussens van 't rijtu'g achter
overleunen toen dit by esn kromming
van den weg een magere mannen gestalte
rakelings vocrbüauiade, dis Flavia vlak
in het gezicht zag. „Percy Fairfaix i 1
ontglipte het onwillekeurig aan haar lip
pen.Geen twijfel of hy was het 1
Ik vergis my wal niet. Er lady Charl
ton gelooft nog al, dat hy gestorven is 1
Arme Dorothy, beklagenswaardige vrouw,
wat er wel van haar en haar lief kind
geworden mag zyn."
Den dag na dien wandelrit werd op
het gewone ontvanguur des kolonels een
bezoek gemald en daar by een visitekaartje
overhandigd, waarop atoDd„Carl The-
odor, vryheer von Steinecken", by welken
naam met potlood was bygevoegd „Kas
teel Steinecken in Silezië."
Mynhesr da Bracy sprong haastig van
zyn schryftafel op. In zijne beweeglijke
trekken maalde zich een zichtbare ver
rassing af, maar toch geenszins een on
aangename. Het was een biyde spoed,
waarmede hjj de ontvangkamer binnen-
welke de afschaffing van de haarsteden-
belasting hier en daar in de gemeente
belasting zal brengen, o.a. te 'sGraven-
hage, waar da hoofdeiyke omslag geheven
wordt naar den aanslag in de personeele
belasting, volgens eenige lagere grond
slagen, onder welke de grondslag haard
steden niet, maar die van het mobilair
wel voorkomt.
Hiertegen werd opgemerkt, dat de
inrichting der rijksbelasting niet afhanke
lijk kan zij a van enkele zelfstandig
voorkomende vormen van gemeenteiyke
belasting.
E akela leden achtten verhooging der
balasting naar den grondslag mobilair,
afgezien van den samenhang met het
vervallen van de haardstedenbelasting,
reeds op zichzelf afkeurenswaardig. De
belasting bedraagt thans voor het minst
0.4 pGt. der geschatte waarde van het
mobilair, klimt al spoedig tot 1 pCt. en
siygt tot bgaa 1.5 pCt. zoodra die
waard3 op meer dan f 2000 wordt ge
schat. Wordt nu de voorgestelde re
dactie van art, 19 der wet aangenomen,
dan zal voor een mobilair, dat op f 5000
of daarboven wordt getax ïerd, bij ca 2x/t
pet. belasting verschuldigd zyn,zoodat het
bezit van zuik een inboedel kan worden
geiykgesleld met het schuldig zyn van
een geiyk bedrag tegen eene rente
van 21/* pCt.
Door verscheidene leden ward da vreea
ui gesproken en mat cyfars gestaafd dat
de verhooging voorat den middenstand
zwaar zal drukken. Het schynt buiten
twyfal dat er op vry groote schaal ver
plaatsing van belasting zal plaats hebben,
hetgeen te bedenkeiyker geacht werd,
omdat d® regeering zich daarvan blijk
baar niet genoeg rekenschap geeft en
a'le ongerustheid schijnt te willen weg
nemen door de verzekering, dat de
gemiddelde verschillen tusschen deuouden
en den nieuwen aanslag slechts gering
zuilen zyn.
Hooger-on&erwijswst.
De Haagache correspondent der „Zutph.
Ot." schryft.
Da beide Kamers zya de vorige week
tegsiyk vergaderd geweest. De „Eerste'
was bijeengekomen om het wetsontwerp
op het Hoo,?er Oaderwijg in de afdeelin-
gen te onderzoeken. Welke de uitslag ia
van dat ^onderzoek is geweest, zal het
verslag dat over enkeleaweken te wachten
is, aan het licht moeten brengen, maar
eon lid van de rechterzyde, die aan het
afdeelings onderzoek had deelgenomen,
zeide mij „Ik waag my niet gaarne
aan voorspellingen, maar dit wil ik toch
wei zeggen, dat ik den indruk gekregen
heb, dat de wet, als zfj nog deze week
in stemming moest komen, zou worden
verworpen." Ea toen ik hem vroeg
waarom hy zoozeer iden nadruk legde
op „deze week," antwoordde hy my:
„Omdat ik meermalen bemerkt heb, dat
het onvoorzichtig is te veel af te gaan
op uitlatingen, maeningen en redenee-
tra-i. Daar wachtte ham een knappe,
jonge man op, die, vlug hem tegemoet
komende, esn eerbiedige buiging maakte
„Baron de Bracy," zeide hy met een
welluidende stem, „ai is het mij, halaas,
ook al niet meer vergund, u de groatea
myner dierbare ouiers over te brengen,
zoo veroorloof ik my toch, om my aan
u als den zoon van Sophie de Bracy
voor te stallen.
„O, zoon van mjjn goede Sophie. Wees
ons van harte welkom of nog beter
kom myn jongen, laat je door je ouden
oom omhelzen," riep de kolonel levendig
uit, en geheel zooals zyn week gemoed
het hem ingaf, drukte hy hoogst once
remonieel den jongen bloedverwant aan
zya breeda borst, vatte hem vervolgen»
bij de beide schouders en keek hem on
derzoekend in het jong® frissche gelaat.
Een paar vrooiyke kijkers lachten hem
daaruit byna schalks aan. Overigens
spiegelden zich in de jeugdigs trekken
luchthartigheid en zekere overmoed, die
zich de zorgen des levens al bitter wei
nig aantrekt. Daardoor, zoowel als in de
snede der trekken had de jonge man een
zekere gelijkenis met den kolonel.
Wordt ro-volgd.)