22 Juni. Maandag botbanK. No. 144. 41e Jaargang. 1930. FEUILLETON. Jraraliaiie. ode ïeisje Nieuwe gedachten over opvoeding. jsche ial f500,000. lankvereeniging 1ENSTEIN Co. DAM. op langen ter- bligatiën uit, in t 500,— en 3rs van 100 kantore en by IBAUT, te Vlis- l i r e c t i e, CROIN. tegen Brand., rten en op het posito. an de Noord Ne- bank te Gronin- an 4 peroents gorging van Hy- 162, by de Giat- fg. dsperaoneel LLANDSCHE en EZEN wordt be- zich kannen de .Onderlinge van ig e n, i 'a-Grave nhage ogen te bekomen Cl EER, R(Jka- ike t N. 128. gezocht voor een esBureau dezer Ct. OIEKST KiBBSLBtraa se: vm 4 50 (alleen /an Zeilmarktvm nm 12 30 2 10 15. 1 15 2 45 4 15 Ziilmarkt Vlissin- n op werkdagm) 50 nm 1 20 2 50 10 20 11.— 12 35 2 5 3 35 ÏAVENSIBH3T. rm 6— 6 20 7— 10— 10 20 1040 - 1 10 1 30' 2—* 25 3 50 4 10 4 30 0 7 30 7 50 8 20. ia: vm 6 10 6 30 9 50 10 10 10 30 Nm 12 10 1 20 50* 3 10 3 40 4— 40 7 20 "7 40 8— mallen Zondaga uit. -SCHEEE& 903. nm. 3 23 en 6 05 3 50 6 35 1 55 a) en 4 45 5 23 5 50e) uten na het vertrek 8 10 8 50 akens, Borsaelen en igan naar Boraselen m dea WOENSDAGS alen en Nouzen ten volgende dagen te apoorwegatation te VLISS1N8SCHE COURANT Prys per drie maanden 1.30. Franco per post l.ïO. Afzonderlijke nummer» 5 cent. Men abonneert zich by alle Boek handelaren, Postdirecteuren el rechtstreek» bij isn Uitgever F. VAN ®8 YHLSS Ir., gisins Rsrkt, I. Ut. ABVERl^ENTIÊNvan 1 4 rigels f 0.40. Voor tlkwi regal meer 10 cent. B(J directs opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slacht* tweemaal berekend, Groot» letters «n ciicfei's naar plaatsruimte. <8gelfRs5 gltgssssyiaifi Ssa- m {m*$£S£«. ^•laBpRotwemussiMUMr TO. i.»sï2Tsb~ii^sfiS-Acv-,!?s.;-iïMïa 86® Tcr.ïdeslf.ge ToorwM&dcn. Bericht. Zij, die zich met 1 Juli op dit blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschonende nummers GfRAT 18. i. In enkele nummers van het .Sociaal Weekblad" treffen wjj, in den voim van een feuilleton, het een en ander aan, in de Nederlandsche taal overgebracht, uit een Duitsch werk, van Ellen Key, in betrekking tot de opvoeding. t Is voorwaar geen nieuw onderwerp maar tevens is het een onderwerp, dat nimmer uitgeput is, zelfs voor hen, die het zeer ernstig met de opvoeding mee- non. Ock in het bedoelde feuilleton von den w(j zoo eel, dat niet nieuw en toch hoogst belangrijk en eene korte bespre king overwaard ig is, dat wij niec konden nalaten het onder de aandacht onzer lezers te brengen waaronder ongetwjj feld ook zeer vele ware belangstellenden. Het spreekt wel van zelf, dat wij In de eerste plaats voor hen schrijven niet voor hen die - zooals Eden Key terecht opmerkt dat er vele zijn met de opvoeding der kinderen handelen alsof het bestaan van dezen alleen moest dienen tot trots, vreugde en genoegen der ouders. Voor velen onzer zal het een nieuw gezichtspunt openen, bij deze schrijfster de opmerking te lezen, dat het bijna eene aatuurwet is, dat het juist de origineelen, de bijzonder bega .fden onder de kinderen zijn, die in huis en op school het meest mishandeld worden omdat men wil dat elk kind wordt als alle andere kinderen, vervuld met dezelfde denkwijzen en op vattingen, die nu eenmaal in de fatsoen e wereld gangbare munt z(jn. t Is juist het niet gewone kind, waarop het oog gevestigd moet zijn. Vele kinderen zjjn vreemd (anders dan andere) heftig, driftig of in zich zelf gekeerd Dat is een openbaring en tevens een waarschuwing van de natuur en het was ons als uit het hart gegrepen, toen wij de merkwaardige woorden bij onze schrijf ster lazen „Wil je niet?' zeggen vader en moeder, „ik zal je leeren of je een wil hebt!" „Die koppigheid zal ik er wel gauw uitwerken." Men werkt echter niets uit het kind, maar kan er op die manier heel wat vrij naar het EngeUch. 