er:
am.
Maandai
6 Juli.
LEN.
Issingen.
156.
41a Jaargang.
1903.
teas
G emeentebestuur
EENE INSTELLING
OffiiOÜ
it 4.50
ot 5.50.
t 4.-.
t 4.50
leer 1.75.
iklodt,
ir artikelen
en Mevr.
wil, de Eclite
rangentesamen-
nemingen in den
itaam des nitvinders
iigd op de beste
srcemde étabblisse-
rercïc te Keulen,
laeüf
melk gekookt
drank voor dage-
theelepela van 't
le) Als genees-
x diarrhee slechts
nst. H. H. Apo-
Ko. prosfbnsje8
f»,80, C. 0.35
voor Nederland j
erstraat 103
?ENDIENST.
6 20 7—
10 20 1040
1 10 1 30* 2—*
3 50 4 10 4 30
7 30 7 50 8 20.
vm 6 10 6 30
0 10 10 10 30
m 12 10 1 20
310 3 40 4—
7 20 7 40 8—
in Zondags uit.
lENST
IBBBXiEeaS i
vm 4 50 (alleen
1 Zeilmarktvm
nm 12 30 2
10 15.
15 2 45 4 15
lilmarkt Viissin-
op werkdsgan)
nm 1 20 2 50
0 20 11.—
2 35 2 5 3 35
IHELQB,
3.
3 23 en 6 05
3 50 6 35
a) en 4 45
5 50e)
i na het vertrek
O
0
s, Borsselen en
naar Borsselen
<s WOENSDAGS
en Neuzen ten
gende dagen te
orwegstation te
Prfls per drie maandsa 1.3Ö. Franco per post 1.50.
Aizonderiyke nummers 6 cent. Men abonneert zich btj alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks hg den 011 g e t e r
F. VAH 01 YHL0K Jr., Bains Markt, I. 31
ABVERTENTIÊNvan 1-4 regels /"0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. B£ direct# opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prlja alschta tweemaal berekend. Groot® letters
en cüché's naar pUatsruimt».
Yeïi Itl'ai Ssfeltïs» aiigtaeatel «p Hm- m StessMsgea,
^«l®^'&ooiamïïs»38&«r ÏO«
Afe®aM®Etsffite-Aiv®49HM8a op %mi' voorfieeMgtï voorwaarden.
©EKEINI0IKDMBM1©.
^BADPLAATS.
Burg. en Weth. van Viissingen maken
bekend
dat vanaf 4 Juli gedurende het badsei
zoen desZaterdags namiddags van 5-8 uur
en des Zondags voormiddags van 6 tot 9
uur op een daarvoor aangewezen terrein
der badplaats uitsluitend voor mannen
gelegenheid zal zyn tot het nemen van
baden tegen verlaagd tarief.
Kaarten hiervoor zyn a f 0,10 verkrijg
baar bfl den pachter.
Het gebruik van eigen badgoed is
verplichtend.
Viissingen, 2 Juli 1903.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOOKN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTE VEEN.
die de geheele maatschappij moet
omvatten.
Wy vindenhetzeer natuurlek, niet waar
dat thans weer een tyd van rust en ontspan
ning voor 't jonge volkje aanbreekt. We
z(Jn onze eigene jeugd nog niet vergeten
en nog altijd vervullen ons zalige her
inneringen, bij de gedachte aan die heer
lijke vrjje weken, 's zomers meest in de
natuur doorgebrachtaan die blijde
Kerstdagen, 't huis van de kostschool,
enz. enz.
De meesten onzer zullen wel door
drongen ziju van de noodzakelijkheid der
geregelde rusttijden voor hen die leeren
en voor hen die onderwijs geven en
het restje berust in de zaak, omdat het
sinds eeuwen zóó en niet anders was.
Wjj zouden niet durven beslissen, of
de vacantie oorspronkelijk is ingesteld
om den onderwijzer, dan wel om den
leerling. Het waarschijnlijkst zal wel z(jn,
dat zij langzamerhand en schier onge
merkt is ontstaan en niet plotseiing is
ingesteld. Zjj is dus de vrucht eener
gevoelde behoefte en eerst later heelt men
de noodzakelijkheid ervan erkend en begre
pen dat, wanneer de vacantie er niet was,
zy er toch komen moest,omdat,by gebreke
daarvan, de voldoende hoeveelheid op
gewektheid, lust en kracht, om onder
wijs te geven en onderwijs te ontvangen
ontbreken zou en dientengevolge lichaam
en getst schade zouden ljjdec.
