\SSAU" SSINGENj (L.). Zaterdag APRIL tel le Rang. ie Zalhp t gtalagt! ho. 137. 41e Jaargang 1903 13 Juni. liiiaiiHe iericite. PBUILIBTON. WfiÉirilMlÉ) In hierbij hunne Winkels gedu- tus om 9 uur I Zaterdags.) nd Tj CHE HAVENDIENST. JANSEN. G. LOOIS. H. LIENSKOK. MANSE-DAMAVE. DE MARCAS. B. DE MIK. ABBERS Co. 'ed. L. J. ZIETSE. otostraat.) ige maanden f 2.CO ar. Nieuw EN GEVAARLOOS. 50 en 2.50. FRANS TIMMERMAN. TRAMDIEN8T HS3S «l HIDEBI<BUB3 T T. ;en Remise: vm 4 50 (alleen 5 55 Van Zsilmarkt: vm 1145 nm 12 30 2 55 8 30 10 15. is: nm 1 15 2 45 4 15 15. urg nsar Zeil markt Vlissin- 0 (alleen op werkdegrr) 15 11 50 nm 1 20 2 50 >0 9 20 10 20 11.— lis: nm 12 35 2 5 3 35 15. jgenvm 66 20 7 65 9 30 10— 10 20 1040 Nm 12— 1 10 1 30* 2—* 3— 3 25 3 50 4 10 4 30 15 7 10 7 30 7 50 8 20. uitensluis: vm 6 10 6 30 50 9 15 9 50 10 10 10 30 11 50. Nm 12 10 1 20 30* 2 50* 3 10 3 40 4— - 6 05 6 40 7 20 7 40 8— aarten vallen Zondags uit. TEB-SCHELGE. aer 1903. IJD. 50a) b) nm. 3 23 en 6 05 2 15a) 3 50 6 35 5 nm. 1 55 a) en 4 45 b) nm. 3 23 5 50a) 30 minuten na het vertrek CS ke vm. 8 10 8 50 aar Bresken9, Borsselen en 1 Vlissingen naar Borsselen 5(1 worden des WOENSDAGS ir Borsselen en Neuzen ten BER en volgende dagen te en het spoorwegstation te VLISSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. AÊsonderliJke nummers 6 cent. Men abonneert zich by alle Boek handelaren, Postdirecteuren os' rechtstreeks bQ den Uitgever F. VAN BS VBLBE Jr., Kleine Markt, I. 187. ABVERTENTEÈNvan 1—4 regels 0.40. Voor elksn regel meer 10 cent. Bij directe opgaat van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prQs slechts tweemaal berekend. Groot» letters en ciiché's naar plaatsruimte. 7axNck|h$ d»g«l$ks, sSlg«s®aflffl?4 Sm- m fmet&gt®„ Teleiphooiuiuninia? lO. ilaniiwiü©flK-AdT8ï4<su-Üiin op aesr voordeollge voorwaarden. De leden der Tweede Kamer zijn tot hervatting der werkzaamheden bijeenge roepen tegen Dinsdag 16 Juni, des voor middags ten 11 uur. Lichting 1902. Het Staatsblad bevat een Koninklijk besluit van den llden Juni, waarbij de minister van oorlog wordt gemachtigd, om van de miliciens der lichting van 1902, die zich thans krachtens Koninklijk besluit van 11 Maart 11. onder de wapenen bevinden, hen die behooren tot de eerste ploeg der lichting 1902, zoodra moge lijk overeenkomstig art. 118 der Militiewet 1901 met verlof huiswaarts ts zenden. Naar aanleiding van dit Kon. besluit brengt de minister van oorlog ter alge- meene kennis, dat, ter uitvoering daarvan, door hem, minister, bevelen zijn uitge vaardigd om de miliciens, behoorende tot de eerste ploeg der lichting van 1902, met groot-verlof te doen vertrekken: lo. hen die zich in hun garnizoen be vinden op 13 Juni a.s.2o. de overigen ook op dien dag, of anders zoo spoedig mogelijk daarna, mits niet op Zondag. Suikaraecijns. De minister van financiën zegt in z(Jne memorie van antwoord op het afdeelings- onderzoek van het wetsontwerp betref fende de nadere bepalingen aangaande den accijns op de suiker, geheel inte- stemmen met hen, die verlaging van accijns zouden wenschen, om tot een grooter suikerverbruik te geraken, maar hij moet, tot zijn leedwezen, er voors hands van afzien een aanzienlijke ver laging van den accijns voor te stellen De minister is van oordeel