Donderdag 28 Januari.! FEUILLETON. Binnenlandsche berichten. No. 23. 42e Jaargang. 1904. Telephoonnummer 10. Van week tot week De jonge Gravin, VLISSIN6SC1E COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DB VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADYERTENTIËNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Verschynt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. Ja, het was, helaas, maar al te waar, wat graaf von Billow, de voorzitter van den Dultschen Rtjksdag zeide, toen da afgevaardigde Eugen Richter in een der zittingen weer eens. een aanval had ge daan op de bekende maatregelen tot verduitscbing der aan Duitse Wand onder worpen vreemde volken in Europa, Die maatregelen liggen in den geest van den tgd; maar dat ze in den geest des tjjds liggen ie juist het groote ongeluk. Om de Poolsche beweging te smoren In de oostelijke provinciën in Opper-Silezië, Posen en Pommerenmoeten er Duitschera heen. Om het voor de Poolsche beweging nog niet gewonnen Opper Slleziö nog te behouden moeten er maar veel andere elementen naar toe en moeten de maat regelen, om de Poolsche nationaliteit in de Duitsche te doen ondergaan, consequent en vastberaden worden doorgezet. Een fraaie politiek toch, inderdaad I Alle politieke zonden straffen zich zelf. De herhaalde verdeeliDg van Polen in de 18e eeuw, door Ruslaad, Oostenrijk en Pruisen, tot er niets meer van over schoot dan het voornaamste de nationa liteit, was een politieke zoude, die ook hare naweëen hadmaar de eene zonde maakt men nog weer eens een beetje goed en de andere niet. De OostenrtJksche Polen zijn rustig onder het milde bestuur der Habsburgersde Russische hebben oud-Polen herhaaldelijk in vuur en vlam gezet' en de verschrikkelijkste revoiution- nairebewegingengeorganiseerd,die slechts in stroomen bleeds en door de verbanning van geheele bevolkingen konden worden De Polen in Pruisen weten zeer goed dat zij op een zelfstandig Polen niet te hopen hebben, maa- zij verlangen de Poolsche taal, zeden en gebruiken te behouden en dat verlaDgen is zoo recht matig mogelijk. Het machtige Duitschland moest zich niet laten leiden door over wegingen van vrees, en het moest, zich stellende aan de spits der beschaving, de nationaliteit van elk onderdeel van den Staat hoog houden. Dhr zou het geen Poolsche agitatie te vreezen hebben, waar tegen het groote rijk zich wapent op eens wijze, die meer geschikt is om den spotlust op te wekken dan om eerbied af te dwingen. e a o ,Men verwacht in het Oosten van Azië deze week eens beslissing over oorlog of VAK E. VON DINCKLAGE. Ja, het is waar 1" bevestigde de grn-s •Maat zij wü nU Daar steenburg, laa' °hj ®aan laat ons er heen rijdeD, indien mama ons ten minste mede wil nemen I» «Ik loop!" zeide Rosina op beslisten toon, «Zonder den weg te kennen •Ik ben hier niet zoo onbekend als Sa wel denkt. Uw broeder heeft mij ge zegd walk pad ik moet inslaan. Eu bovendien is hier alles zoo vlak, dat men niet verdwalen kan» De oude gravin was stom van ver- vrede". Deze iraa'e tirade staat in de couranten te leze i, maar heeft er nu al zoovele weken in gestaan, dat men er bezwaarlijk meer eenige waarde aan kan hechten. Hos men de zaken ook beschouwen moge, het is niet weg te redeneeren, dat de Japansche belangen grootelflks betrok ken zijn b(j de Koreaansche aangelegen heden. Een zoo slecht bestuurd, woelig, oproerig land, dat uit dien hoofde steeds voor vreemde inmenging te vr6ezen heeft, en dat innig afkeerig is van de nieuwere beschaving, blijft altijd een gevaarlijk nabuur terwijl vele Japanners in Korea gevestigd en de handelsbetrekkingen van grooten omvang z{jn. Uit dien hoofde kan men het Japan moeiljjk ten kwade aanrekenen, wanneer het 't recht eischt om een versterkte plaats aan de kust van Korea te hebben en er troepen te detacheeren, Ook ver langt de japansche regeering het recht van visschsrij. Naar men wil zou het bezwaar van Rusland gelegen zijn in den eisch der versterkte plaatsmaar w|j achten ons overtuigd, dat eenscheidsgerecht er anders over denken zou. Langzamerhand wordt, naar men zegt, de toestand voor Rusland onhoudbaar uit een financieel oogpunt. De