Maar het is zonderling, dat men op dit
1 il
i j naar het Engelsch.'
201.)
Mary zag er geen nieuwe reden tot
vrees in, en trachtte hare vriendin ge-
fUSi '1 at9llen' tot Job weder binnen
trad, thans zonder zich aan te melden,
en met den hoed in de oogen.
„Dat is de laatste maal dat ik zoo
tets vraag," zeide h(j„'c is gedaan er
mede en ik bljjf in de Kelpdale Arms
alleen. Het kan ma niet verscholen,"
voegde by er grommende b(j „zij is
het alleen, die er by verlust, ik niet.
Afl zou rnjj hebben overleef j, en ik had
voor haar een aardig duitje overgegaard.
Goeden nacht, miss het is om u alleen,
dat het mg spgt de plaats te verlaten,
standpunt zoo lang is big ven staan dat
men zoo langde vacantie heeft beschouwd
als eene zaak, uitsluitend in batrekking
siaande tot het onderwgs. Dat de licha
melijke arbeid niet evenzeer behoefte zou
hebben aan geregeld terugkeerende en
meer langdurige rusttgden, dan de Zon
dag, is een dwaling, een dwaling waar
mede het geheele samenstel onzer maat-
schappg is vervuld en waarvan wg ons
niet zoo gemakkeigk zullen losmaken
maar die juist daarom ernstig bestreden
dient.
Van waar die dwaling la zg uitslui
tend hiervan een gevolg, dat men aan
den arbeid van het lichaam alle behoefte
aan langdurige rust meent te moeten
ontzeggen Dat zou dan toch in ieder
geval wel afhangen van de zwaarte van
het wtrk. Of de wekeigksche rustdag
tot h6istel van verbruikte krachten vol
doende is, wordt nooit opzetteigk onder
zocht.
Neen, er is nog een andere fout in de re
deneering. Men vergeet, dat de arbeid van
der geest onafscheidelijk aan die van
het lichaam verbonden is. Zeker, er is
verschil. De inspanning der hersenen
herstelt zich niet zoo spoedig als die
van het lichaammaar die lichameiyke
arbeid verricht, gebruikt ook wel degeigk
het denkvermogende een wat meer,
de ander wat minder; dat ligt in den
aard van hst werk en vooral ook in de
mate van vigt en bekwaamheid van
den werkmandit laatste woo: d hier
natuurigk in den algemeenen zin op te
vatten.
Nu zgn er een aantal menschen, die
eene genoegzame mate van zelfstandig
heid bezitten, om zich nu en dan eene
kleine periode van rust en ontspanning
te veroorloven. Maar hot staat toch vast,
dat het overgroote deel van het menseh-
dom in afaankeiykheid verkeert, zy ver
richten hun werk in dienst van anderen
en worden daarvoor betaaiddoch heb
ben dan, dit is nog steeds de vry alge-
meene redeneering, niets meer te vor
deren.
In streng wetteiyken zin is dit juist.
Te vorderen, met de wet in do band,
heeft men niets ten minste ais het niet
te voren bedongen is, en dat bading is
niet gemakkeigk te maken, zoolang niet
algemeen een beter begrip omtrent den
aard en het wezen van den arbeid zich
baan gebroken heeft. De arbeid toch is
het kapitaal van den werkman (ook hier
bedoeld in den zin van iemand die voor-
nameiyk lichameiyken arbeid verricht)
het gebruik van dat kapitaal wordt de or
gy moest daar gebiedster zgn, hg behoort
er niet. God zegene u, hetzg mat hem,
of Hope. Kgk, ik zou liever zien, dat
net met Hope was, al was het met dien
zwarte ja, dat zou ik."
„Een oogenblikje, Job. Ga nog zoo
dadeigk niet heen," zeide Louisa„gg
hebt mij in groote ongelegenheid ge
bracht."
„Gy zult het mettertgd op Aver Court
zonder mg leeren stellen," zeide Job
„om mg behoeft men zich maar weinig
te bekommeren."
„Woont Mr. Maurits Hope in het oude
huis bg de brug, zegt gg het huis
dat zoo lang onbewoond is geweest, Job 1
„Ja."
