èstiitt-jige I April. rar Merlani, Woensdag latrrnv 77. 41e Jaargang H08. •tbotle en VERTROUWD die ruim zeven jaat ien Griffier van het werkzaam geweest kiting op een kaal re. ties en getuigschrift brieven onder letter arant. Amsterdam. onder Eerste Hypo- geeft 3Vj en 4 pCt, ën te bekomen by SEKSE Jz®., Buskenstraat 6a. één of twee dagen ureaa dezer Courant, DE WOLFF, Lange KBI1N8T fa SiffiöHfcE383 f.v fix vra 4 50 (alles® Cm .S»4»«s'«s -• sns 45 aas 12 SO 1 IB S 10 6 SS 5 56 7 46 aar Vimtnn op werkdagen) S 23 12 38 l 80 S 7 7 50 8 $5 ÏÏAVMMEKST. 0™ g go 7— 7 50 0X0— 1020 10 40 a i 10 1 00 2 32C 4 4 20 5 58c 8 20 vja 6 SO 6 SO 7 10 IB 9 50 10 10 10 80 12 10 na 120 1 40 B.S0 8 50 410 «80 7 40 8— 8 80, -SCHSLGE., b) en cm 3 30 c) >8) s 8 55 KB 1 55 g) 50 is) nm 3 SOo) aten na het vertrek 810 860 Sana, Borselsn en .ar Breskens, Bor- :en naar Boreaals gemaakt. i aangelegd, n 1,56 ven Neuzen si «peorweaststioB ROi taassaBssaB-m '6 23 6 54 8 21 •9 47 D 7 25 7 8 48 10 1 '10 48 11 2*11 treinen vervoeren 7 SS '10 14 9 10 40 28 6 16 8 10 28 1 25 6 3 a 1140 S 10 7 55 0 12 S7 3 50 8 5 i 12 68 4 6 8 58 3 lOj 4 22 8 88 VLISSlWeSGHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50, Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zic.lt bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks te{j den Uitgever f. VAN m VKLBB Ir., Kleine Msrki I. 1ST, ASVERTENTIÊNvan 1 4regels 0.40. Voor eiken regèi meer 10 cent. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts «weemaal berekend, groots letters en cliché'» naar plaatsruimte. Vshs&Sht AagelflSs Kilgaaaaiasi ©g %m- m fssriiagsa. T«i©»&o©mm«&ssa.<**' EO® Afe®sm®8Hts.iLi?9ïtaitl$!i ©p seer Toordeallg© voorwaarde®. Ds gewijzigcle regaeringavoerstellea. get antwoord der regeering op het I voorloopig verslag der Tweede Kamer eo stuk van groote beteekenis. Niet lom de argumenten welke daarin voor- I komen ter verdediging van de oorspron- I tflpe ontwerpen, maar wegens de hoogst belangrijk© wijzigingen, welke de regeering in haar voorstellen heeft gebracht. A.an de bezwaren toch, welke van liberale zijde tegen de strafbepalingen 2(a iDgebracht, wordt in zeer belangrijke I mate tegemoet gekomen. Wij herinneren, dat deze bezwaren „let waren gericht tegen maatregelen Ij het belang van openbare orde sn e keer. Zoo werd in de motie der kiee.- vereenigingen „Vooruitgang" te Amster» tem uitgesproken,dat de vergadering „het roodzakeiyk acht dat de persoonlijke vrijheid tegen ongeoorlcofden dwang krachtig worde beschermd en aanvulling van de wetg ving op dit punt in be irsel gowenscht oordeelt." Voorts acht z|j het noodzakelijk dat een ongestoorde I voorziening in de diensten var. het openbaar welzijn en verkeer er bij voort I tering worde verzekerd." Het bezwaar bestond echter hierin, jat men overtuigd was dat orde en vrede In de maatschappij niet enkel kunnen J berusten op straf oepalingen, maar dat I fesrnaast en tevens noodig zijn betere I rechtsverhoudingen en waarborgen op het gebied van arbeid. )e door de regeering voorgestelde erqtê e ten opzichte van het spoorweg personeel was ais waarborg ten eenemale I onvoldoende daarom konden de straf- ..