Woensdag 28 October. iraÉÉcie tóten No. 25 L 41e Jaargang. 1903. ÏLISS1S8SC1E COITRANT Prfls per dris maanden 1.30. Franco per post 1.50 Afzonderiyke nummer* 6 cent. Men abonneert zich by alle Boek handelaren, Postdirecteuren el rechtstreeks bty den Uitgever F. VAN BS VELÏE Ir., Kleine Markt, I. 1S7. ABVERTENTEÊNTan 1-4 regels 0.4®. Voor eiken regel meer 10 cent. - By directe opgaaf Tan driemaal pi»Mnt datzelfde advertentie wordt de pry* slechts (weemaal berekend. Groots letters en cliches naar plaatsruimte. Vare kfit dag^fks, mijges.aèes'i ®g Sea- m feeatdagea. l'elephooanummw IO» Aboanemento-AdTcrtentlSn op aeer roordoellge toorwaarden. Drankwet. In het ,Soc. Wbl." schryft mr. A. K. De regeering wil plaatseiyke commis sion instellen, die, „mede belast met bet toezicht op de naleving der wet", „de overheid van raad zullen dienen, zoowel desgevraagd ais uit eigen bewe ging, omtrent alles, wat betreft de be reiking van het doel der wet verstaan als de werng van misbruik van sterken drank". Maar tot leden van die com- mtasiën zullen alléén benoembaar zyn meerderjarige manneiyke ingezetenen. Verleden week heeft in de Kamer de minister Kuyper er klem op gelegd, dat bij geenszins blind is voor „de evolutie' inzake benoembaarheid van vrouwen voor ambten en bedieningen maar dat men zei moet onderscheiden tusschen geval len, waarin de uitsluiting van de vrouw „logisch en consequent voortvloeit uit onveranderlijke natuurwetten", en die, waarin zy „eenvoudig berust op eigen discredilionaire vinding". Hoe is hy er dan toe gekomen, hier wederom mannen alléén in aanmerking te brengen? Toch waariyk niet door consequent-logische gevolgtrekkir g uit natuurwet'en, maar enkel door discreti- onaire eigen vinding 1 Nog wel op een terrein, dat by uitstek aangewezen was voor het tegendeel. Want als er één zaak is, voor welke vrouwen goede dien sten kunnen bewyzen, dan toch zeker wel de drankbestryding met haar sterk ethisch element. In de Memorie van Toelichting staat „In het deel van de burgery, dat ernstig strfjd wenscht te voeren tegen het be wuste kwaad, schuilen krachten, die de wetgever voor zyn doel kan bezigen." Eilieve, meenen de heeren ministers van binnenlandsche zaken en van justitie soms, dat krachten, die ernstig stryd wenschen te voeren tegen de drankellende, niet schuilen ODder vrouwen Snelvuurgeschut, Een wetsontwerp is ingediend tot nadere aanvulling en verhooging van het achtste hoofdstuk (oorlog) der staats- begrooting 1903 en wel met f 425,400. De uitgaaf zal geschieden als buitenge wone uitgaaf onder een nieuw hoofd „Aanschaffing van snelvuurveldmateri- eel" en is verdeeld als volgtgrondstoffan enz. 1 244,000, paardentuig (15,000, aanschaffing van geschut enz. f 166,000, kosten keuringen f 400. Uit de memorie van toelichting biykt, dat na de gehouden proefnemingen over tuigend is gebleken, dat het Krupp'sche hydraulische stelsel van 7,5 c M. L 30 beslist de voorkeur verdient en in alle opzichten voor invoering in aanmerking komt. By de bepaling van het benoodigde is te rade gegaan met de uitbreiding (Vry vertaald door M. J. K.) 78.) Het volgende oogenblik meldde de be diende Mynheer Hartmann en trok de deur onmiddeliyk weder in het slot. Heinz Werling stond by den haard en staarde in bet vuur. Nadat de majoor een paar schreden voorwaartsjiad gedaan, keerde de millionnair zich om ten einde zijn gast te begroeten. Oogenblikkeiyk besefte hy dat hy zich vergist had slechts met moeite onderdrukte hy een kreet van schrik. Zoodra de majoor het gelaat van James Walter zag, deinsde hy terug onder een uitroep van ontsteltenis. - Wie zyt gy vroeg by heesch. Spreek, wie