189.) Zijne kleur verschoot, en de zelfbe- heersching, die h(j bad willen ten toon spreiden in deze crisis, scheen hem snel 'o verlaten. Nog voerde h(j een hevigen inwendigen strijd en antwoordde nMIjn recht is gegrond op onze vroe gere overeenkomst op die liefde, Welke gij niet gelooven wilt, dat ik voor u heb.» jHeb ik u ooit bemind?' «De hemel helpe mü nooit." Het was eeu antwoord in verbijstering ®b ernst uitgesproken een antwoord bat de diepte van ellende kenschetste. Welke z(J in haar geheel gevoelde. Z(j in werken, wat er best uit had kunnen blijven. Of dressuur dan volstrekt nood6loos Onder dressuur verstaan wij een min of meer dwiegende leiding, waarbij de wil der opvoeders meer bepaald een overheerschenden invloed heeft. Het noodzakelijke van zulk een dres suur wordt door schrijfster erkend, doch alleen gedurende de drie eerste levens jaren. Hier zouden wij willen opmerker), dat die grens niet volkomen willekeurig te trekken is. Het is volkomen juist wat de schrijfster opmerkt, dat in die levensperiode het kind in zoo hooge mate zinnelijk is, dat een lichte, bloot licha melijke pijn, of anders een klein genoe gen, de eenige taal is die het volkomen verstaat en begrijpt en dU3 voor som mige kinderen een onontbeerlijk middel om eene gewoonte at- of aan te leeren. Maar wij zullen er bij onze dressuur toch zeer nauwkeurig op moeten letten, of dat bloot zinnelijke in iets anders over gaat. tan is de tijd der zoogenaamde dressuur verstreken om plaats te maken voor dien der werkelijke opvoeding en de overgaDg tussehen die twee moet ze6r geleidelijk plaats hebben. Het wil ons voorkomen, dat bijna geen enkel kind groot wordt, zonder nu en dan eens een klap te kijjgen. Maar let nu eens op. Er komt een t(jd dat het kir d, na zch misschien zeer kwaad ge maakt of anders hard geschreeuwd te hebben, terugkeert tot dengenen van wien het die klappen ontvangen heeft. Bij zoogenaamde koppige kinderen duurt dat wat langer bij andere komt het wat spoediger. Dit wijst op een begin van besef. Het kind heeft er een vaag begrip van, dat het iets gedaan heeft wat het niet had behooren te doen, wenscht het niet weer te doen, wil het gebeurde als h6t ware ongedaan maken. En wanneer het eenmaal op dit standpunt gekomen is, dan kan men er zeker van z(jn, dat men langzamerhand het kind djo: drin gen kan vau het begrip van hetgeen het niet en van hetgeen het wel behoort te doen. Men zal het door overreding ot door overtuiging van het minder goede kunnen terughouden. Maar dan moet de periode van dressuur ook onherroepelijk afgesloten z(jn. Wel is er geen opvoeding zonder straf denkbaarmaar slaan of andere bloot licbameljjke p(jn veroorza kende straffen moeten onherroepelijk tot het verledene behooren. Onze schrijfster wijst er ieiecht op, dat een kind absoluut en direct moet kon in deze nieuwe bron van wanhoop de vroegere vervolging vergeten, en de smart betreureD, welke zij onwetend hem veroorzaakt had, en de vreemde houding, welke h(j tegenover haar innam. „Waarom zoekt gy mij dan te binden,» zeide zij, op zachten smeekenden toon, ,aan eene belette gedaan, toen m(jna ziel ontroerd bd m(jn verstand zich zeif niet meester was waartoe my aan dat verschrikkeiyk verleden te herinneren „Omdat en dat is het eenige ant woord, dat ik u op al uwe vragen gaven kan omdat ik u bemin.» „Onmogelijk!" herhaalde zy. Het is de oude wraak nog op myn