dat de verwachting van de leden omtrent het acres van het gebruik hem toeschijnen te licht van kleur te zijn. Yan den minister is dan ook thans geen voorstel tot ruime verlaging van den accijns te wachten, en evenmin een tot fixeering van de opbrengst met jaar- ïykscbe vaststelling van het bedrag van den accijns. Fxeering van de opbrengst zou dien accijns de hoedanigheid van elasticiteit, en daardoor aan de schatkist een der krachtigste middelen ontnemen, om eenigszins het hoofd te kunnen bie den aan de voortdurende uitzetting der uitgaven, te:w(Jl bovendien de percentage zou varieeren, hetgeen voor handel en industrie allerminst wenschel(Jk mag wor den geacht. Nu de omstandigheden niet toelaten ingrijpende maatregelen op dit gebied te nemeD, heeft de minister zich ernstig de vraag gesteld, of h(J, bij den beslisten tegenstand van een deel der leden tegen geringe verlaging van den suikevaccyns en tegen verhooging vanden gedistilleerd- u vrij naar het JSngelsch. 182.) .Zulke openbaringen bestaaD, of ik ben een grooter dweeper geweest dan ik dacht. G(J verataat mijne wartaal nu niet, maar spoedig zult gij er den sleutel toe hebben, en iedereen te Cirrisford zal er den mond vol van hebben en zeifs gü zult moeten zeggenneen, ik draag Maurits Hope niet langer een kwaad hart toeh(J is eene goede kerel geworden een gentleman een echte Hope, even als zjjn broeder te Glasgow. Job, ik beb een tien pondsnoot in mfln zak. Dezen morgen zeide ik: Als ik Job Frit- ten zie, zal ik hem een v(Jf pondsnoot geven j ea nu wil ik ze verdubbelen, accjjns deze voorstellen behoort te hand haven. De minister heeft dan ook gemeend aan H. M. de Koningin machtiging te moeten vragen om het ontwerp van wet tot verhooging van den accijns op het gedistilleerd in te trekken. Dit kan echter alleen geschieden, in dien in de plaats van eene verhoogde opbrengst van het gedistilleerd de vrij vallende suik6rpremiën aan de schatkist ten goede zullen komen en dus verla ging van den suikeraccijns thans achter wege blijft. De minister zet voorts uitvoerig uit eer», dat het wei degelijk noodzakelijk is om op dit oogenblik tot versterking der middelen overtegaan. Er valt toch een ongedekt te kort op de gewone uitgaven te becijferen van f 11 565.225.18 min f 5 049.665 000 is f 6.515.566.18. Ver moedelijk zal op de uitgaven een belang rijk bedrag vrijvallen, daartegenover staat echter dat nieuwe aanzienlijke suppletoirs credieten overmtjdeiyk zijn. Ten slotte wjjst de min. op de finan- eieele gevolgen van het thans gewijzigd voorstel. Van de voorgestelde verhooging van den accijns op het gedistill. werd een meerdere bate verwacht van f 2.700.0005f2 800.000 Da consumtie van suiker is op dit oogen blik te schatten op ongeveer 71 000.000 K. G. 's jaars. Het achterwege blijven van de verlaging van den accijns op dat artikel met f 3 per 100 K. G. levert derhalve een voordeel op van f 2.130.000. BB aanneming van den nu voorge dragen maatregel zal mitsdien de verster king der middelen 6 a 7 ton minder bedragen dan oorspronkelijk in de bedoe ling lag. De min. ziet hierin een over wegend bi z /aar. Vooreerst geeft de toeneming van het suikerverbruik er aanleiding toe voor de opbrengst van dit middel een hooger cijfer aantenemen dan b(j de samenstel ling