Maandag 18 April. 1 42e Jaargang. 1904. ïacao Verijdelde plannen. tatert V op de FEUILLETON. net fitïll. Zondagsblad Binnenlandsche berichten. No. 91. VlISSINRSCEE COURANT Prijs per drie maanden 1.30, Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij a de Bóer- handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËN: van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts teeemaa] berekend. Groote letters en eliché's naar plaatsruimte. ten om kracht te rer, het bloed te versterken ren kracht te herwin. Quaker Oats. Zy om te eten, kooptj ut. Een verstandige geeft de voorkeur iwaarde boven kwan. >rulkt Quaker Oats, er Oats Verschijnt <l,igeljjks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephoonnumirier 10. Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. <3Ï' zijn wil, de Edit® te ontvangentese iele proefnemingen in den Ider den naam des uitvinders vervaardigd op de beste wereldberoemde étabblisse] Stollwerck te Keulen, k ÏSieliaelIg' is met melk gekookt jgezonde drank voor dag ï'sen èt 2 theelepel» van f!jp Chocolade) Als genees] van diavrhee sleekt luiken. voornaamst# H. H. A [te. Ko. prcgftrasjci c. 0,90, c. 0.35 'oordiger voor Nederlaüi Mattenklodt, Kalverstra&t 103 ïachinaal gebied, verf) pste grondstoffen, gara !>rdende aan den inhoi ïedalllen; schreef de Acci Klére classe en coa jcolat, boabons varn pnfiseurs, Banketbak^ bland ze Conrant beudort een hpoegsel. Ren fesn zooais men musea op- van voorwerpen van kunst, weten- ejap en oudheid een min of meer ygrend bestaan geven of althans de tuiinnering bewaren, aan de dingen die bid in zijn leven heeft tot stand ge> pclitmaar van niet bestaande din- |ID is dit onmogelijk. Ware het anders, ju gelooven w(j dat elk mensch wel ,u museum of, zoo men dat liever „il, een kerkhof zou kunnen aanleggen verijdelde plannen. De mensch Is een wezen van plannen km voornemens. Dat gaat zoo dag aan ty, schier het ganscha leven door. Tot ,p zekere hoogte is dat goed. Verweg meeste menschen moeten arbeiden den mond open te houdendoch ,gk van degenen die dit niet behoeven li doen, geven tcch maar weinigen de loorkeur aan een ledig leven. Arbeiden i{| niet in den gewonen zin, zy willen lao loeit senige bezigheid hebben, «enig tol najagen, zich voor iets inspannen. ZIJ gevoelen zeer goed, dat zjj zich heb- tin te wachten voor de verschrikkeiyk- iti van alle menscheljjke kwalen de verveling. Zij gevoelen behoefte aan iets, ander hetwelk het genot van de gaven In levens geen genot meer is, iets dat pekt, het vuur onderhoudt, aantrek- ItliJkbeid en waarde aan het beslaan wsobaft. In zeker opzicht is het maken van plannen bestekken zouden wij ook linnen zeggen a 11 (j d zeer aanbe- nlenswaardigin dezen zin naineiyk, iit wij nimmer ondoordacht moeten adelen, dus nooit iets doen zonder iralgaand nadenken en overleg. Heb- i wjj die gewoonte ons eigen gemaakt, in staat het vast, dat menig plan van Welen minder gevaar loopt van ver- Jield te worden, en dat het ook beter nl worden uitgewerkt. Immers, haastige pd gaat zelden goed. Ons gansche toen door worden w(j geroepen of al- knis gedreven tot allerlei verrichtingen, Wen of handelingen, en zoo w(J de Heeste daarvan later betreuren of al tais inzien dat zij beter achterwege varen gebleven, dan is dit in de eerste sa-s-r-Hüaa. r 1904. |t) b) nm. 3 23 en 60 3 50 en 25 nm. 1 55a) en )a)b) nm. 3 23 en 5 50 minuten na het verW vm. 8 10 8 50 Breskens, BorsseW 'j lissingen naar Borss'^ rorden des WOENSDAG Orsselen en Neuzen kii tfWT spoedde zich naar ,Ds Vier Jaar- en werd door zyn oom aller ontvangen. Ricorda zelve ver- zich