:scum.
Dinsdag
26 Mei.
ANDIG.
41e Jaargang
1903.
cher Stnr.,
Itaitalsét beriÉee.
FEUILLETON.
UC HBS BOB
|EI
ig om iederen dag
te reinigen met
ïgen's
sterk tand-
adem en zuiver
men door deze
vsyze. Wie eens
bruikt, wil het
en.
voor Vlissingen
Bsllamykade H
PBOEF-
IES a SO ct.
Iciété Anonyms.
/LISSIMGEH
'Ci0
ik
Oe prezen zyn
door den Staat
gegarandeerd.
deelneming
insen,
:aat Hamburg ge-
ote Geldloterij,
zeker
T
£o. 1^2,
j I.0O de r.jter
brzegelde bemande flesGft
Liter, voorzien van hot
tvenDr. P. F. VA» HAMEL
5. ProoföoBch A f 1,80»
■hitond verkrijgbaar bij
worden,
ran deze voordee-
lgende,nameDiyk:
irjjs is in het ge-
3.000 Mark.
300.OGO Mark
200.000 Mark
00.000 Mark
50.000 Mark
40.0*2 Mark
35.000 Mark
30,000 Mark
,00.000 Mark
S0 000 Mark
50 000 Mark
50 000 Mark
£0 000 Mark
30.000 Mark
20.000 Mark
15 000 Mark
10.000 Mark
5 000 Mark
3.000 Mark
2 000 Mark
1.000 Mark
500 Mark
4C0 Mark
ivat deze loterjj,
bestaat, 115.000
prijzen en 8
jna op de helft
pr(js valt. Bij
Irdient de aan-
ig van he: plan
or de speler in
,ne premie, niet
jen in de laatste
in elke klaste
ijs der lste klasse
jlukkigste geval
|gt in de 21 hl.
ia de 3e tot
4e tot 70.000
80.000 Mark
|Q Mark, in de
ie tot 600.000
:ijstrekking, die
,d. kost
>t slechts 3.50
>t slechts tl. 1.75
it slechts fl. 0.90
oor de volgende
ie juiste ljjat der
ig«g6ven in het
voorzienvan
Staat, welk plan
i verzend,
de loterij ont-
bnmiddeiiyk na
rbende trekking
gshjst.
verzending
jzen
lirect en prompt
ider de strengste
an men eenvou
(even,ook tegen
met de aan-
van loten voor
obende trekking
of uiterlijk tot
selkantoor
Juitschland.
VLissmescHE courant.
Prijs per drie maanden 1.80. Franco per post 1.30.
Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
r, VAN M VSLBl Ir., Kleins Markt, I. 187,
ABVERTENTIÊNvan 1—4 regel* 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bi) directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de pry* slechts (weemaal berekend. «root» letters
en cliché'ï naar plaatsruimte.
TersahSgnt dsgolfks, «iggas$c£«?4 ®g> S©b- m ieostisgos.
Telephoonn
er IO.
lh»Ba6Ktaat»-A4T«rA©iiü3a op «es? voordeelige voorwaarden.
Hst Vorstelijk 'Bezoek aan da hoofdstad.
Zaterdagochtend reden de Vorstelijke
bezoekers met groot gevolg uit naar
het Stedelijk Museum ter bezichtiging
van het geschiedkundig medisch phar-
maceutisch museum, door dr. Daniels
bijeengebracht.
Onder het tijden werd H. M. de Ko
ningin een bouquet aangeboden bij de
school van mej. Peters, op de Keizers
gracht, bij de Beerenstraat, waar de
schoolmeisjes op de stoep het .Wilhel
mus* zongen.
Op een hooge stoep naast de Hoogere
Burgerschool voor Meisjes op de Keizers
gracht had een heer van middelbaren
leeftijd post ge - at, die op een piston uit
volle borst het „Wien Naerlands bloed"
blies, tot groot vermaak der hofhouding
en der omstanders. Hierna werd gereden
naar het Vondelpark, waar een ontzag
lyke menigte allerwege verspreid was,
vooral moeders met kinderen.
