Vrijdag 10 Juli. Bio. 160. 41e Jaargang. 1903. PBUILLBTON. Land- en Tuinbouw. VLISSIXGSC1IE COIRAXT. PrQs par drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich b(J alle Boek handelaren, Postdirecteuren a t rechtstreeks by den Uitte Ter F. VAN BS VSLB8 Jr., Kleine Markt, I. 187. A.BVERTENTIÊNvan 1 4 regela /,w0.40. Voor eiken regel maer 10 cent. By directe opgaaf Ten driemaal plaatsing derzelfde advortentio 'wordt de prys slechts tweemaal berekend. Oroote letters en clichó's naar plaatsruimte. Tot» Tif»t afSgeg®m*«i ®b Sok- sa faestogsa. TeLsphooxm l«5* kq. aisuufseiue-Aivwteayffigi op geer- voozdeplfge Toorwenrden» Eerste Earner. Gisterenavond hield de Barste Kamer een vergadering waarin besloten werd om hedenmorgen ten 11 uur in de af- deelingen bijeen te komen en te 3 uur in het openbaar te behandelen het trac- taat met België. Volgens de „Tel." is er van ver schillende zijden b(J den minister van oorlog op aangedrongen om het houden van parades voorgoed af te schaffen. Dergeiykemilitaire vertooningen behcoren, naar wordt beweerd, niet meer in den tegenwoordigen tjjd thuis. Bovendien worden hier te lande een groot gedeelte der parades niet gehouden wegens ge brek aan troepen. Niettemin worden ook dan de parades b(J garnizoensorder be volen en daags te voren afgelast. De minister van oorlog, die het ver keerde van het volgen van dezen weg irziet, wl! toch nog niets hooren van het voor goed ophiffm. Men verwacht eerlang nieuwe voorschriften op dit stuk, zegt het biad. De Vrouw in de School. In de „N. Prov. Gron. Crt." vinden we de volgende opmerking: Reeds meermalen wezen we er op, dat ons lager onderwijs langzaam maat zeker overgaat in de handen der vrouw. Nergens is een vaste regel of maatstaf te vinden voor de verhouding van het aantal mannelijke en vrouweiyke personen, die bij het lager onderwijs dienst mogen doen. We meenen, dat dit wel zoo is bi] de posterijendoch weten zeker, dat het in de school niet zoo is. Het eenige, wat de wet ervan zegt, is ditWanneer de school in verscheidens klassen ver deeld is, wordt het onderwijs in de laagste klassen by voorkeur aan de onderwijzeressen, dat in de hoogste klas sen, behalve aan de scholen uitsluitend voor meisjes bestemd, bfl voorkeur aan onderwijzers opgedragen." Alzoo geen wet, alleen maar voorkeur en dit wordt zoo opgevat, dat zelfs al onderwijzeressen aan gemengde scholen bevorderd zjjn tot plaatsvervangend hoofd. Bij de laatstgehouden examens voor de akte ais onderwijzer en onderwijzeres zijn geëxamineerd in geheel Nederland 948 mnl. candidaten en 1332 vrouwe iyke; dus een verhouding als van 8 tot, II of ongeveer als van 2 tot 3. Geslaagd zjjn 515 mannelijke en 742 vrouwelijke candidaten, wat vrywel dezelfde ver houding geeft. Het allersterkst vallen de getallen in Amsterdam op. Daar werden gfëxami- neerd 36 mnl. en 154 vrl. candidaten I Dat is ruim viermaal zooveel meisj ss als jongens 1 Zou het geen tyd worden, dat dit vraagstuk eens ernstig onder de oogen werd gezien De onderwyzeressen z(Jn in de gemengde school toegelaten in een wij mar het Engelsch. 