Vrijdag 1 Januari. 42e Jaargang. 19U4. RUST EEN WEINIG. WeiÈig tallen, VLISSIItlGSCHE COURANT Rfgs per drie maanden 1.30. Franco per post l.&O Afzcnderigks nummera cent. Men abonneert ach bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren ei rechtstreeks btj dsn i t g s t e r ff. VAN m VSLSlg Ir., Elaine Markt, 1. 1ST. ABVBBTSNTïEH: van 1-4 regeia 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. - Bt! directe opgaaf van driemaal plaatsing éerzeilde advertentie wordt de pry» slechte «weemaal berekend. Groots letters en clichd's naar plaatsruimte. isgaifto, af4g#sH®€eBÉ @p Sea- sa IssggSagea. ÏO. Wegens den Nieuwjaarsdag ver schijnt de „Yllssingsche Courant" morgen (Vrijdag) niet. Dit opschrift, wQ bekennen het lezers, omdat het voor de meesten uwer wel geen verborgenheid zal zQu, is wat men neemt .gestolen*, 't Is de titel vaneen werkde van een onzer meest geachte en gtmoedelpste schrijvers doch w(J zjjo overtuigd dat de schigver zelf onsdezen diefstal zoo weinig ten kwade zou duiden, dat w{j geen oogenblik behoefden te aar< zelen om hem te plegen. .Kust een weinig" al komt het Jn deze drukke dagen niet al te zeer gelegen, De geslachten volgen eikander op, de eeuwen schakelen z'.ch aan elkaar, de jaren vereenigen zich tot eeuwenhet leven is geljjk aan een sn6lvlietenden stroom en, samengesteld en bedrijvig als het vooral in onze dagen is, komt men er zoo licht toe, steeds voort te gaan, als in gedachten verdiept, met de altoos durende zorg voor zijne bezig heden in het hoofd, gedachteloos als het ware en zonder te letten op de mijlpalen, die een eerbiedwaar tig gebruik op den weg heett geplaatst. Het is volstrekt geen schaduwzijde van het leven, dat de meesten onzer zich verplicht zien het in gestadigen arbeid door te brengen, een arbeid die met de jaren in omvang toeneemt of minder gemakkelijk te verrichten valt, waardoor het den schijn verkrijgt alsof ons bestaan telkens in sneller tempo voortgaat. Neen, dat, met betrekkelijk weinig uitzonderingen, de geheels wereld arbeidt, is voor een ieder een zegen en er is wellicht geen greoter ramp denk baar, dan niet te kunnen arbeiden, waar men het zoo gaarne zou wenschen. Doch, bö zoovele beslommeringen als de meesten onzer hebben, valt het dubbel moeieigk, zich zelf te dwingen om tijdelijk in matigen tred over te gaan zich zelt te noodzaken tot een oogenblik van ernstig nadenken. Daarom dient op die zaak dubbel acht te worden geslagen. Wanneer men, in den nacht van oud op nieuw, de menschen zich ziet vereeni gen, om elkander bjj het plechtig mid dernachtsuur zegen toe te roepan of 2.) „Diep ongelukkig riep professor Hempel ontsteld uit. „Hoe komt dat? Wie heeft mijn lief vrouwtje kwaad gedaan ,Uw lief vrouwtje I" riep z(j thans luider uit. „Het staat u mooi rog uw „lief vrouwtje" te noemen I" „Maar wie van ons beiden beeft nu het verstand verloren, gij of ik Het aebtJnt dat ge m(j verwijten wilt doen 1 Wat heb ik dan toch voor kwaads ge daan gedurende mijne afwezigheid .Juist die afwezigheid heeft het ge daan," antwoordde z(j, terwijl z(j zich in hare volle lengte oprichtteen hem dreigend den vinger voorhield. „Nu weet ik waar die reizen voor dienen I Nu weetik, hoe uw museum van oudheden er uitziet O, wat ben ik toch eene ongelukkige, bedrogene echtgenoote I" Daarbij viel z(J op nieuw weenend op de sofa neder. „Maar dat gaat te ver I" riep hg ver toornd uit. .Spreek