Woensdag
27 Januari.
De jonge Gravin,
No. 22.
42e Jaargang.
1904.
SRKOCW
i
RIJST
urn.
Binnenlandsche berichten.
FEUILLETON.
eter,
■rie-
Telephoonnummer 10.
RIJST,
turellei
G emeentebestuur.
GROfiGBELASTiHG.
g van
VLISSHVGSCIE COURANT.
Prijs per drié maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIËNvan 14 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij dir.eete opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Abonnemcnts-Advertenticn op zeer roordeelige voorwaarden.
ral
ent het i/2 4
f per bus
verkrijg,
engros
een bus i
uis.
dlo.
;rs?
rikaat dat
or de voe-
en tevens 4
iiding der
soepen en
;baar ge-
alleen
d.ng voor*
fabrieks-
rerkochi.
ut
r.«M> I
muaii
3
S
f.'
4 50 (aliens
marktvm
12 30 1 15
5 55 6 55
rkt Vlissin-
12 35 1 20
6— 7-
6 20 7-
0 2 0 1 0 40
1 30' 2-'
4 1 0 4 30
7 50 8 20.
6 1 0 6 30
0 10 10 30
2 10 1 2#
3 40 4-
7 40 8—
ondags uit.
3 23 c.)
3 50.
'artrek vat I
orsselen
Braskeat
r Borsselet
iNDAGS
Afkondiging van hat kohier der Grond-
belastirg, dienst 1904.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend
dat het op heden by hem ontvangen
kohier der Grondbelasting, dienst 1904,
ter invordering aan den rijksontvanger
le verzonden
en noodigt mitsdien de daarop voor
komende belastingschuldigen uit, om
hunne aanslagea op de daartoe bepaalde
termijnen aan te zuiveren.
En is hiervan afkondiging geschied
waar het behoort, den 26 Januari 1904.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Mr. J. P, R. Tak van Poortvliet, f
Hedenmorgen werd ons uitGraven
hage geseind dat de oud minister, de
heer mr. J. P. R. Tak van Poortvliet,
inden afgeloopen nacht aldaar is overleden.
Met hem is een man heengegaan die
zeer veel in het openbare leven van zich
heeft doen spreken.
Joannes Pieter Roetert Tak van Poort
vliet, weid den 21 Juni 1839 geboren
te Er gelen en bereikte dua den leeftijd
van 61 jaren. Q{j studeerde te Leiden in
de reebten en promoveerde aldaar in 1862.
In 1863 werd bjj benoemd tot com
mies van Staat bjj den Raad van State
en twee jaren latei tot commies-grifhor
van de Tweede Kamer. In 1870 volgde
zijn benoeming tot lid van de Tweede
Kamer voor Middelburg en in 1875 d e
voor Zutphen. Toen in 1877 het nieuwe
kabinet-Kappeyne optrad, werd hij daarin
ninister van waterstaat. Io 1879 afge
treden, werd bjj in het begin van 1880
weder lid der Tweede Kamer voor Am
sterdam. In October 1884 werd hij niet
herkozen, maar de provincie Noord-Hol
land koos hem tot lid van de Eerste
Kamer. Vandaar ging de heer Tak in
1888 weer over naar de Tweede Kamer
als afgevaardigde voor Amsterdam. Id
1891 trad hij op als minister van bin
nenlandsche zaken in het ministerie van
Tienhoven Tak, doch trad af na de
Kamer-antbindirg in 1894, toen zQn
kieswet struikelde over het bekende amen
dement van den afgevaardigde voor
Zaandam, dei heer de Mefjier. Hf) nam
toen weer zitting in de Tweede Kamer
voor Amsterdam. In 1897 werd zijn
mandaat voor Amsterdam vernieuwd en
tevens werd hij toen gekozen voor het
district Beverwijk, bij opteerde toen
voor laatstgenoemd district.
fhans was de overledene weer lid van
de Eerste Kamer voor Noord-Holland.
vau
E. VON DINCKLAGE.
8)
Almuth wist zichzelf nauwelijks meer
te beheerjchen bij deze vriendelijke be
groeting.
Z(j staarde haar oom in het eens zoo
schoon gelaat, waarop verdriet en mis
bruik van sterken drank echter hunne
uidelfjke sporen hadden achtergelaten
was getroffen door de 'leedere vrien-
delQkheid, waarmede hij haar tegemoet
m 6n die z)j van hare grootmoeder
nooit had ondervonden en in den
aandrang haars harten sloeg zij haar
oom de armen om den hals en vleide
aar hoofd op zijn schouder neder.
