et Donderdag 31 December. M Uumaaiaadsoiis ósratai. Ho. 307. 41e Jaargang. 1903. Van week tot week. VLISSlUfiSCRE COWRAIT. prjs per drie maanden 1.30. Franco per post l.éÜ A&onderlgke nummers 6 cent. Men abonneert zich b£) alle Boek handelaren, Postdirecteuren et rechtstreeks by den Uitgever t. YAW SS V3LS1 Ir., Kleine Markt, I. 187. AIVEBTKNTIENvan 1-4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bil directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de pry* slechte tweemaal berekend. groot* lettere en cliché'# naar plaatsruimte. Ter» %gat 4ft8«I|fcs„ fsxaettte*»*" "lVl<*p>&ecmiaa»av&&-sa:r lO. AkomsmeEÉs-A*v«rÉenü$n aj> lesr voordoelfge voorwaarden. Zoo was het dan nog in het jaar 1903, dat de tyding ons bereikte, dat men in Frankrijk bezig is recht te do;n. Wij verblijden er ons vooral over, dat de revisie-commissie in deDnyfus-zaak, met algemeene stemmen beslootom het verzoek tot berziening van bet von nis van den krijgsraad te Bennes aan eene herziening te onderwerpen. En nu tevens de voornaamste der nieuwe feiten bekend zyn, welke thans aan het licht zijn gekomen en welke men moest opsporen om tot revisie te geraken en de strijd zoo er al strijd is slechts over twee dezer feiten loopen zal, welke de commissie meer dan vol doende achtte, nu kan aan den uitslag niet meer worden getwijfeld, welke cok de verdere loop der zaak zij, hetgeen tot dusver nog niet vast schijnt te staan. Ons laatste overzicht in het weldra geëindigde jaar is dus een aangenaam stemmend vredebericht. o Mocht het nu ook elders maar zoo zijn I Op het schiereiland Korea schijnen weer onlusten te zijn uitgebroken een chronische kwaal trouwens en het schijnt tevens wel dat ze gericht zfjn tegen de regeerende dynastie, die naar het volks bijgeloof, te lang over het land geregeerd 'heeft. Dat men in een zeer slecht ge- organiseerden staat, zoogrootals Engeland en Schotland te zamen, de orde niet kan handhaven, is duidelijk genoeg, en even duidelijk is het, men deuke aan het voorbeeld van China, dat dit een voortdurend gevaar oplevert voor de vreemde elementen, die er, voor zoover ze behooren tot het Christendom of het beschaafde Oosten, zeer gehaat zijn. Trouwens z(jn er ook genoeg voor standers van moderne beatuurshervor- mitgen en deze zijn zeker niet vijandig tegen Japan gestemd. Of de Japansche regeericg nu met deze partij onder één deken ligt, zooals men in Busland beweert, is moeilijk uit te i.) „Hilda,® zeide professor Eobert Hempel tot zijn jong vri-uwtje, dat hem met hare getrouwe oogen zoo teeder aankeek, .Hilda, je weet dat ik dezen tyd niet gaarne van huis ga, maar de nood dwiDgt mij, thans een uitzondering op den regel te maken. Gedurende deze vrije dagen tusschen Kerstmis en Nieuw jaar moet ik bepaald naar B., ten einde het museum van oudheden aldaar te bestudeeren. In elk geval kom ik weder op oudejaarsavond thuis." „Nu, als het niet anders kan I" ant woordde het moedige vrouwije. .Zoolang als verleden voorjaar duurt onze scheiding Goddank niet.» Toen had professor Hempel namelijk eene reis gemaakt naar Italië en zijne vrcuw, met wie hij bijna twee jaar getrouwd was, zes weken lang alleen gelaten. „Maar nu ntrg iets, kindlief!" ver volgde bij. ,Je weet, dat wij in dezen tfid overhoopt worden met visitekaartjes. Het is wel eene dwaze gewoonte, neen, erger dan dat, het is eene verspilling van tyd en geld, dat tot vrij wat nut tiger dingen zou kunnen aangewend j worden, indien .Ja, en ik beklaag die arme brieven maken. Ia de Euasische bladen wordt eea lange lijst van grieven tegen Japan openbaar gemaakt, alle hierop neerko mende, dat de Japansche regeering zich op verschillende wijzen in het schier eiland genesteld heeft, of invloed op den staat van zaken aldaar wist te verkrijgen, en zulks geheel ten eigen bate. Men wil dat de Eussische gezant te Seoul, de hoofdstad van Korea, de rol spelende van wijlen Benedetti, alles.doet om het vuurtje te stoken en in elk geval wordt voor en na bericht, dat Japan zich blijft toerusten ten strijde. De spoor wegen houden zich gereed voor het troepenvervoer, en de Eussische reg6ering doet desgelijks. Iutusschen is het woord neg staeds aan de diplomatie. In Eogeland, waar men uitteraard goed op de hoogte is en er ook zeer veel belang b(j heeft om goed op de hoogte te blijven, wordt beweerd dat Japan vóór den zevendon Januari een definitieve beslissing verlangt. Meer om volledig t6 zijn, dan wel om dat wij er groote waarde aan zouden hechten, voegen w(j aan het boven staande toe, dat men in veis kringen de kansen van den eventueelen oorlog blijft berekenen. Algemeen is de meening dat, moesten de legers alleen beslissen, Japan het pleit zou moeten ver liezen, maar de vloot van dit E(jk ver keert in gunstige condities, wat betreft de nabijheid van vluchihavens, waai men zich desnoods kan herstellen of teug- trekken. Busland daarentegen heeft in het hooge noorden maar één haven, die weldra door het ijs zal versperd zQn, zoodat dit land door een oorlog in dit jaargetijde wel eens in groote moeilijkheden kon geraken. De hoofdreden evenwel, waaroor men met gespannen verwachting op denuit slag ziet is deze, dat, sedert de groote revolutie In het marinewezen de kolossale ijzeren zeekasteeien bracht, die logge ge vaarten, die alles schjjaen te kunnen verpletteren, maar zeiven meermalen zeer brcos bleken te zijn, nog geen eigenlijk gezegde zeeoorlog is gevoerd. Men kan slechts oordeelen met het bekende voor beeld der vernietiging van de Spaansche bestellers, die dagen lang rust noch duur hebben." „Je hebt gelijk, vrouwtje, maar daar ik mjj in mijne positie moeiiyk geheel aan dezen dwazen beleefdheidsvorm kan onttrekken, zoo verzoek ik u, gedurende mijne afwezigheid de felicitaties, die aan mijn adres gezonden worden, met een kaartje van my, en waar het noodig is ook van u, te beantwoorden." „Met genoegen," antwoordda Hilda „dat is meteen een goed tijdverdrijf. Maar ik denk, dat de meeste kaartjes toch eerst op oudejaarsdag zullen komen. „Dat denk ik ook, maar vóór zes uur 's avonds kan ik niet terug zijn. Kom, geef mjj nu voor het laatst nog een kus.» „Onder éene voorwaarde," zeide het bezorgde vrouwtje, terwijl zy da ombel- zing van haar man trachtte te ontwijken. „En die is „Dat gij uw voetzak medeneemt op reis. H)j kan u niet alleen van dienst zijn in het spoor,maar ook in het museum van oudheden hé, wat zal het daar koud zijn I" Nu om u dan plezier te doen. En na zjjno vrouw voor het laatst omhelsd te hebben, ijlde hij de trap af en sloeg den weg naar het station in, terwijl hy, op den hoek der straat gekomen, zich nog eens omkeerde om zijne vrouw, die hem voor het venster nakeek, een laatst vaarwel toe te wuiven. H(J werd gevolgd door Babette, het dienstmeisje, dat zjja valies en zijn voetzak droeg. Toen Hilda zag, dat Babette hem bijna niet bij kon houden, zeide zij eeüigszins pruilend„Wat heeft hQ een haast om van mjj weg te komen I Dat z(j haar eigen woorden echter niet geloofde, bleek duidelijk uit den marine op Cuba door de Amerikanen. Velen zjja van mesning dat in een ernstig gevecht tusschen de slagschepen, eene der partijen gemakkelijk zou kunnen worden vernietigd of, beter gezegd, te niet gaan maar dat de m gelijk heid van den ondergang van beide partijen evenmin uitgesloten is. 