dan toch duidelijk 1 wanneer men, des anderen ochtends, in huis en op straat, de lieden elkaar van allen kant ziet naderen, handen druk kende en met zekere t pgewondenheid links en rechts zooveel heil wenscbende, dat de beste heilwensch stellig deze zou zjjs, dat niet alles in vervulling komt, dan dwingt ons dat onwillekeurig een glimlach af en vinden wjj er iets over drevens in. Zeker, ook waar w(j alle gedachte aan huichelarij en booze bedoeling weg denken, daar zal van al die wenschen bitter weinig overblijven wat in den waarachtigen zin des woords een heil wensch kan worden genoemd. Het gaat er mee als met het centen uitdealen men denkt er zoo niet- bg en meent er geen kwaad mee te doen. Maar ziedaar dan alweer een voorbeeld van de noodzakelijkheid om veel na te denken, en zouden wg het dan niet doen bg de wisseling der jaren Niet zoozeer omdat de jaren wisselen; maar omdat die wisseling esn beeld is van de beperktheid des levens en van de snel heid, waarmede de tgd voortgaat, de tgd, die immers niets anders is dan de stot waaruit het leven is gemaakt De groote waarde van onzen beperk ten tgd en onze beperkte krachten, leert ons dus de jaarwisseling in de eerste plaats, en, wanneer we ons zetten om een weinig te rusten aan den grenssteen der jaren, dan zullen wg niet kunnen ontkennen, dat het ons vaak ontbroken heett aan een juiste waardeering van onze levenstaak, onzen tgd en onze krachten. Heeft het vervlogen jaar ons wei doordrongen van het diepe besef dat de arbeid adeltdat alle arbeid ernstig moet worden opgevatdat elke levenstaak, hoe schgnbaar gering ook, een schakel vormt in den grooten keten van het maatschappelijk werk en daarom op zich zelf gewichtig is en met toe- wödicg behoort te worden volbracht Zeker, er komen oogen blikken, waarin het ons we! eens zwaar valt, den gan- schen mensch aan de taak te wijden. Ook hot afgeioopen jaar leerde ons maar al te zeer het onzekere en de wissel valligheid van al het bestaande maar het heett ons tcch ook geleerd, dat, onverwacht, menige lichtstraal valt door de wolken die het uitspansel benevelen, de rrabg gewaande horizon van ons be staan zich weer verruimt, nieuwe ge- Gg weet waar die reizen voor dienen Gg weet hos mgn museum van oud heden er uitziet Maar dat is immers onzin. Waarom heeft da natuur de vrou wen niet liever wat minder schoonheid en wat meer gezond verstand gegeven „Ja, ik begrgp wel, dat gg uw vrouw nu niet mooi genoeg meer vincff," bracht Hilda snikkend uit, die hierdoor haar man op nieuw een bewgs gat van gebrek aan gezond varstand. „Hilda, gg maakt mg razendriep professor Hempel vertoornd uit. Zgno vrouw sloeg echter geen acht op deze woorden, maar vervolgde op uit- dagsnden toon „Ga maar naar uw sehoone aangebe dene. die gg in Italië voor uw vrouw uitgegeven hebt. Uw arme Hilda zal toch wei spoedig van verdriet sterven. Ga maar heen, ga maar heen!" Met deze woorden wierp zg haar man een visitekaartje vóór de voateD, dat zg tot dusverre in hare linkerhand verborgen had gehouden. Daar bg begreep, dat dit kaartje de noodige ophelderingen zou geven, nam hg het op en las de volgende namen „Demetrios Antinoos Pappadopoulos." „Maar ik bid u, Hiida," sprak hg vastberaden, „h03 kan deze naam u zoo opwinden. Het is de naam van dea jon gen Griek, met wien ik per boot van Napels naar Livorno reisde, en van wien k u iudertgd verteld heb, dat hg mg, zichtspunten