meer over zfjn komst dan wel wilde bekennen. Met goed gevolg hts innsrltJke opwinding verloochenend, 'tonde zjj een koel gezicht en een men- ïsüng van vormelijke terughouding en Naakte onverschilligheid, die haar vader hltoefde en alleszins geschikt was om te krenken. En toch vond iiy schooner dan h(J verwacht had. drie jaar had hij haar niet meer in welken tyi zjj een trotscha "tschijning was geworden. De erfdochter !,#n Lyton Hall was niet meer het wiide hititochteHJke meisje van voorheen, taar e$n zelfbewuste, voorname lady. .Corda," riep Clarence verbaasd uit, W ben je oen groote dame geworden I plaats caa-van 6eD gevolg, dat wij ons 1 Ij ons spreken en handelen lieten leiden door oogenblikkel(]ke opwellingen, zonder het advies te vragen van hoofd en hart. Piannen maken doen wjj ons gansche leven door. Dat doen w(J reeds als kind. Voor onze oudere omgeving zjjn dat grappige plannenmaar zjj teekenen toch meestal reeds den menech die uit het kind zal voortkomen, en nauw zjjn wjj aan da kinderschoenen ontwassen, of het plannen maken begint in vollen ernst; meestal gepaard met een goede dosis opwinding en verbeelding. Dat zjjn de eerste groote levensillusies, die ons de wereld doen zien zooals ze niet is en alras leeren hoezeer wij ons in ons zeiven hebben bedrogen. Het is in die meestal harde, maar noodzakelijke leerschool, dat da eene illusie voor en de andere na wegvalt en, op die periode terugziende, kunnen de meesten van ons zeggen, hoe en wan neer zij eigenlijk leerden leven. Wanneer onze zon de middaghoogte beeft bereikt en w(j langzamerhand gaan naar den vooravond des levens wan neer het stijgen eindigt en het dalen een aanvang neemt, welk een panorama van ruinen ontrolt zich dan bjj het neer zien van de langzaam beklommen hoogte voor ons oog I Bijna niets hebben wij volbracht van hetgeen de jeugd beloofde of wij aan ons zeiven hadden beloofd te volbrengen, 't Is een oceaan vol van vergane of door ons zelf verbrande sche pen, van nooit volbrachte voornemens en steeds veradelde, mislukte plannen. Wat hebben wij toch verbazend weinig uit de schipbreuk des levens gered 1 Weet gij wat bjj dit alles nog het beste en het troostrijkste is Dat aan het plannen maken nooit een eiDde is gekomen. Moed, lust en jjver hadden vaak heel wat te verdurenmaar dit kon toch niet verhinderen, dat wjj maar altijd voortgingen om nieuwe bestekken en berekeningen te maken. Toch hadden velen van ons iets geleerd uit de felle sla gen die hen werden toegebracht. De moed werd bedachtzamer, de lust kal mer, de U ver gematigder en daaruit moest van zelf volgen, dat da nieuwe gebouwen, die als het ware werden ge bouwd op de puinhoopen der oude, heel wat hechter waren, sterker en beter doortimmerd. Da ondervinding is zulk een heeriyke leermeesteres, al is het misschien jam- Vltoingsthe Conrant terwyi hij zich schertsend voor haar op een knie neerliet en lachend voortging „Ziedaar een vasal aan je voeten, be- geerig om jou, trotsche meesteres, te mogen dienen." Ricorda glimlachte koeltjes. „Wy hebben reeds in Munchen de meeste merkwaardigheden bezichtigd Cla rence, en onze tyd is beperkt. Papa moet weer spoedig naar Wiesbaden terug. Het ia daarom gelukkig, dat we elkaar nu nog ontmoeten." ,Maar schoonste nicht, wat spreek je daar wreed t Maak my toch niet dade< iyk tot den ongalukkigsten aller sterve lingen I Ik kon onmogeiyk denken, dat ge zoo vroeg hier zoudt aankomen." „Ja, ja", riep mr. Carre daartusschen, „het is alles myn schuld. Maar nu je hier beDt myn jongen, is alles weer in orde. Wy bffjven hier nog een poosje en Ricorda zal