RQND EL EK. 81. ba D D Maandag 6 April. 1 ttniKft V i| ÜILBTÖN. I1 Vlissiügsck (nrui n Kimt JMeM, ƒ1.30, i-.ir «af-, 55 fj». Vlissingen. «J-S gé J*»!! «is «^§>0, OTER, 41e Jaargang 1903. Gemeentebestuur» M£- PERSONELE BEUSTIM. i%U-. 63 - Z%£ W «SS 553 m3 5 V fl 5 a JT 2 N« .6" V ©(SV? fa ajqNg, «s o<- COOP. A ABN OUT SE er, 70 ct. p. pond. AJXD.EE, Dok -HCHELÖS. au S SO en 6 20 c) Ëa) 3 55» 6 50 HBS i 55 a) g) en t 45 nis 3 30 20 e) h) aten na hot vertrek 8 10 8 50 ak&as, Besseiea es Breekena tan hojgsie 5 minuten gen naar Bcrssele m 1.56 van Hengen elegd. t®s anaorwesataiiow "6 23 6 54 8 21 •9 47 7 25 7 58 10 1 7 S3 '10 14 •10 481 11 2|*13 15 treinen vervoeren 10 40 2 8 6 16 10 28 1 25 8 8 11 40 8 10 7 ?i> 12 37 8 50 85 12 53 46 Si» HOj 4S2 8 58 m r LISSIMSCBE COURANT Prijs per drie maanden 1,30. Franco per post 1.50. Afeonderiyke nummer» cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreek» by dsn Uitgsv»r ff. YAH m YBL©g Ir., Kiste» Markt. I. 187. ABVEBTENTIÈNvan 1 4 regel» 0.40. Voor eiken regel meer 10 esnt. B|j direct» opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groots letters en cliché'ï naar piastiruimts. Tusdgmt ésgelias, e» Ie®- -a fcegfogea. ^«Icipteoo «mtLti wat® af 3EO« AboniitfEteaïc-AèiTspteaöüsi ©p see? voerdseiiga voorwaarden» Afkondiging van het kohier der Per- soneele Belasting no. 1, dienst 1903. De Burgemeester van Vlissingen maakt bekend: dat op heden by hem ontvangen en iaa den Rijksontvanger is gezonden het executoir verklaarde kohier wegens de personeels Belasting no. 1, dienstjaar 1903; de daarop voorkomende belasting- schuldigen worden uitgenoodigd om hunne aanslagen op deri bepaalden tyd jan te zuiveren, ook ter voorkoming vaa vervolgingen en herinnert dat de bezwaarschriften binnen zes Keten na heden behooren te worden in gediend, terwijl de aangiften ter bekoming van ontheffing, ingeval van verhuizing, moeten worden gedaan bij den Directeur der directe belastingen, in wiens directie de aanslag is vastgesteld, binnen zes Vielen na het veriaten van het perceel. Vlissingen, den 4 April 1903. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. Opoeping van sollicitanten naar de betrekking van 2e machinist bij de Stoombrandspuit. Burg. en Wfth. van Vlissingen roepen bij deze sollicitanten op naar ie betrekking van 2e machinist by de it oxbrandspuit, waaraan een vaste jaar- I ljjkeche toelage verbonden is van f 25. Inlichtingen zyn te bekomen bij den Opperbra: Jmcester de spllicltatkstukken op zegel in te I zenden aan den Burgemeester vóór den 117 April 1903. Vlissingen, den 4 April 1903. Buig en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De S cietar's, WITTEVEEN. De beste vorm van voorkoming van tijdelijke armoede. I. Wanneer wö hier spreken van t y d e- I k e armoede, dan ie het waarschgn lijk du'delijk genoeg, dat wy ons voor- Men niet in beschouwingen te treden 6? ff 8 tVl 5 ti vrij naar het Engelsch. over voorkoming van armoede in het algemeen. T 9 d e y k e armoede ia aene uit drukking, welke men niet zoo dageiyks aantrefthetgeen niet wegneemt dat zjj een bepaald begrip duideiyk weergeeft. Het in zelfs voor dea nauwlettenden opmerker volkomen klaar, dat er veel meer tyieiyke dan duurzame armoede bestaat. Gansche klassen van meuschen die, in trmoede geboren, als het ware gedo.md zyn om er in te sterven en niet kunnen worden opgeheven tot een tenigszins normaal peil van alge- mesnon welstand, die treffen wij in ons goede Nederland in den eigeniyken zin des woords niet eens aan. Hat verschyn- sel van duurzame armoede is by ons meer individueel, zeker, er bestaan tal van dergsiyke individuen msar oneindig grooter ia toch het getal van hen, die nu en dan tol moeten betalen aan den samenloop van ongunstige omstandig- hf'en en zich, geheel of ten deele, van de gewone middelen van bestaan be roofd zien en geen weerstandsvermogen bezitten, wat met da mresten niet het gsval is en van de meesten ook niet verwacht kan worden. Ouder dezan teklceden, in ouzen tijd vooral, de werkloozen eene