gij pijn? TERBALSEM, eslaken Japon Dinsdag 3 November. iinoeakndsole krlisi. Ko. £59. 41e Jaargang. 1903. FEUILLETON. VAN DEa EIJK. DEAl. iffen-Export. ïatiek, jicht, kneu. Bpierverrekkingeu [ij-, oude en nieuwe duldelooze pijnen ten geen naam kan l onverwijld are geneesmiddel, waar- verlost wordt van de :e pijnen. -ijs per pot ct., 1,20, ƒ2,50, a al -Agent: moet voorzien zijn van land, waarop de hand- an den generaal-agent voorkomt, te Vlissingen by A. Lepelstraat 124W. Middelburg; Gebrs. jzEasrxxA.". gi te Amsterdam Kon. goedgekeurd. appeljjk kap. lOO.OOi ve. J. L. ELDERS. '.egelruiten, Spiegels, ga tegen het geval vs| door onvoorzichtigheid straatrumoer, etc. tegei |t voor Zeeland, N 125. oote partü prachtige, 'LANEL, breed 70 cM., een weinig aan den Iiadigd is, in 't ge- r evengoed om, wordt en uiterst lagen prjjs 5.40 per stukje van |an particulieren tegen verkochtprima 90. ukje ontvangt men .eurig Dameslaken timeter, in de kleu terbruin, donkergrijs, ■rdeaux, marineblauw, e. Stalen worden op_ :o verzonden. Leve-t embours met recht; tg per postwissel er Ïietten„voor Flanel" van het Dameslaken ngt. V. d. MEER, e n g e 1 o (O.). li) P T Inge stalen onz«| watt, wit of gekleurd, 3DRUKTE FOULARD' CHINE, ECRUE en| >or Costuums en Blou ents per Meter, in Holland direct aan zenden de uitgekozen j-awco reehten en port ÏER Co., Lucern (Zwitserland.) VLISSIMSCHE COURANT. Pr(ja per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50 Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich b(j alia Boek handelaren, Postdirecteuren es' rechtstreeks by den Uitgever r. VAM BB VSLB1 ïr., Kleine Markt, I. 1ST. ABVERTENTIÊN van 1-4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. By directs opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prya slechts tweemaal berekend, Groot» letters en cliché'» naar plaatsruimte. V«n kgnt dagel$k*, attg«s«aiÊï(l op lom- es f««stages. Tislaiplioomaumi&sr I©. Umemaiti-lMeiiSèi op goor voordeelige vooFwanrd.n. Wijziging Militiewet 1901, Aan het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer betreffende bovengenoemd w«ut- ontwerp ontleenen wij het volgende Verscheidene leden waren niet ingeno men met dit wetsontwerp, ofschoon zy erkenden, dat sommige der voorgestelde wijzigingen, bepaaldeiyk de nieuwe rege ling van de vergoedingen ten baboe ve van minvermogende betrekkingen van kostwinners, als verbeteringen zyn te beschouwen. De hoofdstrekking van het ontwerp lag echter naar de meening dezer leden in de voorgestelde wyziging van art. 109 der Militiewet, welke strekt tot een verbooging van het maximum van het blyvend gedeelte en tot verlenging van den duur van den dienst by dat gedeelte van vier tot acht maanden voor de onbereden korpsen met4afschaffl:)g van het ploegenstelsel. Dit voorstel werd be schouwd als een Diet onbelangrijke ver zwaring van den dienstplicht. Men achtte het in stryd met den geest der Militie wet, welke te beschouwen is als uitvloei sel van een compromis tusschen hen, die den weg wenschten te banen tot een volksleger en hen, die in theorie aan een beroepsleger de voorkeurgeven,en noemde het voorstel militaristisch en reactionair. Voorts voerde men aan, dat by het tot stand komen der Militiewet getracht is den druk voor allen zooveel mogeiyk geiyk te maken en dat de voorgestelde wyziging met dit democratisch beginsel niet is overeen te brengen. Waar nu reeds achtereenvolgens twee van elkander afwykende voorstellen tot wyziging der Militiewet worden iDgediend, wenschten enkelen te vernemen, of de minister meent, dat, als dit wetsontwerp wordt aangenomen, voorshands geen na dere wyzigingen zullen worden noodig geacht. De minister heelt gezegd, dat wyziging van de Militiewet noodig is om .beter gewapend te zyn tegen eventuali teiten als zich in het begin van dit jaar hebben voorgedaan" en dat „de toestand van Amsterdam met zyn