Zaterdag 25 April. Iwliloli 6«ite PBUILIBTON. 1908. ode Land- en Tuinbouw. •aat.) .ent per cns. ozon, Aardbeien lessen en Oranje, 5, 30, 40, 45 Dok. eau dezer Cour. >ode h- 97. 41e Jaargang eeft Mevr. VAN toor, Vlissingen. HBKST IESSX.BV30 V22 4 50 (alleen ZêilmarMV!s na 12 30 1 15 5 55 6 56 7 45 jSnbaorit F&istó» i vat-Magesl S 23 "i S6 i S0 2 5 7 7 50 8 85 ïHBIEHST. 20 77 &0 1020 10 40 10 l 33 2 --- 230 4 20 5 5 2'y l 6 40 6 30 1 f0 150 10 10 10 30 JlG era 1 30 I 40 8 50 410 4 80 g 8 80. JBU5E. 3 80 en 6 20 c) 3 55» 6 50 55 a) g) en 4 45 130 6 20 e) h na hot vertrek Borsolen en ene ten hoogste uten, aar Boreaele- gelegd, i va» Neuzen «wegatrëaa VLISSINGSCHE COERAiT. Prfls per drie maanden 1.30. Franco per post l.SO. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks hij dsn üitgcvsr F. VAN RH VSL38 Jr., Kleine Markt, I. 187. ABVERTENTTËNvan 1 4 .regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend, Groote letters en clichés naar plaatsruimte. TsmfcfjaS fagRlfk»* sftgMMtoi «f Soa- ®a foodSsiea. TolophoonnnMiaor SO® Asoaasm.esife-Ait'sjftaatlSa op seek Toordeelil# vooraf aaïtlaa, BelsgeaMdswettea. Ben dar voornaamste grieven tegen de nu in het Staatsblad verschenen nieuwe Strafwetten was, dat hst gelegenheids- wetten waren, zegt „De Ned". Alsof het niet juist in een regesring te prijzen is, dat zij op de hoogte is der omstandigheden on dadelijk gereed om de leemten in de wetgeving aaD te vullen, die door da gebeurtenissen aan den dag z(jn gekomen. Dat eene wet eene gelegenheidswet is, zoodat een bepaald historisch feit tot het ontstaan dier wet den beslissenden stoot beeft gegeven, kan op zich zelf nooit een grief zijn, zoo de wet overigens aan rede lijke eisehen vcldoat. Niemand heeft het dan ook afgekeurd, dat de regeering, kort na het vergaan van de „Hendrika", op de Nederlandsche kust, door da zooge naamde Hendrika-wet, de procedure ver eenvoudigt tot verklaring van vermoede lijk overlijden. De wet op de kerkgenootschappen, die uit de Aprilbeweging geboren werd, was ook eene gelegenheidswet, die echter veel beeft bijgedragen om de gemoederen te doen bedaren, en ook d6 laatste jaren kunnen op meer dan eene gelegenheids wet, in den gezonden zin van het woord, wjzen. Men denke slechts aan de wijzi ging der Hinderwet naar aanleiding van een Arrest van den Hocgen Baad over abattoirsaan de wijziging der bepalin gen omtrent revisie van strafvonnissen naar aanleiding van de zaak-Hogerhuis en aan de wijziging der wetsbepalingen 07er surséance van betaling, ter wille van de Zuid-Atrikaanoche Spoorwegmaat schappij, De bes'e wet is juist die, welke beantwoordt aan de ontstane behoeften, on zoo de zoogenaamde ge'.egenheidawet- ten slechts niet het kenmerk dragen van hartstocht of overijling, maar behoorlijk z]jn voorbereid en overwogen, bestaat er geen enkele reden tot bedenking. Elk burger wordt het tot eene bijzon dere verdienste gerekend, als hjj altijd slagvaardig is en geieed om te doen, wat gedaan moet worden. Waarom is diezelfde eigenschap dan een ondeugd bij den wet gever, vraagt het blad van mr. Lehman. Zich opdringen. In de Tweede Kamer heeft de minister van justitie gezegd, dat met de uitdruk king „zich opdringen" in het nieuwe artikel 426bis Wetb. van Strafc. bedoeld ia „niet het al sprekend eenige passen ualoopen van een ander, een lichamelijk tegen iemand zich opdriDgen." Nadat over deze uitlegging in de Eer ste Kamer verwondering was betuigd, herstelde de minister in de vergadering van dat college, dat hij niet had moeten spreken van zich opdringen tegen, maar van zich opdringen aan. Hij had enkel willen doen uitkomen dat hier straf ge- j steld werd op „een lichamelijk zich op- 1 driegen.' De Haagscke correspondent van het „Sbl,", de quaestie of deze interpretatie juist is, terecht van veel belang achtende daar volgens haar nu niet strafbaar zou zjjn „het naast iemand meeloopen, daarbij wei licht plagend hem toesprekend, kortom het opdringen van gezelschap, iets dat zeker nog veel hinderlijker en onaangenamer is dan het volgen" heeft nu het oordeel gevraagd van den Amaterdamschen taalgeleerde prof. J. te Winkel en van dezen het volgende ant woord bekomen „Naar mijn overtuiging is uwe opvat ting van art. 426 ris der straf co veile volkomen juist. „„Zich aan iemand op dringen"" kan zeker in ons Nederlandsch niets anders beteekenen dan „„iemand lastig vallen mat zijn gezelschap"" zooals b. v. een heer doet, die op straat naast een meisje gaat loopen, dat op zijn gezelschap niet gesteld ia. „Een uitdrukking als „„zich lichame lijk tegen iemand opdringen"" is in 't geheel geen Nederlandsch. Zij had, zooals terecht door u wordt gezegd, moeten lui den ,zich lichamelijk tegen iemand aandringen"", doch in art. 426bis kan dat wel niet bedoeld zijn, daar dan de uitdrukking „„tegen diens uitdrukkelijk verklaarden wil"" meer dan naï f zou j zjjn. Immers, men mag wel als vanz6if j (I vrij naar het Sngelseh. 142.) Het was de stem van een man, die meende iemand van gewicht daar in tra's te zjjn. Maar zij wachtte met ge told, nu en dan de bedienden naar de gas ten vragende, terwijl hun aantal steeds minder werd, tot de laatste door z|jn groom werd weggedragen. Toen ging zij tiaar benedon om het, toezicht te houden over Sir Richard, die naar z(jne kamer werd gebracht, terwijl zij met de lamp m de hand, haren bewusteloozen echt genoot en een aantal bedienden, die met moeite den nieuwen lord van Aver Court de trappen opdroegen, volgde. sprekend aannemen, dat niemand (behalve misschien een vrijend paartje) een licha melijk zich tegen iemand aandringen kan goedvinden. Ook past „„of op hinderlijke wijze blijft volgen"" volkomen b(j het „„zich aan een ander opdringen"". „Uit dbeerste woorden van art. 426bis is voor een Nederlander niets anders te lezen, den dat niemand naast of achter een ander mag blijven loopen, wanneer deze uitdrukkelijk verklaard heeft, dat hem dat hindert. In een enkel geval zal het misschien moeilijk zijn uit te maken, of het „„volgen"" inderdaad hinderlijk was, maar over het hinderlijke van het zich opdringen zal verschil van meening wel nauwelijks mogelijk zijn, daar de wetten der wellevendheid dat al eeuwen lang als „„ploertig"» verboden hebben. Onder zich aan iemand blij ven opdringen behoeft men zeker niet te verstaan „„het afgeven van briefjes, of soortgelijke han delingen"" maar wèl het daarmee voort gaan, wanneer uitdrukkelijk verklaard is, dat mea er niet van gediend is." H. M. de Koningin en Z K, H. de Prins, die voornemens zjjn a.s. Maandag naar Buckeburg te vertrekken, zullen 1 Mei op het Loo terugkeeren. Het ontslagen personeel. Door mannen van gezag en invloed is genade gevraagd voor de velen, die tengevolge van hun meer dan lichtzin nig handelen in de dagen van 6 tot 10 April kommer en eliendo hebben ge bracht over zichzelf en hun gezinnen. Daartegenover is beweerd, dat genade oefening op groots schaal de preventieve kracht zal verzwakken, welke in strenge rechtshandhaving gelegen is en die uit een maatschappelijk belang niet kan ge mist worden. Het ,.,Wkbi. v. h. Bepht' is van oor deel, dat een rechtstoepasaing welke voor honderden en nog eens honderden ar moede en gebrek beteekent, voor de ge meenschap een kwaad is van grooten omvang en diepe werking. Werkloosheid van den man voert tot pbysieken en zedelijken achteruitgang van ali6 leden van het gezintot verwaarloozing van de kinderen tot dronkenschap, straks misschien tot misdaad van den man