LEN. 29 April. «er: to. Woensdag lissingen. 41e Jaargang 1903. Gemeentebestuur. FEUILLETON. llMÉÉ taiÉH. D FOUTJE. 100. ilHElfST KICBBLBBBB T.* na 4 60 (sUwa pt3S3 Ztüwsrte I vm |5 tm 12 80 1 15 10 6 66 655 7 45 &Ö8K5P& FltWW werkdagen! 6 28 12 85 1*80 S& 7 7 50 8 gfi AVEÜfüIENST. l" 6 20 7—7 50 - 1020 10 40 10 1 80 2 221 - 4 20 5 52 Itw S 10 6 80 1 10 •3 50 1010 10 SO 10 ns: S 20 1 40 8 50 410 480 8—8 80. a •SO 10 iCH&LBg. :;q 3 30 en G 20 c) 3 55 6 50 L 1 F,E a) g) en 1 45 3 30 G 20 o) h na hat vertrek J10 50 as, Boreelen en ekens ten hoogste linuten, naar Boreaele 1,55 van Nenzea d. ivrorweaetifia» 123 i 54| 5 21 b 47 7 25 7 58| 8 48| 10 1 11 2|*11 J 5 ïen vervoeren 7 S3 •10 14 40 2 8 6 16 2- 1 25 6 3 40 3 10 7 25 37 3 50 8 6 53 46 8 28 10 4 22 8 88 VLissmeseiE coiwast. PrQa per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich by alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstroeks bQ don Uitgever r. VAN RS VELS2S Jr., Heine Markt, I. 187. ABVERTENTIÊNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prys slechts tweemaal berekend. Groote letters en clichd's naar plaatsruimte. fsrsefefat dagelfks, gftgaaseiaSasS ®g 2®*. sa faaslêagaa. Tal«vhoomtununw IO. Afe^jüieïaisiisa-MT'jrtsiiïiSn op sae? roordaaiigo voorwaarden. Wijziging der verordening van Politie. Burgemeester en Wethouders van Vlis singen, doeD te weten dat door dan raad dier gemeente, in zpe vergadering van den 8 April 1903 is vastgesteld, de volgende Verordening tot wijziging der alge meens verordening van Politie voor de gemeente Vlissingen. (Vervolg.) In art. 105 achter het woord .paard* te voegen ,of.' Aan dit art. een 2de lid te verbinden, luidende Eveneens is het verboden anders dan met een rijwiel over de wielerpadan te rjjden of daarover vee te dryven of te laten loopen tenzy iDgeval van volstrekte noodzakelijkheid. Het ryden met rijwielen op den Noord- zee-Boulevard is verboden, gedurende bet Badseizoen en des Zondags. In art. 106, le lid te doen vervallen de woorden „of rij wiel". De 2e alinea te doen vervallen. Art. 107 te lezen als volgt Onverminderd het bepaalde by art. 108 en 109 dezer verordening is het verboden binnen de kom der gemeente met ry- of voertuigen bespannen met trekdieren harder te rijden, dan op een matigen draf en met ry wielen harder dan met eene matige snelheid. Paarden niet voor eenig rij- of voer tuig gespannen, of onder den man ge reden, mogen in de kom der gemeente niet in draf of galop worden gebracht oi gehouden. Waar zulks door een bord of ander duideiyk kenteeken is aangewezen mag niet anders dan stapvoets worden ge reden. Eveneens is het verboden de straten of stegen van een anderen kant in- of uit te ryden dan door een bord of ken teeken wordt aangeduid. In art. 109 te doen vervallen de woorden „binnen de kom der gemeente." Achter ,K. G." in te lasschen de woorden „met inbegrip van het gewicht van het voertuig." In art. 110 le alinea te doen vervallen het woord „bestendig." Sub. a te doen vervallen „anders" en in plaats van „linkerhelft" te lezen „helft." De alinea luidende „De geleiders zyn verantwoordeiyk voor de aanspanning" enz. te doen vervallen. In de voorlaatste alinea het woord «minstens" te doen vervallen. Na art. 110 in te voegen een art. llObis, luidende: Het is verboden op den openbaren weg een rywiel te beryden dat niet voorzien is van een voldoend geluid gevende bel ot hoorn en bovendien ge- vrij naar het Engelsch. 