zyt gy welke aan de artillerie van ons veldleger noodzakelijk zal moeten worden gegeven. Het totaal-generaal bedraagt 204 stukken en 408 caissons, benevens 200 caissons voor de artillerie-munitietreinen, welke laatste in eigen werkplaatsen van voor handen nog deugdeiyke voertuigen kunnen worden verkregen. Voorts zal moeten gerekend worden op hoeveelheden gra naatkartets en granaatladingen en op de aanschaffing van 25 voertuigen met toebehooren voor het nieuw op te richten regiment veldartillerie Het voornemen bestaat om al het materieel, dat zich daartoe leent, in eigen werkplaatsen of door de Nederlandsche byzondere nyver- heid te doen vervaardigen. Hetzelfde geldt van het benoodigde buskruit. De uitgaven worden geraamd op hoog stens f 7,000,000 daaronder zijn be grepen f 235,000 invoerrechten, die in de schatkist terugvloeien en een bedrag van ongeveer i 1,300,000 voor s/6 in eigen inrichtingen en voor s/5 door de burgeriyke Nederlandsche nyverheid te verwerken. Vrees voor overschryding van deze som behoeft niet te bestaan. Over 1904 zal worden aangevraagd (3.355,600, over 1905 1 2.886,500, over 1906 f 335,500. Het bedrag van f 425,400, thans aangevraagd, zal hoofdzakeiyk bestemd worden voor aanschaffing van eene volledige oefeningsbattery in de legerplaats te O.debroek. Indien er, voor zooveel het blijken mocht dat de hier be doelde uitgaven niet uit de gewone middelen kunnen worden bestreden, m.a.w. indien biykens de staatsrekenin gen betreffende de dienstjaren 1903, 1904, 1905 en 1906 tengevolge van die uitgaven tekorten mochten ontstaan, zal ten laste van elk der jaren, die daarna nog tot 1918 verloopen zullen, boven de gewone amortisatie een -zoodanig bedrag tot aankoop van Nationale Schuld moeten worden besteed, dat het geheele tekort, door de aanschaffing van het snelvuurvelümaterieel ontstaan, in laatst gemeld jaar zal zyn aangezuiverd. Voorts wordt in de memorie medegedeeld, dat de meerdere jaariyksche uitgaven, die aan de oprichting van het 4e regiment veldartillerie verbonden zullen zyn, een totaal bedragen van f 340,000 en dat voor de aanschaffing van het by de nieuwe organisatie meerder benoodigde aantal paarden f 140,000 wordt gevor derd, te verdeelen over 2 jaren. De minister van buitenlandsche zaken, baron Van Ljjnden, ia op z{jn terugkeer naar Nederland te Parijs aangekomen. Met het oog hierop zou 't in welonder richte kringen niet verwonderen, of de minister maakte van zyn verbiyf in de Franache hoofdstad gebruik om een onder houd te hebben met zyn Franschen ambt genoot, miniater Delcassé, met betrekking tot de quaestio van het sluiten van een arbitrage-verdrag tusschen Frankryk en Nederland, waarover de onderhandelingen nog altyd loopende zyn. Terstond begreep Heinz Werling, dat hem hier geen keuze overbleef. Lang zaam trad hy op den majoor toe die niet anders meende, of een doode was uit het graf opgestaan, en zeide bedaard Ik ben Robert Werling. Nog altyd staarde de majoor hem in de grootste ontsteltenis aan de woorden welke hy hoorde, kon hy nog niet recht vatten. Doch spoedig herinnerde hy zich, hoe sprekend de broeders op elkaar geleken hadden, en nu begreep hy het. Sedert het huweiyk van zyne zuster had hy Heinz slechts weinig en Robert volstrekt niet meer gezien. Zyt gy Robert Werling? sprak hy, toen hy eenigszins bekomen was. Zyt gy de schurk die zyn broeder in het ongeluk stortte en zyne zuster den dood aandeed En zyt ge nu hie* ónder een valschen naam, als millionnair, naar men zegt Ja, ik ben pas kort weder op Duit- schen grond. Ik zocht naar middelen om het verleden weder goed te maken en het geld terug te geven dat ikmyn