.Almuth 1' riep de oude gravin op
«keurenden toon uit.
Uit bovenstaande blijkt voldoende welk
aandeel de heer Tak bad in het politieke
leven en vooral de vooruitstrevend liberale
partij, tot welks overtuigla aanhangers
bij behoorde, is veel aan hem verplicht.
In tal van andere betrekkingen was
de heer Tak bovendien nuttig werkzaam.
Zoo was hjj o. a. commissaris van de
atoomvaart-maatschappO .Zeeland".
Kerste Kamer.
De zitting der Eerste Kamer werd
gisterenavond ten 8 uur geopend. De
Voorzitter deelde mede dat h|j tegen
hedenmorgen de Staatsbegrooting aan de
orde zou stellen en by elk hoofdstuk de
daarmede verband houdende ontwerpen,
zooals by binnenlandsche zaken de wy-
ziging der gemeentewet.
Voorts zeide de Voorzitter naar aan
leiding van den door de Kamer te kennen
gegeven wensch om H. M. de Koningin-
Moeder by gelegenheid van Haar 25jarig
verbiyf hier te lande een bewya van
hulde te brengen, dat die wensch aan
H. M. is kenbaar gemaakt en dat dien
tengevolge de voorzitters van de Eerste
en Tweede Kamer door H. M. in audiëntie
zyn ontvangen op 22 Januari jl.
Hy heeft gemeend daarby de tolk te
moeten zyn van den eerbiedigen dank
der Kamer voor al hetgeen H. M. voor
ons land en volk geweest is als Koningin,
als Koningin-Regentes en als Koningin-
Moeder.
't Heelt H. M. behaagd hem, voorzitter,
te verzoeken daarvoor aan de Kamer
Hi. Ms. harteiyken dank over ts breDgen,
van welke vereerende taak hy zich dan
ook kweet. (Zie laatste berichten.)
Staatsbegrooting 1904,
De volgende uittreksels zijn ontleend
aan de memorie van antwoord op de
Staatsbegrooting voor 1904.
De minister van justitie hoopt eerlang
de bewyzen te leveren dat maatregelen
ter bespoediging van de berechting, meer
byzonder van civiele zaken, niet aan
zijn zorg en aandacht ontgaan.
De inrichting en de regeling van het
arbeidscontract, is nog slechts een kwestie
van dagen.
H it wetsontwerp, de regeling der
administratieve rechtspraak betreffende,
zal binnen weinige weken het departe
ment kunnen verlaten.
By de voorgenomen herziening van het
wetboek van strafrecht zal de minister
rekeniDg houden met het aanpryzen en
tentoontstellen van Neo-Malthusiaaosche
middelen en by dezelfde gelegenheid op
wetteiyke voorziening tegen de openbare
huizen van ontucht. Het desbetreffend
wetontwerp ligt gereed en zal eerlang
het depart, verlaten.
De minister geeft niet toe dat hy te
gering gebruik maakt van het instituut
der voorwaardeiyke invryheidstelling.
Ia het afgeloopen jaar kwamen in
.Vader 1" zoo klonk het verwytend
van Rosina's lippen.
De graaf streek met onvaste hand
liefkozend over bet blonde haar van het
jonge meisje en zeide .Men had my
valseh beschuldigd, onrechtvaardig ge
straft, onverdiend beschimpt I Dat was
het, kindlief, dat was het wat myn moed
brak, myn geloof in de menschheid ver
nietigde en my zro diep deed zinken I"
.Maar, vader I' riep Rosina met fon
kelende oogen uit. .Nooit, nooit zyt gy
valsch geweest, zooals deze menschen
hier nooit hebt gy de hand uitgestoken
naar eens anders eigendom nooit is er
een leugen over uwe lippen gekomen
gy wildot vergeten, vergeten wat
men u had aangedaan. Dat was uwe eer
het was het eenige, wat u was over
gebleven tot op den dag, waarop de
ellendeling, die u in het verderf stiet, in
zyn doodangst bekende, dat by de dief,
de eerroover, de vloekwaardige lasteraar
was. Vader, wees krachtig en
stel geen vertrouwen in hen, die u haten
om het eigendom, ter wille waarvan wy
hierheen zyn getrokken 1"
Toen zy uitgesproken had, boog Risina
het hoofd, waarby het los gevlochten
haar als een zwarte sluier op haar voor-
11 aanvragen, waarvan 8 werden toe
gestaan.