zelf. Vereenigingen voor Armenzorg, Pro Juventute, het Genootschap tot ze delijke verbetering zullen na korte ren of lacgeren tijd de gevolgen voelen, welke noodwendig uit de werkloosheid van zoovelen zuilen voortvloeien. Wederaan- neming van diegenen onder de ontsla genen, die deze gunst niet geheel onwaar dig zijn, is dus niet slechts een daad van barmhartigheid, maar van maatschappe lijk behoud tevens. Bovendien mag ge vraagd of zoovelen, die in zwakke volg zaamheid de slachtoffers werden van een leiding waaronder xjj zich te kwader ure hadden gesteld, niet te streng worden gestraft door een ontslag dat misschien een straf voor het levon zal kunnen worden. Wellicht kunnen ook deze over wegingen van eenigen invloed zijn bij de zoo moeilijke beslissingen, nog door de besturen der spoorwegmaatschappijen te nemen. W(j zouden er ons over ver heugen. Zomerdienstrêgsling op do spoorwegen. Het is te verwachte;!, lat bij de a. s. zomerdienstregeling op de spoorwegen geen gabruik behoeft te worden gemaakt van de bevoegdheid om met beperkten dienst te rijden, als gevolg van de spoor wegstaking. Met betrekking tot het Koninklijk be sluit van 9 April 11. (bepalende dat de ingeschrevene voor de militie voor de lichting van 1904, die zich in 1903 bij het reservekader heeft verbonden, zoo h(J b(j da militie moet worden ingelijfd, in zijn verbintenis bij het reservekader kan worden gehandhaafd) vestigt de mi nister van oorlog er de aandacht op, dat ai zal den kaderreservisten by de bepaling van den eersten oefeningstyd voor do ingaüjfden bij de militie te land der lichting 1904 worden toegestaan hun wsrkeiyken dienst te vervullen op den voor het reservekader bepaalden voet zij daardoor nochthans niet zulien ont heven worden van de verplichting om voor het blijvend gedeelte onder de wapenen te komen of te biyven, indien zij, door de loting daartoe worden aan gewezen. Hun wettelijke bevoegdheid om van nummer te ruilen blijft onverkort. DERDE HOOFDSTUK. Archibald bracht den nacht na zjjne aankomst te Carrisford bij Mr. Prayse door. Zjjne oude vrienden waren nog niet ter rust gegaan, toen hij hen door zijne komst verraste. Mr. Prayse was bezig zijne jichtige beenen te wrijven; Mrs. Prayse stopte als gewoonlijk de kousen van haar heer en meesteren Mary was bezig met haar vader voor te lezen. Archibald had een hartelijke ontvangst verwacht en zich daarin niet bedrogen. Z|j zaten nog tot laat in den nacht op, vernamen van Archibald al het nieuws dat h|j wist, en deze hoorde al do bij zonderheden van Richards komst op Aver Court, zonder dat er iemand was, die hem den toegang kon weigeren, en van de nog vreemdere handelwijs van Sir Richard in het aanleggen van een jachtpartij, reeds acht dagen na den dood zijns vaders. Sir Richard zweefde Archi bald telkens voor den geestonze held had een alleronaangenaamsten indruk van hem ontvangen hetgeen hij thans gezien en voor weinige dagen van hem gehoord had, stelde hem het karakter van den baronet in een allerongunstigst Militairïsti&ch vaarwater. De „Maasbode» is niet heel goed te spreken over de benoeming van een „ka pitein" tot hoofdcommissaris van politie te Amsterdam. Zij wjjst op da benoeming van een kapitein tot minister en van een tot directeur-generaal der posterijen en telegrafie en vraagt dan Maar we vragenof ze zoetjesaan geheel in militaristisch vaarwater gaan verzeilen Of, terwijl de burgers meer en meer uit legerbetrekkingen worden geweerd, militairen juist de voorkeur moeten hebben voor civiele ambten 7 Of een in den politie-dienst geschooid commissaris niet meer bekwaam en door kneed in het vak mag geacht worden dan een man, die bekwaam is in wapen handel en recrutendrillen Zulke bevoorrechting van de eenen, dat