zeer zeker deze kunststad wel spoedig allerprachtigst vinden. Ik arme gebrekkige, ben een slechte gids I Ricorda zweeg. Zij verwaardigde zich geen enkel vriendeiyk woord tegen haar vader, evenmin als zy sprak over de mislukte verrassing, doch verklaarde kalm, dat de veelgeroemde Beiersche hoofdstad hare verwachtingen zeer teleur mer dat wjj zoo bitter veel ervaring rooöig hebben, om te leereu leven en bedachtzamer te worden in de keuze van middelen en wegen. Gelukkig wy, indien wü nog in tyds hebben ingezien, dat het c'aa-heen moest, want het valt heiaas nies te ontkennen, dat er maar al te veel zyn, wier gan sche leven is en biyft een aaneenscha keling van verijdelde plannen maar in dat geval is het leven zelf een tameiyk jjdel ding. Wat het leven ons vooral ook leert is ditwy overschatten te vaak ons zei vod, onze eigene gaven en krachten. Men zegt dat er menschen zjjn, die kun nen wat zjj willen, 't Is mogelijk, maar dan zullen dat in ieder geval groote uitzonderingen wezen, die den regel be vestigen, dat de uitvoering onzer plannen geenszins van ons zeiven alleen afhangt en dat wy, met den besten wil, rekening te houden hebben met allerlei machten buiten ons, met ailerlei omstandigheden van dien wil volkomen onafhankelyk. Dit moet ons er ten diepste van door dringen, dat wy nooit wat wy voorge nomen hebben tot stand te brengen, volkomen zullen bereiken, zóó als wy het ons hadden voorgesteld. Iets, hoe weinig ook, zal er altoos aan ontbreken. Nooit zal één mecscbeiyke illusie vol komen worden vervuld. Dat is geen hardheid van een blind noodlothet is. de noodzakeiykheid van een echt mensc'neiyk, tot hooger en beter bestemd bestaan. Het moet zoo wezen, omdat het niet anders zou k u n n e n zyn. Heel wat erger is 't, dat wy zoo vaak iets goeds, iets degeiyks, in elk geval iets tot stand kunnen brengen, maar het inderdaad niet willen. Plannen maken en het bestek niet uitvoeren, al hebben wy er de krachten en de middelen toe, is er iets vreeseiykers denkbaar Maar het zal in hoofdzaak wel hier van het gevolg wezen, dat wy er niet innig van overtuigd zyn, dat, hetgeen wy willen, goed, nuttig, noodzakeiyk ia dat het ons, in één woord, ontbreekt aan voldoenden levensernst. Zalig die den ernst des levens kennen en begiypen I Ook op bun weg zullen de puinhoopen niet worden gemist en in zooverre bffjft het laven altyd een groot knekelhuis maar.op dat groote doodenveld van verydelde piannen, zal toch menig levenstreken haenwyzen In de ware richting. had en dat haar verlaDgen om rog langer daar te biyven ai uiterst gering was. Hoe weinig vleiend deze verklaring ook was, zoo gevoelde Cla rence zich daardoor toch verheugd en zwoer hy zich zeiven om zyn geliefd Munchen in de oogen der veeleischende dame in eere te brengen. Wacht maar Corda," zelde hy goedig, tot zichtbare vreugde van den geheel lerneergedrukten oom. „Wacht maar, het zal je hier nog best bevallen. Sta mö slechts toe, om je alleronderdanigste cicerone te mogen zijn. Zoo streefde Clar9rce met de hem eigen vrymoedigheld er naar om het ijs te breken en een onwillekeurig verzuim door.verdubbeld 3 opmerkzaamheid te her stellen. Weinige dagen gingen daarove: heen, en reeds zag hy zyne pogingen met goeden uitslag bekroond, Ricorda's kwade stemming verdween van lieverlede. Weldra vertoonde zy zich in de beste luim. Eo heerlijk traden ook weer de beminneiykste zijden van baar karakter te voorschyn, die baar werkeiyk aantrekkeiyk maakten. Haar vader was overgelukkig. Hy wenschte niets vuriger dan een wederzydsch bevallen, een goede verstandhouding tusschen zyn dochter