gewapende vre de, de toebereidselen, anders gezegd, tot den oorlog,moeten een balfmillioengulden daags kosten, 't Is best mogelijk ;.maar in ieder geval zal de oorlog zelf niet minder duur wezen en dat ervoor Rusland feitelijk iets uit te halen valt, geloovec wij stellig niet. Ook elders hoopt de brandstof zich vooitdurend op. Oak in Thibet heerscht een opgewonden geestonmachtig ais men blijkbaar is, om de Engelsche expe ditie tegen te houden maar des te meer reden bestas t er voorde Lama's of gees telijke hoofden, om zich in verbinding te stellen met Rusland en zich te be roepen op het oppergezag van ObiDa, al beduidt dit dan ook feitelijk bijna niets. W(j twijfelen er niet aan, dat Rusland zich in dit tpzicht niet onbe tuigd zou laten, wanneer het eenigszins verzekerd was, dat er vrees moest bestaan voor een minder vriendschappelijke hou ding van Engeland in de Koreaansche quaestie. Ook de Duitschers zullen waarschijnlijk eens eene koloniale expeditie hebben, Duitsch Zuidwest Afrika verkeert in opstand. Dit is het land der Hotten- totten, een aan de kaffers verwante in- eu verontwaardiging. Dertig jaar Mig had z(J op Steenburg onbeperkt den scepter gezwaaid en nu kwam dit on gemanierd vrouwelijk wezen, dat boven dien nog hare kleindochter was, eens klaps uit de lucht vallen, liet iedereen de tanden zien en bepaalde alles, zonder zich ook maar in het minst te bekom meren om de vroegere meesteres. Om niet te stikken van woede, zeide de gekrenkte gravin .Aan da overdracht zullen toch nog eenige formaliteiten vooraf moeten gaan I „O zeker, maar wij hebben ook al den tijd i" antwoordde de graaf op zor- geloozen toon, terwij! hQ met da hand over zün borstzak streek, waarin hij eene portefeuille met eene aanzienlijke som geld had geborgen het pensioen, dat hem jarenlang afgehouden, doch thans, nu hg in zijne eer hersteld was, met de toabehoorende rents was uitbe taald, «Eu nu gaan wjj met elkaar naar Steeaburg, niet waar moeder, en wachten de dingen af. Ja, ja, mijn vader zaliger was een beroemd drinkerh 1 kon het tegen den besten drinkebroer uithoudsn en dien dorst heb ik overgeërfd. De dokter beweert echter dat schande en bedompte kerkerlucht de krachtigste longen kunnen aantasteu, en sedert Rosi weet, dat ik, evenals de Bourbons, niets boorlicgerstam. Met name z(jn hst de Herero's, die de wapens hebben opgevat. In dit uitgestrekte land zjjn vele Duitsche landbouwmaatschappijen geves tigd, die met de hoofden der inlanders contracten sluiten tot levering van de noodige werkkrachten. Die hoofden zeiven zullen daar niet skcht b(J varen, maar mat het menscheljjke vee, waarover zQ beschikken is het anders gesteld en iu zoo.errs kan men den opstand dezer proletariërs dus als eene sociale be schouwen. De Duitschers zullen de zaak natuur lijk wel uitmakenmaar het is lang niet zeker dat zjj er zonder kleerscheu ren zullen afkomen. Immers, hoe hard men in Duitschland ook gewerkt heeft om het voor de expeditie bestemde stoom schip uit te rusten, eerst eenigr dagen in Februari kan zjj landen en men maakt allerlei, eenigszins zenuwachtige landings- plannen, om toch maar spoedig te wezen waar men wezen moet. Het brandpunt van "den opstand ia Warmbad ea daar schijnt men het ge-» makkelijkst te kunnen komen over En- gelsch grondgebied maar het is licht te begrijpen, dat de Duitsche regeering daaraan niet de voorkeur geeft. Verschillende stations of nederzettingen schijnen door de inboorlingen ingesloten. Deze zjjn nagenoeg wild en van nature zeer wreed, maar niet dapper en natuur lijk niet behoorlijk gewapend. Tot dusver hadden de Duitschers in dit uitgestrekte land slechts een zeer geringe macht en thans zal dit wel anders worden. Te hopen is het, dat de Duitsche regeering de economische toestanden van het land dan ook eens een weinig tracht te herzien en zich het lot zal gaan aan trekken van menschen, dia nog op den ailerlaagsten trap van beschaving staan, maar daarvoor toch wel vatbaar zjjn en niet, ais de Amerikaansche Indianen, bij de aanraking met de beschaving uit sterven. Aan de zwarte bevolking van Afrika heeft de Europe# s;he beschaving wel degelijk een laak te