(Ml
LEN
Haarlem.
Dinsdag
8 Maart.
No. 57.
42e Jaargang.
1904.
iTEN
cop
Binnenlandsche berichten.
rsa-HGHSteöE.
FEUILLETON.
er 1904.
jd;
Sirop^t
VBhoealJ
RELIO te Amsterdam,
reien, want het helpt
Amaterdam, tchreef
mü bij müne zware
J. BOVENDEERT,
Gaarne wenschte ik
vangen, daar Ik door
Hoesten, Heeschheid
is zeer aangenaam
ogistwinkels. Te Vlis-
Sehulte Co
lenze. Firma A. M
iaard.'
EICKEN-
rele jaren
pe vonden,
iel tegen
Ook heb
ade eene
Terwijl
■bestreden,
liield, was
Druiyen-
Ma
O 'o
g-s
.s~
g -go
.atfq o«
O I -O <i
-i!ig
S S o
SARDEMANN te Ze ve
le Vlissingen bjj Wed,
Wed. J. P. VAN DER
y W. H. GRAVESTEIN
IS"
ne Pillen van die
n MaagpiUen zoo-
erkwerkende Pur-
is, tegen welks
inoeg kan worden
ouwen als een re-
werking paren zy
pen. Maagonge-
eel afscheiding
geregeld gebruik
em, worden door
tieel ook genezen,
m (gewooniyk een
nissen in de spijs-
azer Pillen.
raarop de handtee-
A LUITWIELER
C*
vm. 8 10
8 50
VLISSHV6SCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1,30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIËNvan 14 rege/s ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfda
advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters
en eliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dageljjks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
So wijziging der drankwet.
De regeering heelt, geiyk men weet,
jg baar oorspronkelijk wetsontwerp tot
ffyziging der drankwet verse hillende
wtjzigicgaa gebiacht Daarover schrytt
ju de „Arnh. Ct." hat volgende
Zonder thans in een nadere beoordeeling
te treden van deze wijzigingen in het
oor*prenkel{jk ontwerp, mag toch daaruit
stellis wel de gevolgtrekking worden
afgeleid, dat het standpunt, .na ernstig
wikken en wegen" door de regeering
gtkozen tusschen de beide uiterste ricü-
tiegen in, juist niet door groote vast
heid uitmunt, zoodat als zy verklaart
daarop pal te willen staan, zy 'n eigen
kracht, desnoods in het dreigen met de
kabineuquaestie als ultima ratio, het
middel zal moeten vinden om aan het
trekken naar rechts of naar links weer-
stand te bieden, nu z(j blijkbaar op
wankelen bodem staat. Maar of op die
w(ze een nationale wet tot stand te
brengen is, waarnaar de regeering zegt
te streven, er is alle reden daaraan
te twijfelen,
En waarom? Omdat naar onze over
tuiging de regeering zich een geheel
onjuiste voorstelling maakt van de oor
zaken der impopulariteit en der misluk
king van de drankwet van 1831. In
7 der memorie van antwoord ontkent
zjj de juistheid van het betoog in het
voorloopig verslag, .dat de voorgestelde
maatregelen het gezag der wet nog meer
zonden helpen ondermijnen, waar op
blz. 5 der memorie van toelichting er
kend wordt dat de wet nu reeds im
populair is." En zg antwoordt„Hier
wordt het betoog der regeering omge
keird, Immers, z(j betoogdede wet
wordt gedeeltelijk ontdoken tengevolge
van haar zwakheden, on is dientenge
volge impopulair. Hieruit volgt logisch
veeleer, dat, wanneer het gelukt den
clandestienen verkoop te fnuiken, het
gezag der wet zal hersteld worden en
de impopulariteit zal verminderen." Hierin
an dwaalt, naar onze vaste overtuiging,
de regeering, die blijkbaar aiieen het oor
leent aan bet veelal rumoerig drijven
der drankbestrijders, die voor de strengst
mogelijke beperking, kon 't zijn geheel
veibod van drankgebruik ijveren, zonder
daarbjj te letten op andere belangen dan
bet in hun oog grootste en alles bs-
beerscliecdede drankzucht geheel uit
te roeien. Gaf de regeering zich echter
ock rekenschap van de meening, mis-
Kbien wel van het grootste deel der
bevolking, dat om hare belemmering van
gbet maatschappelijk verkeer" en de
vaak lachwekkende consequentiën van
de toepassing harer bepalingen, om de
strafvervolgingen wegens hande
lt, waarvan het groote publiek het
delictuese niet inziet, enz. de drankwet
impopulair is en juist daarom op groote
ontdoken wordt, zy zou met
10a) b) nm. 3 23 en 6 05
15a) „8 50 en 6 35
10 25 nm. 1 55a) en 4 45
50a)b) nm. 3 28 en 5 50e)
80 minuten na het vertrek
iar Breskens, Borsselsn tó
Vlissingen naar Bomaelen
worden des WOENSDAGS
Borsselen en] Neuzen te®
en het spoorwegitatloa
18.)