grootvader en een onrecht, jaren geleden u aange daan de trotschheid, welke zich ver- toonen wil in alle hare grootheid en my verpletteren." „Onmogeiyk, z6gt zy!" riep hy op woesten toon, zich van haar afwendende. Vervolgens zich snel tot haar keerende, zeide hy „Onmogsiyk dat ik u zoude beminnen en geloott gy dat nog Ik zal dus opheldering moeten geven, gy nietdan zullen wy elkander beter verstaan, en gy zult althans mijne redenen duide lijker zien." leeren gehoorzamen. Zeer zeker is dab ook tucht een onontbeerlijk bestanddeel der opvoedingmaar het is volstrekt niet onverschillig hoe men tucht tracht te kweeken. Tucht beteekent niets, wanneer de ongehoorzaamheid en de onderwer- werping ontstaan uit een laag gevoel van vrees. Maar wanneer men het kind geleerd heeft, langzamerhand een over winning op zyn eigen wil te behalen en het dus doordrongen van een, laat het dan vaag gevoel van noodzakeiyk- heid zyn, om te handelen naar het iDzicht en de bavelen der opvoeders, dan is de zaak gewonnen, By da opvoeding behoort men ook altyd te bedenken, dat het kind en de men3ch beide het gansehe lange leven door nu en dan met schade en schande wijs worden. Daarom moet man niet al te voorzichtig zyn. Men zal natuuriyk een kind, na het een paar koeren voor de trap gewaarschuwd te hebbeD, zoo maar niet vau de trappen laten vallen maar het is niet zoo heel erg, warneer het zich even, ia byzyn yan den opvoeder, aan de kachel brandt, nadat men er voor gewaarschuwd heeft, dat voorwerp aan te raken. Zulke kleine ervaringen doen veel meer goed dan kwaad. Het kind leert de zaken en haar bestemming be- grypen en daardoor komen voorzichtig heid en andere eigenschappen van zelf. Onze schryfster merkt niet onaardig op, dat sommige moeders haar kinderen slaan, die de kleeren scheuren enz. en dan zeggenze kunnen hun eigene kleeren niet herstellen, dus moeten zy op een andere manier gestraft worden. Neen, voor zulke dingen moet een kind op dien leeftyd in het geheel niet gostraft worden. De moeders moeten hun kinderen niet op. fleren aan mode en fatsoen Geeft ze sterke kleeren en morskieeren, waarin ze vry kunnen spelen en wascht ze een paar koeren meer. Later is het wat anders. Als een jon gen misbruik maakt van zyn geliefd geweer of ander speelgoed, dan moet het dat esnigen tijd missen. Ais het kind zich bemorst of de kleeren scheurt, dan moet het b.v. thuis b.yven als het te laat komt voor het eten moet het alleen eten, enz. eDZ. Zoo maakt men de be laugrykste gewoonten van het leven, b.v. om geregeld te zyn, om netjes te wezen, om goed op te letteD, tot een tweede natuur. De opvoeding bestaat uit een reeks van zeer kleine ervaringen, als een ge volg van esn zeer consequent, krachtig bandelen van den opvoeder. „Waartoe zou dat dienen?» vroeg zy, in de richting- ziende, in welke Archi bald vyf minuten geleden zich verwy derd had. „Het is noodig dat ik my recht vaardig." „Zeg my, wat gy van my verlangt waartoe gy hier zyt." „Ik z d u allereerst zeggen, hoe gy u in my bedrogen hebt," zjide Maurits „Gy hebt my van dubbelhartigheid be schuldigd, en ik heb het recht van u een geduldig oor te eischen. Gy behooft my niet te vreezen, noch naar uw vriend om te zien. Het is niet waar- schyniyk, dat ik u eenig leed zal doen." Hy zeido dit op bitteren toon, maar, toen zy zich omkeerde om te antwoorden, hief hy zyne hand op, om hare aandacht in te roepen. „Ik zal zoo kort mogeiyk zyn, Miss Kelpdale ik zal u niet langer op houden dan noodig is maar ik sta hier voor de eenige bevoegde rechtbank om mijn vroegor gedrag ie beoordeelen, be- hslvo