van het budget voor 1903 nog geoorloofd was en in de 2e plaats legt ge wicht in de overweging, dat da consumtie van suiker voortdurend toeneemt. Van het gedistilleerd geldt juist het tegen overgestelde. Het is om die reden zelfs niet onwaarschijnlijk dat de handhavirg van den suikeracclj-s op het tegenwoor dig bedrag van ƒ27 per 100 K. G. voor de schatkist voordeeliger zal blijken, dan verhooging van den gedistilleerd accijns tot 70 por H L. gewsest zoude zijn. Wat de surtaxe betreft blijft de min. overtuigd, dat deze zal kunnen strekken om onze BUikem(j verheid voor ondergang te bewaren, indien onverhoopt, tenge volge van ongelijke concurrentievoorwaar den, de invoer van vreemde suiker zoo- danigen omvang mocht aannemen,dat de Nederl. nijverheid op eigen markt het veld niet zou kunnen houden. Maar hij verwacht dat zoodanige invoer zich niet zal voordoen, dat tot heffing van surtaxe geen toevlucht zal behoeven genomen te worden en dat onze suikerindustrie zich zonder deze zal weten te handhaven zoo blijde ben ik u te zien." Job's oozen rolden woest in zijn hoofd verrast en verlegen. Maurits Hope blijde hem weer te zien 1 Tien pond te ont vangen van hem, als eene uitdrukking zijner blijdschap. Hy nam de banknoot en zag den gever nieuwsgierig aan. ,Ik heb EOg geld genoeg ik weet niet, of ik ze wil aannemen," zeidshij. .Steek ze in uw zak. Het is eene schuld aan u wegens kost en inwoning bij u, toen ik u zoo veel overlast heb aangedaan, zoodat gö zelf niet in uwe woning blijven kondt ook was ik toen niet dankbaar." .Neen, dat waart gy ook Diet," zeide Job ,en gij hebt my voel overlast aan gedaan, dat is waar." De banknoot verdween, en Job wachtte op nieuwe inlichtingen, die Mr. Maurits hem mocht willen geven. „Dus is de oude baronet dood," zeide Maurits. „Toen ik het in een der nieuws bladen in het buitenland las, deed het my innig leed." ,Ik kan niet begrypen, waarom het u leed doen kon," was Job's antwoord. .Het deed my leed, omdat ik niet by zyne sponde zyD, en hem vergeving vragen kon voor de onaangenaamheden, Marinebagrooting voor 1903. Aan de memorie van antwoord op de marinebegrooting van 1903 ontleenen wy het volgende Wanneer bij een volgende begrooting het den minister gegeven zal zjjn voor stellen tot aanbouw van nieuwe schepen aan de overweging van de Staten Generaal te onderwerpen, zal hy niet nalaten deze gepaard te doen gaan van een uiteen zetting van zyn denkbeelden over het voor onze vloot noodige materieel, waarbij uit den aard der zaak zyn standpunt ten opzichte van de plannen tot recon structie der vloot van zyne ambtsvoor gangers zal worden toegelicht. De minister is geenszins voornemens de belangen van het materieel op den achtergrond te schuiven, doch het is thans niet wel doeniyk grootere sommen voor de reconstructie der vloot aau te vragen. Het voornemen bestaat om Hr. Ms. pantserschip „Kortenaer" in 1904 naar West-Indië te dirigeeren ter vervanging van de ,D9 Ruyter". De verzoeken tot bekoming van pen sioen door de weduwen van in Indië aan cholera overleden schepelingen zijn alle ter beoordeeling gezonden naar den Militairen Pensioenraad,die gemeend heeft, dat geen termen aanwezig zyn om de adressanten in het genot van pensioen te stellen. By den Marineraad is reeds in studie