ld alle stilte liet ik my met haar
«ouwen, zelfs niet eens kwamen myn
'raden er lets van te weten. Ik
verborg myn vrouw voor hen, 't geen
dien ernstigen oorlogstyd niet moei-
viel, want nu een» waren wy hier
dan weer daar. Ricorda volgde my
°t geheel Spanje. Vaak werd dit nog
bezwaariyk, daarbij begon ik nu en
'ast te krijgen van haar onstuimig
"wen, en ten laatste, Fiavia, ik wil het
11 gulweg bekennen, leerde ik mij scha-
1 m" °V6r cle gebrekkige opvoeding van
mjn vrouw. De leemten in hareopvoeding
"ouden zich maar al te bedeDkeiyk en
10#a" hirtstochtelijk vurig temperament
meermalen aanleiding tot hoogst
IJ'wkwikkeiyite scènes. Zy werd prik-
uibaar en ziekeiyk en eindeiyk noopte
"zorg voor ons kind ons tot een tyde-
Hct Tariefontwerp.
Hoewel 't plan bestaat de tariefwet
zoo mogeiyk neg dit jaar in de afdtelin-
gen der Tweede Kamer te doen onder
zoeken, gelooft men dat het ontwerp
eerst in Februari van het volgend jaar,
dus na het begrooticgsreces, in openbare
beraadslaging zal komen.
Het petitierecht der Hamers van Arbeid.
De Kamer van Arbeid voor de Voedings-
en Genotmiddelen te Delft, wendde zich
tot den minister van binnenlandsche za
ken met de vraag, of het haar vry stond
in combinatie met andere Kamers, advies
uit te brengen over eenig by de Tweede
Kamer aanhangig gemaakt wetsontwerp.
In art. 2, letter b der wet op de K. v.
A. wordt deze bevoegdheid niet met name
genoemd, en by de drie Delftsche Kamers
bestond het voornemen, in zake het ont
werp Arbeidswet by de Tweede Kamer te
adresseeren of te adviseeren.
De minister van binnonlandsehe zaken
heeft daarop geantwoord, dat de Kamers
van Arbeid, evenmin gezameniyk als ieder
afzonderiyk, adviezen aan de Kroon of aan
de Staten-Generaal uitbrengen, vermits
die bevoegdheid haar noch by de wet op
de K. v. A. noch by eenige andere wet
wordt toegekend.