God," aside by. „Voor wy elkander te Parys ontmoetten was het myn plicht gewoest, als esn getrouw lid der geheime Fransche politie, uw vader nauwkeurig te bewaken. Hy spande samen tegen het Is de opvoeder een man, of eene vrouw die veel dreigt, maar niets doetdie van daag zus en morgen zóó handeltdie altyd bromt en zeurt en berispt, maar niet werkeiyk zich weet te doen ga hoorzarnen, zeg dan maar gerust dat de zaak voor drie kwart verloren is. Het „U. D." scbryft Wy hadden gelegenheid personen te spreken, die eergisteren da garden-party by H H. M M. de Koninginnen op Soestdy k hebban bygewoonden wy kunnen met groote voldoening conatateeren, dat de overeenstemmende meeting was dat H. M. de Koningin er ze°r goed uitzag. In deze woorden vatte iemand zyn indruk omtrent H. M. samen „fijn en teeder als de lente, maar ook bloeiend als de lente." Enquête naar de groote Btaking. In het uit „hst Volk" overgenomen bericht komt een or juistheid voor. Niet de minister heeft da Kamers van A-beid om inlichtingen gevraagdhet centraal bureau voor de statistiek, dat voornemens is in zyn „Tyischrift", evenals van alle stakingen, ook van de algemeene een overzicht op te nenman, hoeft in den gewonen, voor de Kamers van Ar beid door den minister voorgeschreven vorm, een ontwerp overzicht opgemaakt en aan de betrokken Kamers gevraagd te willen meedeelen, of dit juist is voor zoover de door haar vertegenwoordigde bedryven betreft. (Hbl.) In 6en „rapport vau het comité in zake een rijkswet tot verbod van bordee len" wordt een beknopt overzicht gege ven van d) werkzaamheden van het comité on de resultaten daarvan, die het comi'é reden tot voldooning geven. Aan dit overzicht is toegevoegd een lyst met namen van kerkeraden, bonden en ver eemgiugen, tot esn aantal van 675, die aan het adres van het comité aan H M. Koningin adhaes'e hebben betuigd. Bui tendien waren er nog vele corporaties, dis wel symthie betuigden en een adres ver zonden, maar daarvan aan het eomiii geen bericht gaven, waardoor de moge ïyk'neid ontbrak de namen in de lijst te vermelden. Be vaccine-wet. Dr. H. P. Kaptry.1 scbryft in het „N. v. d. D.» naar aanleiding van de aanhangige vaccine-wet: Het zoeken vau wegen om het den menschen garnakkeiyker te maken,hunne kinderen niet te dosn inenten door vele uitnemende, ernstige en oprechte mannen, gouvernement, en ik was de spion, die langzamerhand zjjn vertrouwen wist te verwerven, ten einde hom te verraden ja, ik was toen gy my verscheent, wat verfoeiiyk is ea laag. Toen zag ik uwo gehechtheid aan hem en beklaagde u, en terwyi ik u beklaagde, beminde ik u zoo zeer, dat elke gedachte aan eene vroegere verongelijking verdween. U w vader wist, dat hy toen in myue macht was, en zag, voor gy het gezien hadt, dat ik u had leeren beminnen. Het was zyne beurt my te misleiden, en hy zeide my dat gij my ook bemindet, en dat hy zeker was, dat 6r een tyd komen zou, waaneer gij het my be- lyden zoudt. Door myne ydelheid en hartstocht trotsch geworden, geloofde ik het, tot dat hat te laat was. Maar ik had myn hart op u gezet, en het kostte wat het wilde, gy moest de myne wor den. G3loof my vry, dat ik een tiran een schurk en een verradar bsn geweest, doch altyd ben ik de man, die u be minde met zyn gaheela ziel, en die dit met den hemel tot getuige zweort.» Hy. hief zyne hand op terwyi hy sprak, en riep plechtig den hemel tot getuige aaa. Louisa be.fde voo: zyne on stuimigheid. is vcor my een overtuigend bewfjs, dat persooniyk weinig ot geen kennis gemaakt hebben met de pokziekte. Wanneer zy vau naby hadden kunnen