broeder ontstolen heb. Het toeval bracht uw zoon tot my ik durfde hem niet zeggen wie ik ben, maar ik wilde hem Vierderlei soort van Miliciens. Onder dezen titel schrijft de Heer A. L. W. Seyffardt, oud-minister van oorlog, in het weekblad „Allen Weerbaar", officieel orgaan van de vereeniging „Volksweerbaarheid", van welke de heer Seyffardt secretaris is, het volgende In het blad was verteld, dat iemand, hoewel in het bezit van het verefschte diploma voor volledige oefening (8V« maand) kan worden aangewezen. De heer Seyffardt schryft nu Ja zeker, dit kan, hos ongelooflijk, 't is toch waarde Militiewet van 1901 laat dit toe en 't gebeurt. Op het oogenblik zyn er by de infanterie (wellicht ook by de vestingartillerie en de genietroepen) vier soorten van miliciens in dienst, namelijkle. miliciens zonder diploma, met 81/,, maand eerste oefening2e. miliciens met diploma, met 8'/a maand eerste oefening3e.miUeiens met diploma, met 4 maanden eerste oefening 4e. mili ciens zonder diploma, met 4 maanden eerste oefening. Volgens de wet wordt nameiyk het aantal viermaanders in evenredigheid van het aantal ingeschreven dienst plichtigen over de gemeenten verdeeld. Zyn er dus in een gemeente meer ge diplomeerden, die in de loting vielen dan plaatsen voor viermaanders,dan gaan zy die te veel zyn en de hoogste nummers hebben getrokken, naar de categorie der 87j-maanders. Omgekeerd, is in een gemeente het aantal gediplomeerden, dat in de loting viel, kleiner dan het contin gent viermaanders, dan worden niet- gediplomeerden toch by de viermaanders ingedeeld om het aan de gemeente toe komende getal vol te maken. De wet neemt blijkbaar aan, dat 8Vj lliaaud uoiatc uoTuuluga^J «U..-.J» voor hen, die niet voorat geoefend waren, en 4 maanden voor hen, die zoo goed vooraf geoefend zijn, dat z|j het diploma verkregen. Met andere woorden, de wet acht de le en 3e soort miliciens vol doende geoefend. Doch dan volgt hieruit dat de 2a soort overdadig geoefend is en dus te lang in dienst is gehouden, en dat de 4a soort onvoldoende wordt geoefend. Ho6 personen met een gewoon men- scheaverstand zulk een wet moeten noemen, zal hier maar niet worden neergeschrevenwyziging der wet op dit punt schynt dringend geboden. Men schryft aan het „Hbld." Het is het voornemen van den minister van oorlog, in het vervolg aan militie plichtigen en aan reservisten kleeding op dracht te doan verstrekkenvoor vrywilligers zal de uitrusting in reserve rekening van kracht biyven. Tot het uitoefenen van een behooriyk toezicht op de verstrekking van kleeding en uit rusting zullen nu voor elk wapen getallen worden vastgesteld die, by benadering, de noodzakeiyke vernieuwingen aangeven wegens gewone siytage. Tot het doen helpen het was de eerste dienst dien ik aan een Hartmann kon bewyzen. Ik kwam hier om aan James Walter zyn chèque terug te brengen, zeide de majoor trotsch. Thans breng ik die aan Robert Werling terug. O neen, neen, dat moogt ge niet 1 Ge moet dat geld ais uw eigendom be schouwen wanneer Heinz nog leefde om het geld terug te nemen, waarop hy recht had, dan zou hy zich zeiven voor een veel grootere som als uw schulde naar beschouwen. Toen hy in het ongeluk kwam, hebben zyn vrouw en kind by u een tweede tehuis gevonden. De vrouw van Heinz Werling is myne zuster, ik deed niets meer dan myn plicht. Ja, en myn plicht is het, u het geld terug te geven dat ik haar man ontstolen heb. Ge staat my wel toe, dat ik het geld by uw bankier op uw naam laat schry ven, niet waar Myn halve my u geheele vermogen moet aan de weduwe van myn broader toebehooren. Wat ge doet voor de vrouw en de dochter van Heinz, is geen