Wenscht eene Kamer gebruik te maken
van het petitierecht, dat art. 3 der Grond
wet toekent, om hare wenschen ten op
zichte van een aanhangig wetsontwerp
onder de aandacht van de Siaten-Generaal
te brengen, dan zegt de minister
zal rekening behooren te worden gehouden
met de beperking, waaraan het derde lid
van bet Grondwetsartikel het petitierecht
van wettig bestaande lichamen onder
werpt. Op grond daarvan zal een door
eene Kamer van Arbeid in te dienen
verzoekschrift in verband moeten staan
met de belangen, die de Kamer als zoo
danig heeft te behartigen, in het algemeen
moeten betreffen de bevoegdheden en de
plichten, welke krachtens eenige wette-
iyke bepaling aan de Kamer zyn toege
kend en haar zijn opgelegd. In het oog
zal derhalve moeten worden gehouden
wat al dan niet behoort tot den werkkring
der Kamer, zooals die is omschreven in
de W6t op de K. v. A.,jen de uit die wet
iyke scheiding. Ja Fiavia ik heb een
kind, een dochtertje, iets jonger dan je
kleine Amy. Het bleet in Spanje by
bekenden van haar moeder achter, toen
deze gestorven was
Vivian's toehoorster luisterde met
stomme verontwaardiging. Zy wist thans
genoeg, zy begreep alles. Hy bezat een
kind en daarin een rechtmatige erfge
name voor Lyton Hall. De bezitting had
Vivian Carre haar zoon listigiyk ontno
men, opdat zy aan zyn kind ten deel
zou vallen, de dochter van een Spaau-
sche gelukzoekster, waaraan oom Mor-
taunt nimmer het oude familieslot zou
vermaakt hebben. De gevoelens van den
ouden man kennend, had haar neet
bem bedrogen. Door leugen on bedrog
had hy zyn doel bereikt. Thans echter
behoorde Lyton Hall hem, en haar ge
liefde, talentvolle zoon verloor met het
erfrecht het vooruitzicht om tot hetgeen
te geraken, wat oom hem zonder eenigen
twyfel had toegedacht. O, hoj kon de
oude man zich ook opaieuw laten mis
leiden door dengeen die zyn arme doch
ter haar levensgeluk ontroofd had I Met
deze inneriyke klacht wendde lady Fia
via zich in opwellende bitterheid van
haren sluwen neef at. Zy was opgestaan
Telephoonnummer 10.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
de leden, in het voorloopig verslag aan
't woord, instemmen dat verscherping
der drankwet slechts helpen kan het
gezag der wet nog mser te ondermynen
eu dat ook deze proefneming zal mis
lukken. Want zy kan er staat op maken
dat hare scherpzinnigheid in het uitden
ken van wetteiyke voorschriften, toch
altyd nog overtrrffra zal worden door
de scherpzinnigheid der belanghebsenden
om middelen te vinden, teneinde de im
populaire wet te ontduiken.
'tLydt dan ook geen twyfal of de
regeering zal, als zy meent met de
verscherpte drankwet haar populariteit
te verhoogen, bedrogen uitkomen.
voorfgevloeide bepalirgen, van welke het
oprichtingsbesluit der Kamer haar gebied
en de door haar vertegenwoordigde be-
dryven aanwyst.
Uit het feit echter, dat de Eerste Kamer
der Staten Generaal by de behandeling
van het ontwerp-Ongevallenwet, kermis
nam van adressen van verdere strekking
door Kamers van Arbeid met betrekking
tot dat wetsontwerp ingediend, kan wor
den afgeleid, dat in de practyk het peti
tierecht der Kamers ook wel ruimer is
opgevat dan hier wordt aangegeven.
Verschillende Kamers zoo besluit de
minister zullen niet gemeenschappe-
10 k kunnen besluiten, een verzoekschrift
tot de bevoegde macht te richten.
Elke Kamer zal op zich zelf hebben
te beoordeelen, ot aanleiding bestaat, hetzy
tot inzending van een verzoekschrift,
hetzy tot mede-onderteekening van een
door eene andere Kamer gesteld adres,
helzy tot het betuigen van adhaesie aan
een door eene andere Kamer reeds inge
diend adres.
Vrijwillige boedelafstand.