afsnijden van eind-promotie voor de anderen, moet den geest in het betrokken politie korps onder het hoogere kader, waarvan ten slotte de dienst afhangt, in den grond bederven. Wil men, om speciale redeneD, een buitenstaander ais hoofdeom rnissaris van politie te Amerdam, dan zouden W8 ons de keus van een met het strafrecht vertrouwde, van een mr. in de rechten, desnoods kunnen verklaren. Indien Breda echter eene opleiding geeft, dia tot alle emplooi in den lande geschikt maakt, zouden we der Staats commissie tot herzienining van de On derwijswetten bet voorstel in overweging willen geven vele dure onderwijsinrich tingen en alle vakopleiding buiten de K. M. A. op te heffen. daglicht voor. Hij ging naar bed en droomde van hemhij ontwaakte des morgens met een schrik, zich verbeel dende dat de groote honden van den baron zjjn keel omklemd hielden en hjj met hem worstelde om zijn laven. Aan de ontbijttafel bracht hij het gesprek op Sir Richard, en ondervroeg Mary nauw keurig over het gedrag van den baronet in het algemeen, sedert hij den titel van heer van Aver Court aanvaard had, Mr. Prayse was geen liefhebber van vroeg opstaan wanneer de jicht hem kwelde, van daar dat de ontbijtkamer die in den tuin uitzag, dien morgen niet vereerd werd met de tegenwoor digheid van den heer en meester. Het was een têtea-tete met Mary Prayse want Mrs. Prayse was, tengevolge van een onrustigen en pijnlijken nacht van haar echtgenoot,zeer suff orig.Zy zat in een leuningstoel met haar rug Daar het licht en dronk nu en dan een teug van hare koffie, terwijl Archibald en Mary Prayse druk in gesprek waren. Aichibald had veel te vragen betref- fande Sir Richard, ofschoon Mary liever van Louisa Kelpdale, van hare gezond' heid, van haar lijden, onder het laatst geleden verlies, gehoord had, maar Be gemeenteraad te Rotterdam heeft gisteren met 20 tegen 16 stemmen ver worpen een voorstel van den heer Muller om in principe te besluiten tot afschaf- fiog der kermis, nadat tevoren met 21 tegen 15 stemmen was aangenomen do coDclussie van Burg. en en Weth., een ontkennend antwoord gevende op de vraag, of het voorstel der benoemde com missie, inderdaad de oplossing geeft voor het vervangen der kermis. Op 30 Mei vertrekt een detachement der koloniale reserve, ter sterkte van 100 man, naar India, met het stoom schip „Siadoro" van de Rotterdamache Llryd. Naar men mededeelt is het bericht dat ds. J. Schrjj ver te Schiedam de be noeming tot directeur van Nesrbosch beeft aangenomen, miusteDS voorbarig. Een beslissing is nog niet genomen. Wat de melkstaten ons ïeeren. Vóór ons ligt het uittreksel uit de bovenal wenschïe zij te weten, hos Ar chibald thans over haar dacht en hoe s?root zijne belangstelling in haar was. Omtrent dit punt was hij niet zeer wel sprekend h(j scheen inderdaad meer geneigd om het gesprek daarover te vermijden maar Mary meende hem te begrijpen, en was niet zeer verwonderd over hetgeen z(j hoorde. Het was juist zoo als zjj het verwacht had en mis schien beminde de goede Archie iemand boven hem in aanzien, en zou h(J niet meer aan eene vroegere liefde denken, doch dat was geen ongewone zaak met de minder aanzienlijken, en had veel meer plaats dan de groote wereld het wel vermoedt. „Gij zjjt zeer nieuwsgierig betreffende Richard," zeide Mary eindeiyk. „Waarom doet gij m(j zoovele vragen, Archie?" „O, om zeer vele redenen. Ik ben executeur in zjjns vaders boedei ik zal daardoor dikwijls met ham in aan raking komen en daarom is het nood zakelijk dat ik mjj een juist denkbeeld weet te maken van den man, met wien ik te doen heb." „Hij zal u niet bevallen, Archie," zeide Mrs. Prayse, voor de eerste maal zich in het gesprek mengendehg is door de Hollandsche M(j. v. Landbouw