't Zou waarlijk een geluk by een ongeluk wezen, indien men dan maar spoedig zekerheid had, dat de millioenen nut teloos worden weggeworpen. i> ft De belichten welke uit Zuid-Atrlka tot ons komen, zjjn nog maar altyd zeer weinig bemoedigend. Armoede en ellende heerschen alom en de vrees voor erger is niet uitgesloten. Te Johannesburg en elders in Transvaal loopen duizenden blanken zonder werk. Da myneigenaars en hun vrienden schreeu wen om vreemde, goedkoopere werkkrach ten en deregeering geeft slechts acht op de stem der gouakoningen en gaat de overgroote meerderheid van het volk voorby, die terecht niets vaa vreemde arbeiders weten wil. De Portugo6sche maar feitaiyk Engelache stad Lorenzo Ma.quez zal de Chiueezsn zien komen die straks in Transvaal worden iDgevosrd. Barakken veor die lieden worden reeds gebouwd. Daarmede zal wel de laatste slag aan de welvaart onder de blanke werklieden zijn toegebracht. De laatatan, met hun veel hooger levensstandaard, moeten het op den duur tegen d Chineezen met hun geringe behoeften afliggen. Wat de eigeniyk gezegde Boeren betreft, deze ïydsn door dezen toestand na tuurlijk minder. Zy zulien wellicht op den langen duur meer voor- dan nadeel van de zaak hebben, want de vrees ia zoor gewettigd dat Engeland bezig ia zich zelf in Zuid-Afrika een graf te delven en het besluit tot invoering derChineesche werkkrachten zal daartoe zeer zeker medewerken. ft ft Om nog eens op da maritieme bewe ging der mogendheden terug^te komen, vooral voor Duitschland ^zou het een zegen zyn geweest, wanneer het een tevreden glimlach, die om haar mond speelde, toen zy dacht aan het oogenblik, dat zy hem weder in hare armen zou kunnen sluiten. En wat had zy nu eene goede gelegenheid om het borduurwerk af te maken, waarmede zy haar man op Nieuwjaarsdag wilde verrassen. Oudejaarsavond was gekomen. Professor Hempel had zyoe studiën in het museum volbracht, zonder zich ook 1 maar de minste verkoudheid op den hals i gehaald te hebben, niettegenstaande by den voetzak cngebruikl by zyn valies had laten iiggen. Hij was een man iu de kracht van het leven, dia niet licht last van de kou hai. Thans bracht de sneltrein hem 6lk oogenblik Dader by zyn geliefd vrouwije en zyn gezellig te huie. I De torenklok sloeg juist half zeven, toen hy by zyne huisdeur aanbelde. Haastig hoorde hy iemand de trap af- j komen. „Daar is Hilda 1" zoo juichte zijn hart. Doch het was Hilda niet, die de deur i voor hem opende, het was Babette. EeDigzins verwonde! d vroeg hy „Is mevrouw in de huiskamer „Neen, mynheer, mevrouw is in de hlaapkamer," luidde het antwoord van i het eenigzins verbaasde dienstmeisje. j „In de slaapkamer Mevrouw is toch wel 7" vroeg hij óp bezo gden toon, 1 terwyi hy haas'ig de trap op liep. „Ik weet bet niet," luidde het ant- j woord „mevrouw heeft zich in de slaap- kamer opgesloten." „Sedert hoe lang?" vroeg de steeds meer verontruste echtgenoot. „Sedert een half uur. Ik hoorde eens- bee'je eerder had kunnen oordeelen over de deugdeiykheid zyner yzeren, dry vende kasteelen, die, zegt