Onder bovenstaanden titel komt, van
de hand van E. B. Kielstra, in „Onze
Eeuw" een artikel voor, naar aanleiding
van het by de debatten over de Indische
begrooting, den 20 November 1908, van
socialistische zyde geuitte deckbeeld, n.l.
de beperking van ons kolon'aal bezit
de voornaamste eilanden—Java, Sumatra,
Bangka, Billiton, Bali, Lombok te be
houden, en de andere direct te verkoopen
aan eene groote mogendheid en de op
brengst te doen dienen om Java er weder
bovenop te helpen.
De scbryver tracht in dit opstel deze
zaak zoo objectief mogeiijk te bespreken
en alle gevoels-argumenten buiten sprake
te laten.
Wy weigeren, zegt hyhet te geloovsc
na hetgeen In Iadië reeds is gedaan, is
thans eene verklaring van onmacht voor
de toekomst zeker niet gerechtvaardigd.
Waar biytt ons oud Hollandsch zelfbe-
wustzyn waarlijk geen overmoed
wanneer wy de taak, ons door de
historie op de schouders gelegd, nu
vrywdiig op anderen overdragen?
Maar, zegt men, voor Java zyn eenige
honderde millioenen noadig, en die zyn
niet op andere wyze te verkrygen.
De rekening van hetgeen Java behoeft
is volgens hem echter schromelijk opge
dreven, hetgeen nader uiteengezet wordt.
Tegenover de overschattingderladische
nooden staat, naar z(ja wijze van zien,
eene onderschatting van het belang, dat
Nederland heeft bij het bezit van Indië.
Het bezit van onze koloniën is voor onzen
handel, scheepvaart en ny verheid wel
degelijk van groot belang, niet minder
is het dat omdat het een uitweg opent
voor een aantal jongelieden niet alleen
voor de .zonen der bourgeoisie", maar
uit alle slanden die hier te lande een
moeiiyken stryd om het bestaan te voeren
zouden hebben.
en gevoelde veel lust de kamer te ver
laten.
.Fiavia wees barmhartig. Ga niet
zoo van my niet met deze verwach
ting
j,'.Wat zou ik anders kunnen doen,
dan je om je handel wyze te verachten,"
zeida mevrouw de Braty, zich langzaam
naar hem toikserend, terwyi zy op
ieder woord den nadruk legio, Geiyk
zy daar zoo hoog opgericht vóór hem
stond, den trotachen blik met zulk een
onmiskenbare verachting op hem ge
vestigd, gevoelde hy de ovarwlnnaar
door oaeeriyke wapenen zich een schurk
geiyk, die arglistig de roover was ge
worden van zyae voormalige vrienden.
Op dit oogsnblik had Vivian half en
half berouw over zijne zonde het
ware hem onbaschryfeiyk veel waard
geweest om F.avia's vergiffjnis te ver
werven. Haar toorn had hy nog eerder
kunnen verdragen, dan da verachting
die zy hem betoonde.
.Wees vergevingsgezind, Fiavia" fluis
terde hy by na. „Waas niet kwaad op
myne moederiooze kleine. Ter wille vau
je dochtertje, laat haar niet ontgelden,
wat haar vader aan ja misdreven heeft.
Waas voo. luar eene liefderijke ba-
Wanneer er niet jaariyks een paar
duizend gezonde, krachtige mannen als
soldaat naar Indië gingen, zou dan het
aanbod van arbeidskrachten hier te lande
Diet evenveel grooter, en dus voor den
arbeidstoestand de stryd om het bestaan
al weder moeiiyker zyn?
De pessimist zegt onsde bedoelde
uitweg wordt gaandeweg afgesloten
wanneer wy voor alle betrekkingen de-
geiyke, goed ontwikkelde, vertrouwbare
inlandsehe ambtenaren kunnen krygen,
is het wys, daarvoor geen Europeanen
te nemen. Zeker, maar zoover zyn wy
nog lang niet.