bekroonde melkstaten, door elf Zuid- Hollandsche veehouders bijgehouden over 't melkjaar 1901/02, samengesteld door den zuivelconsuient voor Zuid-Holland. Met belangstelling hebben we de ver schillende melkregiaters nagegaan en willen hier voor onze lezers het voor naamste, dat daarby vait op te merken, aanstippen. Vóórop stellen we da con clusies, uit deze staten te trekken, welke een bevestiging zyn van die uit de regis ters over 1899/1900, namefijk lo. D® aanleg van het dier heeft vooral invloed op de hoeveelheid en het gehalte der melk. Tusschen deze beide factoren bestaat hier geen verband. 2o. Tot zekere grens zijn de invloeden van ouderdom en voeding van 't dier aan den aanleg ondergeschikt. 3o. De vorengenoemde aanleg is erfe lijk. Ze kan niet met zekerheid door uitwendige fceoordeeling van het dier worden nagegaan. 4o. De aard van de voeding oetentin de eerste plaats Invloed uit op de hoe» veelheid melk. Is nu de aanleg der dieren er op be rekend, dan zal by daling der hoeveel heid melk een beter gehalte aan vet en droge stof kunnen optredeD, doch ook by groatere melkproductie zal dat (bjj verbeterde voeding) kunnen voorkomen. Ean frappant vooib68ld, hce sterk by gelyken lesftyd de melkopbrengst kan uiteenioopen, geeft Melkstaat No. 6 (K. G. v. d. Ban ts Nieuw Helvoet.) Van de beide driejarige Nos. 22 en 24 gaf de eerste een jaaropbrengst van 1624 K G. melk, de twee ia van 3355 K G., een verschil dus van niet minder dan 1731 kilogr. No. 7 (P. van Schouwen te Oude- Tonge) geeft ons te zien, dat da kaas- opbrengst volstrekt niet evenredig is aan da boter-opbrengst. No. 1 gaf 125,3 K G. boter en 329.3 K.G. leverbare kaas. No. 3. 119,7 K G. borer on 338,7 K.G kaas. De kaasbereiding moet daarom naast 't vetgehalte, ook de droge stof der meik (door middel van 't soorteiyk gewicht) bapaa'd worden. Want No. 1 die slechts f6,72 maar aan boter oplavert, (5,6 K.G. tl f 1 20 f 6 72) brengt 1 20 30 meer a3n ka3S op (40,6 K.G. a f 0.50 By levering van melk aan fabrieken on by vervoederisg vaa eigen onder- of karnemelk moot met 't verschil in soor telijk gewicht ten minste in zóóverre gerekend worden, dat van elke koe (en dus ook van alle koeien te zaman) de hoeveelheid melk wordt bepaald naar gewicht. Interessant zyn de volgende vergelij kingen by staat no. 9 (J. Goes te Moor drecht). Nos. 15 en 21 (even oud) heb ben tennaaatenbij gelijke hoeveelheden melk opgebracht (3953 en 3982 K.G.), maar no. 21 leverdo 43,6 K G boter, of 38,4 K.G kaas meer. Naar vorenstaande maatstaf berekend, was dus het geldeiyk verschil in zuivelopbrengst f 52 32,respec- tieveiyk f 19 20, waaruit weer volgt, dat geen gestieman, zooals zyn vader en zal het nooit worden. Al de slechte gewoon ten, welke hy in zyn jeugd had zy staan my nog levendig voor den geest zyn zich gemeenzaam aanstellen met grooms en stalknechts, wanneer dit ook zy, schynt eindeiyk vruchten gedragen te hebben. Er is by hem gebrek aan o, lieve hemel I o, my I o, lieve hemel, wees ons genadig 1 Mts. Prayse viel achterover in haren stoel, en stortte daardoor haar kop heete koffie over haar lievelingskat, die uit haren slaap onder een hevig geschreeuw opsprong, door de kamer bagon te loopen en eindeiyk als razend door het venster vloog, langs Sir Richard Kelpdale, die onschuldige oorzaak van deze verwarring geweest was. Hy had op een konyn geschoten, dat hy had zien loopen, toen hij met zyn geweer in de hand door den tuin ging naar de woning des rent meesters. „Hier, Mrs. Prayse, hebt gy een heer lijk boutje, zeide hy, nalat Mary de deur voor ham geopend had „de plaats krielt van konynen, en hoe eerder wy zo wat dunnen des te beter." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1903 | | pagina 1