114.
41e Jaargang'
1903.
ran Piano's
Sooialp,
Vrijdag
15 Mei.
Il l AST
Pendules met
i-Horloges, 50
Regulateurs,
Harmonica's,
f500.
J. DEKKER, Goes
lit GÏMMSTIEK
ssage.
G emeentebestuur
NATIONALE MILITIE.
FBUILLBTON.
illOMf
u
Imééé Wien.
van 100 Gulden.
50 Gulden.
25 Gulden.
10 Gulden.
ra,
T.
IALTEREN, 4 Win-
1RGEN, Ljtendebiet.
Korte Noordstraat,
7IE" te Winsohoten.
iteur J. VAN DER
rispeiyk zuiver
waam personeel.
BAAT H 39.
i&amieele behan-
jegraatsverkrom-
re afwijkingen,
shandeling.
ihe aandoeningen
aiming enz.
ndeling op medisch
Kerkstraat, vraagt
legeljjke
ld t 24. Zich aan te
in 9 uur 's avonds.
pagd een zindeiyke
'BODE.
ld en Hotel „de Mi-
20, Middelburg.
.MBIE8 8T
ra iS0D£i£DS8 f.v
i: Via 4 50 (alleen
Fan Ziilmarki.- vrfl
4-5 na 1230 1 15
5 10 55 6 56 7 45
ar Ztümarit Viassti
iVj werkdagen' 6 23
12 S5 l'aO 2 6
i 7 7 50 8 SS
LVMDIENST.
8— 8 20 7—7 50
1020 10 «f 11
1 8C* 2-* 2
4 10 4 30 450 550
120.
vu 6 10 30 7 21
1010 IC 8" 10 6"
|0 1 20 14; 2 IA
40 4— 42* 440
40 S 30.
allen Zondags uit.
fSCHEEGE.
903.
nu 3 21 en 6 05
8 50 6 35
ja 1 55 a) en 4 45
.u 3 23 5 60 e)
raten na bet vertrek
110
ISO
ns, Borselen en
naar Boraaele-
des WOENSDAGS
Neuzer ten hoogste
en volgende dagen
spoorwegstation te
VLISSIMSCBE COURAWT.
Prjjs per drie maanden 1.80. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich by alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever
VAN BB VELBB Jr., Kleine Markt, I. 127.
ABVERTENTDÈNvan 1—4 regels f 0.40. Voor slktn regel
meer 10 cent. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prys slechts tweemaal berekend, ftroote letters
•n dlché's naar plaatarnimts.
Vemkgat iagdf&s, sKgranttez* eg S»k- en feesiSeges.
Talaphoonsimnar XO.
Afcoiwementc-AdTerUiitl&i op «eer Toordaellge voorwsuden.
Onderzoek der verlofgangers van de
Militie te Land,
Burgemeester en Wethouders van Vlis»
singen
gelet op het besluit van den Gommis-
saus der Koningin in deze provincie van
den 29 April 1903.
Roepen by deze opalle in deze ge
meente wonende verlofgangers van de
militie te land, onverschillig tot welke
lichting zy behooren voor zoover zy
vóór 1 Januari 1903 in het genot van
onbepaald verlof zyn gesteld, met inbe*
griP van hen die in dat jaar zoodanig
veriof verkregen, na krachtens art. 124
ot art. 131 van bovengemelde wet
onder de wapenen te zyn geweest en
zy die niet vailen in de uitzonderingen
in het vierde lid van art. 99 van het
Koninkiyk besluit aangeduid, of niet,
krachteLS de derde zinsnede van art.
123 der wet zyn vrygesteld van de ver
plichting om het onderzoek by te wonen,
om op Vrydag 12 Juni 1903, des voor
middags te 10 uren, vóór het Raadhuis
dezer gemeente te verscbynen, gekleed
in uniform, voorzien van alle door hen
van het korps medegenomen kleeding-
en uitrustingstukken, van hun zakboekje
en van hun verlofpas, teneinde overeen
komstig art. 127 der militiew6t, door
den militie-Commissaris te worden onder
zocht.
Verder wordt te kennen gegeven, dat,
zoo een verlofganger, uithoofde van ziekte
of gebrektn buiten staat is voor den
militie-commissaris te verschijnen, daar
van uiteriyk vóór den dag der inspectie
bfj den burgemeester zal moeten worden
ingediend, een attest van den behande-
lenden geneesheer.
Een ieder wien zulks aangaat, wordt
mitsdien ernstig aangemaand, om zich
ten voorschreven dage, uur en plaatste
doen vinden, teneinde zich niet bloot te
stellen aan de straffen by de wet be
dreigd.
