28 April.
Dinsdag
41e Jaargang
1903.
Gemeentebestuur.
PEUiltETON.
lü!
lak
te liÉfÉii.
ha. 99.
POLITIE.
PERSONEELS BELASTING.
wiaiiiirif.
VLISS1N6SCHG COURANT
Prys per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afeonderiyke nummers 5 cent. Men abonneert rich by alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bfl dan Uitgever
T. TAN VS V8LBK Jr., Kleine Markt, L 18?.
ABVERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bg directs opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prys slechts tweemaal berekend, ©roots letters
en cliché's naar plaatsruimte.
VsmifKt ésgs)|ïr#5 slfgassslasi jges- m ïemMsum,
TeelaphoomiumiaftaT' ÏO«
AI»iaa«tt«r,te.A4TS?li4ail®tt sear roordeoligs voorwaardesi.
f/ijiiging der verordening van P. litie.
Burgemerster en Wethouders van Vlis-
siagen, doen te weten
dat door dan raad dier gemeente, in
(joe veigadering van den 8 April 1903
is vastgesteld, de volgende
Verordening tot wijziging der alge-
meene verordening van Politie voor
de gemeente Vlissingen,
Eenig artikel.
In art. 66 de woorden de „klinker
paden of trottoirs" te veranderen in ,den
openbaren weg.*
Art, 67 te doen vervallen.
Art. 68, le zinsnede te leztn als volgt
Het is verboden puin of andere vaote
si. ffen neder te werpen op andere plaat-
n, dan die daartoe door Burgemeester
1 Wethouders bestemd en door bordjes
aangewezen zijn.
Art. 68bis in te voegen na art. 68
Regen- en wel waterbakken, aan den
openbaren weg uitkomende, moeten ge
dekt en met een slot afgestoten zijn.
Art. 69, 2e lid te lezen als volgt
Het is verboden, tenzt) mat toestem
ming van Burgemeester en Wethouders,
oa des middags 12 uar enz.
Art. 70 te lezen als volgt
Da bewen ïrs en gebruikers van psr-
I cselen cf ervgD binnen de kom der ge
meente zijn gehouden den openbaren
weg voor oflargs hunne pereeelan of erven
is doen vegen,schoonhouden en van glas of
date scherpe voorwarpen te zuiveren
te doen wieden in straten of stegen
tot op de helft van de straat oi de
steeg, op ds kaden en grachten tot aan
!tjn waar de boomen geplant z(jn en
op de pleinen ter breedte van 6 M, van
uit den gevel gerekend.
Zij zullen de goten voor, achter of
langs hunne perceelen en erven aan den
openbaren weg liggende, ieder voor zoo
veel hem betreft, voortdurend moeten
schoonhouden.
Zij zullen dit laatste vóór des middsgs
12 uur mosten bewerkstelligen.
Indien de perceelen door verschillende
partflon bewoond worden z0n ds bewo
u.-rs der benedenverdiepinger,by gebreke
daarvan de bovenbewoners voor de uit
voering van deze voorschriften aanspra-
ksiyk.
Art. 71 te doen vervallen.
Art. 72 te lezen als volgt
Het is verboden water over den open
baren weg te pompen, te laten loopen
of te werpen, waardoor hinder aan de
voetgangers of schade aan den open baron
weg kan worden veroorzaakt.
In Art. 73
2e alinea de woorden „de sneeuw" te
veranderen in „sneeuw* of „ijs".
4e alinea te lezen als volgt
Indien de perceelen door meer dan
en gezin bewoond worden, zijn de be
vrij naar het Migelsch.
144.)
By zat daar tegonover hom met zijne
opgeblazenheid, en de zware rouw, dien
b(! droeg stak vreemd af by de hooge
laarzen, welke tot boven zjjne knieën
'eikten, Archibald antwoordde niet ter-
htonddit was de eerste gelegenheid
bie zich aanboód om Sir Richard Kelp-
bale te zieD, zoo als by was, en de
"ieuwe baronet was nog eene studie
"oor hem wanneer by aan het vsr-
ledene dacht, had hy recht wantrouwend
'e zyn maar de openhartigheid, hetzy
Smaakt of oprecht, deed zich by Ar-
obihald ook 6en weinig gelden, in weer-
JW der kwade vermoedens, welke hy
woners der benedenverdiepingen, by ge
breke daarvan de bovenbewoners voor
de naleving dezer bepaling aansprakeiyk,
3e alinea te lezen
Het is verboden by vriezend weder
klinkerpaden, trottoirs of stoepen aan
den openbaren weg te schrobben, te
schuren of te dweilen.