vele woelige elementen en zyn telkens herhaalde werk stakingen biyvende voorziening zal eischen". In verband hiermede vroeg men met name, of de minister kan verzekeren, dat by later geen voorstel tot verhooging van het blyvend gedeelte boven het thans voorgestelde maximum van 8000 zal doen. Hiertegenover werd door anderen in de eerste plaats opgemerkt, dat beschuldi gingen omtrent reactionaire of militaris tische bedoelingen weinig zin hebben en tot begripsverwarring aanleiding geveD, waar het aankomt opeen wyziging, welke, behoudens een verhooging van het maxi mum van het blyvend gedeelte met slechts 500 man, geenszins verzwaring, maar alleen verplaatsing van lasten met zich brengt. Terwyi eenigen ontkenden, dat erby het totstandkomen der wet van (Vry vertaald door M. J. K.) 83.) Wat? ik, een ambtenaar van de politie, zou ik iemand helpen vluchten, die aangeklaagd is wegens moord? Neen, niet helpen vluchten, maar bijstand verleenen om de ware schuldigen ti ontdekken. Neen, ik kan niet naar u luistereQ, ik moet myn plicht doen. Gy moet voor het gerecht uw onschuld bewyzen. Wanneer ik van myne vrybeid beroofd word kan ik die niet bewyzen - ik zou my zeiven reeds by het girecht hebben aangemeld, wanneer ik riet had ingezien dat alles tegen my ia. Ik bid u ik bezweer u denk eens bi,dat gy hier in deze kamer ryt, dat een compromis tusschen welke richtin gen dan ook sprake is geweest, voerden anderen aan, dat militaristisch is een beroepsleger met een kader, bestaande uit personen, die den militairen dienst als beroep gekozen hebben, maar dat een wyziging, welke beoogt de kadervorming u.i. militieplichtigen te bevorderen, zich beweegt in de richting naar een volks leger. Van verschillende zyden werd de aan dacht gevestigd op eenige wyzigingen van niet in het wetsontwerp vermelde arti kelen, welke alsnog daarin zouden kunnen worden opgenomen. Vele leden waren van meeniug, dat het wenscheiyk is bij deze gelegenheid de vrystelling te herstellen, welke jongelie den wier ouders in Ned.-Indië gevestigd zyn en die naar Nederland komen om te studeeren, onder de vorige Militiewet genoten. Sommige leden wezen op het feit, dat men teDgevolge van de redactie van de artikelen 13 en 18 zoowel hier te lande als in België of Duitschland dienstplich tig kan zyn. Eenige leden drongen aan op wyziging van art. 106 krachtens hetwelk mili ciens kunnen worden aangewezen om tot kader te worden opgeleid, voor zoover zich van de lichting geen voldoend aantal personen aanmeldt, in verband met het laatste lid van art. 109, volgens welke bepaling zy die voor kadervorming zyn aangewezen, steeds tot het blyvend ge deelte behooren. Tengevolge van deze voorschriften worden thans vele miliciens tegen hun zin verplicht tot een buiten gewoon lang verblijf in de kazerne. Voorts wenschte men de wet zoo ge- wyzigd te zien, dat eerst allen, die aan de by art. 104 gestelde eischen voldoen, voor iniyving tot korte oefening in aan merking gebracht zouden worden en dat, iniyving voor ongeoefenden tot korte oefening alleen zou geschieden, vooizoo- ver er minder dan 5200 geoafenden beschikbaar zyn. In een der afdeelingen werd de by dit verslag gevoegde Nota ingediend en voor gelezen, waarby in overwdging wordt gegeven alle iotelingen aan een zorgvul dig geneeskundig onderzoek te onder werpen, voordat over de aanwyzing tot den dienst beslist wordt. Enkele leden der afdeeling verklaarden ingenomen te zyn met de in de Nota ontwikkelde denkbeelden. Door een der leden werd aangevoerd, dat de gdljjktydige all 3vering van tot korte oefening icgeiyfden die wei en die niet geoefend zyu, vele moeilijkheden in den dienst veroorzaakt. Hy wenschte bepaald te zien, dat de niet-g6oefenden zouden opkomen op een ander tydstip dan de geoefenden. Enkele leden wenschten art. 111 ge- wyzigd te zien, opdat de miliciens na het bereiken van den 23jarigen