et teil "So. 184 41e Jaargang. 1903. Vrijdag 7 Augustus. Land- en Tuinbouw. VLISSIMSCHE COURANT. Prija per dris maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers cent. Men abonneert zich by alle Boek- hsnislsrsn, Postdirecteurs» af reehtatTMks by 4«a i t g s v a r f. VAN S3 7BL91 ïr., Seis® Markt, L 18?. ABVERTENTIËNvan 1 4 rspls 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bfj directs opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prils slechts tweemaal berekend. Groots letters ®n cliché'® naar plaatsruimte. Ts23 \fst lsgal$&% Bltg«g«aisFi ®s Sea- -m fs^HUtgn. "SC&lovph©osmusBias&®sl IO« ifeaaassmasls-MvskteaSBa ®p sea? voskdaaMge voorursaïden. Srondwetshsraiening, Aan de Memorie van Toelichting van bat voorstel tot grondwetsherziening der sociaal democratische Kamerleden ont leent «Het Volk" het volgende De urgentie der kiesrechtregeling treedt vooral aan het licht, warneer men kennis neemt van de resultaten der be staande kieswet. Van de 1.176.703 mannen van 25 jaar en hooger stonden er in 1901 609.511 op de kiezerslijst, zijnde 21.17 pOt. van alle mannen en 51.7 pGt. van b6n, die den kiesrecatleeftijd hadden be reikt. Bijna de helft (48.3 pCt.) der be volking wordt dus door de kieswet uitge sloten en het behoeft geen nadere toe lichting, dat dit deel der bevolking, ca aftrek van een klein aantal vreemdelingen, b(jna uitsluitend onder de minder ge goeden, de arbeidende klasse, moet worden gezocht. Telt men de groepen c en d der cijfers van de beroepstelling van 1899 bijeen (zie by lage A). dan blijkt, dat het getal eigenlijk gezegde mannelijke loonarbeiders en daarmede geiykgestelden van 23 jaar en ouder 686.294 bedroeg, waartegenover staan 439.079 bsdryfs- hoofden en daarmee gelijkgestelden, benevens 108.549 zonder beroep, totaal 1.283.922 meerderjarige mannelijke per sonen. Neemt men aan, dat de beroeps- loozen over de beide categorieën van loonarbeiders en bezitters ongeveer naar evenredigheid van hun omvang kunnen worden verdeeld, dan blijkt de verhouding van ds loonarbeideis tot de andere klas sen in ons land te zjjn als van 64. Oader de ongeveer 1,160.000 Nederlan ders, mannen, die in 1901 den kiesrecht- leeftijd hadden bereikt, komen dan voor 699.000 loonarbeiders an 464,000 zelf standige personen. Trekt men van het totaal der kiezers laatstgenoemd getal af, dan bljjven er nog geen 150.000 arbeiders-kiezers over, dat is nog minder dan sen vierde der manneijjke arbeiders van 25 jaar en ouder. Zelfs in het systeem der wat-Van Houten moet dit resultaat worden beschouwd als bëwljs van de ondeugdelijke techniek dier wet, daar het immers de bedoeling heette, allen, die voor zich en hun gezin den kost kunnen verdienen, het kiesrecht te verleenen, en men toch niet mag aan nemen, dat in Nederland drie vierde der arbeiders niet eens in staat zijn, door hun arbeid in hun onderhoud te voorzien. Ook in andere opzichten heeft de wet- Van Houten niet het doel bereikt, dat de grondwetgever en de wetgever van 1896 zich hebban voorgesteld. Artikel 80 der grondwet is het gevolg van een compromis tusschan hen, die in elk geval het kiesrecht wilden losmaken van den belastingcensus en hen, die in geen geval invoering van algemeen kies- (Vr(j vertaald door M. J. K.) 9.) Nu, sprak hij daarop tot zijne vrouw, als jij „neen6 zegt, dan blijft het „neen* maar ik vind, dat hy er uitziet alsof hl) betere dagen heeft gekend, en het is verduiveld koud van morgen. Ik zou hem nog een dag of twee uitstel geven. Ja, jö bent met alles tevreden, ant woordde zijne vrouw spottend hij is al veertien dagan huur schuldig, en hi) bezit niemendal dan de kleeren aan zijn lijf. Gisteren