groot moedigheid, het is slechts een daad van rechtvaardigheid, En als ik dat gedaan heb, sprak van verstrekkingen boven en behalve die voor eerste uitrusting en voor de normale vernieuwingen zal by het wapen der infanterie, na invoering dier maat regelen, door de compagnies commandan ten machtiging moeten worden gevraagd aan den betrokken bataljons-commandant. Een bijdrage voorwaar tot de zelfstandig heid der compagnies-commandanten en een bewys van het vertrouwen, dat ge steld wordt in hun beleid en in hun zorg voor het beheer der ryksgoederen. Blijkens by het departement van mari ne ontvangen bericht zyn Hr. Ma. torpe dobooten „Python", „Sphinx* en „Mino- taurus", gezameniyk onder bevel van den luit. ter zee der le kl. C. W. de Visser, 26 dezer van Colombo vertrokken, ter voortzetting van de reis naar Oost- Indië. Het Roods Kruis. Door den officier van gezondheid A. A. J. Quanjer is een brochure in het licht gegeven getiteld „Het Roode Kruis hier en elders", met het doel 't Nederlandsche Roode Kruis aan te sporen tot grooter werkzaamheid in tyd van vrede. Aan de hand van hetgeen in vredestyd door Roode Kruisvereenigingen in den vreemde, met name in Duitschland wordt gedaan, wyst de schryver er op, dat in de algemeene vergadering van het Neder - landsch Roode Kruis in 1901 gehouden, niet weersproken werd het scherpe oor deel, dat hier te lande in vredestyd ab soluut niets wordt gedaan. De vraag of het Nederlandsch Roode Kruis, dat dank zy het initiatief van het hoofdcomité en voorzeker niet het nninst. dank zii den onvermpeiden secre taris der vereeniging, den majoor Vervioet in staat was in Transvaal het onmogeiyke mogeiyk te maken aan zooveel hoogere eischen, die by een oorlog in eigen land op den voorgrond treden, zal kunnen voldoen, wordt door den schryver niet hoopvol beantwoord. Wel bezit het hoofdcomité f 240,000 en beeft 'tde oprichting van een zuster huis met ziekenhuis te 'sGravenhage door het Haagsche vrouwen-comité mo- geiyk gemaakt, dat dientengevolge in oorlogstyd aan het legerbestuur een aantal van hoogstens 16 pleegzusters kan aan bieden, maar daartegenover stelt de heer Quanjer dat niets bekend is omtrent contracten met kloosters, diaconessen- en diaconenhuizen tot 't beschikbaar stellen van verplegend personeel. Evenmin werd in de verslagen van het Ned. Roode Kruis ooit gewaagd van maatregelen, om personeel te bezitten voor vervoer van gewonden, voor huis houdeiyke bezigheden in ziekeninrichtin- gen, voor administratieve en andere werk zaamheden in goederen depots, zoowel te velde als in het achterland. Terwyi van voorbereidingen tot het inrichten van eeu informatie-bureau evenmin sprake, van verkregen aansluiting met zustervereeni- Heinz aarzelend, als ik heb getoond dat ik niet de Robert Werling van vroeger ben, wilt ge mag ik dan myne schoonzuster eens onder vier oogen spreken t Wilt ge haar zeggen, dat ik oprecht bereuw heb over het verledene Wilt ge haar vragen, of zy my vergif fenis schenkt? Neen, ge zult haar niet zien en spreken, riep de majoor. Hoe zou myne zuster uw aanblik kunnen verdragen Gy zyt het sprekend evenbeeld van haar overleden man. Door uw schurkery hebt ge haar gemaakt tot de weduwe van een man, wieDS nagedachtenis voor eeuwig bevlekt biyft, en die door den dood barm hartig gered werd van het schavot. Hy was onschuldig! riep Werling uit.1 Dat hoop ik en ik doe althans myn best om het te gelooven, maar nu zal het bewys daarvan niet meer gele verd worden. Het kan en moet geleverd worden riep Werling. Wie zou dat kunnen Ik I In de grootste verbazing staarde dei majoor hem aan, Kunt gy het bewyzen Op welke manier