De minister heeft reeds de opdracht
gegeven aan een zyner hoofdambtenaren
om te beginnen met het werk noodig
voor de herziening van de regeling der
neamlooze vennootschappen.
Een wetsontwerp regelende de ver
houding tusschen burgariyk en militair
gezag zal spoedig ingediend worden.
By herziening van het wetboek van
strafrecht zal biyken welke oplossing de
minister heeft gegeven aan het vraagstuk
der oneetiyke concurrentie.
De registratie-procedure is in verband
met de voorgenomen regeling der ad
ministratieve rechtspraak ten doode op
geschreven.
Na overleg met zyn ambtgenoot van
binnenlandsche zaken kunnen voorstellen
worden verwacht in zake pensionneering
van de commissarissen van politie.
Wat het hoofdstuk fluanc'ën betreft
lezen wy o.a. het volgende
De grief, dat niet voldoende weer
stand schynt te worden geboden aan
den aandrang tot verhooging van de
Staatsbegrooting, acht de minister in hare
algemeenheid voor beantwoording niet
vatbaar.
Wat de euikerfraude aangaat, de toe
stand op dit oogenblik is deze dat in
de provinciën Groningen, Drente, Ovsr-
ijsel, Gelderland en Zeeland en in het
noordeiyk gedeelte van Limburg nog
niet van eenigazins beiangryke suiker-
smokkelaty is gebleken, doch langs de
zuideiyke grens voor Noordbrabant en
van Limburg en in de omstreken van
Venlo doen zich verschynselen voor
welks tot omzichtigheid nopen.
Krachtige maatregelen zyn intusschan
aanstonds genomen, zoowel door uitbrei
ding van het getal ambtenaren aan de
grenzen, als door het uitlokken van de
koninkiyke besluiten van 7 November
1903 (Staatsblad no. 273) en 8 December
1903 (Staatsblad no. 325.)
Da minis'er blijft bedacht op het nemen
van dia maatregelen, welke de nadeelige
gevolgen van de accynsverlaging in het
buitenland voor den eeriyken handel en
de schatkiat- kunnen keeren.
Aangezien de commissie van onderzoek
naar den to stand en de vooruitzichten
der Nederlandsche ruwsuikerindistrie en
naar de maatregelen welke eventueel te
haren behoeve van staatswege zouden
moeten worden genomen, hare taak rog
niet heeft volbracht, kunnen omtrent de
resultaten van haren arbeid Dog geen
mededeelingen worden gedaan.
Jubilee Koningin-Moeder.
Grootsch, indrukwekkend, plechtig was
Zondagvoormiddag de godsdienstoefening
in de Groote Kerk te 's Gravenhage
waarin de hofprediker dr. Van der Flier
voorgtDg en die door de Koningin-Moeder,
de Koningin en Prins Hendrik werd
bygewoond.
Lang voor dm aanvang var de gods
dienstoefening waren niet slechts alle
zitplaatseen ingenomen, maar reeds even
negen uur waren alle gaDgen, portalen
en paden stampvol.
Allereerst zong de gemeente uit den
145sten Psalm, waarop het koor der
Haagsche zangvereeniging .Excelsior"
een jubellied aanhief. Da. Van der Filer
sprak naar aanleiding van Genesis 32
10a.Ik ben geringer dan al Uwe
weldadigheden en dan al Uwe trouw."
By het einde van de godsdienstplech
tigheid zong de gemeente staande Hare
Majesteit het laatste vers van psalm 121
toe: „De Heer zal U steeds gadeslaan."
hootd nederviel.
LtDgzaam liet de graaf Almuth's
teedere, bevende gestalte los.
„Gy spreekt de waarheid, Rosi," zeide
hy, de menschen schenken dengene ver
giffenis, die andeTen onrecht deed, maar
nimmer hem, die zy zelve doodeiyk
krenkten. Wie eenmaal uit de maat-
schappy verbannen is, biyft het zyn
leven lang arm kind, dat reeds zóo
vroeg zulke bittere ervaringen moest op
doen I"
„Laat ons van hier gaan, vader, uit
deze eindelooze vlakten terug naar
onze bergen!" zeide het meisje, met
beving in hare stem.