vervullen. Mr. J. F. R. Tak van Peortvlist. t De „Tel." wijdt een zeer waatdeerend artikel aan wijlen den heer mr. Tak van Poortvliet. Wjj ontleenen er het volgende aan Na den val van zijn kieswet-ontwerp, in 1894, is de heer Tak van Poortvliet feitelijk van het „staatstooneel" ver- vergetea en niets geleerd heb den dorst niet vergeten, de matigheid niet geleerd houdt zjj mij scherp in het oog. En daarom gaan wij thans „Niet alleen om die reden I» bromde Rosina. „O, kleine kat, om welke reden dan Rosina wierp een korten, doordringen den blik op von Halte en antwoordde schouderophalend: „Dat is mijne zaak „Stap in Bodoi" zeide zijne moeder op aanmanenden toon. „Heden ben ik nog uwe gastvrouw, spoedig ben ik uw gaatindien uwe dochter ten minste niet voornemens is hare groot moeder en hare nicht van Sfeenburg te verdrijven. „Ik riep het onbuigzame kind ver baasd uit. „Neen, ik zal u niet verdrijven ik ben niet bang voor u „Uwe grootmoeder zal voor uwe op voeding zorgen I" zeide de graaf op plagenden toon. „Voor mijne opvoeding Neen, daar bedank ik voor. Ik wensch te blijven, zooals ik ben. Ik heb alles moeten af staan, mijn eigen ik behoud ik!» „Wilt gjj met ons mederijden vroeg de gravin. dwenen. Somm-'gan zeiden, dat het ge beurde speciaal het debat in den aanvang der nieuwe zitting, volgends op die, waaraan hg als minister van binnenlandsche zaken deelnam, hem geknakt had. Hoe het zg, wat men mag noemen een werkzaam aandeel aan de beraadslagingen en besluiten der ver tegenwoordiging heeft hg niet meer gehad. Na 1894 is Tak van Poortvliet, die op zoo jeugdigen leeftgd optrad als onze eerete minister van het nieuw-gesticht departement van waterstaat, handel en Dgverheid, uit het openbaar leven als staatsman, als politicus, als fi3uur van beteekenis, verdwenen. Oratorische gaven heeft de heer Tak van Poortvliet nooit bezeten. Hg was wat men zou willen noemen een „gesloten" fi »uur. Wat hg te zeggen had, gaf hg wësr in enkele igmerige, taaie, moeiigk er uit gebrachte zinnen. Deze kleine, ineengedrongen, zich slechts met stgve inspanning voortbewegende fijuur was ook in het debat iemand, die alle lenigheid van voordracht miste. Wanneer hg daar stond vóór de groene tafel, het buikige en stgf-ineengeschroefde, korthalsige manneken met hst hoog roods gelaat en de vlaezige, half uitge- wisehte trekken, dan vermocht hg niets te ontwikkelen van eloquentie of van oratorische kracht En wanneer men tbch in gesp-nnen aandacht, naar hem luisterde, daa was 't enkel en alleen, wfll men wiat, dat wkt hg zou zeggen, de vrucht was van langdurig, ernstig nadenken door logisch brein, door man van groote behz nheli, van scherp door zicht, van eerigk hart, van diepe man- schenkennis. Hg was iemand van karakter, de heer Tak van Poortvliet. Een koppig man, zeggen de iauwen en de vanschippe ren gediendsn. E3n man uit éan stuk zeggen zg, die hem begrepen ea daarom sympathie voor hem hadden. Zeker, zóó was de schrandere, be kwame Tak van Poortvliet, de oud- minister en senator, die in zgne laatste levensjaren, pbyfiek geknakt, nog slechts de schim was van wat hg vroeger is gewerstbovenal boutige, stoere, zwiJ= gsnde, maar handelende man-van-kracht. Onbuigzaam, daarrmê tevens toonende da macht zgn9r overtuiging en den diepen ernst van zgn willen. Toen hg, nu ruim tien jaren geleden voor zgn kieswetontwerp, dat niet bedoeld zijn en niet analphabeet wezen als uiterste grenzen der kiesbevoegdheid wilde stellen te vechten had tegen de onbereidvaardigheid der Tweede Kamer om zulk eene uitbreiding ta geven aan het kiezerscorps, hetfc hij getoond, da heer Tak van Poortvliet, wie en wat hg was. Onbiligk en onwaar is 't te betoogen, dat hg ongeneigd was tot eenige con cessie. Zeker, hg wilde gaan zoover als zgnè „Neen 1" ,,ög zult waarschgnigk mijn geleide afslaan vroeg von Halte op aarzelenden toon. „Neen 1» »Gö weDscht dus, dat ik cJa Almuth trad met wankele schreden op het rgtuig toe haar hart was in de laatste ure door hevige g verzucht gefol terd. De grootmoeder daarentegen haalde ruimer adem zg had te voren met alles rekeniDg gehouden, behalve met de zorgeloosheid der echte Rotthelm's en met hun tegenzin in alle