1908. Maandag 25 Mei. iMiitaÉeta bericte. EN. singen. iRo. I2L 41e Jaargang Gemeentebestuur. FEUILLETON. ill. 18SKR, 1SS66W6Ü. Kleinhandel in Sterken Drank, MEESTERSCHAP. IEKTEN NAC, RUM, IT, fijne en &ENBRANDE- 2VER, OUDE enz., by en Brand, en op het ito. [Ie Noord Na te Gronin- percents |ng van Hy- bij de Gist- sen uur tot Bellamykade JL.TJEE- t«StTIE petaimi •milage Kapitalen bij Weduwen- enz., tegen rorden gaarne 3KER Jzn. E NS T ssascaa r.» 4 50 (allasn ümarktvia 12 80 1 15 |55 6 55 7 45 jtizrif YUslinJ Ikdazeni 6 23 5 ISO S3 7 50 8 85 (DIENST. 20 7—ï&O 10 4f' 11 2 2 Si 33 4 50 5 50 10 6 30 1 21 10 30 10 50 1 4. 2 ii 4 2? 4 40 8 80. bndaga uit. 5LÖE. 1 en 6 05 0» 6 35 a) en 4 45 5 50 e) 1 het vertrek telen en Borsselea •ENSDAGS ten hoogste ;ende dagen agatation te vlisshvgsche courant PrtJs per drie maanden f 1,30. Franco per post f 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich by alle Boek handelaren, Postdirecteuren ef rechtstreeks bQ den Uitgever F. VAN m V2LBB Ji., Kleine Markt, I. 187. ABVERTENTIEN van 1—1 regels f 0.40. Voor alken regel meer 10 cent. B(| directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prtyg slechts tweemaal berekend. Groots letters en cliché's naar plaatsruimte. Vera&fat dagelf ka, sitgea«&£«4 ep los- 0® feestSagea, Telophoonnnsiaier IO. Aloimcaieiitg-AdTeirtoiiiiSn op scsi' Tookdeeligo voorwaarden. Verzoek om vergunning tot verkoop van eterken drank in 't klein. Burgemeester en Wethouders van Vlis singen gelet op art. 5 der wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad no. 97), zooals die is gewijzigd by de wetten van 23 April 1884 (Staatsblad no. 54), 16 April 1885 (Staatsblad no. 78), 15 April 1886 (Staatsblad no. 64) en 27 April 1901 (Staatsblad no. 85); doen te weten dat by hen is ingekomen een verzoekschrift van ROELOF VAN DER HÜIJZE.N, te Vlissingen, om vergunning dan verkoop van sterken drank in 't klein, in perceel wyk D 35 aan den Noordzeeboulevard te mogen voortzetten. Vlissingen, den 22 Mei 1903. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, J, H. DOMMISSE, L. S. Het is niet voor tegenspraak vatbaar, dat het meesterschap over zich zelf de levensvoorwaarde is voor een zoowel in stcffeiyken als in zedeiyken zin gezond bestaan. Dit beteekent natuuriyk niet, dat de mensch heer zou zyn over zyn eigen leven en welzyn. Wy weten zrer goed dat dit niet zoo is. Maar wy weten toch ook even goed, dat ons lichameiyk welzyn en het ongestoord bezit onzer arbeidskrachten ons als het ware onder zekere voorwaarden worden geschonken voorwaarden, die wy eeriyk hebben na te komen. Wanneer wy het ernstig willen, ons zooveel mogtiyk in acht nemen, ons niet noodeloos en nutteloos bloot stellen, dan zal een ziektekiem ons lichaam niet zoo spoedig tot opneming bereid vinden, en wanneer dat lichaam niet door ver- koerde gewoonten en ondeugden onder- mynd is, dan zullen de ziektekiemen er toch in ieder geval geen zeer vruchtbaren bodem vinden. Maar het is een ernstig dwaalbegrip, dat het lichameiyk welzyu en de gezonde werking der organen alleen belemmerd worden door grooto ondeugden, die al gemeen worden veroordeeld en waarvan betrekkelijk slechts weinigen het slacht dier zijn. Neen, wy moeten wel degeiyk de kleine vossen vangen. Het is niet vol u vrij naar het Emgeleek. 