Wordende voor zooveel noodig
herinnerd aan de navolgende bepalingen
der wet op d6 nationale militie
lo. de verlofganger meldt zich binnen
dertig dagen na den dag waarop hem
de verlofpas is uitgereikt, by den bur-
gomeester zijner woonplaats aan, ten
einde deze zyn verlofpas voor gezien
tetkene. (Art. 120)
2o. de verlofganger, die zich in een
andere gemeente gaat vestigen, geeft
daarvan kennis aan den burgemeester
zyner woonplaats. Binnen dertig dagen
na den dag, waarop hy komt in de ge
meente, waarin hy zich vestigt, meldt
hy zich evenzeer aan by den burge
meester dier gemeente, opdat zyn ver
lofpas ook door hem voor gezien worde
geteekend. (Art. 121)
3o. de veilotganger van de militie te
land, mag zich zonder toestemming van
zyne excellentie den mlniater van oorlog,
niet langer dan gedurende drie achter
eenvolgende maanden buiten lands be
geven. (Art. 123);
4o. de verlofganger, die de Artt. 120,
121 en 123 niet naleeft, wordt inwer-
keiyken dienst geroepen en daarin gedu
rende ten hoogste twee maanden gehou
den. De duur van dezen dienst wordt
bepaald doorzyne excellentie den minister
van oorlog. (Art. 124)
5j. de verlofganger van de militie te
land, die by openbare kennisgeving is
opgeroepen om door den militie-commis
saris te worden onderzocht, verschynt
by het onderzoek in uniform gekleed en
voorzien van de kleeding- en uitrusting
stukken, hem by zyn vertrek met groot
verlof medegegeven, van zyn zakboekje
en van zyn verlofpas. (Artt, 138, 139
en 140)
6o. de verlofganger is aan de militaire
rechtspleging en tucht onderworpen,
onder anderen gedurende den tjjd welken
het onderzoek voor den militie-commis-
saris duurt en, !n het algemeen, wan
neer hyin uniform gekleedis.(Art. 117);
7o. behoudens het bepaalde by Art.
117, kan een arrest van twee tot zes
dagen, te ondergaan in de naastbij ge
legen provoost of het naastbyzynde huis
van bewaring of arrest door den militie-
commissaris worden opgelegd aan den
verlofganger
a. die, zonder geldige redenen, niet by
het onderzoek verscoynt
b. die, daarbfj verschenen zyude, zonder
geldige redenen niet voorzien is van de
by art. 127 vermelde voorwerpen
o. wiens kleeding- en uitrustingstuk
ken by het onderzoek niet in voldoenden
staat worden bevonden
d. die kleeding- of uitrustingstukken,
aan een ander behoorende, als de zyne
vertoont. (Art. 128)
8o. onverminderd de straf in art. 128
vermeld, is de verlofganger verplicht, op
daartoe door den militie commissaris te
bepalen tyd en plaats en op de in art.
127 voorgeschreven wyze voor hem te
verschijnen om te worden onderzocht.
(Art. 130)
9o. de verlofganger, die zich by her
haling schuldig maakt aan het feit sub
4o van art. 128 bedoeld, of niet, over
eenkomstig art. 130, voor den militie
commissaris verschynt, of aldaar ver
schenen zijnde in het geval verkeert,
sub 2o en 3o van art. 128 vermeld,
wordt in werketyken dienst geroepen en
daarin ten hoogste drie maanden gehouden.
De duur van dezen dienst wordt door
den minister van oorlog bepaald.(Art. 131);
Aan het onderzoek wordt niet deelge
nomen door verlofgangers die dit jaar
voor het voor het onderzoek bepaalde
tydstip uit anderen hoofde dan krach
tens art. 124 of art. 131 der wet onder
de wapenen zyn geweest, of die bestemd
zyn om in dit jaar krachtens art. 108
109 of 111 der wet onder de wapenen
of in werkeiyken dienst te worden ge-
vrij naar het Engelsch.
159.)
Zy had stemmen op het terras ge
hoord, dat was zeker stemmen, di
haar bekend waren en het was
vreemd dat op dien tyd nog menschen
wakker waren en zich in de nabyheid
van het huis ophielden. Zjj schoof het
gordyn nog verder ter zyde, deed de
statiegordynen achter zich dicht, zoodat
zy het licht der kamar afsloot, en drukte
haar gezicht tegon het glas, verlaDgend
als zy was om het geheim op te lossen
Maar de duisternis stelde haar te leur
en de stemmen deden zich niet meer
hooren. Nog altyd wachtte zy, toen het
roepen van haar naam haar verschrikt
roepen. (Kon. besl. 2 December 1901,
Stbl. no. 230, art. 99 4e al.)
logeiyfden by de militie, die krachtens
art. 113 der wet van den werkeiyken
dienst zyn ontheven, of aan wie krach
tens art. 114 der wet uitstel van eerste-
oefening of van verbiyf onder de wape
nen is verleend, zyn gedurende den tyd,
dat zy in het genet zyn van de onthef
fing of van het uitstel, niet aan het
onderzoek onderworpen.