zich openendat op het alleronverwachtst nieuwe hoop en nieuwe krachten ons worden geschonken. Herinnert de ruststonds aan de schei ding der jaren ons dat alles zoo levendig, dan is zg tevens een vingerwijzing in de richting naar de toeko astdan leert ze ons, te streven naar een viytig en verstandig gebruik van onzen tgd en van onze gaven en krachtendan her innert ze ons, dat vooruitgang, dat wei ken en ontwikkelen de leuze moet zgn dat we met moed en opgewektheid de levenstaak op ons hebben te nemen, niet naar iinks of naar rechts, doch slechts vooruit en naar boven ziende. In dien zin den grooten overgang opgevat, zal de ruature ons waariyk rust kunnen schenken en dus onze kracht stalen voor de reis door het onbekende land, het land van hopen en verlangen. Hst is zoo, ieder menaeu big it reke ning houden met zgn eigen wenschen en behoeften en hoe meer zgu levens avond nadert, hoe meer zich in het hart een verlangen ontwikkelt naar bereiking van de idealen, die men zich eenmaal heeft voorgesteld. Doch ook waar deze niet of slechts ten deeie worden bereikt, daar ia een toestand van vrede en bevrediging niet uitgesloten. Dat zal vooral dan het geval zgn, waar we ons diep doordringen van de gedachte, dat wg niet uitsluitend ons hebben bezig te houden met te gveren voor persoonigire oeiangsn en rechten, dat wg ook die onzer broeders on zus ters op de levenareize binnen den kring onzer bemoeiingen hebben te trekken, strgdendo tegen het duivtlije van zelf zucht en zelfgenoegzaamheid de lastige reisgenoot, wiens gezelschap ons vaak nog het meest vermoeit. Kust een weinig, en, als de rust U verkwikt heeft, neem dan den herdeis- staf op en sla met fleren tred den neva - ligen weg ia, om er dea afgebroken ar beid te hervatten. Wandelende in nevelen 6n raadselen, weten we dat de taak die ons wacht niet gering kan zgn, als deel van een grootsch geheelweten wij dat voor het gemoed, dat ontvankeigk is voor het goede, de nevelen kunnen lichten en de raadselen zich zoo heerigk kunnen oplossen. toen ik zeeziek was, trachtte te troosten, door mg voor te houden, dat het de sehoone zeenimfen waren, die ons schip in hare blanke armen heen en weer schommelden. De jongen meende het goed, doch ik was toen volstrekt niet gesteld op zulke aardigheden." „Och, zwgg toch!" antwoordle Hilda. „Gg zflt in 't geheel niet zeeziek geweest, en de blanke armen van de zeenimfen hadt gD Immers ook niet noodig, gg hadt haar immers bg ui" „Haar?' vroeg professor Hempel. „Welke haar? Ik begrgp u nietl" „Niet? Nu, keer dan het kaartje van uw aardigen Griekschen vriend maar eens om. Dat zal ook eerder een Turk dan een Griek geweest zgn. Mormoon, die gg zgt 1* De hoogst ontstelde echtgenoot keerde hst kaartje om en las daarop „Herinnert ge u mgner nog Ik ben tegenwoordig te Berign. Ik herinner mg u nog zeer goed, alsook uwe achoone vrouw, aan wie gg wel mgne vriendelijke groeten zult willen overbrengen. Uw reisgezel op de stoomboot „Tririakria" van Napels naar Livorno." De professor had deze woorden hardop gewetensbezwaar. „De Nederlander8 behandelt de quaestie der tegenwoordig nogal eens voorkomende mensahen, die beweren gewetensbezwaar ti hebben tegen de vervulling van hun dienstplicht. Het blad stelt het geval, dat de Overheid te doen heeft met iemand, van wien zg oprechteigk overtuigd is dat hg een gemoedsbezwaar heett, met iemand bgv., die in oprechtheid meent