eerste plaats. Wy bedoelen natuurlijk de werkloozen in den goeden of, zoo men wii, in den on- gelukkigen zin van het woord menschen die werken wiUen, maar het niet kun nen, omdat de natuur den arbeid allen voortgang belet, of omdat een of ander bedryf stil staat, of omdat er overpro ductie is en de vrasg vermindert of op eeniga andere wyze slapte heerecht. De oorzaken zyn vele en zeer onderscheiden en zeer zeker nemen zy van lieverlede in aantal toe. Wjj motten er ons nie*: over verbaren, dat men voobeen aan het vraagstuk van voorziening in de belangen dezer personen, zoo weinig aandacht schonk. De cudere Steathuishou'kunde ging ge heel op in het geloof aan de alleen zalig makende werking harer starre beginse len. Ais er maar viye handel en vrye mededinging was, ais men alles maar vilj en op zyn beloop liet en de hinder- j palen der voortbrenging wegram, dan kwam alles van zelf op zyn pooten terecht, en dan was er altyd wel een categorie van armen, maar daarvoor was de publieke liefdadigheid, Gelukkig zien wy de zaken tegen 126.) Zij habben hem in zya ongunstigst licht ieeren kennen," zside Archibald ppocdig zult gy hem van aene betere :fe keren beschouwen, Miss Keipdale. M(Ju broeder had, toen h£j jong was vela beminnelijke hoedanigheden, en ik kan niet gelooven, dat deze geheel in tam zouden uitgestorven zijn.» .Ik geloot dat gy hem thans minder tart, dan ik hem ken," hernam Louisa. «Dat weet ik juist niet," zeide hy in Machten. .Ik mag iemand gaarne lijden, die in to laden van z(jn geslacht vertrouwen feit," geide Sir Wiiiiam zacht„het ia woordig een beetje anders in en begrypen wy dat aanpakken de boodschap is, wan neer men het niet tot armoede wil laten komen. Wy begrypen zeer goed, dat het groote geheim gelegen is in het ver schaffen van weerstands .'ermogen aan hen die hes missen door kapitaalgebrek. Ons geheels, nog maar aan het begin staande verzekeringswezen ten behoeve der arbeidersbevolking, gaat van dit be ginsel uit. 'tla waar, er is nog eene andere be schouwing. Men zoekt ook de oorzaken der tydeiyke armoede in de zoogenaamde kapitalistische productiewijze. Men gelooft dat eene verandering in de wyze. van voortbrenging verandering zal brengen ook in den toestand der arbeidende be volking. Men meent dat mogelijk is eeDe manier van voortbrenging, waai by het particuliere belang der ondernemers niet op den voorgrond staat, maar wel de behoeita aer menschheid. Naar onze meening is dit niets dan een droombeeld, dat geen rekening houdt met ds werkeiyke wereld en de dryf- veerenvan het aioff.iyke streven misktnt. Gelukkig erkennen ook zy, die wy in dit opzicht voor utopisten houden, dat op allen de plicht rust, afgescheiden van eiken sfryd over da tegenwoordige en toekomstige produetiewyze, om middelen op te sporen en toe te passen tot voor koming van armoede door werkloosheid, opdat men niet telkens gedoemd zy om bf gebrek te lyden, óf z<jn toevlucht te nemen tot de vernederende liefdadigheid vernederend, wel te verstaan voor hem die liefdadigheid ontvangt en daarby een slachtcffer is van het afschuweiyk wet- teiyk stelsel van armenzorg, dat nog in de tvrintigste eeuw in ons goede Nederland bestaat. Maar de armwet heeft een breeden rug, waarop men alles schuift, ook wat er niet op behoort. De bewering b.v. dat het burgeriyk armbestuur onbevoegd is om hulp te verleenen aan menschen die volkomen tot werken in staat zyn, is bes'ist onjuist. Het is aenig en alleen de vraag, of iemand in zoodanigen toe stand verkeert, dat het verleenen van onderstand volstrekt onvevmijdeiyk is en of er hulp van kerkelijke of bpzon- dere instellingen kan worden verkregen. Staat het vast dat de eerste vraag toe- stammend, de tweede ontkennend most worden beantwoord, dan is het burger iyk armbestuur wel degeiyk aangewezen een bewijs eener goede opvoediDg en van het beste bloed. Lulsa stelt nog -ertrouwen in haar vadt r ik wenschte 1st ook te kunnen zeg :en." L .uisa zuchtte, doch antwoordde niet. „Eu ru, Louisa, bit amezonekleed aau, want de paarden komen