166.) .Maar gy hier nog zoo laat, Mr. Hope," zeide zy „hoe komt dat „O 1 ik ik kon niet slapen ik wachtte hier tyding van u," sta melde hy. „Hebt gy hier gewacht zeide zy zacht. „Hy is den geheelen nacht hier ge weest ik heb hem geraden naar huis te gaan," mompelde Job in zich zeiven voor hy de deur sloot„en daar gaan zy nu te zamen en zij wandelt met hem. Lieve Hemel I wat zal er nu nog moeten gebeuren Zoo verliet Louisa Kelpdale Aver doende, dat wy ons leven niet verwoes ten door sterke dranken, tabak of andere vormen van onmatigheid of ongebonden heid, door san lichtzinnige levecswyze of wat dan ook van dien aard. Het meesterschap over zich zeiven eiseht de bestrijding van dingen die, vaak als minder ernstig beschouwd, maar al te dikwyis goed gepraat, wel degelijk ons gezonde bestaan doorgaand bedreigen, en buist daarom van dubbel gewicht zyn, omdat zy bet stiffelijk en het zedeiyk bestaan beiden betreffen, Dikwyis zyn het scbynbaar onschul dige dingen, zooalsongegronde vrees, bezorgdheid, gemis aan de noodige kalmteOp eenen anderen tyd neemt de zaak een ernstiger vorm aan. Wy zijn opvliegend, wy zyn twistziek, wy hebben een slecht humeur; of wel, wy haten iemand en laten onze handelingen daar door besturen. Dat maakt onze levens beschouwing minder ftisch, dat zal op heel veel kleine handelingen in ons lsven een slechte uitwerking hebben, maar het is tevens een groote waarheid, dat al die kleins uitingen van menscheiyke zwak heid, van vooroordeel en ondeugd, allerlei indrukken op het lichaam achter laten. Menschen die lang daaraan hebben toe gegeven, veranderen langzamerhand ge heel nemen in houdiDg en gelaat de sporen ervan aan en komen vaak met schrik tot het besef van een toestand, dien zij niet hebben gewild en die nooit zou ontstaan zyk, indien zy het meester schap over zich zelf hadden weten te bewaren. Er zyn menschen die zich zelf vol komen in de macht hebben tegenover de wereld, dat wil zeggenden uiter» lyken schyn altyd bewaren de vormen nooit verzuimen. Op zich zelf heeft dat bitter weinig waarde. Maar het bewyst, hoe ver men het met oefening brengen kan. Die vormendienaars zyn volstrekt niet degenen die zedeiyk het hoogst staan maar zy zouden het, dunkt ons, toch kunnen wezen. En hier komen wy nu op het ware puntwant het helpt ocs natuurlijk niets, cf wy al overtuigd zyn van een groote waarheid, indien die waaiheid zich niet door een krachtig leven naar buiten openbaart. Het meesterschap over zich zelf te verkrygen, wordt ons gileerd door de wysbegeerte, dio ons aan ons zeiven ontdekt en de middelen aanwendt om de rede te beheerschen en het lichaam te vormen tot een werktuig van gezonde denkbeelden. Court, in d6n stikdor keren nacht. TIENDE HOOFDSTUK. B(j pikdonkeren nacht verliet Louisa Kelpdale met Archibald Hope Aver Court, Zy had haar besluit genomen, het kostte wat het wilde, hen te verlaten, die tegen haar hadden saamgespannen, en haar dood wenschten. Zy wilde zich naar een zuiverder dampkring begeven, of onderweg sterven. Het leven zou voor haar weder aanvangen onder vrien den, aan wien zy vertrouwen kon schen ken, of bezwy'ken onder de inspanning om hen te bereiken. Archibald had haar zoo laat niet ver wacht, en toch had hare plotselinge verschyning hem niet zeer verwonderd. Even als iemand in een droom telkens iets vreemds ziet gebeuren, en hierop altyd voorbereid is, zoo ook had Archi bald Hope de stellige verwachting, de nacht niet zou voorbygaan zonder dat er iets gebeurde, dat hem aan zijne voogdyschap herinnerde. Het was hem ormogeiyk geweest in huis te biyven by bad Mary Prayse