„Is hg te huis zgt gg daarvan
zeker
„Zeker niet maar ik zou het wel
denken, want toea ik er voorbijging,
zag ik zgn broeder er in gaan."
„Wanneer was dat
„Ongeveer een uur geleden."
„Ea wanneer hebt gy de Kelpdale
Arms yeriaten
Job werd door deze vragen een weinig
in verlegenheid gebracht, maar hg ant
woordde
„Dat weet ik zoo juist niet. Toen ik hier
hem aan anderen verhuurdmaar op
het behoud ervan had hg recht; iaat het
dan oen ongeschreven recht zgn. Daarom
moet da werkman voor het verbruik van
zgn krachten, een onvermgdsigk nadeel,
verzekerd worden. Om die reden heeft
recht op pensioen, in dien zin dat,
waar hg zich zelf niet helpen kan, de
Staat hem in de tot stand brenging
eener verzekering te buipkome.
In de ïyn dier gedachte ligt ook dit
de werkman heeft er recht op, dat zijne
arbeidskrachten zooveel mogeiyk behou
den biyven. De eeuwenoude, instelling
van den Zondag of anderen rustdag is,
over hot algemeen genomen, daartoe niet
voldoende. Eenmaal per jaar, het is
waariyk niet te veel, moeten eenige
vrye dagen, één enkel tydperk van rust
en ontspanning aan eiken in afbanke-
lykhaid verkeerenden persoon worden
gegund.
Feiteiyk zijn nog maar zeer weinigen
in het genot daarvan. Ambtenaren en
beambten in dierst van den Staat of
andere groote lichamen, eenige winkel
en kantoorbedienden enz. Maar met de
groote massa der eigeniyk gezegde werk
lieden en andere dienstbare personen is
het anders gesteld. Velen klinkt het nog
als een absurditeit in de ooren, dat men
den werkman, die per uur werkt en per
week betaald wordt, eenige vrye dagen
zou toestaan met behoud van hst loon.
De redeneering is deze, dat de man, per
uur werkende, voor den tijd dien hg
niet arbeidende doorbrengt ook geen recht
op loon he8ft en de werkgever dat loon
op niemand varhalen kan.
Wanneer die redeneering volkomen
opgaat, dan kan ook aan den winkelbe
diende, die per drie maanden wordt ge
huurd en betaald tegen een loon, per
jaar in een rond cyfor berekend, geen
jaarlUksch verlof worden toegestaan
want de waarde van den arbeid, door
hem in dien tusschentöd verricht, gaat
voor den patroon verloren, tenzy de
patroon zeil of het overige personeel dien
arbeid in plaats van den afwezige ver
richte.
Maar w(j meenen dat dit laatste regel
is, overal waar de goede gawoonte van
vacantie geven bestaat, en wg meenen
daaruit ook de gevolgtrekking te mogen
maken dat, met eenigen goeden wil, door
iederen patroon en door ieder die anderen
in zijn dienst heeft, z=>Hr wel eene rege
ling is te treffon, waardoor, zonder eenige
schade van belangen, allen die dit wen-
schen, in de gelegenheid worden gesteld,
jaarigks eene korte spanne tgds ter eigen,
aanklopte, kwam ik rechtstreeks van
Mr. Bowles.
„En was Mr. Archibald toen ai op
zgne kamers 7* vroeg Louisa Kelpdale,
met een diepen zucht.
„Neen, toen nog niet. Wantikwanschta
hem te spreken en om da klandizie te
vragen."
„Genoeg Job."
Job bracht groetende zgne hand aan
den voorsten lok van zgn haar en vertrok,
doch keerde zich nog een oogenblik om,
zeggende, zoo Mrs. EIwards nog van
gedachten varanderen mocht, datzy het
hem dan in de Kelpdale Arms kon laten
weten.
Toen de deur gesloten was, sprong
Louisa Kelpdale op.
„Ik moet vertrekken, Mary. Ia zulk
eene spanning kan ik, na alles wat Job
gezegd heeft, den nacht niet doorbrengen."