Te 1 30 kwamen de rijtuigen weer
voor om het Echtpaar te brengen naar
den Amstel voor het bijwonen van de
roeiwedstrijden van de .Hoop".
Overbodig te vermelden dat het ge
bouw kwistig, was getooid met groen
en bloemen en dat de beide oevers door
dichte drommen belangstellenden waren
bezet. De waterspiegel leverde een ver
rassend schouwspel op door de tallooze
botters, sloepen en gieken, die in een
heerlijken bloemenwedstrijd met elkander
om den voorrang 0 verden.
Te 3.30 was het Vorstelijk Paar aan
htt Rokin ter bezichtiging van de ten
toonstelling ia Arti. Er waren 268
kunstwerken, die door Koningin en Prins
met groote belangstelling werden bezich
tigd. De maatschappij had zorg gedragen
voor een aardige attentieop een der
bovenzalen was het portret van wijlen
Z. M. Willem III gehangen, benevens
de oorkonde met medaille door den
Koning in 1868 by z(jn bezoek aan
Arti der maatschappij geschonken. Deze
attentie stelde H. M. vooral op hoogen
piijs.
Des avond was er gala-voorstelling
in den Stadsschouwburg.
Om het Koninklijk Echtpaar te zien
gaan naar de Nieuwe Kerk, hadden zich
op den Dam gisterenochtend reeds vroeg
duizenden verzameld. Ook aan de rameo
van de huizen om het Damplein hadden
velen plaats genomen.
Te ongeveer kwart voor tien kwamen
de hofrijtuigen voor en reed de stoet
tot voor den ingang van het kerkge-
gebouw, aan de Damzijde, onder de
toejuichingen van het publiek.
Toen Hare Majesteit en de Prins
waren uitgestegen, werden z|j aan den
ingang tot de kerk ontvangen door de
kerkmeesters der Nieuwe Kerk, de
vrij naar het Hngeheh.
167.)
Hij geloofde wel dat zij de beste
keuze gedaan had, maar toch was hij
bezorgd en ontsteld. Toen zij de laan
doorgingen, bemerkte hy dat haar tred
vertraagde, en zij zelfs eens bleef staan
en hare hand in hare zQde legde.
„GtJ hebt pijn," zeide hy haastig.
„Niet veel," antwoordde zij. .Ik ben
sterker dan dezen namiddag. Spoedig
zal ik geheel hersteld zijn."
„Gü gelooft zelve niet, wat gij zegt,"
zeide hij„Weinige oogenblikken ge
leden spraakt gjj van «ene langdurige
ongesteldheid, Miss Kelpdale."
„Heb ik dat gezegd?" vroeg zy afge-
heeren ds. A. E. v. d. Dussen, mr. W.
baron RöjII en J. L. van Verre.
De Koningin was gekleed in een
licht-lilakleurig costuum met wit gegar
neerd en dito hoed en droeg over dat
costuum een witten zijden mantelde
Prins droeg de generaals uniform.
Binnen het kerkgebouw vroeg ds. v. d.
Dussen even de aandacht van H. M. de
Koningin, om Haar in welsprekende
woorden een hartelijk welkom toe te
roepen namens de leden van den Kerke-
raad en van de gemeenteleden, uit wier
naam spr. de Vorstin te meer welkom
heette bij haar eerste bezoek aan deze
plaats na Haar herstel uit eene ernstige
ziekte. De Vorstinne was blijkbaar zeer
getroffen door deze hartelijke woorden.
Vervolgens gingen de Hooge bezoekers
plaats nemen in de zoogenaamde „Hooge
Overheidsbank," om. de pilaar, recht
tegenover den predikstoel.
Ds. O. J. Lammerink ging voor.
Na het uitspreken van den zegen
werd gezongen Psalm 138 vers 1.
Als tekst noemde de voorganger het
eerste gedeelte van V6ts 14 van Hoofd
stuk I uit de „Handelingen der Apostelen,"
alwaar staat
„Deze allen waren eendrachtelijk vol
hardend, in het bidden en smeeken van
de vrouwen."