is hij den geheelen dag uit ge weest en wie weet hoe laat thuis geko men, wij lagen reeds lang in diepen slaap Het is niet goed aan zoo'n persoon den reoht mogelijk wilden maken. De laat- sten hebben hun doel wèl, de eersten het hunne niet bereiktde belastingkie- zers vormden in 1902 93.30 pCt. van alie kiezers en de wijziging der wet op de personeels belasting, die tusschen de vaststelling der kiezerslijsten van 1897 en van 1898 in werking trad, deed het cijfer der belastingkiezars, dat wegens de vermeerdering der bevolking jaarlijks met 11.000 25.000 pleegt te stijgen, in dat jaar met 2758 dalen, zoodat men mag aannemen, dat door die belastirg wijziging minstens 13.000 kiezers „ont- kiezerd" zyn. Een derde grief tegen onze huidige kiesrechtregeling is haar ongelijke wer king voor de verschillende doelen des lands, waardoor met name in de groote Steden het kiesrecht feitelijk veel meer beperkt is dan op het platteland. Onder getekenden nemen de vrijheid, hiervoor te verwijzen naar bijlage B in deze M.morie van Toelichting, waarin de verschillende kiesdistricten zijn gerang schikt naar hun kiezerspercentage. Daaruit blijkt dat van de tien steden boven 40.000 inwoners slechts 1 een kiezerspercentage heeft boven het gemid delde van 51.7 pCt. van alle mannen van 25 jaar en daarboven. Dat is Haar lem met een percentage van 53.4 tegen over Utrecht met 49 8, 's Gravenhage en Nijmegen met 46.6, Arnhem met 44 9, Groningen met 44.8, Leiden met 42,8, Amsterdam met 41.1, en Botter dam met 30.9 pCt. Hoewel ook onder de distrieten met lage percentages nog plattelandsdistricten voorkomen als Scho- terland met 46 1 en Emmen met 40 9 pCt., behoort dat toch tot de uitzonde ringen. Enorme verschillen als Enkhui zen met 73 en Botterdam met 30.9 pOt. kiezers moeten ia een deugdelijk kiesstelsel niet kunnen voorkomen. De betoekenis van deze grief, ook op het standpunt van oDzen kieswetgever, blijkt wei het duidelijkst uit het gebeurde in de zitting der Tweede Kamer op 17 Maart 18S6, toen de heer Van Houten zQa voorstel om bij additioneels be palingen der grondwet aan allen, dia in de persoceele belasting waren aangeslagen, het kiesrecht te verleenen, wijzigde, nadat de heer Farncombe Sanders had aangetoond, dat op die wjjze in de groote gemeenten 10 en in de kleine 15 pCt. der bevolking kiezer zou worden, een „wanverhouding" die de heer Van Houten zelf wenschte te vermijden I Maar welk oordeel moet de ontwerper dezer tegen woordige kieswet dan wel vellen over die wet, nu het verschil in percentage tusschen verschillende districten niet is van 15 op 10, doch van 73 op 30 9 of (indien men neemt de verhouding van het kiezerstal tot de bevolking, zooats men die in de sfcatiatiek over 1899 vindt opgegeven) van 4.56 (Amsterdam II) op 5.36 (Botterdam I) tot 16.28 (Lochem) of 17.24 (Enkhuizen) Door tegenstanders van algemeen kiesrecht wordt het beperkte kiezerstal in de groote steden geweten aan de uitgeslotenen zelf, die het eendeels door wanbetaling der belasting,anderdeels door verzuim van aangifte volgens art. lb der kieswet, aan hun eigen onverschillig heid zouden te wijten hebben, dat z(j niet op de kiezerslijst voorkomen. Gesteld al, dat deze bewering op zich zelve juist ware, kan zÖ dan ooit strekken tot verdediging van een stelsel, hetwelk aan een deel des volks het kiesrecht toekent, zonder te vragen, of het daarvoor eeuige moeite of geld over heeft, terwijl een ander deel slechts door eenig offer zjjnerzyds het kiesrecht kan verkrijgen Belangstelling in de publieke zaak mag van ieder kiezer worden gevraagdmaar wanneer men ze niet als voorwaarde voor kiesbevoegdheid stelt b(j