men, met een goed stootje onmiddeliyk naar den bodem der zee verhuizen. Met opoffering van ODgelotflyke scha'- ten is men er nu byna in geslaagd, het ge heels plan van aanbouw te verwezeniyken en Engeland ter zyde te streven, hetgeen wellicht binnen een paar jaar zal kunnen geschieden. Alleen in dit jaar bouwde men tien slagschepen. Laat ons hopen dat ook deze gedoemd zyn om als parade vaartuigen een roemloos bestaan te heb ben. Yoor de wereld is dat zeker bet beste, en misschien is de prys dan nog niet al te hoog. De gang van zaken. De „Standaard" constateert, dat de Tweele Kamer, ia Februari weer by een- komend, het sectieonderzoek zal moeten aanvangen van de 25 gereedliggende wetsontwerpen, waardacinmiddels althans da arbeidswet en het arbeidscontract nog by zuilen komen. Dit zal twee weken op zyn minst vorderen en dan zal het wetsontwerp op 't huoger onderwys wel in openbare beraadslaging komen, allicht tot in Maart. Doch hoe moet het dan met de drank wet? vraagt de „Standaard" en zy redeneert dan aldus verderDe drankwet moet 1 Mei in het Staatsblad staan, en dient dus in de eerste week van April i>U tie Eerais naurer in te Komen, xveiteut men nu de openbare behandeling in de Tweede Kamer op drie weken, dan zal de beraadslaging uiteriyk halt Maart moeten beginnen. Maar zal dit kunnen Er is nog geen voorloopig verslag. Dit zal stellig zeer uitvoerig zyn, en de memorie van antwoord zal het versiag in uitge breidheid moeten evenaren. Doch wanneer vindt binnenlandsche zaken daarvoor tyd De tweede helft van Januari gaat weg met de memorie van antwoord op de Legrootings-nota van de Eerste Kamer. Hangende de beraadslaging over het wetsontwerp hooger onderwys kan zulk een memorie in zake de drankwet niet gereed komen. Hst ia uit dien hoofde volstrekt niet ormogtiyk, dat het toch nóodzakeiyk klaps een gil in de huiskamer en toen ik naar binnen ging om te vragen of mevrouw iets scheelde, yide zy naar de slaapkamer, trok de deur voor myn neus dicht en draaide het slot om. Sedert heb ik niets meer gehoord.» Professor Hempel hoorde ook niets meer. Met een paar sprongen stond hy voor de deur, die van de huiskamer naar de slaapkamer leidde. „Hilda," liep hy, „hier ben ik terug I Scheelt er iets aan Waarom hebt gy u opgesloten Te vergeefs trachtte hy de deur te openen. Daar binnen bleef alles stil. „Hilla,® riep hy op steeds dringender toon. „Om Godswil, zegewat u scheelt I» Hy luisterde. Gein antwoord. Toch meende hij een zacht snikken te hooren. Zy leefde ten minste nog 1 Maar waarom antwoordde zy dan niet, waarom weende zy en waarom had zy zich opgesloten, thans, nu zy hem elk oogenblik thuis kon verwachten „Hilda, kunt of wilt gy de deur niet openen?» vroeg de bezorgde echtgenoot met steeds klimmende angst. Ook nu geen antwoord. Einsklaps herinnerde hy zich, dat men ook uit den gang in de slaapkamer kon komen, hoewel voor deze deur een wasch- tafel stond. Die zou hy echter gumakkeiyk op zyde kunnen schuiven, en zyn vrouw had er zeker niet aan gedacht o k deze deur op het slot te draaier, daar zy toch gebarricadeerd was. Hij yide den gang in. De deur was wel op het slot ge draaid, doch de sleutel stak aan de buitenzyde. Dezen om te draaien, de waschtafel met alle kracht te verschuiven zal biyken den termyn van 1 Mei 1904 te verschuiven. Toch kan dit uiterst gevaariyk worden, zoo men te veel verschuift. Kon daarentegen de geregelde loop van zaken bevorderd worden door een verschuiving van één, hoogstens van twee maanden, zcodat in elk geval vóór het zomer-reces de wet in het Staatsblad komt, dan ware hiervoor misschien veel t6 zeggen. Vrijstelling wegens broederdienst. De minister van binnenlandsche zaken heeft aan de Commissarissen der Konin gin in de provinciën het volgende schryven verzonden Aan are. 99 der Militiewet 1901 („Stbl.