Ia het voorgebed en ook in zijn preek
stelde ds. Lammerink voornamelijk in
het licht dat het Nederlandsehe volk
grooten dank verschuldigd was voor het
gelukkig herstel van H. M. de Koningin
en wees vooral op de gelukkige dagen
door Nederland medegemaakt tijdens de
Huldigingsfeesten en b(j den blijden
intocht der Koningin aan de zijde van
Haar Gemaal. Verder herinnerde de pre
diker aan de droeve dagen tijdens de
ernstige ziekte der Vorstin en de donkere
dagen tijdens de laatste werkstakingen,
toen ruw geweld zich verzetten wilde
tfgjn orde en wet.
Door wijs beleid en ernstig optreden
der Regeering, maar vooral door een
drachtelijk bidden, als in de aangehaalde
tekstwoorden, zal, zeida hij, de toe
komst van Oranje en Nederland verze
kerd zijn.
Als tusschenzang werd gezongen. Ge
zang 265 vers I
Geest des Heeren kom naar boven," enz.
Na het „Amen" werd de Oud-Testa-
mentische zegen uitgesproken te vinden
in „Numeri" 6, luidende:
„De Heere zegene U en behoede U,
„De Heere doe zjjn aangezicht over
U lichten en zij U genadig,
„De Htere varhtffe zijn aangezicht
over U en geve U vrede."
De slotzang was Gezang 96:
„Halleluja, eeuwig dank en eere" enz.
Toen de Hooge bezoekers opstonden
viel het orgel in met het „Oude "Wil
helmus," dat door alle aanwezigen werd
medegezongen en bleef het Koninklijk
Echtpaar even toeven alvorens de plaatsen
te verlaten.
Bij het verlaten van het kerkgebouw
trokken„o, ik weet tusschenbeiden
zelve niet, wat ik zeg. Gij moet er
niet naar luisteren, Mr. Hope ook
behoeft gy u over mjj niet te bekomme
ren, of op den onzin, dien ik praat,
acht te geven, mdien ik met mijne ge
dachten ta veel atdwaal."
„Het gaan valt u zwaar ik bid u
leun op mijn arm."
„Gaarne," zeide zjj, terwijl z(j dade
lijk zjjn arm vatte, „ik gevoel mij een
weinig zwak. Ik had liever het rjjtuig
moeten laten komen, zoo ik op mijn
vertrek vooibereid geweest was, of min
der haast gehad had. Maar het was
noodzakelijk zeer noodzakelijk dat ik
ging. O, dat verschrikkelijke huis
die verschrikkelijke laatste nacht
die
Zij zoude gevallen zjjn, zoo hij, die
elk harer schreden opmerkzaam gade
sloeg, haar niet spoedig ondersteund
bad. Hij boog zich voorover en zag haar
in het gelaat. De groote donkere oogen
die kort te voren spraken van moed en
een vast besluit, sloten zich langzaam
toen hij haar aanzag.
„Louisa moed gehouden," riep h jj
in zijn angst; moed gehouden tot w
het huis van den rentmeester berei
zeide Hare Majesteit de Koningin tot
ds. Van der Dussen „Ik ben zeer dank
baar voor en gesticht door dit bezoek.
Ik dank u zeer."
Op den Dam bleef het nadat de vor-
stelpe personen weer in het Paleis
waren teruggekeerd, nog geruimen tijd
zeer druk.
Des middags werd een groote rijtoer
door de stad gemaakt die Blechts drie
kwartier onderbroken werd voor een be
zoek aan „Artis."
Met de grootste belangstelling bezich
tigden de vorstelijke personen de tuinen
zoowel als de dieren en werden daarbij
door het bestuur alle gewenschte inlich
tingen gegeven.
Bepalingen omtrent bevloeiingen.