205.) Archibald sloeg by deze woorden een blik vol minachting en verwondering op den baronet, waarna hy de vraag tot Maurits herhaalde „Nu niet,» antwoordde Maurits. „Ik ben het echter met u eens, dat het beter is, dat de baronet, zich verwydert. Sir Richard verlaat ons, verzoek ik u." „Waartoe Ben ik dan niet uw beider vriend 7" vroeg Richard. „Welk recht heeft uw broeder ons te komen storen, nu wy zoo gezellig byeen zaten Ik herhaal het, welk recht heeft hy «Vertrek!' donderde Maurits hem toe- Sir Richard Kelpdale stond op, ver t(Jd, dat er gebrek aan onderwyzers was; i dus niet ter wille van een beginsel, maar uit nuttigheidsoverwegingen. Thans heb ben we niet alleen meisjes, maar ook gehuwde vrouwen voor de klas. En we zjjn op weg om heel het lager onder- wys aan de vrouw toe te vertrouwen. Is, dit voor de lagere school de meest gewenschte toestand 7 Ons wel, dat men dan op dien weg voortgaalleen maar, men onderzoeke eerst ernstig en late zich niet rustig en kalm op den stroom van dit feminisme afdrijven. Straffeloos bedrog met ondeugde lijke waren. In het «Maandblad tegen de Verval- schingen* schrijven dr. Van Hamel Roos en Harmens «Het is waarschijnlijk velen onzer lezers opgevallen dat zoo menigmaal, in officieels stedelyke rapporten in ons Maand blad gepubliceerd, sprake is van verval- sching of vermenging van eet- en drink waren met stcffan die hoewel niet tot de schadelijke gerekend wordende, toch in ieder geval de deugdeiykheid en waarde verminderen, zondor dat van ge- rechteiyke vervolging of toepassing van art. 330 wetboek van strafrecht sprake was. Hoewel daarin met tot 3 jaar gevan- genistraf bedreigd wordt, „het bijmengen van vreemde bestanddeelen die de waarde of bruikbaarheid verminderen* heeft men tot nu toe nimmer gehoord van een ver oordeeling tot gevangenisstraf van perso nen die suiker of speceryen, met meel of andera minderwaardige stoffen ver mengd, in den handel brachten. Men moest zelfs den schyn vermijden alsof de zorg voor het algemeen belang, be- heerscht zoude kunnen worden door de Vrees om het particulier belang van den vervalscher te schaden. Het moet daarom telkens by waarschuwingen biyven, doch het ware werkeiyk te wenschen, dat op krachtige wyze, door fliDke bestraffing met hechtenis, het kwaad bestreden werd «Wy achten een «waarschuwing" zeer zeker op hare plaats voor een winkelier die, zonder daarvan iets te vermoeden, door een fabrikant bedrogen wordt, of voor een fabrikant die onwetend, min der zuivere of niet geheel onschadeiyke grondstoffen bezigt, en op de eerste aan schrijving onmiddeliyk verbeteringen aan brengt. Doch wy achten een waarschuwing voor dengene die opzetteiyk ondeugdeiyko waren verkoopt of vervaardigt, met het doel van onzuiver winstbejag, evenmin van pas als voor personen die zich aan bedrog of diefstal schuldig maken. „Voor zoover ons bekend is, heeft de Nederlandsche justitie niet de gewoonte aan do bedryvers van laatstgenoemde daden de belofte te vragen «het niet weer te zullen doen" doch vervolgt zy deze onmiddeliyk overeenkomstig de bepalingen onzer Strafwet. Waarom dit niet zou geschieden by gebleken vervalschingen, is volkomen duister, en zoude een toe schrikt door de woestheid zyns vriends- «Bedoelt gy, dat ik my voor goed verwyderen zal vroeg hy op onder- danigen toon. «Jaen zoo gy my niet weder onder de oogen komt, zal ik het my tot een geluk rekenen." „O, morgen zult gy wel anders praten, Morgen kom ik by u aan, Maurits." Sir Richard nam zyn hoed en zweep en met een onverschillig «goeden avond verliet hy de kamer. Men hoorde zyn lomen tred op de trap, en hoe hy twee of drie malen uitgleed, en dat na eenige oogenblikken de deur werd toegetrokken met een slag, die het huis deed schud den. Maurits ging naar het openstaande venster en zag naar het water, datsnel onder de brug vooitstroomde en keerde zich niet om voor hy Richard de brug had zien overgaan. Daarop zag hy zyn broeder aan. „Goddank, dat hij Uier niet gebleven is," zeide hy, «en dat ik nog kalmte genoeg bezat hem te