145.) „Hy wilde my zelfs de hand niet geven, toen hy FrittoiiS woning verlietmaar zoo hy terugkomt, dan is alles van myne zyde vergeven en vergeten. Is dat niet rond „Het schynt althans zoo," zeide Ar chibald „mettertyd zal ik zyne ge schiedenis hooren en beter over dien ellendigen twist tusschen u beiden kun nen oordeelen.' „Gy moet niet alles gelooven, wat by zegt, bedenk dat wei," hernam de baronet. „Hy Is niet oprecht inder tijd toen ik op vriendscbappeiyken voet met hem was, bracht somtyda zyne durende den tyd van één uur na zons ondergang tot één uur vóór zonsopkomst van eene aan de voorzyde bevestigde naar voren beider licht uitstralende lantaarn. In art. 111 de woorden „de politie" te vervaDgen door „een politie-beambte." In art. 113 vóór „leuningen" in te voegen „hekken," Art. 116 te doen vervallen. Art. 117 te lezen als volgt: De geleiders zyn ten alkn tyde ver plicht de bevelen op te volgen die hun door de politie in het belar g der open bare orde ot veiligheid worden gegeven in het byzonder ten opzichte van de met hunne sleden, ry- of voertuigen te volgen richting, of in te nemen stand- De 2e zinsnede van art. 118 te doen vervallen. In art. 119, laatste lid de woorden „of vanwege" te doen vervallen. Art. 120 als volgt to lezen Onverminderd het bepaalde by art. 424 van het Wetboek van Strafrecht is het verboden op den openbaren weg onnoodig geraas te maken, met pyien te schieten of met steenen ot andere voorwerpen te gooien. Art. 121, 2e lid te lezen als volgt Het i3 verboden ma', ten, karpetten en kleedjes op den openbaren weg uit te kloppen of uit te slaan, anders dan voor eigen- of gehuurde perceelen, zoowel tusschen 8 en 9 uur des voormiddags als later dan 11 uren des voormiddags. Art. 122, 2e lid te lezen By buitengewone gelegenheden zal de Burgemeester daartoe bepaalde uren en plaatsen aanwijzen. In art. 123 in plaats van „na schrif telijke" te lezen „met." Art. 124 te doen vervallen. In art. 129 in plaats van „door Bur gemeester en wethouders" te lezen „door den Burgemeester." Art. 130, 2e lid te lezen Het is verboden steenen of andere voorwerpen op het ys te gooien of zon der noodzaak de ysbanen op eenigerlei wyze te beschadigen of onbruikbaar te maken. Na art. 130 in te voegen een artikel 130bis luidende De ambtenaren van gemeente- ot rijks politie zyn bevoegd om een kind waarop de bepalingen van de Leerplichtwet van toepassing zyn en dat zy gedurende de schcoltyden op den openbaren weg aan treffen te brengen naar het hoofd dor school tot welks leerlingen het kind behoort, tenzy het eene geldige reden van tydeljjk schoolverzuim heeft. Art. 131, 2e lid te doen vervallen. Art. 132 te doen vervallen. Art. 133, sub. h te doen vervallen. In art. 134 in plaats van „afdeeling" te lezen „verordening." In art. 138, sub. h de woorden „of beneden den ouderdom van 16 jaren" te doen vervallen. Art. 144 te lezen weinige waarheidsliefde an oprechtheid myn bloed aan het gisten. Maar toen was hy een geheim agent der Fransche politie en dat wist ik niet," „Lady Kelpdale heeft u misschien gezegd, dat hy naar Centraal Amerika vertrokken is?" „Ja," hernam hy, „ik heb daarvan alles gehoordzoowel als van dien schobbejak, die my de Engelsche politie op de hielen wilde zenden en den brief van myne Louisa gestolen heeft. Dio arme Louisa 1 zy heeft al wat om my moeten doorstaan en wat zou er van my niet geworden zyn zonder haar Deze laatste woorden werden op een geheel anderen toon dan de vorige uit gesproken. Hunne bedoeling scheen zuiver en de uitdrukking had den toon van dankbaarheid. Het gelaat van den spreker echter nam eene sombere uit drukking aaD, en hy zag strak voor