onmiddel lijk voor." „De paarden I" riej Louisa. De baronet glimiat ate over de ver- bezing zyner kleindc ihter, en zeide „Dat is zoo'n pia:.netje van my om d .ardoor de rozen ip uwe wangen te doen terugkeeren can plannetje, waarin gij mij nu eene Die tegen moogt werken. Mrs. Keipdale h teft beloofd u te zuilen vergezellen en J .b, ofschoon hij geen 'liefhebber van pf .rdryden is, en log in iiet zadel zit, zal uw cavalier zjjn, Louisa." „En gy, grorepapa?" „O, indien Mr. Hope niets betera te doen heeft, za hy mij tot uwe terug komst gezels ;hap houden," zeide Sir W.lüam op onverschilligen toon. „Dat wil 'k gaarne," antwoordde Ar chibald eeDi ;szins verdrietig. 7,00 gö er echter meer vermaak in hebt, de dames te vergezellen, dan naar myn bqes.en te luisteren, dan hebt gy om te helpen en dan kan het gemeen tebestuur, ten behoeve van het armbe stuur, daarvoor fondsen beschikbaar stellen. Maar de meest gewecschte vorm is dit niet en zóó heeft het ook de gemeen teraad van Amsterdam begrepen, die in het vorige jaar aan eene commissie heett opgedragen, het instellen van een onder zoek naar de wyze van verzekering tegen werkloosheid zooals die in andere piaatsen, hoofdzakeiyk in den vreemde wordt toegepast. Hieruit meenen wy te mogen afleiden dat de hoofdstad binnen betrekkelijk korten tyd tot het instellen eener ge- meenteiyke verzekering tegen werkloos heid zal overgaan. Het beho ft geen betoog, dat nergens de behoefte aan stichtingen van dezen aard grooter zal zyn dan in de eerste stad des rijksmaar evenmin dat het hier betref, eene zaak van algemsen ba- lang, die nog te weinig bekendheid ge niet en waarop nog veel te weinig de aandacht wordt gevestigd. Evenmin zullen wy behoeven uiteen te zetten, dat hier alieen sprake kan wezen van v r y w i 11 i g e verzeke ringen. Er zyn geheele categories van werklieden, die nimmer door werkloos heid worden getroffen. Ia sommige vak ktB ia het verscbynse! by ca geregeld terugkeerend maar toch zyn er by die vakken een aantal individuen werkzaam, die het onheil of in het geheel niet of zeer weinig te duchten hebben. Dit staat in da eeiste plaats in verband met be kwaamheid en geschiktheid en verder met de persoonlijke relatie tusschan een werkgever en zijne werklieden. In derge lijke omstandigheden kan men de work- liaden in het algemeen niet dwingen tot deelneming en tot storting van verplichte by dragen in een fonds, zooeh men dat b.v. in een ziekenkas kan doen. In ieder geval spreekt het van zeif dat iets dei ge lijks alleen door da algemeens landswet zou kunnen worden oevolen. De ryka- wetgevicg schynt hier echter minder aangewezen tot tusschenkomat, omdat in deze aangelegenheid niet van alge- meene, maar alleen van plaatselijke, bovendien zeer uiteenloopande toestanden sprake is. slechts to spreken, Hope, en Job zal biyde zya by my te mogen biyven tot Louisa terug is." Archibald sloeg een blik op Louisa, die van haar werk niet op rag en lang zoo moer met haar gezicht hare wol naderde. Haar hart klopte een weinig sneller. Hot was eene groote verzoeking voor haar, Sir William aan zyn woord te houdenmaar hij achtte zich een weinig gegriefd, toen hat voorstel van den baronet door haar niet gesteund werd. Zjj had althans iets kunnen zeg gen, maar het was meer dan waar- schijniyk dat zy zyn gezelschap niet verlangde. „Misschien was het beter, dat ik hij u bleef, Sir William," zeide Archibald na eene korte pauze. „Zoo als gy wilt," hernam de baronet eenigszins styf. Hij zag naar Lruisa, maar zy ging met haar werk voort, en ht) trok zyn fluweelen mutsje, dat hy ook in bed drosg, dichter over zyne ooren, een stellig bewys dat er iete was dat hem hinderde, dat Louisa althans zeer wel wist. „Ik wenschte dat gy my niet tot dien rytoer dwongt, grootpapa," zeide Louisa opstaande„ik ben zeer weler is geen reden om" „Plaag mij niet," zeide by, haar in de reden vallende. Zy kuste hem en gicg heen, om zich in rycjstuum te klseden, terwijl de grijs aard in diepe gedachten verviel. Archi bald sprak hsm oen paar malen