hen, die in de belasting zijn aangeslagen en vol doende gegoedheid bezitten, om b(j wan betaling executie te moeten vreezen, waarom moet men dat dan wel doen by hen, die óf niet in de belasting zijn aangeslagen, öf deze niet hebben voldaan Bovendien gaat het niet op, alle wan- bet tiers dar rijksbelasting te beschouwen als personen, die geen b slang stellen in de pub'ieke zaak. Meent- man bijv., dat in Drente, waar in 1902 slechts Vs pGt., of in Limburg, waar slechts in 13 van de 123 gemeenten wanbetalers voor kwamen, de politieke belangstelling onder da arbeiders grooter is dan in Amsterdam, waar 20 en Botterdam waar 24 pGf, der aangeslagenen tot de wanbetalers be- hooren Dat de politieke belangstelling in die districten waar de arbeiders een be langrijk deel van het kiezerkorps uit maken over het algemeen grooter is dan daar, waar bijna uitsluitend de burgerij tot het kiesrecht is toegelaten, is bfj de algemeene verkiezingen in 1901 vol doende gebleken. hebben gekregen nu zjj niet meer in de oppositie zijn, terwijl ook niet over het hoofd mag gezien worden, dat da anti revolutionairen hun leider, dr. A Kuyper, thans missen. „Dn Hollander-', die de afgevaardigden opwekt hun krachten en hun tijd aan het Kamerlidmaatschap te wijden, besluit echter We kunnen niet inzien, dat nu reeds de houding van de a.-r. Kamerclub een scherpe cytiek verdient. Ais het noodig is, zouden we dit wel nader kunnen bewijzen. Wa volstaan thans er mede, door er aan te herinneren, dat b(J menige gelegenheid onze club zich wezenlijk niet onbetuigd liet. Bjj de debatten over de z g. dwmgweften is dit genoegzaam geb.uken. Dat daarbij a'.a bjj alle andere gelegenheid de he6r Lehman het debat rhserschte, is een feit. Maar wie zal dit afkeuren of kunnen varanderen Laten wij vertrouwen, volkomen ver trouwen in or.za Kamerl.den blyvan tellen. Als er iets verkeerds is, dan moet dit, dunkt ors, minder in onze mannen worden gezocht, als wel in het ontbreken van een behoorlijk en nauw gezet overleg, dat onmisbaar is en voor de toekomst nog meer onmisbaar zal bijkan te zijn. huissleutel toe te vertrouwen. Nu, ik ben vast overtuigd, dat h(j een fatsoenlijk measch is. Neen, dat is hy niet. Een faisoeDiyk menscb betaalt zijne huur. Hy moet vandaag betalen, en anders moet by wsg. En by die woorden had juffrouw Ko- bitz eene uitdrukking op het gelaat, die bewees, dat zy meende wat zij zeide. Nu, jy moet het zalf weten, maar ik joeg hem niet zoo de straat op. Zio spoedig vinden wij geen anderen huurder voor ons dakkamertje, en nog wei een met een zwarte jas aan. Dat is het juist wat m£|a wan trouwen wakt. Witte dassen, een half dozyu gestreken overhemden, waarvoor hfl waschlooa betaalt, en hy is niets. Hy most toch fatsoeniyke vrienden heb ben, waarom leent hy niet wat geld van hen om ons te betalen Misschien hseft hy dat wel beproefd, maar is het ham niet gelukt. Welnu, als zyae vrienden hem geen geld willen leenen, kan htj hier ook niet langer biyvea wonen. Gusta I Ja, tante. G t eens naar boven, ea zeg dat ik gaarne de huur zou ontvangen, Mijnheer s tien mark schuldig. Ds anti revolutionairs Eamsrolub. „De Hollander' neemt hst op voor de aDti-revolutionaire Kamorledsn tegen de ci'itiok, dia in verschillende plaatsen op hsn werd geoefend tea opzichte van bun werkzaamheden in de Kamer. Er ligt iete onredelijks in het feit, dat steeds met name van de anti-revo lutionaire Kamerclub wordt gesproken, veel meer dan van de roomseh-kath. en de vrij antirevolutionaire laden, zegt het blad. Als er van nalatigheid, van schuld aau da rechterzijde kan of mag worden gesproken, dan kunnen by geen moge lljkheid de roomsch-katbolieken en de ehristeiyk-hiatorischen vrygesproken wor den om alleen maar de anti-revolutio nairen onderhanden te nemen. Dat is in booge mate onbillijk en onredelijk en wy verstaan dan ook niet, dat „De Nederlander" den indruk gaf alsof zy alleen onze a.