het onderworp het behoud van Amster dam als Rykswerf van aaubouw en even- tueele verplaatsing van die werf naar elders. De minister komt er echter tegen op, dat op de werf te Amsterdam minder deugdeiyk zou worden gebouwd dan op de werven te Fuysnoord en te Viissinger, Ia plaats van de .Gelderland" zal in het laatste van dit jaar de „Zjeland" voor terugkeer uit Odat-lndië worden aangewezen. Het ligt in het voornemen van den minister om in den aanvang van 1905 een begin van uitvoering te geven aan de uitbreiding van den stoomloodsdienst en wel voor den Nieuwen Rrtterdamschen Waterweg en daarvoor aan te wyzen 3 stoomloodsvaartuigen. Na de uitbreiding van den stoomloodsdienst voor den NieuweD R)tt. Waterweg ligt 't in de be doeling daa-toe ook voor IJmuiden over te gaan. Da afschaffing dar Staatsloterij. Het trof de .Arnhemsche Cuirant" dat in de toelichting tot hst wetsont werp tot afschaffing der Staatslotery door den minister van firanciëa de eigensar- d'ge, vaak overdreven en bombastische spreektrant van den oud hoofdredacteur van „De Standaard" wordt overgenomen. Door het uiterst tamme wetje, dat de Staatslotery doemt tot 1922 langzaam weg te sterven, wordt volgens de toe lichting uitvoering gegeven aan het in 1901 aangekondigd voornemen, „om be dacht te zyn op nadere voorzieningen, welke ik ham vroeger heb aangedaan. Het deed mij leed om zyne kleindochter, die nu alleen in de wereld is, en Di6mand heett om voor te zorgen dan haar vader. Gij weet wie deze is, nog beter dan ik, Job." .Ik weet niets ten zijnen nad9ele; antwoordde Job bits. „Hy is voor my een goed heer en voor zyne dochter een goed vader geweest." „Hat doet mij genoegen zulks te hoeren," zeide Maurits. „Ik draag Richard Kelpdale geen kwaad hart toe." .Sir Richard Kelpdale," zeide Job tot terechtwyzing. „Ik vervolgde hem met gestrengheid, en hy was van geen zeer volgzamen aard. Ik maakte hem echter erger, dan hy zou geweest zyn ik Maurits zweeg, ziende dat Job zeer aandachtig luisterde, en zeide toen„Waar is Sir Rxhard dezen morgen „Hy is niet hier. Hy is buiten 's lands." „Met Miss Kelpdale toch niet met Miss Kelpdale, Job 7* risp hy. „Om 's hemels wil, kerel, zeg my toch niet dat zy ook buiten 's lands is." Zyne oogen glinsterden van het vuur eens karakters, dat nog niet geheel was bedwongen, en Job kende hem nu beter. waardoor de uitspattingen van dezen hartstocht (de speelzucht) op meer af doende wijze konden worden beteugeld." Zou de minister Harte niet beseffen, hoe onbeschrijfelijk belacheiyk zulk een hoogdravende bombast klinkt tot toelich ting van een zoo onnoozel wetje, dat letterlijk niets meer doet dan de rustpooze tusschen twee loteryen ééne of een paar weken te verlengen, teneinde de geheele afschaffing over 19 jaren geleideiyk voor te bereiden Het is te hopen, dat de minister in zyn Memorie van Antwoord eens iets nauwkeuriger opgeeft, welke uit spattingen van den hartstocht hy zich nu wel voorstalt met dit wetje op meer afdoende wyze (meer dan wat?) te be teugelen. Over het al of niet voortbestaan van de Staatslotery maakt de „Arnh. Ct." zich niet warm. Zy acht haar uit een moreel oogpunt moeiiyk verdedigbaar, al zijn de millioenen, die de Staat uit den drankaccyns trekt, zedeiyk nog sterker te veroordeelen. Maar kwaad