„13 er reden om u te verontrusten
„Ik hoop het niet, maar vrees h6t
toch," zeide Louisa. „Archibald is nog
r.iet terug. Hg is naar het huis zgns
broeders gegaan, en Maurits o, nu
herinner ik het mU I heeft hem ge
waarschuwd van hern Diet te naderen,
want hg was gevaarlijk. De hamel ?y
mg genadig, indien zg twist gehad hebben
vrge beschikking te hebben, om daardoor
aan lichaam en geest weer geheel de
verbruikte krachten terug te geven,
zichzelven en de zgnen en betameiyk
genot te verschaffen sn, opgewekt en
verfrischt, tot den arbeid terug te keeren.
Wg zgn in gemoede overtuigd, dat
het heilzaam beginsel van rust- en va-
cantietyden, hoe ianger hoe meer zich
zelf zal aanbevelen, hoe meer het in
zwang komt. Hoe langer hoe meer zal
ni6n tot de erkenning komen, dat, wel
verre van een misplaatste gevoeligheid
te bepleiten of een practisch onuitvoer
baar denkbeeld na te j3gen, in deze
slechts sprake is van een maatregel, in
de allereerste plaats in het belang van
den arbeid zelven. De liefde van den
arbeider voor het werk, zijn toewüding
er voer en zgn lust en geschiktheid er
toe, moeten er evenzeer bg winnen als
zgn persoonlflk genot en genoegen.
Wg zien, ook nog in onzen verlichten
tgd, zoo vaak de treurige opvatting,
althans feiteiyk huldigen, dat de mensch
er i3 om den arbeid, dat wg wel eens
opzatteigb mogen aandringen op maat
regelen, die van het waarachtig men-
eeheiyk beginsel uitgaan, dat de arbeid
er is om den mensch.
Wat en traotaat.
Naar aanleiding van het Kamerdebat
over de vraag, welke werking san traslaat
hot ft op de wetteigke rechten dur inge
zetenen merkt „DeNederlander" o.a. op:
„letusschen scbynt ook ons het ver
standigst de zaak zoo te regalen, dat
zoowel een traclaat als eene wet de
wetteigks rechten dor ingezetenen vermag
vast te stellen. De leer, dat een tractaat
nog moet gevolgd worden door eene,
natuurigk daarmee overeenkom le wet,
is onpractisch, ook omdat het tractaat
gameenigk slechts tydeiyk is, zoodat, bij
vervaliing van hst tractaat, de wetgeving
opnieuw zou moeten gewyzigd. Ook onb
slaan er onoplosbare moeiiykbeden, als
wet en tractaa' niet met elkaar overeen
stemmen. En hoelang kan bet duren
voordat de wetgeving gowgzigd is 1 Er
kunnen, als de rechter beslissen moet
over de richtige uitvoering en het recht
begrip van een tractaat, groote moeiiyk-
heden ryzen maar niet grooter dan die,
waarmee elke wetsultiegger te kampen
heeft. Eu de vreemie mogendheid zal
zich beter kunnen neerleggen by eene
haars inziens verkeerde uitlegging van
den rechter, dan by een die ééne der
contracteerende partyen in hare wetge
ving heeft neergelegd.
sn Archibald gedood is I"
„Lieve Louisa, gg maakt u veel te
angstig.»
„Waarom is myn vader te Carrisford
en niet op A ?er Court Waarom moest
hü Job slaan, toen hg ontdekt was
Laat mQ Archie opzoeken. De onrust,
waarin wg verkeeren, moet niet door
hem gedeeld worden, Mary," liet zQ er
dadeigk op volgen, „ik wist niet dat
ik hem zoo beminde. Ik dacht sterk ge
noeg te zyn om van hem te scheiden
en nu is hg in gevaar."
„Moed gevat, Louisa. Wy zullen somen
dien deserteur wel spoedig vinden, want
ik stel ook nog een weinig belaDg in
hem. Zoo wy ham zien, of iets van
ham hooren, en dat zullen wg zeker, en
is hg dan buiten gevaar, dan zullen wy
weer stilletjes naar huis sluipen, en
niemand zal ooit weten, hoe wy ons
naodeloos ongerust, gemaakt hebben."
„En zoo hy eens in gevaar ia
„Dan snellen de amazonen toe ter
zyner bevryding!"