z-'en en overwegen wat ik in de jaren 1863 tot 1872 heb waargenomen, dan geloof ik stellig, dat hun de moed zou ontbreken om ontwerpen vau wet voor te stellen en te verdedigen, die de poor ten voor de pokziekto weder wyder open stellen. De walging, die opgewekt wordt door een groot gcziD, dat aan pokken lydt, hstzy in eene kleine woning of in een nog veel kleiner kajuitje in een turfschip (zooals ik te Zwaitaluis menig maal zag) is oubfsckryfeiyk. De hart verscheurende tooneelen van grievend zelfierwyt van ouders, die, ondanks ernstige waarschuwing van den genees heer, dat het gevaar voor hunne kinde ren nabij was, we get s gmcedsbezwarea weigerden die kinderen te laten inenten, bij de ïykjes vau hunne kinderen, zij laten op den toeschouwer eenonuit- wischbaren indruk na. Persooniyk heb ik in dien tyd in menig huisgezin ia Zwartsluis met al de kracht, die in my was, de oude:s gewezen op hunne groote verantwoordeiykheid voor het leven en het welzy a hunner kinderen. Ik vroeg hun, of zy niet geloofden aan de beschuttende kracht van de koepokstof. De meesten antwoordden, dat zy vol komen overtuigd waren, want dat z(j dagelpks de sprekende bewyzen van het nut der vaccine zagenmaar dat hun geloof hun verbood om voorbehoedmid delen te gebiuiken. Ik wees hen er op, dat dit voor hen de zaak veel erger maakte dat, indien zy aan dat nut geloofden, hunne ver- antwoordeiykhoid dubbel groot was want dat zij verzuimden hunne kinderen te beschermen, tei wyi overal in de rondte ziekte en dood rondwaarden en ook hunne kinderen bedreigden. Treurig waren de tooneelen, waar de ouders, na het verlies van hunne kin deren, jammerden en kreten en zichzelf beschuldigden van verzuim. Men moet dergeiyke tooneelen bygewoond hebbeD, om voor het goheele leven indrukken mede te nemen, welke niet meer ver flauwen of uiigewischt worden. Duitsche verkiezingen. De uitslag van de verkiezingen voor den Duitschen Rijksdag zijn weer een merkwaardig teeken van het weinig weerstandsvermogen der liberale partyen tegenover de sociaal-democratie. Terwyi de partijen van rechts vry wel hun pGSitie tegenover den socialistischen stormloop, waarby de bedoeling was alwat malcontent is ia ééa groot rood net te vangen,ongeschonden haudhaafden, bezweken de „vryzinnige volksparty" van R'chter en de „vryztnnige vereeniging" van Barth byna geheel. Men kan deze partyen vergeiyken metonz-Unielibaralen en vry zinnig-democrat™. De nationaal - „Dat is krankzinnigheid, stamelde zy. „Hat is eene krankzinnigheid, die haar doel niet uit het oog hs.tt verloren van het eerste oogenblik af aan, toon ik u ontmoette tot nu toe zy zal duren tot aan myn dood, met al hare onbesten digheid en baatzucht en kracht." „Maar „Maar toen gy my haattet, toen gjj alleen myne donkerste zyde beschouwdet, en elke daad toeschreeft aan een onedel beginssl, waarom hield ik toen nog vol Omdat ik wist u eens te zullen over tuigen, dat ik niet geheel slecht was. Ia de boach wachters woning vertrouwdet gij my het eerst, en ik was gelukkig, of schoon ik meende daar te zullen sterven." „Gy dacht dus te zuil sn sterven vroeg zy met drift. „Gy geloofdet dus niet aan de varvulling der belofte, welke gy van my hadt afgeperst „Neen," antwoordde hy „maar het was een geluk dat ik nog nimmer had ondervonden, nu ik wist dat gy myne verloofde waart dat gy u verbanden hadt de myne te worden dat gy aan mijne zijde zoudt staan, wanneer ik van 'nier overgaan zou naar een leven, waar alle samenspanningen een eind) hebbin. Wordt vtrvolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1903 | | pagina 1