doet de Staatslotery weinig en den Staat brengt zy een niet te versmaden bate aan. Maar de geleideiyke afschaffing voor te stellen als een moreele noodzakelijk heid „om de uitspattingen van de speel zucht te beteugelen" en tegeiykertyd onaandoeniyk te biy ven en, ondanks her haalde toezegging om in dit euvel te voorzien, maar altyd ongestraft te laten de werkeiyte „uitspattingen van de speel zucht", zich openbarende in het schan- deiyk misbruik dat door tal van gewe- tenlooze bedriegers ten eigen bate gemaakt wordt van de speelzucht van het publiek, dit is zulk een bespotteiyke overdrij ving, dat ze niet verre meer verwyderd scbynt van de grenzen der hulchelary. 't Is ook, gelet op den feiteiyken toe stand, eene volkomen scheeve voorstel ling, als de minister in de toelichting zegt, dat „de Staatin moreelen zin kwa- iyk bevoagd geacht ban worden om straffend tegen de speelzucht op te treden, zoolang hy niet gebroken heeft met het in de Staatslotery belichaamd beginsel van verschaffing van gleginheid tot spelen", 't Klinkt nu zeker wel wat Chris teiyker, te spreken van 't bestraffen der speelzuchtwaar echter niets meer be- do8ld wordt dan het tegengaan van be drog door het exploiteeren van anderer speelzucht, is dit niettemin juist. Dj wat verbiedt loteryen zonder 's Koningsgoed keuring, d. w. z. zonder waarborgen dat geen bedrog gepleegd wordt en 't niet ui'sluitend om het prikkelen der speel zucht te doen is, maar sedert de invoe ring van ons nationaal Strafwetboek mist dit verbod een poenale sanctie. Wordt d6ze slechts hersteld, dan zijn de ergs'e „uitspattingen der speelzucht" beteugeld wat juist de Staatslotery be- trekkeiyk zoo onschuldig maakt, is de absolute waarborg dat het publiek niet wordt bedrogen. De grieven van het Spoorwegpersoneel MensehriJftuitUtrechtaande „N. Ct." Een oogenblik meende Job aan Maurits Hope te z3ggeD, dat Miss Kelpdale met haar vader vertrokken was indien Mau rits hem geloofde dan zou t»y misschien even snel van het tooneel verdwynen, als hy er op verschenen was en aldus zou Job haar van een gevaar gored hebben, hetwelk hy zsker wist, dat haar Bedreigde. Maar Job gevoelde dat zijn leugen ontdekt worden en Maurits Carris- ford niet verlaten zou, zonder alle moge lyke onderzoek gedaan te hebben. Hy zou hem gaarne misleid hebbjn, zoo hy het op eene wyze had kunnen doen, die hem van een goede uitkomst ver zekerde, maar met het vooruitzicht van oamiddeliyke ontdekking was er niets te winnen. Een Hope te bedriegen was geen kwaad hadden zy niet altijd de familie bedrogen, die hy diende?" Ea wat df zen aanging hy wist wie hy was, hy had hem reeds voor lang ge kend hy had hem eens in de gevangenis welen te brengen, omdat hy op hem geschoten had. Kortom, Maurits Hope was iemand van een woest karakter. .Miss Kelpdale is niet met Sir Richard op reis," zeide Job met weerzin. „Is zy alleen op Aver Court?' was daarna de vraag. Zooals reeds door ons werd medege deeld, zyn door het afdeelingsbestuur alhier van den Bond van orde van H. IJ. S. M. personeel aan de leden cireulairis gezonden, bevattende de vragenlijst der enquête-commissie. Van de 35 leden hebben slechts 6 de circulaires ingevuld. Dit feit staat niet alleen, en van andere zijde o gewerd mi) de mededeeling dat over het