gezegd, dat by het huis bewaken moest, waar Miss Kelpdale ziek lag, om steeds gereed te zyn haar ter zijde te staanen terwyi Voor een gewoon mensch is de wys begeerte geen wetenschappelijk studie vak, maar dat is ook niet noodig. Elke 3de gedachte van der jeugd af aan vernomen, elk woord in die richting tot ons gesprokenal wat wy lazen sn vernamen sedert onze prilste jeugd, hebben ons in leder geval de bewustheid gegeven, dat de mensch, die wil, veel kandat wy wel degeiyk macht over ons zei ven hebben. Dat niemand geheel ontbloot is van natuuriyke wilskracht staat bovendien vasten het is even zeker, dat die heeriyke gave in byzondere mate de eigenschap vertoont, van vatbaar te zyn voor toeneming door oefening. Het meesterschap over zich zeiven verkrijgt men niet zonder de inneriybe overtuiging, dat wy wel degeiyk onzen wil geheel aan de gezonde rede an de voorschriften der zedeiykheid kunnen onderwerpen. Dat is de wezeniyke voor waarde om eenmaal sterk te worden naar lichaam en geest, of wel om het duurzaam te b'.yven want zy die het meesterschap over zich zelf verloren, zyn veel beklagenswaardiger wezens dan zy die het nog nimmer bezaten. Wanneer wy eenmaal die overtuiging bezitten, door nadenken en ervaring ver kregen, dan mogen wy met een kleine wijziging, de bekende spreuk toepassen „ook 't pogen zelfs is grootsch, in 't worstelperk der kunst." Er is geen de minste twijfel aan, dat 'tvcovloopig by een pogei blijft. Men behaalt op dit gebied zoo maar niet aanstonds een glansrijke overwinning. Het moet dan eeris in deze, dan eens in gene richting worden beproefd. Een leeiyke of kwade gewoonte meet worden bestreden en, afgelegd. Een gewoonte, waarvan we weten dat zy schoon is en ten zegen kan zyn, moet worden be oefend en, aangenomen. Dat komt niet opeensdat komt met opstaan en vallen. Maar in ieder geval komt het' dan alleen, wanneer de rede ons leert te zeggen „het is dringeed noodzakeiyk" en de wilskracht dan reeds zoo ontwikkeld is, om ons te doen zegg9D „ik wil." En wanneer wy twyfelen, of ,vy iets bereiken zullen, dan staat het vast, dat wy er verder niet meer aan behoeven te denken. Het is een groote waarheid, dat een gezond leven, een waar leven, veelal wordt tegengehouden door de hinder palen, die wy ons zei ven op den weg stelden. Trouwens, dat kan niet anders; waar immers iedere daad zijne eigene, hy zoo de wacht hield, was het meisje, dat hy beminde, op het onverwachtst tot hem gekomen. Archibald Hope had een vast karak ter in Glasgow werd hy gehouden voor een hardvochtig, opvliegend man maar in dit geval was hy even beschroomd als een kind. Hy vreesde voor de gevolgen van Miss Kelpdale's overijlden stap. „Miss Kelpdale," begon hy, „hebt gy het gevaar van dien stap overwogen Ie hy niet in overyiing gedaan 1" „Het kan zyn," antwoordde zy, „maar ik ben altyd voo:birig geweest. Het is niet de eerste maal, Mr. Hope, dat ik hit oude huis op eene zonderlinge wy ze verlaten heb." Z|j deed eene zwakke poging om de zaak als zeer eenvoudig te beschouwen, maar zyn ernstig gelaat veranderde niet. „Mrs. Edwards," zeide by tot de huishoudster op verwijtenden toon, „had gy uwe meesteres niet kunnen bewegen tot den volgenden morgen te biyven 1" „Haar besluit om te vertrekken was op het onverwachts genomen, mynheer," was het langzame voorzichtige antwoord „en myn plicht op Aver Court was de natuuriyke gevolgen met zich brengt. Wy hebben dus altyd dubbel werk te