dat, zelfs indien zgn vrouw en zgn kinderen onder zgn oogen vermoord worden, hg, schoon daartoe bg machte, toch den aanvaller niet met geweld mag verdrgven. Moet in zulk een geval de Overheid voor dit bezwaar uit den weg gaan? Ei „de Nederlander" antwoordt: Ja, mits zg daardoor niet een onrechtvaardigheid bega tegenover ande ren want- dit zou met hare hoogste roeping in strgd zgn. Dit nu zou, ging zg hlei voor den bezwaarde uit den weg, juist het geval zgn. Immers zouden, liet zg "e gewetens bezwaarden vrg, anderen voor hen moeten opkomen. Zou dit niet schromeigk onrechtvaardig zgn Eu zou de gewetens- bezwaaide zelf met die vervanging vrede kunnen hebban, indien hg bedacht, dat het door hem veroordeelde kwaad zoo al niet door hem, dan toch tengevolge zyner weigering door een ander gepleegd werd Wg hebben vaak voor het recht der ouders om zich tegen de inenting te verzetten gestreden, maar altyd onder ééne voorwaarde, nl. dat niet bewezen werd dat oningeëDten gevaariyk zgn voor hun ingeente omgeving. Indien dat be wezen kon worden, achtten wg steeds den dwang van overheidswege ook tegenovergewetensbszwaarden geoorloofd. Want ook de overheid heeft een geweten; zg mag niet het leven der burgers in gevaar laten brengen door anderen indien deze overtuigingen koesteren die zij zelve niet voor gegrond acht. Zoo oordeelen wg ook in het onder havig geval, dat de overheid niet behoeft en ook niet mag wgken, indien daardoor een ander in last komt. Zulks te minder, omdat de gewetens bezwaarde, zoolang er geen oorlog is of bg niet tot het schieten op medemen seben geroepen wordt, zijn geweten niet verkracht. Hg beweert wal, dat hg, zich voorbereidende voor den krgg, toch iets ongeoorloofds dost, maar geheel ten on rechte. God heeft hem, meent hg, ver boden te dooden welnu dat doet bg niethg kan zelfs weigeren in den krgg van z,gn wapen gebruik te maken. Maar zoolang er geen oorlog is, over treedt hg bedoeld gebod niet. „Daar hebt gt) het nu all" riep hg driftig uit, terw(jl hg het kaartje op den grond wierp. „Dat komt nu van die vervloekte nieuwjaarskaartjss 1 Nu ziet gg, hoeveel eiiende die pruilen kunnen veroorzaken Deze woorden werden op zóó beslisten toon geuit, dat Hilda ophield te snikken en haar echtgenoot opmerkzaam gade- s oeg. „Hilda," zoo vervolgde deze, „wat hebt gg u nu toch zelf een verdriet op den bals gehaald Ja, zie mij maar niet zoo verbluft aan. Gg zgt in dit geval de schuldige, niet ik. Gg hadt door zoo'n ellendig kaarije geen oogenblik het ver trouwen op uwen man moeten verliezen. De jonge Griek heeft mg eenvoudig met ééa der andere reizigers verward. Op de stoomboot „Trioakria" hadden wg de zelfde hut, doch toen den volgenden morgen alle reizigers onder het genot van prachtig zomerweder op het dek bgeen zaten, en ik mg, tengevolge van de zeeziekte nog niet wel genoeg gevoelde om tr.ij veel met hem ia te laten, sloot bg zich bg een jong paartje aan, dat zgu huweigkareis maakte. Met dien heer hsefc hg, evenals met mg, kaartjes gswissald. Langzamerhand heeft hg echter, naar het mg voorkomt, onze namen met elkander verward, waaraan het dan ook is toe te schrgven dat hg mg de vrouw van dien anderen reisgezel, een grond bezitter uit Pommoren, heett toegedacht." „Of misschien beeft hg," zoo vervolgde Hilda, die haar verdriet eu da verdenking van haar echtgenoot eensklaps scheen te vergeten, „bg het verzenden da kaar tjes in