leeftyd niet meer tot herhalingsoefeningen op geroepen kunnen weiden. Het Verslag vermeldt verder de op» ik in uw macht ben, dat gy myn geheim kent, van dat alles ben ik toch zeif de oorzaak, niet waar Ik zolf verzocht dat gy hier zoudt komen, Dat is waar, erkende Schmelder besluiteloos, maar Hy was geheel de kluts kwyt. Heinz Werlirig, dien men dood gevonden en begraven had, stond frisch en gezond voor hem en leidde het leven van een millionnair. Voor een oogenblik vergetende dat hy vermoedeiyk met een misdadiger te doen had, deed hy Werling allerlei vragen, om zyn nieuwsgierigheid te bevredigen. Wie was de doode man, dien wy in uw kamertje vonden? Myn tweelingbroeder, Robert Wer ling. Hy kwam mij bezoeken en stierf plotseling aan een beroerte. Ik verwis selde van kleeding met hem. Hy had my verteld, dat niemand in Duitschland hem kende, dat hij dienzelfden avond deze woning zou betrekken, waar no? geen enkele bediende hem kende. Hy zei ook, dat hy het onrecht, aan my begaan, wilde goedmaken en zyn gehaele vermogen by testament aan my had vermaakt. Toen by dus dood ineenzakte in myn kamer, werden al zijn bezittin- merklngen, die by de verschillende ar tikelen van bet wyzigingsontwerp zyn gemaakt. De heer Van Viymen heeft, gelijk hier boven reeds werd gemeld, aan het Ver slag een Nota gevoegd, waarin hy in overweging geelt alle iotelingen aan een geneeskundig onderzoek te onderwerpen voordat over de aanwyzing tot dien dienst beslist wordt. Hy berekent dat hiermede f 20,000 kan worden bespaard en dat de afgekeurde Iotelingen, die ge middeld 20 dagen in werkeiyken dienst moeten biyven, daarvan ook voordeel zullen hebben. Teneinde dit onderzoek deugdeiyk te doen plaats hebban, zau de militieraad moeten worden bygestaan door een com missie samengesteld uit ééa burger-arts en twee militaire artsen, van welke laatste ééa, zoo mogeiyk, den rang van diii» geerend officier van gezondheid zou moeten hebben. De heer Van Viymen geeft vervolgens de wyzigingen aau, die in de wet plaats zouden moeten vinden, indien zijn denkbeeld werd verwezeniykt. Ons Ministerie. „De Maasbode" herinnert aan enkele uitspraken van links over dit ministerie. Allereerst aan wat mr. Van Giise zei in de „Vragen des Tyds" „Niemand zelfs niet de felste politieke tegenstander, zal ontkennen, dat in het kabinet mannen zitting hebben van bekwaamheid en talent, en allerminst zal iemand den premier buitengewone kennis en bekwaamheid ontzeggen Ia werkkracht en y ver toont dr. Kuyper inderdaad by goen zyner voorgangers achter te staan."- - Eu de „Arnh. Ct"., dit getuigschrift aanhalend, erkent „da groote werkzaam heid, naast dea premier ook door de ministers van justitie en flaanciën vooral aan den dag gelegd." Zulke getuigenissen van zulke zyde zyo voorzeker kostbaar. „De Maasbode" vindt het nu vreemd, dat de man, die gedwongen was tor bovenstaande erkentenis, er dadeiyk by voegt„de heeren nemen te veel hooi op hun vork". Zoo gaat het, zegt „de Maasbode" Zoo gaat het I Hadde het ministerie weinig verricht, dan zou men gedaan hebben als tydens het eerste christelijk ministerie,toea,Uilenspiegel" uitteekende den minister van fiianciëa in zyn kabinet: jhr. Godin de Beaufort languit op een canapé. Nu het verbazend veel heeft uitgevoerd, roept de „Arnhemsche", dat het ministerie zonder methode werkt. En ze voegt erby om „in byzonderheden op deze fout van hst ministerie de aandicht te vestigen, zal 't de tyd zQn by de verkiezingen van 1905." Voor eeu ex-parlementair is tactiek als deze toch wel wat al te doorzichtig Met dat al nemo men nota van de erkentenis van het Geldersche blad, dat gen met volle recht myn eigendom. Als Heinz Werling bleef hy dood in myn kamer liggen als James Walter ging ik hierheen en nam in bezit, wat my rechtens toekwam. Als in een droom luisterde Schmelder naar dit verhaal. Hy kon zich de zaken byna niet