zich, onbewust, naar het scheen, van Archibalds tegenwoordigheid, tot diens stem hem deed opschrikken. „Een edel meisje, dat voor geene opoffering terugdeinst." „Dat is zy," zeide hy driitig. „Gy hebt misschien er van gehoord, of mis- Bebalve de ambtenaren, aangewezen by art. 8 no. 1 6 van het Wetboek van Strafvordering zyn met de opsporing en het constateeren van overtredingen der bepalingen van Hoofdstuk 1H dezer Verordening belast de beambten van politie. Hun wordt de bevoegdheid toegekend en de last verstrekt om ter opsporing van overtredingen der artikelen 95, 97, 98, 104 en 123 dezer verordening tus schen zonsop- en zonsondergang de per ceelen en erven der ingezetenen huns ondanks binnen te treden met inacht neming der bepalingen van de Wet van 31 Augustus 1853, (Staatsblad No. 83.) Ia art. 145, le alinea doen vervallen de woorden „voor zoover daartegen by wet a. m. van bestuur of provinciale verordening niet is voorzien." In de 2a alinea achter „104" te voe gen „104bis." In art. 146, le lid te lezen In plaats van „en likeuren" „likeuren en andere dranken." In art. 147 achter „tappary ln te lasschen: „logement, herberg ot slaap stede." Na art. 147 in te voegen een art. 147bis, luidende De logementhouders, herbergiers en slaapstedehouders zijn verplicht eiken morgen voor 10 uren een door hen onderteekende lyst, volgens een ter ge meente secretarie aanwezig model inge richt, houdsnde opgave van alle personen die den af/eloopen nacht by hen nacht verblijf hebben genoten, aan den Com missaris van Politie in te leveren. Art. 149 te ftzen als volgt Ia alle tapperijen of gelagkamers moet een gedrukt exemplaar van Afdeeling I, Hoofdstuk IV dezer verordenieg zyn op gehangen op zoodanige wyze dat alle bezoekers dit gemakkeiyk kunnen lezen. Voor de nakoming van deze bepaling zyn aansprakeiyk zy, die het bedryt uit oefenen. Art. 150, 3e lid te lozen als volgt Het is hun verboden zonder schritte- ïyke vergunning van den Burgemeester gedurende den tyd tusschen het voor de sluiting bepaalde uur en vijf uur des morgens andere bezoekers te ont vangen dan heD, die in het 2e lid van art. 151 dezer verordening zyn genoemd. Art. 152 vervalt. Io art. 153, le lid in plaats van „op- of intochten" te lezen „optochten" en te doen vervallen het woord „scbrifie- ïyke." Art. 154 te lezen als volgt Het is verboden in perceelen of ge deelten van perceelen bedoeld in art. 146 der verordening danslessen te geven of te doen geven zonder vergunning van den Burgemeester. Art. 155 te tezen De tappers mogen in hunne tapperyen geene muzikanten, goochelaars of andere kunstenaars tot de uitoefening van hun bedryf toelaten zonder schrifteiyke ver gunning van den commissaris van politie. schien heeft zy er zydelings van ge sproken of Maurits of de oude. Ik wil het u niet onder stoelen of baDken steken ik was geon beste dol, vermetel en onbedachtzaam. Ik deed een misstap en zy richtte my op. Toen myn vader my verstiet, wilde zy my daarom niet van zich stooten, maar be zocht my geregeld te Parys, en was immer eene goede dochter. Toen uw broeder zich vertoonde zooals hy was, redde zy mij, opdat hy my niet zou verraden redeneerde met hem, vroeg genade voor my, en wierp zich op als een bolwerk tusschen my en zyn ouden wrok en zyn Dieuwen haat. Zy was my altyd een reddende enge!, en wat ben ik voor haar geweeat By den hemel dat weet ik zelf haast niet, behalve dat ik voor haar in myn dronkenschap een tiran was en een weinig minder dan dat, als ik nuchter ben. Maar dat gaat u niet aan;" sprak hy op onbeschotten