algemeen onder het spoor wegpersoneel er tameiyk veel onverschil ligheid heerscht om de enquête-commissie voor te lichten en haar taak te verge- makkeiyken. My is zelfs bekend, dat ontslagen spoorwegpersoneel eenvoudig zich van de zaak afmaakt, door niets in te vullen, noch te willen mededeelen, wat ter verbetering van grieven dienstig kan zijn. zy willen kortweg met datgene, waarvoor zy vroeger heetten te stryden, niets meer te doen hebben. Woensdagnacht is na een langdurige ziekte in den ouderdom van 77 jaar te Groningen overleden jhr. mr. W. G. A. Al be-da van Fjfcmst.ein, oud-lid van de Eerste Kamer, oul-scaoolopziener ia hjt district Groningen, kamerheer in buitengewonen dienst van H. M. de Koningin. De heer Alberda van Ekenstein was algemeen geac rt en bemind wegens zön y veren voor de publieke zaak, niet het minst op onderwijsgebied. Het gebeurde in de Nieuwe Kerk, De oude sT'yd van 1886 over hetge* beurde in de Nieuwe Kerk te Amster dam wordt weer fl'nk opgerakeld. Dan heer Charle3 Boiasjvain, hoofd redacteur van hat ,Hbl.", was door de „Standaard" verweten, dat hy indertyd „in zyn schulp gekropen" was en laf hartig geweigerd had „de zaak* voor den rechter te brengen. Hierop antwoordt hy thans dat hy alleen geweigerd heett in te gaan op den eisch van dr. Kuyper om deze van allerlei leeiyke dingen te beschuldigen,door dr. K. in een deurwaar- d8rs-fxploit omschreven, waarop de (X- kerkmeasler het recht zou krygen, den heer Boissevain aan te klagen wegens beleediging. De heer Boissevain wy rt er op dat h(j by zier verschillende gelegenheden na- drubkeiyk heeft getuigd „Geen leider of lid der do'eerend.n werd of wordt door ons zelf in da verte verdacht van een oneeriyke daad gepleegd te hebben", maar hy biyffc den coup d'état in de kostery der Nieuwe Kerk een daad van eigen richting, een revolu'ionnaic bedrijf noe men. Tot versterking van die opvatting haalt hij in ean uitvoerig artikel tal van feiten uit die dagen op. Aan het slot richt hy tot dr. Kuyper deze bede „Waaneer ik denk aan uw machtige gaven en aantrekkeiyke eigenschappen, aaa uw grooten in/lood ea de behoefte welke wy hebban aan mannen van karakter, die de democratie kunnen lei den, dan vol ontzag voor wat de toe- „Dat aehyat zoo, dunkt u niet? „Zeg, Job," zeide Maurits, eu zyne hand beefde, toen hQ een verzegelden brief te voorschyn haalde, „ik wilde u verzoeken dezen brief aan uwe jeugdige meesteres ter hand te stellen. Als zy hem heeft gelezen, zeg haar dan dat ik haar buiten wacht, onder de hooge beuken, welke Sir William zoo zeer beminde, en dat hy haar antwoord of haar zelve verwacht. Zult gy dit onthouden „Gy behoeft my geen brief te geven," zeide Job, zyne handen achter zich ver bergende „zy is niet, waar zy behoort te zyn." „Fritton, waar is zij vroeg Maurits met drift. „By Mr. Pray .ie." „Ha, brengt zy eeDige dagen by Mary door. Nu breng haar dan myn brief, als een vent, en als gy uw boodschap spoelig volbrengt, dan „Ik sta niet in dienst van Mr. Piayae," zei Job, met een minachtend schouder ophalen, „en ik ben geen knecht van den rentmeester my;s heeren. Gy zult dus zelf uw boodschap moeten doen, Mr. Hope, of iemand opzoeken, die minder trotsch is dan ik." Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1903 | | pagina 1