„alingen niet worden aanvaard alvorens I krachtiger waarborgen in dit opzicht I werden verschaft. Afgezien nog vaa een rede bezwaarhet te rekbare en te gaande der voorgestelde nieuwe straf - rechtsartikelen. Ia beide opzichten nn is de rr geering thans in zeer belangrijke mate tegemoet lekomen aan deze rechtmatige bo- lenkingen. Ia plaats van het spoorwegpersoneel 8 verwijzen naar den uitslag van ©en langdurig onderzoek, wil de regeering J gebruik maken van de bevoegdheid haar I door art. 27 der spoorwegwet van 1875 igeven, door reeds aanstonds maatregelen j verordenen, waardoor de rechtspositie van het spoorwegpersoneel beter wordt I verzekerd. Eerstdaags zal een Kon. besluit I worden uitgevaardigd, volgens hetwelk I aan de directien deze verplichtingen wor- lo. dat al hetgeen op rechtspositie en ie dienstvoorwaarden van het personeel I betrekking heeft, het loon inbegrepen, 1 behooriyk worde gereglementeerd, en als reglement aan de goedkeuring der re geering zal worden onderworpen 2o. dat dit reglement om de 5 jaren al worden herzien vrij naar h&t Hngelsch. 122.) De vurige geest der Kelpdales gaf 'au deze laatste woorden eene andore leteekenis dan hij bedoelde, en Louisa I immer geneigd was sedert zij hem aan zijne woorden 66ne andere te geven, deed eene schrede Achterwaarts en zeide .Bedreigt gij mtJ, Mr. Hope, met my "e vriendschap te obttrekken «Daarvan moet g(j beter overiuigd üh," antwoordde hij«nimmer zal ik dreigen, die ik hoog acht, in ik een onbepaald vertrouwen stel I die mij de verzekering gegeven heeft aan myne bedoelingen te twijfelen." 3o. dat in dit reglement een geordende weg tot het indienen van grieven en wenschen zal worden geopend; 4a, dat gewaakt zal worden tegen te langen termijn van opzegging van den dienst 5a. dat voor disciplinaire geschillen, behoudens de veiligheid van den dienst, scheidsrechter) {jke uitspraak zal worden ingevoerd 6o. dat deze scheidsrechterlijke uit spraak op korten termijn in werking zal moeten treden en 7 o. dat voor de geschillen van disci- plinairen aard, die van 1 Mei 1903 af mochten voorkomen, alsnog op dit scheids gerecht, zoodra het werken kan, beroep zü openstaan. Voor de belangen van het spoorweg personeel zal dus aanstonds worden ge waakt en daarmede is in hocge mate verkregen wat als onmisbare voorwaarde voor de aannemeiykheil van nieuwe strafbepalingen ncodig werd geacht. Oak in daze bepalingen zeiven is be langrijke wijziging gekomen. Van hin der, overlast, vrees is cn geen sprake meer. De bestaande bepaling wegens inbreuk op de vrjjh&id wordt enkelaan- gevuld door tiet alleen „geweld" maar ook „eenige andere feitelijkheid" er in op te nemen, waardoor w^rdt gehandeld in den geest van otzo bekwaamste rechts geleerden die er over hebben geschreven. Maar de onrechtmatige overlast op den openbaren weg, welke bjj stakingen verder kan voorkomen, zal vo gons do nieuwe lezing van a't. 426 Wetboek v. Strafr. worden verboden onder da over tredingen, en dus niet met gevangenis straf bedreigd. Het verlies vau kiesrecht als gevolg van de veroordeeling, vervalt mede. Voorts worden da strafbedreigingen op verstoring van verkeer er,z. door ambte naren enz. verzacht. De regeering heeft do r deze wijzi gingen hare voorstellen buitengewoon verbeterd. Dit is de indruk dien wpj by vluchtige lezing ontvingen en die, naar wij hopen, bjj nauwkeuriger bestudeering zal worden versterkt. (Hbld.) „De Tijd" nosmt de Memorio van Antwoord der regeering een sluk van hooge beteekenis, uitmuntend zoowel door kracht van logische redenoering als door kloeken, bemachtigen stpjl. Zooals zjj niet anders verwacht had, wil de regeering, wat hoofdzaken betreft, van toegeven volstrekt niets weten. Met kracht blijft da regeering haro stelling handhaven, dat het bier voor alles gaat om een quaestie yan ge zag. Aan welke zijde zal dat gezag ten slotte blijven aan de zijde der regeeriDg of aan