verzoeken zich te verwyderen 1" „Ik ben Sir Richards vyand niet. Waar om zou ik dus den hemel danken dat hy ons verlaten heeft 7" „Dat komt er niet op aan," zeide stand bestendigen die voor den eeriyken fabrikant en handelaar een onduldbaar onrecht en groot nadeel oplevert. „By het door ons toegepaste controle systeem is reeds de uiterste grens bereikt welke langs nlet-offlcioelen weg bereikt kan worden, nl. het per contract verlof geven aan fabrikanten of handelaren, om by gebleken vervalsching of ondeugde- ïykheid der waren, de feiten met de namen der bedryvers bekend te maken. Zeer zeker is dit, zooals de ervaring bewezen heeft een uiterst krachtig pre ventief middel in den strijd tegen de vervalBchingen, doch gegeven het feit, dat by de groote meerderheid geen andere controle dan die van Staats- of stads wege uitgeoefend wordt eisebt hst publiek belang, dat daarby de strafwet dan ook krachtig gehandhaafd worde". Posterijen. Naar aanleiding van het dezer dagen rondgaande bericht omtrent een by de aanstaande begrooting te wachten voor stel tot verhooging der maxima-wedden voor de kier ken der posteryen van f1500 tot f1800, wordt ons gemeld, dat van een dergeiyk voorarmen thans nog niet is gebleken. Waarschyniyk is deze weddeverhooging voorloopig niet. Wel vernameD wy dat een dergeiyk plan ernstig in overweging is, maar dan vermoedeiyk voor later. Naar wy verder vernemen is de pro motie in het kerps commiezen der posteryen reeds ter bekrachtiging aan H. M. de Koningin voorgelegd en is de afkondiging elk oogenblik te verwach ten («Tel.") Leerstoel voor homoeopathie. Het „Leidsch Dbl." verneemt uit goede broD, dat van een overeenstemming tusschen minister Kuyper en de medische faculteit te Leiden omtrent de oprichting van een leerstoel in de homoeopathie geen sprake is. Wol schynt de medische faculteit op goede gronden bevreesd te zyn, dat zonder overeenstemming, ja zelfs zonder overleg, haar eerstdaags een verrassing te wachten staat. Immers naar het blad mededeelde, schijnt 's mi nisters hand in den laatsten tyd zwaar op deze faculteit te rusten. „Onze Leidsche hoogeschool zou", Z9gt het blad, „door zulk een benoeming ge voelig getroffen worden. Weliswaar is ook elders slechts éen hoogleeraar in de geneeskundige kliniek, maar dan heelt die hoogleeraar niets anders voor zyn rekening, terwyi hier de tegenwoordige klirikus nog steeds is belast gebleven met pharmacodynamiek en pharmacog- nosie, door hem reeds tydens het hoog leraarschap van proi. Rosenstein onder wezen." By Kon. besluit is ingesteld een ryks- commissie tot het opmaken en uitgeven van een inventaris en een beschrijving van de Nederlandsche monumenten van Maurits, weder beginnende de kamer op en neder te loopen„zeg dat Richard een bloedhond is, en d3n haat niet ver zaakt, dien zyn geslacht immer de Hopes heeft toogedragen. Doch dat doet thans niets ter zake. Waarom zyt gy hier «Om met kalmte uwe en myne moei- iykheden te bespreken." „Ik heb brandewyn gedronken ik kan nu niet met kalmte u aanhooren." „Beproef het." „Komt gy my g09de tyding brengen 7* vroeg Maurits, eensklaps stilstaande, en zyn broeder verlangend aanziende. „Ge voelt gy berouw over het ongeiyk my aangedaan, en komt gy nog ter elfder uur my herstel aanbieden 7 „Zoo ik u onwetend verdriet heb aan gedaan, Maurits, dan Bpythetmij," zeide Archibald vriendeiyk, „daar ik weet dat, zoodra uw eerste drift voorby is, gy het leed betreuren zult, dat gy my hebt geschiedenis en kunst, waarvan o.a. tot lid is benoemd de heer J. A. Frederiks, architect te Middelburg. V arkensfokker y Ten einde de varkensfokkerij zoo winstgevend mogeiyk te maken, moeten daarby de volgende regelen in acht ge nomen worden 1. Streef er naar de fokvarkens zoo goed mogeiyk, de loopvarkens zoo goed koop mogeiyk en de mestvarkens zoo krachtig mogeiyk te verzorgen, te onder houden en te voeden. 