-r. leden op het oog had Ovor de baschuldigiog zelve sprekends, wyst „De Hollander" er op, dat de christeiyke partyea een moeilijker positie Gusta had weinig lust om deze bood schap over ta brengeD, maar zij moest wel gehoorzamen. Ia al de romans, die zy had gelezen, waren de mannen en vrouwen die hunne huur niet konden betalen, de vervolgde helden en heldinnen terwyi de verhuurders slechte, hardvoch tige menschen waren. Zij was opgetogen geweest over den huurder, toen zy hem op een avond had zien uitgaan de gesloten overjas, het witte overhemd en de witts das hadden grooten indruk op haar gemaaktzy had daarby gedacht aan de helden van hare romans. Ea dan zag z(J toch eenig ver schil. De huurder van het dakkamertje was een man van middelbaren leeftijd en de helden van haar romins waren nooit ouder dan vier en twintig jaar. Boven bleef Gusta voor de deur staan wreef zich het gelaat nut haar voorschoot af ea streek hour haar glad, vóór zy aanklopte. Toen zy geen antwoord kreeg geloofde zij dat by niet thuis was en öeod de deur open. Hy zat bij het ven ster en tae eon brief. Bjj haar binnen treden keek hy op, en zy bemerkte dat hem de tranen langs de wangen liepen, Nog nooit had zy een man zien schreien Neem my niet kwaiyk, stotterde Naar men verneemt, is dezer dagen te Utrecht een böeerikomat gehouden van collecteurs der Noderlandsche Staats iotery, ter bespreking van maatregelen in verbandmethet ingediende wetsontwerp tot geleideiyke afschsffiog der lotery. Na breedvoerige besprekingen de ver gadering werd bygewoond door een 40 tal van de 85 collecteurs werd besloten een gemotiveerd adres aan de Tweede Kamer te zanden, waarvan de conclusie strekt om de Kamer ta verzoeken de belangen van ds betrokkenen bij de Staatslotery zooveel m igeiyk te behartigen. telegram de medcdeeling van de Paus keuze. Ds zaakgelastigde deed gisterochtend de Pauselijke vlag ontplooien uit de wo ning der Nunciatuur en gaf aan de hoven sn regeeringen van Nederland en Luxem burg, by welk laatste de Internuntius eveneens geaccrediteerd is, kennis van de benoeming van Paus Pius X. Daarna zond hy kennisgevingen aan alle bis schoppen in de beide genoemde landen. Gisteren ontving mgr. Giovannini be zoeken van gelukwensching van tal van hier geaccrediteerde gezanten, o. a. van Frankiyk, België, Ooatenryk en Spanje, terwyi aan de Nunciatuur tal van tele grafische en schrifceiyke gelukwenschen inkwamen van de hooge katholieke geesteiykheid in het geheels land en van particuliere personen. Het „Utr. Bbl." sehryft Het Volk bevatte onlangs eon uitvoerig stuk van een reserve sergeant, over een luitenant der infanterie te U recht, waarin medegedeeld werd, dat deze officier een milicien die zwak en vermoeid was, opzetteiyk meer arbeid had laten verrich ten dan noodig was en hem zelfs getrapt had. Van verschillende zyden is er toen ernstig op aangedrongen, dat oen onder zoek naar die feiten ingesteld zou worden. Wy vernemen thans, dat bedoeld onderzoek heelt plaats gehad en dat de betrokken luitenant disciplinair gestraft is met arrest, terwyi hj by de jongste bevorderingen voor den rang van le luitenant is gepasseerd. Da zaakgelastigde van den H. Stoal te 's Gravenhage mgr. Giovanaini, ont ving eerst Dinsdagavond 8 uur van hat Staatssecretariaat in het Vaticaan per uit Bome te ongeveer 1 uur afgezonden Wegens den korten opleidingstyd voor milicien-korporaal, heeft de