.de.
71.
Map
IN o 306.
41e Jaargang.
Woensdag
3© December.
iMüSilBÜill IflHXü
low.
1903.
Gemeentebestuur.
Mn
gekeurd in
f 100.000
[piegels, ge-
geval van
Izichtigheid,
r, etc. tegen
nd,
eul
imerij
oom,"
VLISSINGSCHE COITRAMT.
PrtJa per drie maanden f 1.30. Franco per pcat l.£0
Afzonderlijke nummer* 6 cent. Men abonneert zich bg alle Boek
bandelaren, Postdirecteuren et rechtstreeks bg den Uitgever
F. VAN BB VSLB1 Ir., Kleins Markt, X. 187.
ABVERTENTIÊNvan 1-4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bö directe opgaat van driemaal plaatsing derzeffd»
advertentie wordt de prQs slechts tweemaal berekend. Broote letters
en cücbd's naar plaatsruimte.
arden op
strekt bg
,GS Co.
f
ts,
1Z.
Va?» k§al dagsll&S; aitgemtezi ep I©*- m Seasiiagtm.
Aboanamante-Adverjiintlgn cp aee? voordealige voorwaart».
♦ÖS.
"3 23 c.)
33 50.,
rtrek van
rss-elan eo
Breskene,
Borsaelen
tDAQS
al.lk-o
UATmAlS WiLiTIH.
Aangifte ter inaehry«Dg voor de Militie.
Burgemeester en Wethouders van
Vlissirgen, brengen ter kennis van wie
het aangaat, en meer bijzonder van de
in het jaar 1885 geboren mannelijke
personen, of van hun vader, moeder,
voogd of curator, dat bi) de, ingevolge
het Koninklijk besluit van den 16 No
vember 1901 (Staatsblad no. 222) op 1
Januari 1902 tn werking tredende Mili
tie wet 1901 (Staatsblad no.212 van 1901),
bet volgende is bepaald
Art. 18. Voor de militie wordt inge
schreven
lo. Ieder minderjarig mannelijk Neder
lander, die binnen bet Ryk, in het Duit-
sche Rijk of in het Koninkrijk België
verblijf houdt
2o. Ieder minderjarig mannelijk Neder
lander, wiens vader, moeder cl voogd
binnen het Rijk, in het Duitsc'ae Rjjk,
of in het Koninkrijk België woonplaats
h6efi
30. Ieder meerderjarig mannelijk Ne
derlander die binnen het Rflk, in het
Duitscbe Rijk of in het Koninkrijk Belg
woonplaats heeft
4o. Ieder mannelijk ingezetene, niet-
Nederlander,- zoo hij op den 1 Januari
van het jaar het 19c levensjaar was i ï-
getreden en niet verkeert in een der b(j
art. 15 omschreven gevallen.
Ingezetene is, voor de toepassing van
het bepaalde hierboven onder 4 i.
A. de binnen het Rijk verblijf hou
dende minderjarige niet-Nederlander
a. wiens vader, moeder of voogd binnen
het Rijk woonplaats heeft en haar ge-
durende de voorafgaande achttien maan
den in het Rijk of de koloniën of be
zittingen des Rjjks in andere wareiddeeien
gehad heeftjb.van wiens ouders de langst
levende bij zijn of haar overlijden in het
hierboven onder a t naschreven geval vei
keerde, al verkeert zijn voogd niet in
dat geval of al is deze buiten 's lands
gevestigd c. die door zij a vader, moeder
of voogd verlaten is, of die ouderloos is,
of in wetteljjken zin geen vader of
moeder heeft en van wien niet bekend
is dat hg een voogd heelt, indien hg
gedurende de voorafgaande achttien maan
den in het Rijk verblijf gehouden heeft
B. de meerderjarige niet-Nederlander,
die binnen het Rijk woonplaats heeft en
haar gedurende de voorafgaande achttien
maanden in het R|jk, of de koloniën of
bezittingen des Rijks in andere wereld
dee'.en gehad heeft.
Voor minderjarig wordt voor de toepas
sing van het hier boven bepaalde onder A
gehouden hij, die minderjarig is in den zin
ier Nederlandsche wet. Voor meerder -
iarig wordt voor do toepassing van het
bepaalde hierboven onder B gehouden hjj,
iie meerderjarig is in den zin van
roormelde wet.