Herinnerende aan het groote gewicht
van goede bevloeiingen voor den land
bouw, aan de in 1893 ingestelde Staats
commissie voor de bevloeiingen en aan
hetgeen de Ned. Heidemaatschappij reeds
in het belang der bevloeiingen heeft ge
daan, betoogt de minister van waterstaat
in zjjn memorie van toelichting tot een
door hem bij de Tweede Kamer ingediend
wetsontwerp, dat het noodzakelijk is,
om, evenals zulks in het buitenland is
geschied, bepalingen in het leven te roe
pen om de bevloeiiDgen in het algemeen
te regelen en de belemmeringen, die een
ernstig gebruik van het water voor den
landbouw in vele gevallen in den weg
staan, op te htffen,
De bevloeiingen, wier bevordering dit
wetsontwerp beoogt, zgn inzonderheid
die, welke in het oostelijk en zuidelijk
gedeelte van ons land kunnen voor
komen in de zandstreken en die er,
blijkens de opgedane ervaring, zoo veel
toe kunnen bijdragen jbl de welvaart
in die streken te verhoogen.
Op de indiening van een wetsontwerp
omtrent bevloeiingen is dan ook in de
Tweede Kamer herhaaldelijk aangedron
gen en op de in 1900 te Breda gehou
den algemeens vergadering der Neder
landsehe Heidemaatschappij ie zoodanige
indiening met algemeene stemmen zelfs
spoedelschend verklaard.
Uit den aard der zaak behooren de
bevloeiingen, voor zoover de Staat daarbij
kan z(jn betrokken, bij het Staatsbosch-
beheer thuis. Een afzonderlijke tak van
dienst behoeft daarom ter zake van deze
wet niet te worden georganiseerd.
In overeenstemming met artikel 190
dor Grondwet en artt. 137 en 140 der
Provinciale wet wordt de bevoegdheid
der Provinciale Staten erkend om de
voorschriften voor de ontleening, het
gebruik en den afvoer van water met
betrekking tot bevloeiingen bij reglement
vast te stallen.
In het vaststellen van deze voor
schriften zjjn de Staten bij dit wets
ontwerp mogeljjk beperkt, omdat bjj de
Provinciale reglementen beter dan bjj de
wet kan worden rekening gehouden met
verschil in toestanden. Daarbjj waarborgt
hebben."
Voor de eerste maal noemde hij haar
die h(j beminde, bij haar naam den
naam die in zjjn hart begraven lag
en hare oogen openden zich als met
eene fliuwe verbazing.
„Ik zal moed houden, indien ik
kan," stamelde zjj. „Zoo ik bszwjjk
zoo ik ik mocht sterven, zeg
dan aan Maurits
Toen sloten zich hare oogen weder en
zij had de kracht niet meer om eene
schrede voorwaarts te doen. Op het
zelfde oogenblik had Archibald Hope
haar in zijne armen genomen, en droeg
haar met de liefde, waarmede eene
moeder haar kind zou gedragen hebben,
tegen zijne breede borst.
„Ga spoedig den dokter roepen, en
zeg hem onmiddellijk bij Mr. Prayse te
komen," riep hy tot Mrs, Edwards. „Ver
lies geen enkel oogenblik. Wy hebben
haar door ons dralen gedood w(j
hadden haar niet met ons moeten
nemen. Vrouw, sta me zoo niet aan te
kijken, maar spoed u i
Mrs. Edwards verschrikte eerst van
zijne woeste stem, keerde zich toen om
en ging daarna door de laan terug naar
het groote huis, terwjjl hjj, met zjjn
de koninklijke goedkeuring dat de in de
wet opgenomen grondbeginselen onge
schonden bljjven.
Invoerreehten op buitenlan&soh meel.
De „Bakkers bondscourant» komt nog
eer.s terug op de mogelijkheid, dat een
invoerrecht zal voorgesteld worden op
buitenlandsch meel, van 30 cents per
honderd kilogram.