® no. 212, van 1901) is by da wet van 5 December 1903 („Stbl." no. 293) sen zinsnede toegevoegd, luidende „Indien, wegens de lniy ving, krachtens dit artikel, van een loteling in het jaar, volgende op dat van de lichting, waartoe hy naar zyn leeftyd behoort, een voor de lichting van eerstbedoeld jaar inge schreven broe-ev van dezen niet op grond van artikel 46 van den dienst kon worden vrygesteld, dan wordt de jongere broeder, zoo deze het verlangt, uit den dienst ontslagen zoodra de oudere broeder by de militie is ingeiyfd, mits deze op het tydstip dat op de aanvrage om ontslag wordt beschikt, niet in het geroti3vanoathtfflagvan den weikelijken dienst". Ik heb de eer U.H.E.G. te verzoeken, op het bovenstaande de aandacht te doen vestigen van de reeds ingefljf'e of nog in te ïyven lotelingen utt uw provincie, die om bovenbedoelde redenen geen vrysteliing hebben kunnen erlangen Wegens broederdienst. Uii claa excises! dot- oixala «Alt vox- zoek slechts die lotelingen betreffen, van wie u op de een of andere wjjzeb ikend is geworden, dat zy in evenvormeld geval varkeeren. Het ontslag moet worden gevraagd aan den minister van oorlog (voor inge- ïyfden by de zeemilitie, aan den minister van marine,) met overlegging van h6t bewys (ryv, model no. 9, litt. A), waar uit biykt, dat, ware de oudere broeder van den loteling, wiens ontslag wordt verlangd, ingeiyfd kunnen worden vóór 1 October van het jaar, waarin door den militieraad uitspraak was te doen omtrert den jongeren broeder, deze in de termen zou hebben verkeerd om vi ygesneld te worden wegens b oeder- dienstwyders c.q. van de paspoorten en zelf door de nauwe opening binnen te treden, was het werk van een oogen blik. Hy sloot het dienstmeisje, dat hem nieuwsgierig fevolgd was, de deur vóór den neus dicht. By het zwakke schynsel eener straatlantaarn, dat door het venster naar binnen viel, zag hy zyne vrouw met bet hoofd in de handen op de sofa zitten. Overigens kon hy niets onder scheiden. „Hilda, wat is er gebeurd Met deze woerden yide hy vol augst op zyne vrouw toe, en wilde haar in zyne armen drukken. By zyne aanraking begon zy over al hare leden te beven en trachtte zyne omh?lzing te ontwyken. Badeloos stond hy naast haar. „Maar Hilda 1" riep hy nogmaals uit, en toen zy weder bleef zwygen, stak hy de lamp aan, die op tafel stond met de woordenr-ó „Het moet my duideiyk worden wat hier voorgevallen ia.» Wel was het ver trek nu helder verlicht en zag by alle voorwerpen op hunne gewone plaats staan, maar toch bleef het raadsel voor hem onopgelost. Angstig nam hy naast Hilda op de sofa plaats en trachtte hy te vergeefs hars handen te grijpen. Zy weerde hem telkens af zonder echter een woord te zeggen. „Maar, Hilda, spreek dan toch eens I Zdt gU ziek Zal ik den dokter laten roepen Ja, dar. zal het biste wazen. Ik zal Babette dadeiyk naar dokter Schriller zenden." Dat hielp. Mat een snikkende stem fluisterde zy „Ik ban niet ziek, maar ik ben diep ongelukkig 1" Daarop begon zy nog luider te snikken.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1903 | | pagina 1