geldeigke speculaties. Naast een zóo zorgeloozen man als Bodo en een wildzang als Rosina was een derde persoon, die met zekere hand da geldeigke aangelegenheden ba- stuurde, bgna onmisbaar. Niets lag dus meer voor de hand, dan dat zg het geheel bleef behaersn. VI. Tot verbazing van al de kennissen, die de grootste onaangenaamheden tus- schen moeder en zoon verwacht hadden, richtte de laatste zich heel vreedzaam op Steecburg in en verzette de gravin zich niet in het minst tegen de overdracht overtuiging, als de geest van zgn ont werp gedoogde. Dat heeft bg in 1894 bg verschillende amendementen getoond. Maar zoodra, men, onder valsche vlag, inbreuk wilde maken op hst grondprincipe van wat hg wilde invoeren, bleet hg onver- biddeigk en onbuigzaam. Het amendement-De Magiër,was slechts zooals nu een leder weet, vooruitge schoven en gebruikt om den minister te noodzaken, zich terug te trekken. En geen oogenblik dacht Tak van Poortvliet er aan, eigen eerzucht dienst baar te maken aan wat partg-bedoe lingen beoogden te bereiken. Man uit één stuk ais hg was, wees hij kordaat en met gepaste fierheid af wat inbreuk zou maken op hetgeen hg voor den lande nuttig en oirbaar achtte. Hg, die aldus handelde en van zoo veel karakter-vastheid b-fgk gaf, verdient welgemeende hulde van eene zijde, die zich losmaakt van elk partgverband. Want dezulken mogen het sieraad heeten van elke partg en van elke groep. De zulken worden begeerd door allen, welke overtuiging zg ook dienen Nogmaals gezegd een „decoratief" redenaar was Tak van Poortvliet in geen enkel opzicht. Hg sprak slecht, zwaar, slepend, soms de woorden zoekend, saai met nasalen toon, dof, slecht-verstaan- baar. Hg schuwde ook elk vertoon. Daarvoor was hg te eenvoudig, te prac- tisch. Hg miste, geloof Ik wel, elk ge voel voor hat uiterigk schoons. Maar hg was, zullen allen mg toegeven, be halve een door-en door schrander, veel- belezen en haog-ontwikkeld man, iemand van zóó eerigke overtuiging, dat hg, wat dat betreft, eigenigk in de politieke wereld niet thuis behoorde Bgna zou men tot de ontmoedigende conc'usie moeten geraken, dat een der- goigke figuur, geplaatst te midden van hot politiek klein-gedoé en genoodzaakt om onverpoosd te worstelen tegen de stroominkjes van gdelheid, die soms zooveel kracht kunnen ontwikkelen, voorbestemd is om ten slotte het roer aan andere bandon toe te vertrouwen... Bij Tak van Poortvliet is dat dan ook het geval gjwesst, welke dan ook de oorzaken mochten wezen, dat hg op nog bstrekkeigk jeugdigen leeftgd zich moest terugtrekken uit de politiek van den dag. Zgn heengaan is in zoover een verlies voor den lande te noemen, dat in hem is verloren een dier sterke, betrouwbare figuren van karakter, die, tot welke partg ze ook behooren, een sieraad zgn voor den Siaat, dien ze dienen. Tak van Poortvliet was geen redenaar en geen «politicus* in den kleineren en engeren zin des woords, maar hg was een groot, en eerbiedwaardig man, niet slechts wat kennis en toewgding betreft, maar bovenal waar het gold trouw aan woord en overtuiging, als waarvoor im mers onze Zeeuwen van ouds vermaard zgn 1 van de bezitting. Datgene, wat in den beginne het meest hare ontevredenheid bad opgewekt, Rosina's ongemanierd optreden, vormde al spoedig den grond slag van hare stoutste verwachtingen. Zg hoopte nameigk Rosina door over dreven teederheid en beminnenswaardig heid het leven op Steenburg zoo vervelend en ondrageigk te maken, dat deze niets liever zou wsnschen dan naar hare bergen terug te keeren. Door de een tonigheid van het deftige familieleven tot het uiterste gedreven, zou het in het wild opgegroeide kind, dat toch de waarde van het geld al zeer slecht kende, voor zeker gaarne geneigd zgn afstand te doen van haar erfdeel, zoo zg door eene jaarigks aan haar uit te keeren som in de gelegenheid werd gesteld, in haar geboorteland verder een onbezorgd leven te leiden. De oude dame sloeg daarom tegenover hare kleindochter een zoetsap- pigen toon aan, die bg de laatstegrootea weerzin verwekte. Almuth was voortdurend slecht ge luimd. Wordt vervolgd),

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1904 | | pagina 1