Het blad gaat de gevolgen na, die een
dergeiyke invoering zou hebben en komt
dan tot deze redeneering
Wanneer zoo straks werkelijk een
dergeiyk reebt zou worden geheven, dan
zou hiervan een natuurlijk gevolg wezen,
dat de groote meelfabrikanten in ons
land bet heft in handen kregen en de
prijzen van het inlandscb meel opdreven
zooveel zij wilden, natuurlijk steeds
blijvende binnen de perken van de dertig
cents verhooging, op buitenlandsch meel
Nu zou ook dit weer zoo erg niet zijn
voor de bakkerijen, indien zQ deze prijs-
verhooging konden verhalen op het
publiek, waartoe zy genoodzaakt zouden
zyn, maar dat gaat niet en waarom?
Sedert jaren toch bestaan er bier te
lande broodfabrieken die tevens meel
fabrieken zijn en deze zouden dus het
meel, voor hunne bakkeryen benoodigd,
steeds aan gene zooveel goedkooper
kunnen leveren dan aan concurreerende
bakkerijen en dus, indien er eens sprake
van zou wezen, dat de particuliere bak
kers door de verhoogde meelprQzen ge-
dworigen, hun brood wilden opslaan, zich
hierbij niet wilden aansluiten en door
blijven gaan met brood te verkoopen
tegen den gewonen prijs, aangezien zy
in staat zijn door het invoerrecht op
buitenlandach meel en de daarmede in
verband staande stijging der meelpryzen,
goedkoop inlandsoh meel te verwerken
en aan hun eigen bakkaryen af te leveren.
Dat de kleine bakkery hierdoor een
gevoelige slag zou worden toegebracht,
is wel voor een ieder duidelijk en of de
regeering hieraan wel gedacht heeP,
toen zy het ontwerp uitwerkte, mag
betwyfeld worden.
Het is nog niet te laat, zegt het blad,
en het hoopt, dat, mocht een zoodanig
voorstel worden ingediend door belang
hebbenden, een waardig en gemotiveerd
adres zal wordan ingediend ter plaatse,
waar zulks behoort en dat daarop een
gunstig resultaat za! mogen worden ver
wacht, zooais het bestuur van de ver-
eeniging van handelaren in Buitenlandsch
Mael schrijft in haar jaarverslag
Blijven de leden der Staten-Generaal
trouw aan hetgeen zy gedurende den
verkiezingstijd verklaarden, dan bestaat
voor invoerrechten op meel gaen gevaar,
wij vertrouwen daD ook iD een vol
gend verslag ervan te kunnen gewageD,
dat elke vrees in dit opzicht geweken is.
Saatscourant no. 119 bevat een Koe.
b sluit waarby bepaald wordt
kostbaren last in zijne armen, in snelle
schreden near de woning van Mr. Prayse
voortliep. Het was weder dezelfde be
zwijming haar hoofd rustte op zyn
schouder en zijne krachtige armen om
vatten haar. Hy zag haar in het gelaat,
dat zoo dicht by het zyne rustte en
zyn hart kermde van vrees en liefde
voor haar. Indien zjj zoo eens in zijne
armen stierf, welk een einde zou het
zyn voor een l9ven, waarin vrede en
geluk nu een aanvang hadden moeten
nemen welk een begin van een
leven voor hem Hy sprak haar toe en
smeekte haar moed te houden, ofschoon
zyne woorden ydele klanken voor haar
weren—zeide haar dat zy spoedig in hare
nieuwe woning zyn zou en daar vrien
den vinden zou, wie zy haar vertrouwen
schenken kon, en trachtte haar gerust
te stellen, dat zy in veilige handen
was. Hij luisterde naar haren adem, en
zoo het onder het geboomte licht genoeg
geweest was, had men kunnen opmer
ken, dat hjj byna even bleek was als
z(jen toen eensklaps eenige woorden
fluisterend over hare half gesloten lippen
vloeiden, riep hij uit: „Goddank I" In
zijne woeste blijdschap bracht hij, onder
het voortgaan zyne lippen tot de haren,
De diplomatieke ambtenaren kunnen
te allen tyde door H. M. de Koningin
ter beschikking worden gesteld.