2. Gebruik voor de voortteling slechts gezonde, goed gevormde en welgeëven- redigde dieren en laat ze nooit te vroeg- tydlg tot de voortteling dienen. 3. Geef den varkens uitgezonderd die voor mesling dienen—by goed weder dageiyks een of twee uren vrije bewe- girg in de open luchtde weidegang vooral bevordert de gezondheid. 4. Draag zorg voor reinheid en zui verheid in den stalvoor een droge, luchtige, doch tochtvrije stalling, 's win ters niet te koud, 's zomers niet te warm vermyd alle rustverstoring, voornameiyk voor mestvarkens. 5. Fokvarkens moeten rykeiyk gevoed, doch niet vetgemest worden. Het voeder en niet minder het drinkwater zy goed en smakeiyk. Men geve het krachtvoeder zooveel mogeiyk droog, aardappelen, knollen, bieten en andere hakvruchten liefst gebroeid of gekookt. 6. Da voedering geschiede steeds op dezelfde uren. Biggen en ioopvarkens moet niet veel voedsel in eens, doch dikwyis weinig toegediend worden. 7. Zorg dat de dieren in de gelegen heid zyn dageiyks kalkhoulei.de, aard achtige stoffen, stukjes kolen, enz. op te nemen. 8. Geef de fokzeug, kort vóór het big gen, een afzonderiyk hok en strooi daarin kort gesneden stroo. Bewaak zorgvuldig d6 geboorte der biggetjes, maar kom bierby niet te spoed'g te hulp. 9. Binnen een etmaal na do geboorte moeten de scherpe tanden worden afge sneden. 10. Van de derde week af late men, by guDstig weer, de biggen met de fok zeug buiten rondloopen de vierde week beginne men wat byvoeder te geven 11. Laat de biggen 7 8 weken by de moeder zijn ze voor de fokkery be stemd, dan 9 10 weken. Biggen van nagenoeg geiyke kracht boude men by elkaar, de zwakken zondere men ai. 12. Minstens eens per maand moeten de mestvaikens word6n gewogen. 13. De beste hoedanigheid van vleesch vet en spek krijgt men by voedering met gerst, erwten, boonen en rogge-zemelen, Veel waterryk voeder geeft ook water acfctig vleesch olieryke vo9dermiddelen geven olieachtig spekvan maisvoede- „Ik u 1 En welke smart is dat dan 7" „Gy hebt u tusschen mij en het meisje opgeworpen, dat ik b6min en ons van elkander gescheiden." «Is dat niet biliyk 7" vroeg Maurits. „Beminde ik haar niet eerder dan gy, en is zy niet door haar eed verbonden myne vrouw te worden?" „Ja maar „Ik wil naar geen redenen hooren waarom zy haar eed verbroken heeft en uw geluk bevorderen wil ten koste van het myne," riep Maurits, terwyi zyne vroegere onstuimigheid weder bij hem terugkeerde. „Gy zyt immers niet hier gekomen, om my door zulk eene lage voorstelling te beleedigen 7» „Ik ben hier gekomen met broederiyke liefde, om u te vragen afstand van haar te doen." Maurits sprak eerst niet, maar zag in het kalme gelaat, dat voor hem stond, met sprakelooze woede en verbazing „Gy erkent dus myne rechten nog niet," zeide hy met een heesche stem «Gy zet my ter zyde als iets van on waarde, na het in de weegschaal gelegd te hebben tegenover uwe baatzucht." «Ik heb alleen het geluk van Louisa Kelpdale op het oog." «Denk ook een weinig aan het myne zoo gy kunt," zeide hy, «ik verlang dit, of zal sterven." «Gy kunt toch in haar verdriet geen geluk vinden, Maurits," zeide Archibald „Gy kunt niet, zoo waar gy een recht schapen man zyt, zoo waar als gy de ring krygt men geelachtig vet en spek, 14. Voeder uw mestvarkens krachtig; in den regel is dit het goedkoopste. 