Art. 14. De inschrijving geschiedt
lo. van hem, bedoeld in art. 13, eerste
iinsnede lozoo hij binnen het Rijk
(er blijf houdt en zijn vader, moeder of
loogd aldaar woonplaats heeft, in de
remeente der woonplaats van vader,
poeder of voogd zoo hij binnen bet rijk
erblflf houdt en z(jn vader, moeder of
oogd elders dan binnen het Rijk woon-
laats heeft, in de gemeente, waar hjj
'erblfjf houdtzoo bij door zjjr vader,
Boeder of voogd verlaten is, ouderloos
of in wettelijken zin geen vader of
loeder heeft en het niet bekend is dat
j een vocgd heeft, in de gemeente,
aar h(J verblijf houdtzoo h(j in het
uitsche Rijk verblijf houdt, in de ge-
eente Amsterdamzoo bij in het
omnkijjk België verblijf houdt, in de
meen te Rotterdam
2o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste
isnede 2o.zoo zijn vader, moeder of
bogd woonplaats heeft binnen het R|Jk,
ds gemeente der woonplaats van
der, moeder of voogd is de woonplaats
a vader, moedei of voogd in het Duit-
ie Rijk, in de gemeente Amsterdam
zjj in hel Koninkrijk België, in de
tieente Rotterdam
31. van hem, bedoeld in art. 13, eerste
snede 3o.zoo hjj woonplaats heeft
oen het R(jk, in de gemeente zflner
onplaatszoo bij woonplaats heeft in
het Duitsche Rijk, in de gemeente
Amsterdam zoo hij woonplaats heeft in
het Koninkrijk België, in de gemeente
Rotterdam
4o. A. van hem, bedoeld in art. 13,
eerste zinsnede 4oindien hij minder
jarig iszoo hij verkeert in het geval,
in de tweede zinsnede van dat artikel
onder Aa omschreven, in de gemeente,
waar zijn vader, moeder of voogd woon
plaats heef:zoo hjj verkeert in het
geval, in die zinsnede onder kb om
schreven, in de gemeente, waar zijn
voogd woonplaats heeftis de woonplaats
van dezen buiten 'a lands, dan geschiedt
de inschrijving in de gemeente, waar de
minderjarige verblijf houdtzoo hjj ver
keert in een der gevallen, in evenbe-
doelde zinsnede onder Ac omschreven,
in de gemeente, waar hjj verblijf hou it
A. vau hem, bedoeld in art. 13, eerste
zinsnede 4o indien hjj meerderjarig is
in de gemeente waar bjj woonplaats
heeft.
De in de vorige zinsnede als plaats
van inschrijving aangewezen gemeente
is die, waar het verblijf of de woonplaats
gevestigd is of was op den 1 Januari
van het jaar, volgende op dat, waarin
de in te scbrjJveD persoon het 18e levens
jaar volbracht, tenzij het iemand geldt,
wiens inschrijving te Amsterdam of te
Rotterdam moet geschieden wegens ver
blijf of woonplaats onderscheidenlijk in
het Duifsche Rijk of in hat Koninkrijk
België.
Art. 15. Voor de militie wordt niet
ingeschreven
lo. de ingezetene niet-Nederlander,
die bewijst te behooren tot een Staat,
waar de Nederlanders niet aan den ver
plichten krijgsdienst z|jn onderworpen,
of waar ten aaDzien van den dienstplicht
het beginsel van wederkeerigheid ia
aangenomen
2o. hij, dia bewijst in de koloniën of
bezittingen des Rjjks in andere wereld-
deelen verblijf te houden of woonplaats
te hebben, al beeft zijn vadsir, mo9der,
voogd of curator woonplaats binnen het
Rjjk.
Art. 16. Hij, die volgens art. 13 be
hoort te worden ingeschreven, is ver
plicht zich daartoe bij Burgemeester en
Wethouders der gemeente, waar volgens
art. 14 de insch ij ving moet geschieden
aan te geven tu3schen den len en den
31en Januari van het jaar, volgende op
dat, waarin hij het 18 s levensjaar vol
bracht.
Bij ongesteldheid of afwezigheid van
hem, die zich ter inschrijving moet aan
geven, alsmede in oen der gevallen, hierna
in de vierde zinsnede omschreven, rust
de verplichting tot het doen der aangifte
indien het een minderjarige betreft, op
zjjn vader,moeder of voogd; indien het een
minderjarige betreft, die onder curateele
gesteld is, op z(jD curator.
De verplichting van vader, moeder of
voogd geldt evenwel slechts zoo hij of
zij binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk
of in het Koninkrijk België woonplaats
heeft.