toon. „Ik ben een dwaas er van te spreken Dick Kelpdale is altyd een dwaashoofd geweest, zegt men, en zal het wel biyven ook tot het eindje toe." Dit gezegd hebbende gaf hy zyn paard een harden zweepslag en bleef hiermede voortgaan tot aan de woning van Mr, Het ia eveneens verboden eenig muziek instrument te bespelen of te doen spelen in tapperyen zonder vergunning van den Burgemeester. Art. 156 als volgt te lezen Muzikanten, zangers, goochelaars, hard loopers, vertooners van kykkaeten en dergelijke zullen hun beroep in tapperijen of op den openbaren weg niet mogen uitoefenen zonder schrifteiyke vergunning van den commissaris van politie. De vergunning geldt steeds tot weder opzegging. Art. 157 te doen vervallen, Art. 158 aan het slot van de 2e alinea te doen vervallen de woorden „alles onverminderd de vervolging die zal worden ingesteld.» In art. 159 te doen vervallen no. 69. Art. 161 te doen vervallen. Hoofdstuk VIII van de wegneming en verniellging van Rupsennesten, artt. 275 tot en met 279 te doen vervallen. Aldus vastgesteld door den Raad der Gemeente Vlissingen in zyne vergadering van den 8 April 1803. De Gemeenteraad voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE, Voorzitter. WITTEVEEN. Secretaris. Zijnde deze verordening aan de Ge deputeerde Staten van Zeeland, volgens hun bericht van den 17en April 1903, 3e aft. in afschrift medegedeeld, En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort den 27 April 1903. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. Da Secretaris, WITTEVEEN. Koningin Wilbelmioa en Prins Hendrik zijn gisteren te Buckeburg aangekomen en aan het station door het Vorstenpaar en de andere aanwezige Prinsen en Prin sessen ontvangen. De muziek speelde het Wien Neer- landsch Bloed. Naar het „N. v. N." uit betrouwbare bron verneemt, zal het bezoek, dat H. M, de Koningin met haar gemaal aan Am sterdam zal brengen, vallen in de week van 18 tot 25 Mei. {Zie Laatste Berichten.) Enquête spoorwegpersoneel. Aan de door de spoorweg-enquête commissie gehoorde personen worden, wanneer zy vergoeding verlangen, de reis- en verbiyfkosten toegeschat, die zy met inachtneming van hun maat- schappeiyken stand geacht kunnen wor den werkeiyk te hebben moeten uitge ven, benevens een billijke schadeloos stelling voor tydverlies, indien zy kunnen geacht worden nadeel door tijdverlies te hebben geleden. Bates het scheen alsof het paard zou doorgaan zoo sl09g en steigerde het dier, terwyi hst lichte rytuig hevig heen 6D weder gierde. In de stad kwamen de winkeliers naar buiten loopen om den intocht te zien en de voorspelling van den aanstaanden val te profeteeren, terwyi een politie-agant, die een twist zieken knaap by den arm had, om dien mede te nemen naar z|jn bureau, den jeugdigen misdadiger moest loslaten, zoo hy zich zeiven wilde bergen eene daad, welke door dan knaap gevolgd werd, die echter in eene geheel andere richting ontkwam, onder het luid ge lach der omstanders, die door den markt dag juist zeer talryk waren. Sir Richard hield z|Jn paard in voor de deur van Mr. Bates, sprong uit de sjees, door Archibald gevolgd, die biyde was er heelhuids te zyn afgekomen. Sir Richard sloeg even weinig acht op het gevoel van zyn paard als op dat van zyn reismakker, meende onze held, toen zy zy in het bureau en daarna in tegenwoordigheid van Mr. Bates zeiven werden toegelaten. VIERDE HOOFDSTUK. De sluwe Mr, Bates stond van z|jn Door de H. IJ. S. M. is deswege bepaald le. dat hoofdambtenaren, ambtenaren en beambten voor de reis van de plaats, waar