aan, maar bet antwoord dat hij ontving was kortaf, waarna de zieke zyne oogen s'oot om alle verdere samenspraak te vermyden. Archibald bleef in het vuur staren en de baronet bleef schynbaar slapen tot de paarden voorkwamen. Job klopte aan de deur en binnen trader de las Ar chibald op zyn gelaat eene uitdrukking van toorn, zoo als bij nog nooit by hem had opgemerkt. „Gy hebt er my niets van gezegd, dat ik uit moest, Sir Wiiiiam", zeide hy een somberen blik op zyn meester slaande, „an dat nog wel op dat groote paard, hetwelk bovendien slaat en stei gert. Ik heb myn leven daartoe veel te lief, maar daarover bekommert niemand zich dan ik alleen." „Ik dacht dat gy zulk een liefhebber van paardrijden waart, Job," zeide de baronet. „Ik een liefhebber van paard- Het octrooi der Nedorkndsche Bank. By de Tweeds Kamer zyn ingekomen twee wetsontwerpen Ie. tot verb nging en wijziging van het aan de Nederlandsche Bark verleende octrooi, en 2o. tot intrekking van de muntbiljetten. Het tydperk, waarover de Nederland- gche Bank tij de wet van 7 Augustus 1888 (Staatsblad po. 122) gerechtigd is om als circulatiebank werkzaam te zyn, verstrflkt naar de minister van fiaan- eiën in zyn memorie vaa toelichting mededeelt den 81en Maart 1904. Het tweede lid van art. 1 dier wet bepaalt, dat dat tijdperk geacht wordt telkens opnieuw met tien jaar verlengd te zyn, ter-sy door do K'oon of door de Bank ten minste twee jaar voor het. einde van het loope.ode tydperk van ongoneigdheid tot die varlengitg zy biyk gegeven. Mat gebruikmaking van deze laatsts bepaling ia by koninkiyk besluit van 16 November 1901 (Staatsblad no' 221) het octrooi opgez- gd. Deze opzegving beoogde echter biet, aan de Nederlandsche Bank het recht om. ais circulatiebank werkzaam te zijn na het verstryken van den loopenden termyn te ontnemen. Integendeelvan dec aanvang af koesterde de minister de hoop, dat andermaal tussehen de regeering en de directie der Bink overeenstemming zou mogeiyk blijken omtrent da v or waarden waarop een nieuw octrooi zou kunnen worden verleend en aanvaard. Al scheen wyziging" der Bankwet cp enkele punten noodzakeiyk.zco werd toch uitgegaan van de overtuigirg, dat bestendiging van het stelsel waarbij ons land zich nu bijna 90 jaren goed hat ft bevonden, hoogst wee- scheiyk is te achten. Op grond van hetgeen de Bank heeft verricht, is de minister ove/tuigd, dat de praktyk onzer Bankwet ook in hat jongst verstreken tijdperk ha-ar werking deug delijk is gebleken, en dat 's lands belang het bsst gediend is, door die w.-t in hoofd zaak org'wijzigd te bestendigen. De wyzigiDgen in de geldende Bank wet, dia worden voorgedragen, betreffen de volgende punten lo. Rrgeling van den duur van het octrooi 2o. Bewaring van geldswaarden van rijksinstellingen Sj. Intrekking van de muntbiljetten door da Bank te verstrekken rentelooza voorschotten tot een maximum van f 15,000,000 toekenning aan de Bank van het recht tot uitgifte van bankbiljetten van f10 4o. Bezoldiging vaa den koninkiyken commissaris 5o. Verdeeüng der winst. ïjjden herhaalde Job met afkeer „neen, dat ben ik nietdat ben ik nooit geweest." „Misschien was het bater dat gy medtgiog, Hope," me kte Sir William onverschillig aan „zio Job bang is, dan zouden de damts liGht een ongeluk krijgen. Wy zullen neg tijd genoeg heb ben om te praten, ais gy terugkomt." „Maar da dames „O, zij moeten zich in da teleur stelling, van Jobs gaze'.schap te missen, troosten.» Archibald moest zy.oe ingenomenheid met deze schikking niet hebben kunnen verbergeD, want Job zeide op eens ,,Ik denk toch wsl dat ik dat paard zal kunnen berijder, als het daarop aan komt en indien Miss Louisa verlangt dat ik een oog over haar houd, waarom zou ik „Neen, Job, denk er niet over. Wy zullen de genomen schikking als bepaald houden," viel Archibald ham aanstonds in de reden. „O, zoo?' Toen de dames gereed waren zag Mrs. Keipdale met hare zwarte japon er nog onaangenamer uit dan ooit. (Fordt vtrvjlgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1903 | | pagina 1