Behoudens de uitzonderingen b(j de
volgende zinsnede gemaakt, rust de zorg
voor het doen der aangifte uitsluitend op
den in te schrijven minderjarige indien
zjjn vader, moeder of voogd niet binnen
het Rijk, in h8t Duitsche Rijk of in het
Koninkrijk België woonplaats heeft;indien
zjjn vader of moeder of beiden de ouder
lijke macht missen indien hij door zijn
vader, moeder of voogd vallaten isof
indien hij ouderloos is of in wettelijken
zin geen vader of moeder heeft en het
niet bekend is dat hfj een voogd h9efc.
HQ, die door de bestuurders, in art. 22
vermeld, ter inschrijving moet weiden
opgegeven of die in disnst is bij de zee
macht, de marine-reserve en het corps
mariniers bieronder begrepen, bjj het
leger hier te lande of bij de koloniale
troepen, is tot het doen van de aangifte
niet verplicht.
Voor hem of haar, die tot het doen
der aangifte verplicht is, kan de aan
gifte geschieden door een ander, daartoe
schriftelijk gemachtigd. De volmacht blijft
onder Burgemeester en Wethouders be
rusten.
De w(jze, waarop van de gedane aan
gifte moet blijken, wordt door ons be
paald.
Art. 18. Voor de militie wordt ook
ingeschreven of wordt op nieuw inge
schreven
lo. Ieder minderjarig mannelijk Neder
lander, die na dan 1 Januari van het
jaar, volgende op dat, waarin hij het
183e levensjaar volbracht, en vóó: het
intreden van het 21e levensjaar z(jn
verblijf binnen het R(jk, in het Duitsche
Rijk of in het Koninkrijk België gevestigd
heeft
2o. Ieder minderjarig mannelijk Neder
lander, wiens vader, mosder of voogd
Da den 1 Januari van het jaar, volgende
op dat, waarin de minderjarige het 18e
levensjaar volbracht en vóór het intreden
van diens 21e levensjaar zijne of hare
woonplaats binnen het Rijk, in het Duit
sche Rijk of in het Koninkrijk België
gevestigd heeft
3o. Ieder mannelijk minderjarige, die
na dm 1 Januari van het jaar, volgende
op dat, waarin hö het 18e levensjaar
volbracht, en vóór het intreden van het
21e levensjaar Nederlander of opnieuw
Nederlander is geworden, zoe hg in een
der hierboven onder lo. omschreven ge
vallen verkeert, of wiens vader, moeder
of voogd verkeert in een der gevallen
hierboven onder 2o. omschreven
4 a. Ieder meerderjarigmaunelfjkNeder
lander, die na den 1 Januari vau het jaar,
volgende op dat waariu hU het 18 o
levensjaar volbracht, eu vóór het in
treden van het 21e levensjaar zijne
woonplaats binnen het Rflk, in het Duit
sche R|jk of ia het Kouinkrgk België
gevestigd of er woonplaats verkregen
heeft
5o. Ieder manneigk meerderjarige, die
na den 1 Januari van hetjazr, volgende
op dat, waarin b(j het 18e levensjaar
volbracht, en vóór het intreden van het
21e levensjaar Nederlander of op nieuw
Nederlander is gewordoi-.. zoo hil in een
der hierboven onder 4o. omschreven ge
vallen verkeert
6a. Ieder mannelijk niet-Nederlander,
die na den 1 Januari van het jaar,
volgende op dat, waarin hö het 18e
levensjaar volbracht, en voor het intreden
van hat 21e levensjaar ingezetene of op
nieuw ingezetene is geworden in den zin
der tweede zinsnede van art. 13.
Hierbg gelden de laatste zinsneden
van dat art. en art. 15.
Ten aanzien van de gemeente, waar
de inschrijving of de inschrijviogop nieuw
moet geschieden en van da verplichting
tot het doen van aangifte ter inschrijving
of ter inschrgving op nl6uw, gelden de
eerste zinsneden van art. 14 en de laatste
vgf zinsneden van art. 16.
Ds aangifte ter inschrö»ing of ter in
schrijving op nieuw van hem, dia volgens
da eerste zinsnede van dit artikel moet
worden ingeschreven, geschiedt binnen
dertig dagen Da het verkrögen, of, werd
hö reeds vroeger ingeschreven, doch van
het register afgevoerd, na het terug er
langen van het Nederlandschap of van
het ingezetenschap, of na de vestiging
van verbigf of de vestiging of het ver-
krögen van woonplaats, binnen het. Rök,
in het Duitsche Rök of in het Koninkiyk
België.