In art. 74
le alinea de woorden „vanwege den
burgemeester" te vervangen door „van
de politie."
3a alinea te doen vervallen.
Aan art. 75 een 3e iid toe te voegen,
luidende
Eveneens is het verboden zonder nood
zaak op trottoirs of verhoogde voetpaden
voorwerpen te plaatsen of zich te ver
zamelen, zoodat het openbaar verkeer
daarop belemmerd wordt.
Art. 76 te lezen als volgt
Onverminderd het bepaalde by art.
457 no. 2 van hst Wetboek van Straf
recht is het verboden op of aan den
openbaren weg met kaarten, muntspeciën
of dobbelstaonen te spelen.
Art. 77 te lezen als volgt
Het is verboden op den openbaren
weg, voor zoover daarin niet by art.
424 van het Wetboek van Strafrecht is
voorzien
a. op trappen, stoepen of kelderluiken
van woonhuizen of openbare gebouwen
te spelen
b. met den rug vóór of tegen win
kelramen te staan, waardoor het bezich
tigen van uitgestalde goederen belem
merd kan worden
c. zoogenaamd beldeur je te spelen,
of noodeloos op deuren, luiken, vensters
of ramen te kloppen, te slaan of te
trappen
d. noodeloos in boomen of tegen palen,
op hekken, muren of afsluitingen of
achter op ry trigen te klimmen of zich
daaraan vast te klemmen of te houden.
Art. 80 te doen vervallen.
Art. 81 te lezen al3 volgt:
Het ia verboden yzaren pennen, spy-
kers of punten die naar buiten uitsteken
te plaatsen op, aan of tegen hekken,
palen, gordingen, keldermonden, kelder
vensters of kozynen anders dan met ver
gunning van Burgemeester en Wethouders.
Het 2e lid te doen vervallen.
Art. 82 te lezen als volgt
Onverminderd het voorgeschrevene by
art. 427 van het Wetboek van Straf
recht moet by het uitvoeren van eenig
work aan het dak of aan het bovenge
deelte van een perceel, aan den open
baren weg uitkomende, tot waarschu
wing der voorbijgangers, ter hoogte van
3 M. boven den openbaren weg een
houten driehoek uithangen volgens model
door Burgemeester en Wethouders to
bepalen.
Art. 83. Hieraan een 2a lid toe te
vo8gen, luidende
Eveneens is zulks verboden bij dag
als het publiek verkeer daardoor belem
merd kan worden.
Art. 84 te lezen als volgt:
omtrent hem had. Hy geloofde dat Sir
Richard niet zoo door en door slecht,
niet de volslagen schurk was, zooals
zyne verbeelding hem zich had voorge
steld. Er was iets in het gelaat ondanks
het verkeerde dat hy er in zag, dat
hem niet tegenstond, en dat hy toch
niet zeggen kon het punt te zyn waar
door hij zich eenigszins aangetrokken
gevoelde. Het voorhoofd van den baronet
was somber en laag, de wenkbrauwen
hingen hem over de oogen, evenals
zulks het geval was by Sir William,
alleen waren zy niet zoo donker en
minder verward zyn mond was groot
en lomp, welke gebreken de knevel niet
kon verbergen en zyn groote verwarde
bakkenbaard gaf hem meer een woest
dan schoon voorkomen. Zyne oogen
waren donker, en deze deden Archibald
aan die der dochter denkendoch dit
was niet iets, dat den baronet aanspraak
kon doen maken op de achting des
jongelings, voordat deze zyn karakter
geheel had leeren kennen.