Vlissingen, 14 Mei 1903.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOÜDEKERKE,
De Secretaris,
WITTEVEEN.
Se Rijksmiddelen.
De maand April heeft een totaal van
f 11,902,466,7378 yoor 5e schatkist op
geleverd, tegen f 12,846,741,S4Ys in
dezelfde maand van het vorig jaar.
De mindere opbrengst van haast 9'/s
ton is byna geheel het gevolg van het
lagere ontvangstcyfer der successierech
ten. Gaven deze in April 1902 een bate
van f 1,715,169,157s (een buitengewoon
hoog cyfer), de afgeloopea maaud be
droeg de ontvangst slechts f880,793,9l7i
dus meer dan 8 ton minder.
By vergeiyking van de beide maanden
merken we in de rubriek directe belas
tingen nog al aanzieniyke schommelin
gen op. Gaf do grondbelasting in April
1903 f 42,000 en het personeel ongeveer
f4000 minder dan in Ap-il van verle
den jaar, de bedryfsbelasting daalde van
f 424,944,05 op f 322,144,32, dus leverde
meer dan één ton minder, waartegenover
echter de vermogens^ela'.riGg steeg van
f 1,033,138,61 tot f 1,103,343,77, en die
derhalve een som van f 70,000 meer in
de schatkist bracht.
Op de invoerrechten werd 124,000
minder ontvangen, terwyi de accynzen
een bedrag van f 7000 hooger zyn ge
komen. Van laatstgenoemden was het
die op de suiker,welke aanzieniyk steeg
n.l. met f 73,000, hoewel de opbrengst
van den suikeracoyns over de laatste 3
maanden van dit jaar nog f225,000
gebleven is beneden die in hetzelfde tyd-
vak van 1902. De wynaccycs was
f11,000, die op het gedistiileerd bijna
f 80,000 en die op bier f 8000 lager dan
verleden jaar, waartegenover verhoogin
gen stonden van den zoutaccycs met
f 4000 en van dien op het geslacht met
f 27,000.
De zegelrechten stagen met f 17,000
en de hypotheekrechten met f 5000, doch
de registratierechten bleven t 43,000 en
de successierechten geiyk wij reeds
hierboven opmerkten f835,000 bene
den April 1902.
Verder moeten geconstateerd worden
een verlaging in de opbrengst van de
domeinen van byna f38,000 en van de
de hand aan haar hart bracht.
„Lady Kelpdale I*
„Wat is er 7" vroeg zy van achter
de gordynen te voorschyn tredende
„zijt gy wakker myn kind
„Ja,* zeide Lraisa, „ik wist niet waar
gy waart."
„Ik keek naar buitenik meende
stemmen beneden te hooren."
„Die stemmen maakten my wakker
en by kan toch niet buiten zyn?'
„Wie Louisa?'
„Mr. Hope," antwoordde zy, „ik dacht
dat ik hem op het terras hoorde
spreken."
„Maar hoe zou hij daar zijü vroeg
Lady Kelpdale snel.
„Ja I waarom hy is
Zy zweeg en dacht eerst na, en Lady
Kelpdale zeide nieuwsgierig
„Welnu, hy is
„Hy is misschien verlangend iets aan
gaande my te vernemen, en is daartoe
hier gekomen. Maar dat is niet waar-
schyniyk."
„Neen waarschyniyk niet," herhaalde
de stiefmoeder.
„Hje laat is het?"
„Het is zoo even twee uur geslagen."
„O, zoo laat reeds," zeide Louisa. „Ik
posteryen van ruim f 9000, doch verhoo
gingen by de telegraaf van f19000, by
de S:aatslotery van f17000 en by de
loodsgelden van f14000.
Hoewel uit bovenstaande cyfers biykt,
dat de voornaamste oorzaak der mindere
opbrengst van de afgeloopen maand April
vergeleken by verleden jaar, te zoeken
is by de successierechten, gaven toch
ook andere middelen minder bevredigende
resultaten. Daar echter in het eerste
kwartaal van dit jaar een aanzieniyke
voorsprong op 1902 is gemaakt, biyft
'de opbrengst van de eerste vier maanden
nog ruim f 852.000 boven die van ver
leden jaar. (N.Ct.)