duideiyk voorstellen doch een inwendige stam zeide hem, dat Werling waarheid sprak. Gebruik makende van Sehmelder's verwarring, ging Heinz haastig voort met vertellen. Hy verklaarde, hoe alles gekomen was, sprak over het complot dat Hollenberg hem had toegedicht, en hoe hy had toegestemd den graaf op reis te vergezellen, niet echter om hem te vermoorden, wel om hem tegen den misdadigen aanslag te beschermen, waar van hy bestemd was het slachtoffer te worden. Hy vertelde van zyn laatste bezoek by den graaf, en hoe hy volstrekt geen vermoeden had gehad van hetgeen er gebeurd was, totdat hy er over gelezen had in de kranten. Toen htj alles verhaald had, was Schmelder ten volle overtuigd van zyn onschuld. Hy sloeg ook geloof aan Wer- ling's zeggen, dat deze een onderhoud met hem als ambtenaar van politie als er Diet genoeg wetten tot stand komen, dit niet de schuld is van de regeeriug maar z. i. van de te omslach tige werkwyzs der Kamer, waarin het verandering zou willen gebracht zien Is het echter wei juist, dat bier de fout schuilt We zouden eerder geneigd zyn de schuld te geven, niet aan de manier van werken in ons Nederlandsch parlement die, met de voorafgaande bespreking in de afdeelingen en de sehrif- teiyke gedachtenwlsseling tusschen volks vertegenwoordigers en regeeriug althans zooveel waarborgen mogeiyk voor eena degeiyke behandeling biedt maar veel eer, met de „Nederlander", aan het on bedoeld obstructionisme der sociaal democraten. Over byna elk onderwerp praten dezen. En het blad herinnert dan aan de discussie over de Telephoonwat en over de Mynwet, waarin duideiyk uitkwam, hoe de socialisten de Kamer ophouden. Toch dunkt ons dat de wyza van werken der Kamer óók wel iets op haar rekening heeft. Arbeidswet en Bakkersbedrijf. Door een aantal bakkerspatroons in Nederland is, in verband met het bekend geworden voorontwerp arbeidswet, een comité gevormd, onderden naam „Haagseh Bakkerscomité'', dat een onderzoek instelde naar de bepalingen in dat ontwerp en tot de conclusie kwam, dat het zich tot den minister van binneDlandsche zaken moest wenden, om zoo mogeiyk te voorkomen, dat het voorontwerp ongewyzigd by de Tweede Kamer werd ingediend. Om een audiëntie te vorkrygen, werd aan den minister een toelichting gezonden waarna de minister eenige heeren van het comité te zyneat verzocht. In deze audiëntie werden de verschillen de bepalingen besproken en verzocht de minister den heeren hun denkbeelden omtrent den arbeidsduur in bakkeryen in een wetsontwerp neer te leggen. Hiertoe is het Haagsche comité over gegaan. Dinsdag 10 November, des namiddags ten 2 ure, zal ia het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te Ucrecht een algemeene vetgadering wor den gehouden, waarop o.a. dit veranderde ontwerp van de wstzal worden besproken. H. M. de Koningin en Z. K.H. Prins Hendrik zullen, nadat zy zich Donderdag a. s, naar Wandsbeck zullen hebben begaven, voigens de geruchten naar Arotsen gaan, om. van daar uit naar deD Haag terug te keeren. Ambachtschool-leeraren, Door den Bend van Ambachtschool- leeraren is aau de ministers van binnen- landsche zaken en fiianciëa een adres gezonder), waarin wordt gewezen op het belang van het ambachtsonderwys en op de noodzakeiykheid van het aankweeken gevraagd had, omdat hy hoopte door te gaan voor zyn broeder Robert, en op die wyze toch aau de ontdekking der waar heid kon medewerken. Toen Heinz hem verhaalde van het voorstel, dat de „Prins" hem had gedaan, twyfelde Schm.lder voistrekt niet, wie de eigeniyke moor denaar was. Nadat Werling vertrokken was, waren de „Prins" en ééa van zyn makkers het huis binnengedrongen, by den juweelendiefstal door den graaf over vallen en hadden hem gedood. Thans doorzag Schmelder de geheels zaak en ook dat Proft geiyk had met z.yn meening betreffende de verdwenen cognacflasch. Hij had oprecht medeiyden met den man, dien