15. Hebt ge een nieuw varken aan gekocht, breng het dan niet onmiddeliyk in den gemeenschappeiyken stal, maar eerst, wanneer het na een afzondering van drie weken, geen ziekteverschynselen vertoont. „Bljsteiueel" voos- varkeus. Rijst-» of „rystemeel" wordt tegen woordig dikwyis aangeraden als varkens voeder. De ondervinding heeft echter ge leerd, dat dit voeder het spek der vette varkens byzondor slap maakt, een eigen schap, door den slager in geenen deele gewenseht. Rystemeel is ook volstrekt niet, wat men zou meenen, gemalen ryst. Laten we even vertellen, wat prof. Aboil Mayer daarvan in zyn beredeneerd verslag over den omvang en de resul taten zijner onderzoekingen in 1899 o, m. zegt «By myn bezoek aan een groote ryst- pe!!c:y bleek hetgeen reeds uit de litera tuur bekend is, dat de ryst, die zeer onvolledig gesthild uit andere gewesten tot ons land komt, eerst van de nog aanwezige schillen of doppen wordt ber roofl. Die doppen hebben nagenoeg geen voederwaarde (althans geen waarde ais krachtvoeder en slechts een zoodanige als ruwvoeder) en werden daarom vroeger eenvoudig weggegooid; tegenwoordig ech ter bedingen de pelleryen voor deze doppen nog aardige sommen, indien ze nameiyk goed fyngemalen als zooge naamd dopmeel worden afgeleverd, zóó fyn, dat men ze met bet bloots oog niet meer als doppen kan onderscheiden. De geschilde rystkorrels ondergaan dan een tweede bewerking, waarby ze van de zaadhuiden of zemelen beroofd worden. Het product dezer bewerkiDg is de eenigs- zins gepolijste ryst voor de keuken. Het atvalproduct bevat zooals alle zemelen veel, zij het dan ook eenigszins moeilijk verteerbare eiwitstoffen en in dit geval ook veel vet, waaraan ditpelmeel naast een nog ruim gebatte aan zetmeel zyn waarde als veevoeder te danken heeft. Dit afvalproduct is dus het eigenlijke ryst,voeder meel. Het, zooals tegenwoor dig veel gebruikeiyk is, eenvoudig «ryste meel* te noemen, geeft een zeer ver keerd denkbeeld van dit product." Aan het slotzynerbeschouwingen— te breed voerig om ze hier in haar geheel op te nemen—noemt prof. May ar als het resul taat zyner enquête, dat de handel in de afvalstoffen der rystpelleryen, die als veevoeder kunnen dienen, allertreurigst gestald is. ,Het goede echte rjjstvoeder- meel, zoo geschat wegens zyn hoog vetgehalte, schynt byna uit den klein handel verdwenen. Hetgeen aan den vee houder onder den naam van rystemeel wordt geleverd, is voor een groot ge deelte dopmeel, dat iu 't geheel geen krachtvoeder is, in den regel vermengd met andere goedkoops meelsoorten die de veehouder niet bedoelt. In sommige gevallen zyn er nog ergeriykere ver- zoon zyt van een rechtschapen man, die in een vast geloof aan onze deugd is heengegaan, by uw besluit volharden." „Wilt gy baar aan my afstaan 7" vroeg Maurits zyne tanden op elkander klem mende. „Zult gy aan myn smeeken om erbarming gehoor geven, en ons niet scheiden 7* „Indien zy u beminde indien zij u ooit bemind had, Maurits, dan zou ik my dadeiyk verwyderen," was Archibalds antwoord. „Zy zal my ieeren beminnen zy zal my beter loeren kennen, en niet altyd als haar vyand beschouwen." «Zy zal u ieeren beschouwen als haar vriend, haar broeder, indien gy u edel moedig tegenover haar gedraagt." „Wilt gy u edelmoedig tegenover my gedragen 7» «Ja." „Wilt gy u verre van haar houden, en my vry laten om hare liefde te winnen 7" „Neen dat kan ik niet doen." „Gy verwijdert u op haar verzoek." 'Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1903 | | pagina 1