Het oordeel over minister Kuyper. De redevoering door minister Kuyper by het jongste zilveren feest van „De Unie, een school met don Bybel" gehouden, wordt door het weekblad „Do Ciristen Democraat" onderredactie der heeren Staalman en mr. T. de Vries, scherp veroordeeld. De h6sr Kuyper heeft daar o.a. verkondigd dat het denkbaeid om de wetteiyke regeling van het lager onderwys ineens te wyzigen volgens het bekend Unie-rapport, „moge zyn opgekomen in het hoofd van een enkelen onbezonnens, die geen verantwoordeiyk- heidsbesef kent, maar by ds mannen, die dit besef dragen, nimmer opkwam." „De Chr. Dam." nu zegt dat „zoo to spreken is do waarheid in het aan gezicht slaan" „een ongeëvenaards. (ja laat ons maar zeggen) brutaliteit." Immers „finale op'ossing van het onder wijsvraagstuk* -in den geest van het Unierapport voor zoover de Grondwet toelaat," was niet bet denkbeeld „van een enkelen onbezonnens," zonder besef van verantwoordelijkheid, maar „punt 1 van het program van urgentie der antir. party, waarvan dr. Kuyper de steller is i" Verder zeide de minister „Er is dan ook door hst kabinet nimmer aan zoo iets gedacht." Deze verklaring van dr. Kuyper noemt de „Chr. Democraat" „een brutale onwaarheid" Ten bewyze van deze bewering schrijft het blad het volgende In de memorie van antwoord, inge zonden op 19 November 1902, zeide de regseriDg o.m. op pag. 8. „Of het daarom gelukken zal zonder grondwetsherziening,nu reeds tot de finale oplossing, in den geest van het bekende Unierapport, te geraken, valt vooralsnog niet te beslissen. Hiertegen zyn beden kingen gerezen, die het tot dusver nog niet gelukt is uit den weg te ruimen." Ea na do uiteenzetting van deflaau- cieele bezwaren volgt dan „Uit dien hoofde eisebt de voorberei ding zelfs van dezen voorloopigen maat regel omvangryka en nauwkeurige be rekeningen, cok afgezien van het nader onderzoek' of de finale oplossing niet nog aannemelijker zou zyn, en het is uit die oorzaak, dat een besliste aan kondiging van wat zal worden voorge steld reeds in de troonrede van dit zittingsjaar van verre niet te denken viel." Nu één van beideöf de minister heeft in zijn memorie van antwoord van 1902 onwaarheid gesproken of hy sprak onwaarheid in :yn UJerede van de vorige wesk. Het democratisch antirev. blad voegt er by „Beide malen hebben de vergoders van Ztjn Excellentie hem luide toege juicht!" Voorst had bet reeds vermeld, hoe bö het Uoitfesst, volgeDS het ver slag in „De Standaard" dr. Kuyper op trad onder geestdriftig applaus, dat on bedwingbaar uit ds stampvolle kerk op klonk", en opgemerkt dat dit zinnetje met een kleine variatie voor elke de- putatenvergadering, „onverschillig of er al dan niet nog iets van beteekents zal tot s and komen," past en ook wel zal gelden voor de komende deputaten-ver gadering in 1905. „Daarover," zegt het blad, „verwonderen wy ons allerminst, Wy kennen de groote meerderheid der partygenooten die deze vergaderingen bezoeken of daarheen worden afgevaar digd. Een trouw beeld van het Christen volk of van Christen-arbeiders geven zy Diet." Geven deze uitingen van het demo cratisch deel der anti-revolutionaire party niet een eigenaardig kijkje op hetgeen er in die party omgaat, vraagt bet „Hbld." Tabaksbelasting. De heer H. J. Meerkamp yah Emden, een erkend deskundige op het gebied van den tabakshandel, daartoe door „de Ne derlander" uitgenoodigd, heeft in dat blad een artikel geschreven, waarin hy in de eerste plaats den zeer bloeienden toestand van onzen tabakshandel uiteenzet. Ia de laatste 25 jaren heeft dia handel, dank zy vooral onze lage rechten, een