gingen, zooals het Witte en Groene Kruis niets bekend is. Daarenboven acht de schryver de conclusie gewettigd, dat het hoofdeomi'é niets, de comités nagenoeg niets bruikbaars aan materiaal bezitten. Als vaststaande kan volgens den heer Quanjer dan ook beschouwd worden, dat by een plotseling opkomenden oorlog in eigen land het Nederlandsche Roode Kruis nagenoeg geheel onvoorbereid is en zyn personeele en materleele hulp geheel zal moeten „improviseeren*. De voornaamste reden van dezen staat van zaken ia naar schryvers meening deze, dat men zich tot nog toe niet, althans niet algemeen, bewust is geweest, dat ook voor onze vry willige ziekenver pleging een snel'e mobilisatie noodzakeiyk kan zyn. Z. 1. heeft het hoofd-comitë te spoedig berust by het langzaam ach teruitgaan van het Roode Kruis. De heer Quanjer meent dat het Roode Kruis gedoemd ie ten ondergang of althans tot een kwyaend bastaaa, zoo het niet onder de bevolking propaganda maakt voor doeleinden, dichter by de waarne ming gelegen dan een toekomstige oorlog, waaraan velen niet gelooven ën waar weinigen zich indenken. Hét Roode Kruis moet z. i. in vredestyd werkzaam zyn op een wyze, die het algemeene bekend - hrid en sympathie verschaft, een arbeid die zich beweegt op het gebied der wel dadigheid, die althans In maatschappsiyke nooden moet voorzien. De plaatseiyke comités moeten aldus de heer Quanjer, het voorbeeld volgen van het Groene Kruis en dergeiyke vereenigingen en het hoofdcomité moet daarby krachtig steun bieden. Eu daarenboven moet het hootd- comité de zaak bevorderen door het uitzenden van personen, die beschik over redenaarstalent, de onmisba »ou «su uiuviDUu n,wa« sruw aantoonen. Letterlievende Vereeniging „Van Onzen Tijd'. Met Haarlem als plaats van vest is eene nieuwe letterlievende vereen opgericht, welke het schoene doel beoogt, aan de leden, tegen den zeer geringen prys van f5,— per jaar, In den vorm van contributie, jaarlijks een twintigtal boekdeeltjes te verschaffen, van den meeat verscheiden en degeiyken Inhoud, zich deels bewegende op letterkundig, deels op populair-wetenschappeiyk ge bied. Op die wyze zal de Vereeniging trach ten hare leden langzamerhand in het bezit te stellen van eene keurige huis- blbliotheek van biy vende waarde, geschikt voor al de leden vau hst gezin. Nevens een keur van buitenlandsche, zullen ook de pennevruchten van Neder landsche schryvers worden opgenomen, Ook uit vroegere geslachten zal men trachten te geven, wat waardig is door allen gekend en gewaardeerd te Worden. De Vereeniging stelt zich mede te i doel hst uitschryven van wedstryden In den nacht, toen Heinz Werling stierf, waa ik by hem. In zyne kamer in de Reichenber- gerstraat Ja Ik had uitgevorscht waar hy woonde, en ging hem bezoeken. Ons wederzien was eerst niet van aangena- men aard, maar elndeiyk schonk hy my vergiffenis, en terwyi wy met elkaar in gesprek waren, werd buiten op straat met luider stem het extra-nieuws omtrent den moord uitgevent. Hy ging naar beneden om een bulletin te koopen en kwam bleek en ontsteld terug. Daarop vertelde hy my alles by was onschul dig. De vreeseiyke angst en aandoening die door den verschrikkeiyken toe stand, waarin hy door den moord werd gebracht hem overmeesterden, deden hem de beroerte kry gen,waaraan hy stierf. Ey gy zijn broeder liet hem daar liggen zonder iets te zeggen, zonder zyne onschuld bekend te maken Heinz aarzelde. Zoo gaarne had h|j den majoor de waarheid gezegd ea bekend dat hy Heinz en niet Rabert was, doch dan zou hy zyn voornemen niet kunnen uitvoeren. (Wordt, vervolgd,)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1903 | | pagina 1