Se gezondheidstoestand van H. M. de
Koningin.
De buitengewone Apeldooomsche cor
respondent van de „Tel." schryft
Zander iets te willen af die gen op de
betrouwbaarheid van hetHaagsche corres
pondentiebureau, behoort niet dan onder
voorbehoud te worden aangenomen een
verklaring in zyn bericht van Maandag
aangaande de komst van H. M.'s lijfarts
op het Leo. O 'juist is het, dat deze
geneesheer zich meermalen tydens het
verbiyf der Koningin op het einde der
week naar het Loo begeeft en zyn komst
van Zaterdag j.l. een dier gebruikeiyke
bezoeken was.
Gedurende het verbiyf van H. M. op
het Loo, in dit seizoen, bracht de ïyfarts
slechts éénmaal een bezoek, nameiyk
Zaterdag jl.
Dat de gezondheidstoestand van H. M.
zoo goed is als gewenscht kan worden,
dien indruk ontvingen niet zy, die H
M. in de laatste weken van nabij konden
Voor het toezicht op de uitvoering van
de A-beidswet en van da Veiligheidswet
wordt het Ryk verdeeld in negen arbeids
inspectiën.
Het toezicht wordt in Iedere arbeids
inspectie u.tgeoelend door een inspecteur.
De ambtenaren bekleeden geen ander
ambt of andere bedieniDg zonder konink-
lyke toestemming en nemen middeliyk
noch onmiddellijk deel aan bedryven ot
ondernemingen van fabrieks of ambachts-
ny verheid.
De inspecteurs zyn belast met het
toezicht op deuitvocriag van de Arbeidswet
en van de Veiligheidswet en van de naar
aanleiding van die wetten uitgevaardigde
Kon. besluiten en ministerleele voor
schriften. Zy bezoeken daartoe de plaatBen
die aan hun toezicht zyn onderworpen.
De medisch-adviseur is naast de
irspecieurs belast met het toezicht op
da uitvoering dar bepalingen van de in
artikel 12, la lid, bedoelde wetten,
besluiten en voorschriften, die ln het
belang van de gezondheid van by den
arbeid betrokken personen zyn vastgesteld,
By de uitoefening van dit toezicht
handelt hy steeds in overleg met den
ter plaatse bevoegden inspecteur.
Da electro-technicus staat de inspecteurs
in bet by zonder by in het uitoefenen
van het toezicht op de uitvoering der
bepalingen van de in artikel 12, le lid,
bedoelde wetten, besluiten en voorschriften,
die van toepassing zyn op electrlsche
toestellen en geleidingen.
Wordt aan een der ambtenaren de
toegang geweigerd tot een plaats, waartoe
hy krachtens de bepalingen dar Arbeidswet
of der Veiligheidswet tosgang hesft, dan
roept hy de hulp in van dea burgemeester
der gemeente of van een anderen ter
plaatse bevoegden hulpofficier van justitie.
Integendeel ziet H. M. voortdurend zeer
bleek en neemt men op het aanvallig
gelaat eon lydenden trek waar.
Ia het „Apeldoorn's Dagblad" werd,
dezer dagen, nog voor de komst van den
li.farts, dan ook onomwonden opgemerkt,
dat de gezondheidstoestand der Koningin
biykbaar te wenschen overlaat.
De sterke constitutie vau H. M. in
aanmerking genomen, en het feit dat H
M. zich nog in het openbaar beweegt,
behoeft men zich echter voor een onge
steldheid van ernatigen aard niet ongerust
te maken.
moet dan zeer goed geslapen hebben
ik zal spoedig beter zyn."
„Dat hoop ik," antwoordde Lady
Kelpdale.
„Gy gelooft niet dat ik herstellen
zal," Z8ide Louisa. „Gjj hebt het myn
vader myn armen vader gezegd, die
zonder my niet leven kan."
„En waarom niet vroeg L-.dy Kelp
dale. „Zal hy my dan niet hebben, om
voor hem te zorgen, my om hem te
beminnen zoo het moest dat gy van
hier gingt, Louisa Ik ben immer eene
getrouwe gade geweest, en ik zal hem
gelukkig maken, als er niemand is, die
hem van my aftrekt."
„Als ik er niet meer zyn zal vroeg
Louisa.
„Ja misschien."
„Heb ik my dan ooit tusschen u en
hem geplaatst?'