„Ik hoop mijne verplichtingen als
executeur te zullen vervullen, zonder
daarby iemand te kwetsen," hernam
Archibald. „Ik heb niets meer te doen
dan de voorschriften, my door uw vader
Het is verboden langs de huizen of
den openbaren weg, waren, van welken
aard ook, ta vesten of te koop aan te
bieden, teazjj dit geschiedt in de uit
oefening van eenigen handel of beroep
waartoe de venter of verkooper bevoegd
is, tan bewyza waarvan hy op de eerste
aanmanirg van de politie het bewys van
voldoening aan de Wet op de bedrjjfa-
belasting moet vertoonen.
Deze bepaling is niet van toepassing enz.
Art. 85 te lezen als vo'gt
Het is verboden zonder machtiging
van den commissaris van politie bekend
makingen, teekeningen of prentwerken,
die betrekking hebben cp een byzonder
beroep of bediyf als handelsberichten,
bekendmakingen van verkoopingen enz,
ln het openbaar aan te hechten of aan
te plakken.
Deze bepaling geldt niet voor de pach
ters van de gtmaenteiyke aanplakborden.
Art. 86 te lezen als volgt
Het )3 verboden onverminderd het
bepaalde by art. 447 van het Wetboek
van Strafrecht het aangeplakte of op
andere wijze aangehechte op de aaoplak-
borden der gemeente ta bekladden of
onleesbaar te maken.
Art, 87 te lezen als volgt
Behalve aan hen die daartoe door
Burgemeester en Wathoud rs zyn aan
gesteld is het verboden als omroeper op
te tredeD, tetzy met machtiging van den
commissaris van politie.
Art. 88 te doen vervallen.
Art. 89 te lezen ais volgt
Het is verboden op den openbaren
weg eenig voorwerp met haardasch,
faecaliën, vuilnis of afval te plaatsen,
anders dan op de uren tot het ophalen
daarvan bestemd.
Onmiddeliyk na bet ledigen der secreet-
en vuilnisbakken moeten deze biunen-
genomen en de openbare weg gereinigd
worden.
Art. 90 sub. b. te lezen als volgt
Bleed, ingewanden van dieren, vaste
of vloeibare fjecabëa, vuilnis of stank-
verspreidende stiffen met uitzondering
van stalmest, te plaatsen of te vervoeren
anders dan in behoorlijk gesloten bakken,
tonnen, of andere vervoermiddelen, tenzij
met vergunning van Burgemeester en
Wethouders.
Art. 91 in den aanhef te lezen
Het is verboden privaatputten te rui
me a vóór enz.
Art. 92, 98 en 94 te doen vervallen.
In art. 95 het woord „beer" te ver
vangen door „faecaliëa."
Art. 96 aldus te lezen
Ieder dia gruis, puin, aarde, zand,
grind, mestspeciën of dergeiyka stoffm
vervoert, moet zorg dragen dat niets uit
de voertuigen op den openbaren weg
valle of storte en indien er gestort is,
moet de vervoerder dit onmiddeliyk op
ruimen of doen opruimen.
Natte mestspeciëa moeten zoodanig
vervoerd worden dat daarvan niets op
de straat vallé.
In art. 97, 2a lid achter „mestvaal-
nagelaten, uit te voeren,"
„Juist," zeide Sir Richard opstaande.
„Ik mag het u niet ten kwade duiden,
wanneer gy alles dost, wat u voorge
schreven is, Mr. Hope. Vroeg in den
namiddag dus, zal ik u komen halen."
„Zaer goed."
„Intusschen moet Miss Prayse ons
eist kw&iyk nemen, dat wy hier zaken
besproken hebben, iets waarvan de dames
niets weten willen," zeide hy „en gy,
Mr. Hope, moet door haar een weinig
meer het hof te maken, den verloren
tyd weder trachten in te halen."
Archibald fronsde zyne wenkbrauwen
over deze opmerking, en Maiy gevoelde
zich beleedigdmaar de baronet, die
intusschen den tuin was ingegaan, lachte
over zijne eigene aardigheid, waardoor
hy de uitwerking niet zag, die zyne
woorden hadden voortgebracht. Ia den
tuin kwam de hazewindhond hem sprin
gende tegemoet, en hy bukte zich om
hem een oogenblik te streelen.