hy nimmer als een slecht mensóh had beschouwd. Eigeniyk zou hy hem gevangen moeten nemen, dat was zyn plicht. Doch bezield door het verlangen om zyn eigon inzicht van de moordgeschiedenis ten slotte erkend te zien als hst ware 6D ook om Haiuz Werling te vry waren tegen het smad:- lyke dat eene gevangenneming moest na zich sleepeu, besloot Schmelder alles te wagen en voorloopig het toevertrouwde geheim te bewaren. En als hy op het spo -r kwam van en behouden van goede leerkrachten. Op de reeds meermalen daarvoor ontwikkelde gronden verzoekt de Bond dat daarom ook het personeel dier scholen in de thans door de regeering ingediende ontwerp- pensioenregeling worde opgenomen. Eet Nut. Uil het thans verschenen jaarboekje van de Maatschappy tot Nut van 't Algemeen biykt, dat de maatschappy op 31 Juli j.l. teldo 291 departementen met 12698 leden en begunstigers, 139 bui tengewone leden, 5 vereeniging-leden eu 213 eere-leden. Verleden jaar was het getal leden 12791 en het aantal departe menten 291. Onderdo instellingen derdepartementen worden 0. a. vermeld17 begrafenis fondsen, 79 bewaarscholen, 34 bibliothe ken voor jongelieden, 26 floraliavereeni- gingen, 24 hulpbanken, 28 scholen voor handenarbeid, 33 schilen voor vrouwoiyke handwerken, 147 spaarbanken, 34 teekenscholen, 803 volksbibliotheken enz. De ontvangsten en uitgaven voor 1903/1904 zyn geraamd op f 41,731. Het hoofdbestuur der Vereeniging van hoofden van scholen in Nederland, dat op de volgende algemeene vergadering hot onderwerp „Schoolartsen" in bespro king wil brengen, heeft de afdeelingen uitgenoodigd dit onderwerp in studie te nemen. Het hoofdbestuur noemt daarby de volgende vragenWelk nut is van de aanstelling van schoolartsen te ver wachten? Welke behoort de taak dier artsen te zyD? Zouden er door onge paste inmenging ook moeieiykheden van te vreezen zyn? B'ykana by het departement van marine ontvangen bericht zijn Hr. Ms. torpedo- booten „Python," „Sphinx* en „Mino- taurus," gezameniyk onder bevel van den luitenant ter zee 1ste klasse C. W. de Visser, 30 October te Sabangaangekomen. Da commandant was voornemens h9den de reis voort te zetten, met eerste bo- stemming naar Singapore. President Eruger. De directeur van het Parysche blai „La Patrie" is naar Menton gegaan om President Kruger cea artistiek brons „Sursum Carda", aan te bieden, dat ge kocht is uit de inschryving door h9t blad daarvoor geopend toen Koning EI- ward in Parys vertoefde. Over dit bezoek aan den President meldt hy 0. a. aan zyn blad: „Ik hib zoo juist den grooten overwonnene b:- groet. Ik ban nog ontroerd door dit smarteiyk bezoek. De aangapende woor den welke wy wisselden, en de indruk, dien ik meenam van het treurig en toch ook plechtig onderhoud, hebben my diep bewogen. Welk een bewonderenswaardige moed 1 Welke verheven onderwerping de raadselachtige misdaad en den moor denaar aan de justitie kou overleveren, dan was dit een gevolg van Werlings rnedeieelingen met deze overweging trachtte hy zyn geweten gerust te stellen. Het was een wanhopig waagstuk, dat hy ging ondernemen maar hy deed dit om een onschuldige niet om een schuldige te redden. Nu kwam het er op aan een moeiiyk- heid te overwinnenhoe zou hy de misdaad van Hollenberg bewyzen zonder de getuigenis van Werling. Hollenberg kon slechts gevangenge nomen worden onder aanklacht dat hy in overleg met Heinz WerliDg, den moord had beraamd. Wie zou nu bewyzen dat Heinz Werling geen deel had aan deu moord Toen Heinz zag dat Schmelder bereid was alles voor hem te wagen, zeide hy Ik smeek God, dat de geheele wereld eenmaal moge vernemen dat ik ODschul- dig ben aan den afschuweiyken moord. Wat my ook moge overkomen, ik wil het dragen, wanneer myn onschuldige vrouw en myn kind slechts worden be- vryd van dien verschrikkeiyken smaad. {Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1903 | | pagina 1