Geschiedt zulks om redenen van ge
zondheid of niet op eigen verzoek, dan
genieten zy gedurende het eerste jaar
hunner beschikbaarstelling een dlsponi-
biliteitstractement geiyk aan het halve
bedrag der laatst door hen genoten be
zoldiging.
Den leeftijd van 65 jaren bereikt heb
bende, zenden de diplomatieke ambtena
ren een aan H. M. de Koningin gericht
verzojk in om eervol ontslag uit hunne
betrekking. De beschikking op dit ver
zoek kan in het belang van den dienst
door H. M. de Koningin worden aange
houden zoolang dit wenscheiyk zal
biyken.
De miliciens vau de lichting 1902
vertrekken den 25 Juli met onbepaald
verlof.
Djambi,
De correspondent te Batavia van de
„N. R. Gt." seint
De toestand in Djambi is slechter.
De bevelhebber heeft om versterkingen
gevraagd. Twee compagnieën van het
91e bataljon staan gereed.
In verband met dit talegram herin
nert het blad aan wat de „Java Bode'
schreef
„Nu byna nog geen dag voorbygaat
zonder dat da telegraaf ons bericht brengt
van kleine gevechten in het Djambiaehe
en reeksen van namen van gewonde,
soms van gesneuvelde militairen, rijst
de vraag of de toestand aldaar wel zoa
gunstig sou zyn als men ons wel eens
gelieft af te schilderen. Verreweg de
meeste transporten, loopende ln de Tebo-
otreek, worden aanhoudend beschoten en
zelfs bracht de vyand, offensief optredend,
een onzer patrouilles danig in het nauw.
Hoewel men uit de Merangin-streek
slechts een enkele maal van vechten en
dus van dooden en gewonden onzerzyda
hoort, mag aldaar de toestand evenmin
gunstig genoemd worden, hetgeen kan
worden opgemaakt uit het feit dat de
Pangeran Toemengoeng en diens zoon,
die zich hy ons bestuur te Palembang
zouden melden, zich onderweg hebben
bedacht en de rimboe weder verkozen
boven een rustig leven onder de vleuge
len der Oompenie.
„Uit dit voorbeeld biykt, dat het over
gaan naar onze zyde den betrokken
hoofden niet erg voordeelig teeaehynt,
of liever, dat het bevechten der Oompe
nie hun niet by zonder nadeelig wordt
gemaakt. En hierin is naar onze mee
ning de groote fout van onze actie in
het Djambischa gelegen, n.l. dat men er
zich niet ernstig schynt toe te leggen, de
niet in onderwerping gekomen hoofden
zoolang na te jagen, tot zy er ten slotte
genoeg van krygen. Men heeft tydens de
excursie toch meer dan genoeg bemerkt,
dat de aard van den Djambiër niet erg
oorlogszuchtig is, dat hy zyne soms
doch om even spoedig zyn hoofd weder
op te heffjn en van haar af te keeren
Neen,daartoe had hy het recht niet
het zou eene eerloozs handeling geweest
zyn. Zy stond onder zyne hoede en als
zoodanig was zy hem heilig te midden
harer hulpeloosheid, en noch zyne liefde
noch zyne biydschap konden eene ver
schooning zyn, voor zulk eene daad,
waardoor hy den eerbied zou schenden,
dien hy voor haar had. Op dat oogen-
brik was zy de kleindochter van Sir
William Kelpdale, en als een heiligdom
aan zyno voogdij schap toevertrouwd
niets meer.
Aan het einde der laan gekomen, ging
by de helling af, die op het park uit
liep, trad onvermoeid voorwaarts tothy
den tuin van Mr. Pray89 bereikt had,
waar hy, toen hy langs het huis ging,
licht bemerkte voor het venster van de
kleine zykamer. Ma-y zat nog op, want
zd had geen rust kunnen vinden, en
toeD zy voetstappen hoorde naderen,
schoof zy het gordyn ter zy en zag
naar buiten tot zy hem hooeds roepen,
de glazen deur te openen.
Wo"dl vtrvo lgd.h