„Hy is nu myn vriend;" zeide hij
tot Archibald onze eerste kennismaking
was wel wat ruw, want hy wilde my
byten, en daarom sloeg ik hem neer.
Gy herinnert u nog wel dien nacht
„Zeer goed."
ten" in te voegen„of uit stallen".
Art. 103 te lezen als volgt
Het is verboden binnen de kom der
gemeente niet uitvliegend pluimgedierte
op den openbaren weg te laten loopen.
Na art. 104 in te voegen
Art. 104b's. Onverminderd het bepaalde
by de wet van 25 Mei 1880 (Staats
blad No. 89) en de jachtwet, is het ver
boden op eens anders grond of in daarop
staande heggen, boomen of houtgewas,
of op voor den openbaren dienst bestemde
gr orden, vogels te vangen of vogelnesten
uit te halen of pogingen daartoe aan te
wenden zonder de schrifteiyke vergun
ning hiertoe van den rechthebbende op
dien grond of voor zooveel de voor den
openbaren dienst bestemde gronden ba
treft zonder gehrifteiyke toestemming van
Burgemeester en Wethouders,op de eerste
vordering van de beambten van politie
te vertoonen. Wordt vervolgd.)
Afkondiging van de kohieren der Per-
soneele Belasting no. i en 5,
dienst 1903.
De Burgemeester van Vlissingen;
maakt bekend:
dat op heden bij hem ontvangen en
aan den Ryksontvanger is gezonden de
executoir verklaarde kohieren wegens de
Personeele Belasting no. 4en 5, dienstjaar
1903
de daarop voorkomende belasting
schuldigen worden uitgenoodigd om
hunne aanslagen op den bepaalden tijd
aan te zuiveren, ook ter voorkoming
van vervolgingen
en herinnert
dat de bezwaarschriften binnen 6
weken na heden behooren te worden in
gediend, terwijl deaangiften ter bekoming
van ontheffing, ingeval van verhuizing,
op grond van a"t. 27 2 der personeele
wet, moeten worden gedaan bij den Direc
teur der directe belastingen, binnen een
maand, volgende op die, waarin het per
ceel is ontruimd.
Ea is hiervan afkondiging geschied,
waar het behoort, den 27 April 1903.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Burgemeester en Wethouders van Vlis
singen brengen ter openbare kennis
dat da in art. 9 iid 3 der Woningwet
bedoelde termyn voor de eerste aan
gifte door verhuurders van woningen
welke drie of minder ter bawoniDg be
stemde vertrekken bevatten, onverschillig
of de woning op zich zelve een gebouw
vormt, dan wel van een gebouw deel
uitmaakt door hen is bepaald op ééae
maand en dat do bedoelde aangiften
derhalve moeten plaats hebben vóór den
27 Mei a. s.
dat zy die in het vervolg als ver
huurder optreden van eene dergeiyke
„Wy zuilen daarover later spreken,"
zeide hy „ik houd my overtuigd, dat
gy daaromtrent al heel wat ten mynen
nadeele gehoord hebt, Mr. Hope."
Het gesprek hierover begon weder
t08n zy ln de sjees zaten, welke Richard
zelf mende Sir Richard met een wit
kastoren fantasiehoed op, met een bree-
den rouwband, welke een halven duim
over den rani kwam.
„Uw broeder Maurits en ik waren
eenigen tyd vrienden," zeide Sir Richard.
„Hy was iemand, die my bevielhy
kende de wereldhy was niet o .'er-
dreven gevoelig, en dus niet licht te be-
leedigen. Hy misleidde my nu ligt
het in myn aard, niet licht iemand te
wantrouwen, en daarom werd ik gemak-
kelpk bedrogen."
Hy wachtte of Archibald zyne woor
den ook zou bevestigen, doch deze zeide
niets meer dan „Zool" en wel op een
tooa,die geen geringe mate van verwonde
ring te kennen gaf.