zy zich bevinden, naar die waar heen zy ter verschyning voor de staats commissie of den kantonrechter zyn opgeroepen, een plaatskaart moeten ne men en voor een dergeiyke reis geen gebruik mogen maken van doorloopende dienstkaaiten ot van vrybiljetten 2e. dat aan de beambten voor de uren, welke zy wegens hun verhoor door de staatscommissie buiten dienst door brengen geen loon zal worden uitbetaald. (Deze bepaling is dus niet van toepassing als de beambte een vryen dag heeft.) Het Sankoctrooi. De „Provinciale Gron. Ot." verwacht, dat de Kamers aan de overeenkomst zooals zy ten slotte Is tot stand ge komen en die voor amenieering niet wel vatbaar schynt, haar Sit zullen hechten. Voor de intrede der Staatsbank is zeker het tegenwoordig tydstip, nu ook en allereerst de naasting der spoorwegen de aandacht vraagt, met welke, gaat z(J door, een nieuwe zware taak op den Staat wordt afgewenteld, weinig geschikt. Er wordt voor haar stellig thans geen meerderheid gevonden. En wie het on derste uit de kan verlangt, krygt het al beel spoedig mat zijn neus te kwaad. De Regeering is zoozeer overtuigd, dat het geldeiyk belang van den Staat b|J een nieuwe ontworpen regeling voldoende is behaitigd, dat z|j meent dat man, zelfs zoo de mogeiykheid aanwezig ware meer te verkrygen, niet meer zou moeten verlangen. En dit standpunt is wederom alleszins gerechtvaardigd, als wordt be dacht, dat by aanneming van het wets ontwerp en aangenomen, dat de winsten der Bank biyvan op het peil, dat z|j ia het verstreken vyttienjarig tijdperk be reikten, de aandeelhouders mogen rekenen op een jaariykeche rente van 5.87 pCt. Zulk gemiddeld dividend kan, waar toch ook groots risico's loopen, niet boven matig heeten. Da Staat, die voor een aanzieniyk bedrag in de winsten partici peert en van de Bank alle gemakken en voordeelen geniet, waaraan b|j een eigen Bonk zon kunnen dienstbaar maken, zou ongetwyfeld hoog spel spelen, zoo h|j of den firancieelen band tusschen hem en de bank, door dien te strak aan te halen, aan breken blootstelde, óf, in de onzekere hoop op deze wyze beter af te komen, op dit oogenblik en in deze tydsomstandigheden een credietsysteem onderstboven ging werpen, dat den toets glansryk heeft doorstaan en welks ver vanging alvast dit bedenkiyk resultaat zou met zich brengen, dat eerst na jaren en jaren een nieuwe instelling, zy het een Staatsbank, er in zou slagen in buiten- en binnenland een even onbe perkt vertrouwen op te wekken. lessenaar op, by het binnenkomen van Sir Richard Ke'ipdale en Archibald en beantwoordde den gemeenzamen hoofd knik van den baronet met een stijve buiging, doch legde veel meer voorko mendheid aan den dag jegens den gen tleman, dien hy maar esn enkel oogen blik op Aver Court gezien had. Mr. Bates was kort geleden door Sir Richard beleedigd, nadat hy den baronet gewei gerd had hem het testament van Sir William Kelpdale in handen te geven en Mr. Bates was algemeen gezien in de stad, en stond op zyn punt van eer als het te pas kwam. „Hier breng ik u den executeur, Mr. Bates," zeide Sir Richard op lompe ma nier „misschien zult gy voor hem meer praatziek zijn, dan voor my." Niemand kan my ooit beschuldigen van in myne zaken praatziek geweest te zyn, Sr Richard," zeide de notaris zeer langzaam. Gy zyt de eerste gen tleman, die my van zoo iets durft te beschuldigen. Uw vader „Is dood, mynheer, en het is ons om zyn testament te doen," zeide Sir Ri chard, hem in de reden vallende. Wordt wrvalgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1903 | | pagina 1