„Hy bemint u meer dan mij dat
weet gy, en ook weet gy hce onnatuur-
ïyk dat is. Hoor," en dit zeggende
stampte zy met den voet ongeduldig op
den grond, „gij weet dat gy niet moogt
praten. Waarom sleept gy my in een
gesprek mede en maakt gy my boos,
in plaats van u stil te houden en te
slapen
Arbeidswet en Veiligheidswet.
Een Kon. besluit van den 249n April
j.l. regelt den werkkring en de bevoegd
heden van de by art. 12 der Arbeidswet
en art. 9 der Veiligheidswet bedoelde
inspecteurs en verdere ambtenaren. Dit
besluit is opgenomen in de „Staatsct."
van Dinsdagavond. Wy ontleenen er het
volgende aan
De bedoelde inspecteurs en verdere
ambtenaren dragen den titel van a. in
specteur, adjunct-inspecteur, adjunct
inspectrice, opzichter of opzichteres van
den arbeid b medisch-adviseur of electro-
technicus by de arbeidsinspectie.
„Ik zal trachten te slapen," zeide
Louisa „maar wat zyt gy vreemd van
nacht."
„Ik ben niet vreemd," was het norsche
antwoord.
„Gy ziet my zoo wonderiyk aan."
„Het is uwe opgewonden verbeelding
ik ben kalm en ernstig, zooals het
my in eene ziekenkamer past."
Louisa zweeg en begon over het ge
sprokene na te denken, zy gevoelde zich
sterker en betereen zachte blos ver
toonde zich op hare wangen, en hare
lippen waren minder bleek. Lady Kelp
dale bemerkte wel die verandering, maar
zeide er niets van.
„Gy maaktet my ongerust dezen
avond," zeide Louisa eindeiykmaar
tuen was ik zwakker, en de gedachte
aan zoo jong te sterven trof my ais een
dolksteek."
„Zyt gy bevreesd om te sterven,
vroeg hare verpleegster.
„Dat niet," hernam Louisa; „nuik er
met bedaardheid over denken kan. Ik
heb niemand eenig leed gedaan en
zou niemand eenig leed willen doen
en ben niet bevreesd. Maar ik zou gaarne
nog wat biyven leven, mama."
Lady Kelpdale zonk op haar stoel
Se veroordeelmg van den heer
F. van der does
In „De Nederlander" leest men heden
het volgende
„Het Volk' schryft, dat tegen de aan
vallen der „bourgeoisie", als zouden de
soc.-dem. leiders „zelve buiten schot
biyven en de arbeide.s het golag betalen",
v. d. Goes „thans het sterkste argument
zal levereneen argument van de daad
van het vol geestdrift gebracht offar, het
zegel, gezet op de gansohe actie door ons
in deze beweging veiricht. Vooral daarom
ia de S. D. A. P. hem dankbaar voor
hetgeen hy thans gaat ïyden."
„Wanneer wy zien op welke wyze de
heer v. d. Goes gepoogd heeft aan een
veroordeeling te ontkomen, ïykt ons deze
tirade zeer zonderling.
„Woorden, die op ieder die ze hoor
de, vooral op een eenvoudig publiek, den
indruk moesten maken van een aanspo
ring tot overioopen naar den vyand,
werden later door een uiterst gewrongen
verklaring herleid tot een heenwyzing
naar den soc.-dem. toekomststaat. Het
geheele verband, waarin die woorden
werden gebezigd o. a. het verwyzen
naar de Parysche commune is met
neder, eu bracht andermaal hare hand
aan haar hart.
„Waarom noemt gy my, mama? Zoo
noemdot gy my vroeger nooit," zeide zy.
„Gy vervult dezen nacht de plaats
myner moeder."
Lady Kelpdale antwoordde niet, maar
trad ontsteld terug. De schaduw aan de
zoldering boven haar beiden vertoonde
zich daar weder en nam door de speling
der vlammen de grilligste vormen aan.
„Ik heb dorst. Wat hebt gy voor my
te drinken?" vroeg Liuisa na eene
korte stilte.
Lady Kelpdale was dien nacht zenuw
achtiger dan ooit, want ook deze vraag
en die stem deden haar andermaal ver
schrikt opspringen.
„Gy moogt water met een weinig
brandewyn gebruiken."
„Geef my dat, als het u belieft.'
Lady Kelpdale nam een papiertje van
den schoorsteenmantel, legde het toen
bijna even spoedig weder neder en ging
daarna naar de tafel by het venster,
waar de brandewyn stond. Zy keerde
naar den haard terug, sloeg een blik op
het verzegeld pakje, doch raakte het nu
niet aan.
Wordt varvolgd.)