De inschrgving geschiedt in het register
betreffende de lichting van het jaar,
waartoe de in de eerste zinsnede vau dit
artikel bedoelde persoon volgens zgnen
leeftgd behoort. Art. 166. Mat boete
van ten minste vgftig cents ea ten
hoogste f 100 wordt gpsbaft de over
trading vau de artt. 16, 18 ea 22.
Zij, die iDgevoige bovenstaande wets
bepalingen in deze gemeente voor de mili
tie moeten worden ingeschreven, moeten
mitsdien hiertoe bg hen, Burgemeester
en Wethouders, ter Gemeente Secretarie,
tusschan den 1 en dea 31 Januari 1904
worden aangegeven.
Men wordt verzocht, zich tot het doen
der aangitte ter Gemeente-Secretarie
(Bureau Bevolking) aan te melden.
VJissiogen, 29 December 1903.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
J. H. DOMMISSE, 1. s.
Art. 104 der Militiewat.
Ds Burgemeester vaa Vlissingan
brengt ter kennis van de lotelingen
der militie voor de lichtingen 1903 en
1904 dezer gemeente, die dingen naar
een bewös, hetzg van militaire bekwaam
heid en lichameigke geoefendheid, betzö
alleen van militaire bekwaamheid of
alleen van lichameigke geoefendheid,
dat het onderzoek dienaangaande zal
plaats hebben op 7 Januari 1904.
Bedoelde lotelingen zön iugedeeld in
de 2e ploeg en moeten zich op boven-
genosmden datum ten 2 ure bevinden
te Middelburg iu de kazerne Korte Noord
straat.
ViissiDgen, den 29 Deo. 1903.
Be Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
BSUII&M&Iira.
Verkrijg bsarateliing soldgea zeemacht,
De Burgemeeester van Vlissingen
brengt ter kennis van belanghebbenden
dat de aanvragen tot uitbetaling -.It
postwissels voor betrekkingen van offleie-
ren en mindere schepelingen te wier
behoeve, iDgevoige Konlnkigk besluit
van 28 Juni 1898, no. 42, een gedeelte
zeetraktement of soldg is afgestaan, ter
Gemeentt-Secretarie kunnen worden af
gehaald, dageigks van des voormiddags
10 tot dea namiddags 4 ure, uitgezonderd
Zen- en Feestdagen.
Vlissingen, den 29 December 1903.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Gebouwde eigendommen.
Bljjkeas de Mamode vaa antwoord
op hst atdeelicgs-verslag der Eerste Ka
mer betrtffjiide ds ontwerpen van wet
tot de eerste wöziging van de wet van
2 Mei 1897 tot herziening dar belastbare
opbrengst der gebouwde eigendommen en
ten tweede wöziging en verhooging van
hoofdstuk VIII B (financiën) der Staats-
begrooting van 1903, deelt de minister
van firaaciën de uitgesproken vrees niet
dat de thans voorgestelde bepalingen
niet geigkmatig voor het geheele land
zouden werken.
Bij het ontwerpen der nieuwe regeling
heeft de minister met den maesten ernst
overwogen of het niet de voorkeur zou
verdienen terug te keeren tot de vrö-
stelling der landbouwachuren ea dus
tot d9 wetgeving vaa vóór 1873. In
aansluiting aan hetgeen daaromtrent
voorkomt in het versiag der hoofdcom
missie, heeft hö echter daartoe niet
kunnen basiuitea, daar ook bevond,
dat de argumenten, welke in 1873 tot
intrekking dier vröstelling hebben geleid
nog aitgd galden en dat hunne waarde
voor wöziging der beiastingwetgeving in
latere jaren geenszins is varzwakt.
Hoewel in he' algemeen toegevende
dat het schatten vaa huurwaarde der
landbouwachuren somtgds moeite kan
opleveren, betwgtelt de minister of zulks
niet- of minder het geval zoude zön
wanneer de stichtingen korter zouden
galden ais eeniga maatstaf van belast
bare opbrengst. Waar de huurwaarde
uit degeigke üuurprgzea voor soortge-
ïgke eigendommen in de omgeving is
af te leiden, wordt de belastbare opbrengst
daarvoor geregeld. Waar dit niet het
gav tl is, vindt, daar geen andere weg
open staat, afleiding dier opbrengst plaats
uit de atichbingsko3ten.
Op last van den min. van justitie
zuilen zoo spoedig mogeigk in de meeste
huizen van bewaring, naar gelang de
beschikbare ruimte eenige cellen worden
ingericht voor bözondere preventief ge
detineerden.