het verkeerde couvert gestoken. sees? TöoïdetJÜga voorwarden. Zgn weigering daarentegen om aan de overheid te gehoorzamen is wel in strgd met Gids gebod, maar niet bet zich oefenen, het deel uitmaken van een legercorps. Dat hg dit niet inziet komt hiel vandaan dat hg zich plaatstop I don stoel der overheid, en dan redeneert als volgtindien ik overheid ware zou ik, die niet dooden wil, ook geen voor bereiding voor den oorlog willen, der halve onderwerp ik mg ook niet aan eene overheid die zich wel voorbereidt, zelfs niet zoolang zg mg niet beveelt te dooden. Iüdien men zich wil onderwerpen aan een hevel Gods, goed. Maar men boude I zich dan ook strikt aan dat bevel. Het Rotterdamsche blad concludeert dus, cat in het onderhavige geval ce Overheid niet uit den weg heeft te gaan, doch adviseert om zoo mogeigk con flicten te vermgden, door bgv. aan zulke bezwaarden Hospitaaldienst op te leggen, of hen op audere wgze diensten te doen verrichten, waardoor de moeiigkheid ver meden wordt. De vraag zal echter zgn of de dienst weigeraars van den huidigen dag zich van deze redmiddelen willen bedienen wg gslooven dit niet. Do Drankwet. Naar men meldt, zal het Voorloopig Verslag omtrent het wetsontwerp tot herziening der Drankwet in da volgende week versengnen. Wat da Tweede Kamer betreft, zou dus het ontwerp in openbare verhandeling kunnen komen, hetgeen ook werd verwacht door de Commissie van Rapporteurs. Bond van Nod. Onderwijzers. In de vergaieriog van gisteren van den „Bond van Nederlandsche Oaderwgzers", te Dordrecht gehouden, werd de begroo- tiog goedgekeurd. Op de verschillende begrotingsposten aren vele voorstellen, en amendementen hierop, ingediend. Verworpen werd een dusdanig voorstel om een grooter deel der jaarfljkscho inkomsten in de weerstandskas te stor ten, dan tot hed m het geval is evenzoo een voorstel om ten bate van de onder steuningskas van de leden jaarigks een vaste egarage te vorderen van 1/10 pCt. van het salaris. Door het hoofdbestuur werd overgenomen een vooratel-Oardrecht Jaarigks wordt op de begrooting een bedrag uitgetrokken, waarmee het hoofd bestuur da kosten bestrgdt voortvloeiende uit de toepassing van punt XVI van de voorstdien, aangenomen bg referendum in 1903 (Schending van 't Verenigings recht). .De afdeeling Gorinchem, mat als Dat ik daaraan ln het geheel niet ge dacht heb En terwgi zg dit zeide overtoog een blos van schaamte hare wangen en kwa men de tranen haar op nieuw in da oogen. Tnans waren het echter tranen van oprecht berouw. Daarbg keek zg haar echtgenoot zóó smeekend aan, dat deze ni6t aarzelde om haar in zgno armen te sluiten en haar volkomen vergiffenis te schenken. Daarop raapte zg het kaartje, dat haar zooveel verdriet had berokkend, van den grond op, om het te verscheuren, doch haar echtgenoot voorkwam dit met de woorden „Wfl zullen dit kaartje zorg vuldig bewaren, om het elkander te toonen, telkens waaneer ons buweigks- geluk door een wolkje van jaloezie be dreigd wordt." „O, dat zal voortaan niet meer ge beuren," zeida Hilda, terwgi zg de armen teeder om zgn hals sloeg. En het gebeurde ook niet meer. Doch de tegenzin tsgan nieuwjaarskaartjes is bg professor Robert Hempel zoozeer toe genomen, dat hg niet alleen geen kaartjes uit eigen beweging verzendt, maar zelfs de hem toegozondene niet eens beant woordt. EINDE.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1904 | | pagina 1