„Hy ontdekte al myne geheimen
staatkundige geheimen, want ik had
my te Parya daarin gewikkeld, en zou
my in schatten gebaad hebben zoo de
roodmutsen in Prankryk aiet hadden
gezegevierd, en toen ik eenmaal in
woning, de in art. 9 iid 1 der woningwet
bedoelde opgaven moeten doen binnen
ééne maand. Voorts zijn de verhuur
ders verplicht nieuwe aangifte te doen
binnen een maand nadat de woning door
een nieuwen huurder is betrokken,
tenzij deze inmiddels de bewoning heeft
gestaakt.
Formulieren van aaDg'fte zyn kosteloos
verkrygbaar ter gemeente-seerttarie,
bureau bevolking. Geena andere for
mulieren dan deze mogen gebruikt wor
den. Niet of niet behooriyke voldoening
aan een dezer verplichtingen wordt in
gevolge art. 39 der woningwet gestraft
met eene geldboete van ten hoogste vjjf
en twintig gulden.
Vlissingen, 27 April 1903.
Burg. en Weth, van Vlissingen,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Sacetaris,
WITTEVEEN.
Sen voorstel tot grondwetsherziening.
„De Residentiebode" zegt, dat zy van
geen der voorstellen de evenredige
vertegenwoordiging u itgezonderd, welke
het ontwerp tot grondwetsherziening
van de vrij zin nig-damocrafische Kamer
leden inhoudt, iets gevoelt, en van de
evenredige vertegenwoordiging niet zoo
veel heil verwacht, dat zy, nu slechts
16 jaar geleden een ingrypende grond
wetsherziening plaats vond, ons land
alleen ter wille van onbelemmerde even
redige vertegenwoordiging opnieuw aau
een grondwetaheiz-ening sou willsn bloot
stellen, waarby natuuriyk ook andere
eischen tot herziening zouden ter sprake
komen dan die, welke noodig zyn om,
zonder grondwettige hinderpalen, de
evenredige "vertegenwoordiging naar goed
vinden te regelen. Bovendien zjjn er
rechtsgeleerden, voorstanders van even
redige vertegenwoordiging, die van mee
ning zyn, dat die, voor een deel althans,
kan worden ingevoerd ook zonder
grondwetsherziening.
Wat het kiesrecht betreft, de thans
vigeerande wet heeft naar de meening
van het blad dria zaken geleerd
lo. Da uitbreiding door de wet-Van
Houten is ver genoeg gegaan om ver
tegenwoordigers van iedere party in de
Tweede Kamer te brengen. Om ons tot
da jongste verkiezing te bepalen: Leeu
warden koos reeds in 1901 Melchers,
Amsterdam, tu^schentyds, Troelatra vyf
andere soclaal-dtmocraten hebben zitting.
Tot vóór de jongste nederlaag te Alkmaar
was er plaats voor negen vryzinnig-
democraten. Ü3 Liberale Unie telt hare
vertegenwoordigers zoowel als de zuivere
dactrinairen en de conservatief-libèralen.
Rechts ziet mea dezelfde schakeering.
Naast Mutsaera en v. Viymen, Arts en
Passtoors naast Lohman, Talma naast
v. Dedem, Staalman.
zyne macht was, werd myn leven on
dragelijk. Hy speelde met my, als de
kat met de muisen toen de gelegen
heid my word aangeboden naar Eageland
over te steken, greep ik ze ook aan. Wy
ontmoetten elkander op deze plaats na
genoeg waar wy nu zyn," zeide hy,
nieuwsgierig om zich heen ziende, „het
kwam tot woorden en slagen, en ik
sloeg uit zelfverdediging naar hem met
myn stok, en hij viel als een doode
neder. Ik droeg hem naar de woning
van Job, hevig verschrikt, kunt gy be-
grypen, want ik dacht, dat ik hem
doodgeslagen had en wjj pasten hem
te zamen op, Lady Kelpdale, Louisa en
ik. Hy wilde dat Louisa hem zou oppas
sen, omdat hy meende my niet te
kunnen vertrouwen dat was zjjne
dankbaarheid, omdat ik hem aan het
leven teruggegeven had. Maar gy kent
uw broeder hy was altyd hard en
kende geen medeiyden."
„Is tracht hem te leeren kennen,"
zeide Archibald in gedachten.
„Wjj waren nu niet langer vrienden."
Wordt vvrvolgd.)