„Waar is al uwe onbeschroomdheid
gebleven Vergeef my, moeder. Tot
dusverre heeft myn kleintje my opge
voed, maar nu moet ik toch eens tooneD,
dat ik ook nog eenig gezag over haar
heb," voegde hy er op schertsenden
toon by.
„Maar als ik dan gaan vryheid meer
hebben zal," riep Rosina, haar vader
trolseerende uit, verlang ik nog heden
ja, op staanden voet naar Steanburg te
gaan, naar de plaats waar ik thuis be
hoor, zooals gy zelt zegt i
Graaf Bodo barstte ia een schaterlach
De reis van dr. Kuyper.
Onder het opsthrlft .Laakbare oppo
sitie" schryft ,De Standaard", dat de
perscrltiek hier te lande op de ontvangst
van dr. Kuyper in België min edel was.
Het feit was, dat de betrokken minis
ter ten minste twintig jaren lang de
vaste gewoonte h' d, enkele dagen in
Brussel te g tan uitrusten, zonder dat hfj
ooit eenige poging deed om met de offl
cieele wereld in aanmerking te komen.
Noch als Kamerlid, noch de twee laatste
jaren als minister, was het ooit in hem
opgekomen, om zich aan het Hof te
Brussel te laten voorstellen.
Thans echter had de Koning van
België, reeds in November, door den
Belgischen gezant den minister doen
weten, dat hij, zoo hy weer in Brussel
mocht komen, hem verlangde te zien.
En zelf3 na die uitroodigiog had de
minister zich niet uit eigen beweging aan
het Hof aangemeld: doch kort na zyn
aankomst kwam de hofmaarschalk na
mens den Koning hem vsrzoeken, den
volgenden morgen op het paleis te Laeken
te willen komen. Wat meent men nu
Had de minister nu moeten weigereD
aaD dit beleefd verzoek te voldoen
Natuuriyk, dat beweert niemand. Veel
e3r stemt ieder toe, dat hy, onder deze
omstandigheden, ln hooge mate onbeleefd
geweest zou zyn, met niet te gaan.
Maar terwyi alzoo uit de feiten biykt,
dat van eenig eigen initiatief hier in da
verte geen sprake was, stelt men het
toch voor, alsof de minister zelf dit alles
gezocht heeft, er zelf drnkte van heeft
gemaakt, en zoo zyn land in opspraak
heeft gebracht.
Dat de minister buiten de grenzen
bekend is eindigt ,Da Std." kan
hy niet helpen en moeiiyk kan het van
hem gevergd worden, dat hy by de
redactie der oppositiepers gaat vragen,
„waar zy hem vergunnen wil de dagen
van zyn veilof, na harden arbeid, te
gaan doorbrengen."
Ken tolverbond met België,
Dit onderwerp wordt in de ,Utr. Ct."
besproken door den heer A. L. H. Ob-een.
Wanneer twee Staten een tolverbond
sluiten, behouden zy geheel en al hun
vryheid van bestuur, met dien verstande
uit, trok zyn klein „stijfkopje" onzacht
aan het haar, lichtte haar met beide
handen van den grond op en riep uit
.Daar hebben wy het nu al, myn beste
von Halte zy wil mij buiten het bereik
van uw voortreffeiyken wynkelder hou
den I
.Vadert" riep het meisje op bestraf -
fenden toon uit.
„Gy beleedigt my inderdaad, gravin
Rosa," zeide da baton. „Ik meende alles
gedaan te hebben.
„Mat welk doel?" vroeg Rosina uit-
vorschend. Het bloed steeg den jongen
man naar het hooid, toen zy hem strak
in de oogen keek,
„Het was louter gastvryheid
zeide hy op aarzelenden toon.
.Jegens ongevraagde gasten!" zoo
voltooide zy hoofdschuddend den zin.
„Jegens gasten, die een gelukkig toeval
my bracht
„Toch nieti" En Rosina's oogen be
gonnen onheilspellend te schitteren.