verrichten, als wij ons onvolkomen in wilskracht geoefend hebben. Wy moeten eerst die hinderpalen wegnemen, die er niet hadden behoeven te zyn, en dan moeten wij dien op nieuw gee ff inden weg gaan bewandelen, dubbel voor zichtig, opdat wy niet op nieuw af dwalen. Dwazen, die wy zyn. Ja, als het niet zoo diep treurig was, dan moesten wy ons zeiven eigeniyk maar eens flksch uitlachen. Of is het niet belacheiyk, te morsen met de kostbare stof die wy het leven noemen, en waarvan een geheel costuum moet worden gemaakt, terwjjl we er hoogstens een zeker aantal ellen van bezitten Is bet niet belacheiyk te morsen met het kleine beetje gezondheid en krachten waarover een meDsch te beschikken heeft, terwyi hy het tusschen- beiden aanlegt alsof er geen opkomen aan ware 1 Als onze zon haar middag hoogte bereikt heef*", zuilen we het wel anders ondervinden I Een schoone aan het Latijn ontleende spreuk zegt„houd uw mens sana in eorpore sano.' Dat wil zeggen bewaar een gezonde ziel in een gezond lichaam. Het meesterschap over zich zelf geeft den sleutel tot dat geheim. Vorstelijk 'hesoek aas Amsterdam. Het Vorstelijk tchipaar verliet gisteren te 2 mi- 6 minuten Het Loo, onder de tofjuicuingen van een talryk publiek. De Koningin droeg een toilet van licht grijze zyde, de Prins de uniform van schout by-nacht. De Vorstelijke personen begaven zich van het Paleis te voet naar het station, waar ter uitgeleide aanwezig waren de burgemeester, de jagermeester Loudon en de Hofarts Pot. Met een hand druk namen de Koningin en de Prins van de heeren afscheid. Amsterdam had sieh voor de Vorste lijke gasten in feestdos gestoken. Van alle openbare gebouwen, van tal van particuliere woningen, vooral langs de drukke verkeerswegen en in de omgeving van het Paleis op den Dam, was de driekleur ontstoken. Eo het prachtige weder, het gloeiende zonnetje, werkte tot de feeststemming in hooge mate mede. Van alle kanten, van heinde en verre want by gelegenheid van het Vorsteiyk btzoskain de hoofdstad zyn daar sleeds veel vreemdelingen togen reeds uren vóór de aankomst van het Koninkiyk echtpaar dichte drommen van nieuws gierigen naar Dam en Damrak, om een goed plaatsje te veroveren, ten einde my gegeven bevelen te gehoorzamen en haar te dienen." „Maar was het noodig?" vroeg hy en ditmaal antwoordde Miss Kelpdale hem. „Ik achtte hst noodzakelijk," zeide zy, „want ik gevoelde dat mijne ziekte van langen duur zyn zou, en ik geen betere verzorgster wenschen kon dan Mary Prayse. Men duldde haar als zoo danig op Aver Court niet. Myne moeder tan Ma'y Prayse niet verdragen, en, daar ik een eigenzinnig meisje ben, zoo volgde ik myn wil en ging naar myne oude vriendin. Lady Kelpdale," ver volgde zQ, „ofschoon zeer nauw aan myne familie verwant, is eigeniyk veel meer eene vreemde voor my dan Maiy." „Ja, maar „Maar gy moogt my niets meer vra gen," zeide zQ „het was juist uw aan houdend vragen, dat mij het allereerst tegen u innam. Herinnert gy het u nog wel Hy antwoordde niet. Zy kon hem echter niet misleiden door van het ver ledens te spreken. „Miss Kelpdale, er moet iets van het hoogste gewicht gebeurd zyn, dat u tot dien stap heeft gebracht. Waartoe zoudt H. M. zoo van naby mogeiyk te kunnen zien. Uren van te voren zwermden officieren in groot uniiorm, meer dan vroeger naarmate wy nu meer garnizoen hebben, om het Koninkiyk Paleis. Ouden van dagen en vooral vrouwen en kinderen hadden zich op den breeden hardsteenen rand