inspecteur der infanterie bepaald, dat de miliciens der adapirantenklasse vóór 1 September a.s., in afwyking van punt 15 der „Ksgeling van de opleiding van militie - kader by de infanterie", zoo mageiyk tweemaal wachtdienst als soldaat zullea verrichten. Beu praatje over Hniuus. If. (Slot.) Een waarheid is het, dat stalmest door de bewerktuigds (organische) stoffen, die hy bevat, afkomstig van het stroo en de onverteerde vo6derdeelen, den grond verrykt met humus, wat kunstmest niet vermag, omdat deze alleen minerale stoffen, dienende tot voedsel der planten, aanbrengt. En dit feit is in het voordeel van den stalmest, dewijl humus in den bouwgrond onontbeerlijk is,zooals uit ons voorgaand artikel is gebleken. Op grond hiervan prefereeren velen den stalmest boven kunstmeststoffen. Sommigen gaan zelfs zoover van te bewaren, dat het met uitsluitend kunstmest op den duur niet kan aangaan, dat de bodem dan humus- arm zal worden. Zulk een bewaring is echter schromelijk overdreven, ja zonder grond. De hoeveelheid teelaarde, welke door den stalmest in den bouwvoor ontstaat, moot men zich niet zoo groot voorstellen. Allicht denkt men zich die, met het oog op de massa mast, te groot. Onbewerk tuigde stuffan toch komen ia stalmest slechts voor een vijfde deel (192 op de 1000 dealen) voor. Zyn die tot humus geworden, dan zullea ze wel tot de helft (in gewicht) hoogstens zyn geslonken en bedraagt de humus dan slechts een tiende van 't gewicht van den mest. Zalfs by een ryke bemesting kan de humusver- meerderiDg door sialmast niet van zoo danige beteekenis zyn, als sommigen zich voorstellenniet meer, zooals een zy, maar tante laat u vriendeiyk om de huur vragen. Dan kan oom het paard betalen, dat hy dezen morgen gekocht heeft. Dat paard was slechts een verzinsel van Gusta, om de aanmaning minder hard te laten gevoelen. Heinz Werling greep in zyn zak en gaf haar een goudstuk van twintig mark. Uw tante moet me maar niet kwa- iyk nemen. Ik had haar gisteren willen betalen, maar ik ban uit de stad geweest en eerst laat thuis gekomen. Gusta stoof de trap af by drie treden tegeiyk, on wierp met zeer veol voldoe ning het geld op tafel. Hier, tante, riep zy. Zoodra ik uwe boodschap had overgebracht, greep hy in den zak en haalde een haudvol goud er uit, of het zoo maar niets was. Een handvol 'gaud I herhaalde juf frouw Kobitz, boos omdat haar wantrou wen zoo misplaatst was geweest. Hoe zou zoo'n man aan zooveel goud komen Men zou byna gelooven, dat hy gisteren weg is geweest om niet veel goeds uit te voeren, en dat hy daarom zoo midden in den nacht is thuis gekomen. Hierbij is iets niet in orde, dat staat vast. Hy is een oplichter of een diefhy zal ons huis nog in een slechten naam brengen, misschien nog wel ons vermoorden, om hier te kunnen stelen. Als hy er niet zoo netjes uitgezien en de huur een week vooruit betaald had toan hy hier aan landde, dan had ik hem niet in myn huis genomen. Maar, tante I Eerst deugt hy niet, omdat hy de huur niet betaalt, en nu hy wel betaalt, houdt ge hem voor een dief I Houd ja snavel dicht, als ja biiefc riep tante boos. Hoe durf jy het wagen my te zeggen, hoe ik myn nuurders moet behandelen Houd je mond dicht, meisje, anders Verder kwam zy niet, er werd juist aangescheld. Gusta ging opendoen en zag een heer met rood gelaat voor zich staan, die vroeg of hier een mynheer Werling woonde. Ja wel, drie trappen hoog. Is hij thuis Ja Best zoo i Breng my dan maar by hem. Herhaalde malen had Heinz Werling den brief gelezen, die hem traDen had doen storten, en nog altyd hield hy dien in de hand 'Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1903 | | pagina 1