Het verschil zal hoofdzakeigk daarin
bestaan dat er groote vensterramen in
gemaakt zullen worden, alsmede wit
gepleisterde muren in plaats van steenen,
en ander meubilair.
Daar het gaande wig inleveren van
wapenen 6n ledergoed. in gebruik bg
schuttergen, in de eerstvolgende jaren
tot veel correspoDdontie zou aanleiding
geven, indien dit op de tot nu toe ge
bruikelijke wöze bleef geschieden, heeft
de minister van binnenlandsche zaken
eene eenvoudiger regeling getroffen, waar
mede de betrokken gemeentebesturen zön
;n kennis gesteld.
Met Januari a, s. zullen aan alle
hoofd- en verdere officieren van de land
macht indentiteitskaarten worden uitge
reikt met portret, naam en rang. Deze
kaarten, in portefeuilleformaat, moeten
dienen om zich te kunnen legitimeeren
wanneer de officieren niet in uniform
per spoor reizen, ten einde de verlof
passen eventueel te kunnen laten ver
vallen.
Naar men verneemt zal bg de nieuwe
regeling vaa de traktementen van het
pose- en telegraafpersoneel o. a. het
maximum tractement van de klerken der
postergen en telegraphie, niet in het
bezit van de post- en telegraafradicalen,
worden gebracht van f1200 op f1400
en dat van de klerken in het bezit van
beide radicalen van f 1500 op f 1800.
Ook voor de a. s. jaarwisseling heeft
de directeur-generaal der postergen en
telegrafie aan ds ambtenaren doen weten,
dat hg ook zoader toezenuing van naam
kaartjes, üat er gaarne voor zal houden,
dat zg faem in den nituwan jaarkring
het beste toewansehan.
Ts rekenen van 1 Januari 1904 wor
den de onderofficieren en minderen, die
tot het reserve-personeel der landmacht
behooren en een rang bekleeden beneden
dien van vaandrig, kornet of adjudant
onderofficier, en zg, die tot dat personeel
worden toegelaten, voor 's Rgks rekening
van kleedirg en uitrusting voorzien. Het
onderhoud daarvan geschiedt mede voor
's Rgks rekening.
Het vorenstaande is mede van toepas
sing voor da ondei officieren beneden den
rang van adjudant-onderofficier, die
krachtens artikel 2, punt 6, dar Pensi
oenwet voor d j landmacht 1902, uit den
dienst w orden ontslagen onder verplichting
na dat ontslag, bö de reserve van de
landmacht te dienen.
De resarve-adjudanten-enderoffisier zön
verplicht voor eigen rekening te voorzien
in de aanschaffing en het onderhoud van
nun wapenen, kleeding en uitrusting. Tot
tegemoetkoming in de kosten daarvan
omvangen zg een jaarigksche vergoeding
van f 25.
Blijkens bg het depart, van marine
ontvangen berichten islo. Hr. Ms.
instrucueschip .Nautilus', onder bevel
van den kapt.-luit. R. O. J. Verschoor,
24 dezer ts Las Paltnas aangekomen
2o. Hr. Ma. panlserschtp „Korienaer*,
onder bevel vaa d3a kapt. ter zee J.
Cardinaal, 25 dezer te Funchal binnen-
geloopen, en 3o. Hr. Ma. panissrdekschip
„Friesland", kommandant de kapt. ter
zee A. L. Van der Moolen, op laatstga-
melden datum van Palermo vertrokken
en 27 dezer te Port-Said aangekomen,
van waar de kommandant voornemens
was 28 daaraanvolgende te vertrekken,
ter voortzetting der reis naar Oast-Indië.
Vltaaingen 89 Deo.
Ds exploitatie der Vlissingsche haven
werken.
De heer Lucasae zön rede vervol
gende, zeide
Als nu ,de Schelde" voor een en
ander niet zorgt of er schade bg ïgdt,
laat dan de regeering het contract met
,de Schelde" opzeggen. In elk geval
behoort de Staat te zorgen, dat de haven
van Vlissingen op geigken voet behandeld
wordt als onze andere havens Amsterdam
en Rotterdam. Dit is de plicht der re
geering. Kunnen de schepen er niet laden
en lossen, omdat er tarieven geheven
worden, die elders niet bestaan, dan be
haoren die tarieven te verdwönen en
kunnen de schepen er niet komen lossen
en.laden, omdat daartoe geen iarichtlngan
zön, daa moet ds regeering zorgen dat
zö er komen. Anders komt er vaa Vlis
singen als haven niets, een haven die
miliioenen aan het Ryk g,koet heelt en
ter exploitatie is gegeven juist ma „da