Ea leert de ondervinding niet dat
er naarmate onze invloed op de Buiten
bezittingen toeneemt, daar meer Europee-
sche ambtenaren vereischt worden Voor
loopig meenen wy dan ook de juistheid
te mogen ontkennen van deze verklaring
„de baantjes voor Nsderlandschejongens
geschapen, beginnen in Indië dan ook al
minder te worden". Zy scbynt oua on
juist, met het oog op de steeds voort
durende geleidelijk® uitbreiding der amb-
tenaaiskorpsen, en ook met het oog op
de uitbreiding der Europeescbe landbouw-
nijverheid.
Eveneens ontkent de schryver, dat
Indië als explotatie-terrein voor Nader-
landsch kapitaal ztje bateekenis verliest,
Wijzende op de risico, aan de exploitatie-
ondernemingen verbonden, zegt hy In
dit verband verwondert het ons wel het
meest, als wy van socialistische zyde
zien aandringen op gouvernements-sui-
kerfabrieken, koffie-ondernemingen en
katoencultuur.
Geenszins stemt de heer Kielstra In
met hen, die meenen dat ons land riet
groote voordes).an trokt uit zyne bezit
tingen. Wy zouden er nog kunnen bij
voegen, zegt hy, dat de kapitalen, in
Indië in handel en ny verheid verdiend,
6n de pensioenen in den Indischen dienst
verworven, weder voor een groot deel
strekken tot vermeerdering van den na-
tionalen rykdom van het moederland
maar hooger schatten wy den moreelen
invloed van het koloniaal bezit. Hadden
wij dit niet, dan zou Nederland doen
denken aan den man die zich niet meer
inspant, maar rustig voortleeft totdat
zyn tyd van sterven gekomen ia.
Nu wy uitgestrekte koloniën hebben,
waaronder ook gedeelten waar nog haast
alles te doen is, nu is er voor die natie
voortdurend een prikkel om zich wèl in
te spannen, teneinde het erfdeel steeds
in waarde en beteekenis te doen toe
nemen en, steeds met meer trots, te
kunnen spreken van een Indisch Neder
land.
Die prikkel zou óók ontbreken, wan
neer een deel der koloniën dat, waar
nog het nuesta te doen is werd ver
kocht en de koopsom aan het over
schietende deel werd besteed.
Wat de redeneering betreft van het
grooter worden van het gevaar „voor
verwikkelingen met buitenlandsche en
schermater
F.avia kampte rnet zich zelve. Zy
dacht aan haar door list sn bedrog be
nadeelden zoo o, maar toch viel het d)or
Vivian gebezigde woord .moederloos" in
haar hart in een weeken bodem, daar
haar dochtertje zich juist teederiyk tegen
haar opgeheven had. Ia 's kinderge
zichtje lag iets, dat haar weeker stamde
ea haar vermo9daiyk bewoog om te ant
woorden „Het ligt verre van my, om
een arm kind de schuld zyns vaders te
laten vergelden. Dat deze geen schaduw
moge werpen op dsn levensweg der
kleine wil ik oprecht hopen I
„Ik verlang meer van je, Fiavia
myn kleine heeft je noodig. Meg Keint
is een trouwe ziel, maar zy is slechts
een bediende en zy kan voor myn
dochtertje ook niets meer zijn. Ik moet
het kind hier laten komen, het kan on-
mogeiyk langer in Spanje blijven.
Haar min, ouder wier hoed9 het daar
gebleven ia, dringt er op aan, dat ik
de kleine naar Engeland laat overkomen,
zy is eene energieke v ouw, ik moet
my aan haren wil onderwerpen, boven
dien verlang ik zeer naar het kind.
Wanneer ik haar nu komen laat zult
je naar dan ver oor oven, om jo in de
binnenlandsche vyanden", die zegt de
schryver niet te begrypen.