van het waterbassin aan het voetstuk van de N -derlandsche Maagd (welk bassin steeds droog is) neergezet, geduldig de komst ten Paleize, maar vooral het verschynen op het balkon afwachtende. Het optrekken der eerewacht, met de muziek van het korps mariniers voorop, gaf hier een welkome en aangename afwisseling. Te 3.25 (stadstyd) dreunde het eerste der 51 saluutschoten aan den Yfcant, ten teeken dat de KoniDkiyke trein Amsterdam's grensgebied was binnenge reden en precies te half 4 stoomde de trein onder het reuzenkoepeldak van het Centraal-station tot vlak voor de Konink- ïyke wachtkamer op het perron werden H. M. de KoniDgin en Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden verwelkomd door den burgemeester in ambtsgewaad, den gedelegeerden commissaris en een paar commissarissen der H. IJ. S, M., waarna twee jonge dames ieder een fraaien bloemruiker aanboden. In de wachtkamer, die met heesters en bloemen getooid was, onderhielden de hooge bezoekers zich een kort oogen- blik met enkele dignitarissen daar aan wezig, waarop het Koninkiyk echtpaar plaats nam in den Hofrytuig la Dau- mont bespannen, en de stoet zich in beweging zette. Nauweiyks was men het Stationsplein opgereden of een luid hoera en aanhou dend jubelen ging op onder de duizenden, die hier welliGht uren hadden staan wachten, wat eveneens het geval was onder de dichte drommen, die en hale op het Damrak geschaard stonden, en welk huldebetoon minzaam grootend door de hooge bezoekers werd beantwoord. Van het stationsplein tot aan de Oude brugsteeg waren opgesteld ongeveer 50 vereenigingen met fraaie banieren. Een drietal uit deze bood onderweg bloem ruikers aan. Al dadeiy'k by het uitryden der mar- quis8 hief een muziekkorps uit deze vereenigingen het Wilhelmus in de oude toonzetting aan en jubelde en juichte de menigte. Onder de vereenigingen merk ten wy op de jongelieden-korpsen Klein maar Dapper en de Prins Hendrikgarde, allen in uniform. Aan het paleis werden H. M. de Ko ningin en Z. K. H. Prins Hendrik door een deel d r hofhouding, waarby zich gevoegd hadden de Commissaris der Koningin, mr. G. van Tienhoven, de kamarheeren in buitengew. dienst, de bh. baron RöjII en baron Tindal en de commandanten der stad en marine, die met den burgemeester, gedurende het verbiyf der Koningin in Amsterdam, de gy het voor mij verborgen houden „Indien iets van het hoogste gewicht my dez6n nacht van Aver Court ver dreven heeft, dan betreft dit my alleen, Mr. Hope. Z9g vry, dat dit weder een nieuw geheim is, maar eerbiedig het om mijnentwil." Om harentwilWat had hy aan haar grootvader niet om harentwil beloofd en wat niet meer aan zich zeiven En nu verzocht zy hem vriendeiyk haar niets meer te vragen. Van dit oogenblik af zweeg hy. Zyne vermoedens grensden aan de waarheid, wat het gevaar betrof, waaraan zy ontsnapt wasmaar hy eerbiedigde haar wensch, om de veront waardiging, welke hy gevoelde voor hem die haar langer verbiyf op Aver Court onveilig maakten. Hy drong er niet langer op aan, dat zy terug zon keeren hy meende nu dat het 't beste was voor haar het huis te verlaten en zich van meer beproefde vrienden te omringen. Zy ging met een kalmen en vasten blik voort, bewust van het gevaar dat haar wachtte, doch waaraan zy de voor keur gaf, ja, dat haar zelfs een bron van vreugde was, in vergeiyking van dat, hetwelk zy ontvlucht was. {Wordt wvolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1903 | | pagina 1