hooge vlucht genomen, ten koste van de eenmaal ver maarde en drukbezochte Bremsr-markt. Reeds in 1875 en 1885 werden voorstel len tot rechtenverhooging ingediend, maar de toenmalige ministers v. d. Heim en Grobbea kwamen in tyds van hun voor nemen terug, overtuigd van het groote nadeel dat ons land er door zou ïyden. Maar thans bestaan de bezwaren in veel verhoogde mate, want in 1903 werd 590.000 pend of ruim 2l/3 maal zooveel tabak aangevoerd als in 1885, een bron van welvaart voor ons land zooals geen tweede kan worden aangewezen. Als men ziet hoe Iatteriyk van de ge heels wereld de koopara naar Holland over komen, waarvan velen, o.a. de Ameri- kaansche maandenlang hier biyven, zoo dat er in den drukken tyd ter nauwernood plaa's te vinden is in de hotels, dan kan men eenigszins beseffen, wat op allerlei gebied direct en indirect door de tabak ia ons land verdiend wordt. Zoo is in ons land door zijn lage rechten, zyn vrijheid van beweging en gemakke lijkheid van behandeling gaandeweg de groote stapelplaats geworden, waar alle sorteeringen zoowel de beste als de gering ste tot hun waarde komen. Zelfs van Maryland komt tegenwoordig ruim 4 maal meer te Amsterdam dan te Bremen op do markt, een enorm verschil ra jttcuwe Modeblad, ƒ1.30, f.-375«#f,-55 p.l[w. en den jongen ds Bracy, die nu naar alle waarschijnlijkheid beloofde zich van dag tot dag beter te zullen ontwikkelen. Clarence mocht haar overal chaperon neren, een taak, waarvan hy zich uit nemend kweet, en Munchen kreeg nu voor Ricorda een geheel ander voorko men. Zy werd weder spraakzaam, vroo- ïyk, geestig en slechts ru en dan verviel zy weder in hare ongaduldige, heftige gemoedsstemming, die zich dan tegen over haar neef in een ccquet pruilen lucht gaf. Zy verstond de kunst hem af te stooten en aan te trekken door een moeieiyk onschryfbare macht, die niet zonder invloed op Clarence bleef. Hij wist dat Ricorda tot zyn bruid be stemd was. Haar nader te leeren kennen en begrijpen hield hy daarom voor zeer gerechtvaardigd en de kleine, juist m Wuizburg doorleefde idylle hinderde hem daarin volstrekt niet, ofschoon de herin nering aan de aanvallige verschyning van Dolly geenszins werd uitgewischt, Mr. Fairfaix en Ricorda boden zonder eenige quaeatie een groote tegenstelling aan, en juist het verschil tusschen beide meisjes maakte het Clarence gemakke lijk, zich In den nieuwen toestand te schikken en voor Ricorda een galants neef en een opmerkzame cicerone te zyn. Niets echter brengt zóo schleiyk tot elkander, dan die dageiykache omgang op reis. Dit dan ook had Vivian Carre by het ontwerpen van zijn plan over wogen, en met toenemende voldoening zag hy het levendige verkeer tusschen de beide jongelui, die hem de spoedig» vervulling van zyn stillen wensch hopen liet. En toch aarzelde Clarence nog. Het verbiyf van vier weken in Munchen nam een einde, zonder dat by zich dsclareeide. Vivian schreef de schuld daarvan toe aan Ricorda's afwisselende luimen, die geiyk hy meende - Cla rence tot geen zekerheid lieten komen. Hy vergiste zich echter. Wat zyn neef van de beslissende vraag terughield was de herinnering aan de zoo ryke ontmoe ting in den Wurzburger dom. Vivian Carre moest zich voorloopig tevreden stellen met de belofte van zyn neef, om hem en zyn dochter naar Engeland terug te geielden.Doch allereerst moest de ïydende man nog voor eenige weken naar Wiesbaden terug, waarheen C arence hem beleefde te zullen volgen, zoodra hy aan zyne te Munchen aange gane verplichtingen voldaan ziu hebbin. {Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1904 | | pagina 1