Ook om louter practische redenen vindt
hy verkoop verwerpeiykWie baas wil
biyven in eigen huis verkoopt niet een
deel der bygebouwen aan iemand die,
sterker dan bfl, morgen zyn vfjand kan
n en zich dan daar tot den aanval
toerust. Doe afstand van een deel van
uw koloniaal bezit, en het verlies van
het overbiyvende is slechts eenequaestle
van tyd
Ware er ooit eene machtige mogend
heid, die bereid was eene gioote som
te betalen voor het bezit van het Oos-
teiyk deel van onzen Archipel, wee»
maar zeker dat het hem om iets anders
dan dat bezit te doen zou zyn. Wy
z raden hem den vinger geven en ten
slotte de geheele hand kwyt raken.
Rechtstoestand der ambtenaren.
Door den voorzitter van het bestuur
van den „Bond ter verkryging eaner
wettelijke regeling van den rechtstoestand
der burgeriyke ambtenaren" is onder dag-
teekening van den 25 en Februari j.l,
namens dat bestuur aan den directeur-
generaal der poateryen en telegrafie een
schryven gericht van den volgenden in
houd
Het z0 m0 vergund het volgende
onder uw aandacht te brengen
.In sommige ambtenaarskringenschy nt
men te meenen, dat de artikelen in .Be
Rechtstoestand' die betrekking hebben op
een bepaalden tak van dienst, geschreven
zyn door het lid van het bondsbestuur,
dat tot dezen tak van dienst behoort.
Dit is onjuistde redactie van het blaadje
ia geheel in handen van twee leden
van het bondsbestuur en tot dit tweetal
behoort niet de ambtenaar van uw dienst,
die in het bondsbestuur zitting heeft. Ik
acht my verplicht u dit mede te deelen,
teneinde te voorkomen, dat deze ambte
naar wordt aangezien voor den schryver
van artikelen als .De zaak Linthuis" in
het eerstvolgende nummer van het
maandblad. Hy heeft er part noch deel
aan.
Op deze mededeeling heeft de directeur-
generaal het volgende geantwoord b|j
brief van den 29jn Fsbr, d.a.v., welk»
dienstorder aan het personeel wordt ge
zonden
„Nevenvermeld schryven heeft ten doel
my ermede in kennis te stellen, dat de
ambtenaar van myn dienst, die lid ia
van het bondsbestuur, niet is de schryver
van artikelen als ,Da zaak Linthuis",
in het eerstvolgend (Maart-)nummer van
uw maandblad.
,Ik neem hiervan gaarne nota. In-
tusechen voeg ik daaraan de mededeeling
toe, dat de leden van het bondsbestuur
allen aansprakelijk zullen mogen gehou
den worden voor ongeteekende artikelen
in het orgaan van dat bestuur, en de
door u bedoelde ambtenaar zich aan die
aansprakeiykheid niet zou kunnen ont
trekken, ingeval artikelen, op myn ban-
cottage te bezoeken en Amy's vriendin
te worden
„Het kind kan gerust by ons komen,'
antwoordde F.avia. „We zullen alsdan
zien, of het geschikt ie om Amy's speel-
genoote te worden."
.Heb dank,Fiavia", steunde hy.„Wees
verzekerd dat door je goedheid zichnig
alles ten baste keeren laat. Blik maar
eens in de toekomst met my, waarom
zou myne kleine Ricorda ook; niet de
spselgenoote van je zoon en later wel
licht zyn vrouw worden?"
Lady Fiavia zag den spreker trotsch
aan. Met een afwerende handbeweging
zeide zy kortaf„Spreken wy daar niet
over. Wanneer de tyd daartoe gekomen
is, zal mijn zoon zich-zelven wel den
bruid kiezen wy zyn allen van plan,
hem zoodanig op te voeden, dat zyne
keuze onze vreugde zal zyn. Dat is myn
zorg, andere plannen maak ik niet."
Hoe zeker van de overwinning Fiavia
deze woorden uitsprak, terwyi toch ook
zy da stonde tegemoet ging, waarin de
vastheid der grondbeginselen de toets
niet bespaard zou worden I
Wordt vervolg