Louisa glimlachte niet, ook stelden
Mary's manieren haar niet gerust. Zy
was in vollen ernst, want Archibald
Hope was niet teruggekeerd," en zy dia
hem haatten waren dien nacht bg elkander
Zonder regelirg evenwel kan de zaak
niet biyven. Hoe scherpzinnig men ook
moge redeneeren over de beteekenis en
de werking van een tractaat, hoe waar
bet moge zgn dat een tractaat kan wer
ken als eene wet, en dat, in zóóver, een
tractaat „het geheele Ryk als door eene
wet verbiedt en belast" (Thorbecke),
weshalve, in philoaoflschen zin „hei. Sou-
vereina besluit van oorlog en vrede m6t
dat van hot sluiten van tractaten, het
wetgevend deel uitmoakt van de regeering
der buitenlandsche betrekkingen,"
toch kan geene redeneering ons leiden
tot het. besluit, dat een tractaat is 6ene
wet. Stonden beiden geiyk, dan kon ook
een tractaat door eene wet gewyzigd
worden. Maar juist dat is onmogeiyk,
De eenige, althans de eenvoudigste
oplossing schijnt ons derhalve deze, dat
de w.tgaver bepale dat een wat niet
slechts geiyk nu art. 5 der Algemeenë
Bepalingen voorachryft door een latere
wet, ma3r evenzoo door een tractaat,
voor het geheel of gedeelteiyfc hare kracht
kun ve.dezen.
Dan wordt voor den rechter de on
overkomelijke moeiiykheid weggenomen,
waarvoor hg zich nu doorgemeld artikel
5 ziet geplaatst."
Naar aanleiding van een bericht, dat
de ambtenaren bjj het departement van
financiën voortaan op 65 jarigen leef-
tyd den dienst met pensioen moeten
verlaten, kan worden gemeld, dat het
in de bedoeling schynt te liggen, binnen
een niet al te lang tydsverloop, een
geiyke regeling voor alle departementen
te treffen, wat financiën aangaat zal de
regeling eerst 1 Juli 1904 ingaan.
Door de „Nederl. Maatschappy ter
bevordering der Pharmacie" is een adres
aan den minister van binnenlandsche
zaken en aan de Tweede Kamer der
Sia'en Generaal verzonden waarin ver
zocht wordt het daarheen te leiden, dat
ook voor hen, die als student in de
pharmacie zgn ingeschreven, maar niet
in het bezit zyn van het diploma van
eindesamen gymnasium of van het daar
mede gsiykgestelds examen, genoemd in
art. 12 en 13 van de Wet tot regeling
van het Hooger Onderwgs, de gelegenheid
worde opengesteld om door het schry ven
en verdedigen van een proefschrift den
doctoralen graad t6 verkrygen.
Vereenvoudigde Spelling.
De „N. Gt." maakt het gebeurde met
de wyziging in de statuten van den
„Bond van Ned. Oaderwyzers" welke
door den minister van juititie niet kon
worden goedgekeurd alvorens ze waren
„gezuiverd van taalfouten" en „in de
gsbruikeiyke spelling" geschreven, tot
een onderwerp van bespreking. Dat woord
„gsbruikeiyke spelling" acht zy even goed
gekozen als de daad gelukkig is te
achten. Al is de „N. Ct." in zake de
geweest, om hunne plaunen te volvoeren.
Het was noodzakeigk dat zy, die hem
liefhadden en meenden dat hg in gevaar
was, niet stil zatenen ofachoou Mary
Prayse bedaarder en minder erg dankend
was, toch schenen er voor haar redenen
genoeg te zijn om den ouien vriend te
gaan verdedigen.
ACHTSTE HOOFDSTUK.
De twee mannen, die gedurende hun
leven heimeiyk als vyanden tegenover
elkander gestaan hadden, zoo zelf dat
het eenmaal tot openbaar gewold was
gekomen, zaten nu uren ach tor eon vriead-
scbappeigk te praten en te rooken.
Vroeger geschil en wantrouwen, schenen
geheel vergeten door het gemeenschap-
peiyk doel, hetwelk zy beoogden en de
zwakke kloppingen van het geweten,
welke Sir R;chard kort te voren in het
park nog gevoeld had, waren weldra
weggevloeid in het geestryk vocht, dat
hg zoo overvloedig gebruikte. Hg dronk
als iemand, die aan den drank verslaafd
is en daarom veel kan verdragen, en
trouw aan den regel, die hem in het
drinken beheerschte, was het, zooals wy
meer dan eens zagen: hoe laigar hg
i dronk des te woester werd hg.
j Wordt vtrvalgd.)