„Toen wy. aan het station stilhielden,
zag uw dienaar in onzen coupé en riep
daarop den koetsier toe „Z(j zyn er I"
Later vernam ik van uw armen, ver
lamden broeder, dat ik my niet vergist
had, dat gy ons tegemoet gereisd en
echter, dat zy éénzelfde douane-tarief
aannemen,de gemeenscbappeiyke douane-
grens doen vervallen en langs hun overige
grenzen invoerrechten heffen, alsof zy
samen één enkelen Staat vormen. Die
geheven rechten worden gestort in één
kas, welke verdeeld wordt tusschen hen
beiden, volgens vooraf vast gestelde grond
slagen, byvoorbeeld naar evenredigheid
van hun beider bevolkingscyfer, of naar
eenigen anderen maatstaf.
Binnenlandsche douaneliniën zyn in de
voornaamste Staten van West-Europa
gaandeweg verdwenen en het is te voor
zien, dat ze in geheel West-Europa weldra
zulleu hebben opgehouden te bestaan. Het
versnelde verkeer duidt geen oponthoud
meer.
Een douanelinie beteekent vier en twin
tig uren oponthoud voor de spooiweg-
waggons, een of meer ligdagen voor de
schepen, uitstappen voor het verkeer der
reizigers, bewaking van een strook gronds,
verscheidene kilometers breed aan weers-
zyien der grens, dageiyksch gevecht met
smokkelaars, eindelooze administratieve
formalitei.en, vaak netelige onderhande
lingen tusschen de betrokken regeeringen,
kans op internationale conflicten en al
wat daaruit kan voortvloeien.
By een gtooten Staat weegt dat alles
zeer weinig, want deze is gerust door
zyn overmacht. By een kleinen Staat is
het anders gesteld. België cn Noderlaud
bijv. zitten met hun uitvoeren in het
nauw, want deze stuiten op de hoogs
douane-tarieven van Duitschland, Frank
rijk, de Vereenigde Sta.en en de landen
van Zuid Europa en Zuid-Amerika. Een
fabrikant In Duitsch'ard of inFrankryk,
wanneer hem uitvoer onmogeiyk wordt
gemaakt door elders bestaande hooge
toltarieven, heeft nog altyd tot zyn dienst
de groote binnenlandsche markt. By kleine
Staten is die te beperkt. Vandaar, dat
zy noodzakeiyk tusschen de groote Staten
met hooge toltarieven moeten ten gronde
gaan.
Daarom moeten deze da handen ineen
slaan om elkander op de beenen te houden.
En dat kunnen zy in de eerst? plaats
dosn door eenzelfde tarief van invoer
rechten aan te nemen, om de douane-
grens te doen vervallen.
Bovenal geven zy daardoor aan hun
eigen producenten een aanzieniyke bin
nenlandsche markt. Die van Nederland
en Bslgië zamen zou twaalf millioen
verbruikers tellen. Maar ook bestaat er
kans, dat bij onderhandelingen met andere
Staten Voordeelige voorwaarden bedongen
kunnen worden voor den uitvoer. Een
markt van vyf millioen Nederlanders legt
hoegenaamd geeu gewicht in da schaal
voor de Duitschers ol voor de Franschen
om ons wederkeerig faciliteiten toe te staan
voor onze uitvoeren, zyn wy echter
samen met België twaalf millioen in
aantal, dan beginnen wy op economisch
terrein zwaarder te wegen en hebben wy
meer gezag om onze stem te doen hooren.
Noodzakeiyk zou zyn in beide landen
een om verkiDg van de accyazen. Een-
zelfs per telegraaf van onze komst ver
wittigd waart."
„Hoe en waat hebt gij Eiuard ge
zien bracht von Halte verbaasd uit.
„Toen ik mij gisteren avond ter ruste
wilde leggen, opende ik eerst nog het
venster, en hoorde daarop herhaalde
malen eene zwakke stem met steeds
langer tusschenpauzsn:„Johan—Johan 1"
roepen. Het viel my niet moeieiyk langs
het latwerk naar beneden te klauteren
in onze bergen zyn nog wel veel ge
vaarlijker paden. Op een tuinbank vond
ik uw broeder zitten. Door het vreemde
bezoek had Johan zyn hulpeloozen mees
ter vergeten I" Na eenige oogenblikken
ging zy op kalmer toon voort: „Wy
bleven aen uurtje samen prateuik ver
zekerde hem, dat hy in onze bergen wel
weder herstellen zoude en bracht hem
daarna in zyn rolstoel tot aan de huis
schel, waar hy tot den toegeschoten
dienaar zeide, dat hy zich zelf reeds
geholpen had."
.En gy
„Ik klom natuuriyk weer door het
venster in myn kamer."
Wordt vervolgdj.