die van de revolutie? Zeer terecht daarem worden de halfheid, de inconsequentie in het licht gesteld van die leden der linkerzijde, welke, eenerzijds den plicht erkennend om de regeering tegenover de revolutie te steunen, toch tot dusver ongezind bleken om hun steun aan het eerste der «Ach ik dacht er niet aan 1 Vergeef het my I" zeide zij „ik ben een voort varend meisje. .En wat beteekent de tegenwoordigheid van dien man hier «Hij beschuldigt, uw vader van mijn broeder Maurits te hebben vermoord, in eene aanranding op hem gedaan twse mijlen van Carrieford dat Mr. Kelpdale den verslagens naar de boechwachters- woning heeft gevoerd, waar gij den on gelukkige tot aan zUu dood hebt opge past, zegt hjj. Ik heb hem gezegd dat by een leugenaar was." Louisa Kelpdale sloeg hare handen krampachtig in elkander, en de tint wsike zich ovsr haar gelaat verspreidde en baar het voorkomen gaf eener doode, getuigde van den schok, weike dit be richt bij haar teweeggebracht had. „Hy zegt deze inlichting in de eerste plaats te hebben opgedaan door eigen pnderzoek ie Carrisford in do tweede plaat3 door een brief, dien gy aan uw vader hebt geschreven, en dien hy heeft weten te onderscheppen, en vervolgens geopend en gelezen." „Gelezen u voorgelezen?" bracht zij met eene beklemde stem uit. «Neen, mejuffrouw," antwoordde by, met een gestrengheid, die haar bevreesd ingediende ontwerpen (dat tot aanvulling der bepalingen van het Wetboek van Strafrecht) te schenken, omdat zy „de opportuniteit" der voorgestelde maatre gelen betwisten. Het is er echter verre yan af, zegt het blad, dat het der regeering onver schillig zou zyn, met welk9 meerderheid zy haar ontwerpen zal zien aangenomen, of dat zy voor „opbouwende ontlek" ontoegankelijk zou wezenvan haar gezindheid tot gemeensehappeiyk overleg heeft de regeering ruimschoots biyk gegeven. Het «Utrechtsch Dagblad" zegt, dat de houding der regeering vastberaden is en biyft, ook in de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag over het wets ontwerp tot wyziging en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht. Zy gelooft, dat nu wei is gebleken, dat bevestigend geantwoord moet worden op de vraag, of de koudiEg der regeering van den aanvang af vastberaden was. En ook getuigt haar houding van staatsmanswysheid. Zy transigeert Diet met haar stellige overtuiging omtrent haar plicht als Overheid, en omtrent de vaste funda menten van alle Staatsorde maar in de formul'e iog harer gedachten maakt v.y ruim gebruik'van he'geen haar door opbou wende critiek werd aan de band gedaan, en de tegemoetkoming, door het gelasten eener erquête naar de toestanden van het spoorwegpersoneel reeds betoond, vult zy aan met een zeer verstrekkends regeling ter zake van rechtspositie en dieDstvoor- waarden van het spoorwegpersoneel. Zjj doet, wat in de geschiedenis door bekwame staatslieden steeds in dergelijke omstan digheden werd gedaan zy biedt, op de punt van het zwaard, een zegelbrief met rechten en vrybeden aan. Zy verzoent do orde-lievrnden, doch biyft onverbidde- jyk jegens de ordeverstoorders. Z-elfs moet erkend, dat de regeering ver, zéér ver in haar tegemoetkoming gaat. By een bloemlezing uit de Memorie zegt het blad verder, tref; alweer, dat de regeerirg er waarlijk in geslaagd is, over een zaak, zoozeer van alle kanten bekekeD, nieuwe frischheid te brengen. Onderzoek naar het auteurschap zou vervelend wordenmaar men herkent Jen geest van een uitnemend jurist, een diapen staatsrechtkennar, een denkend staatsman, in deze van helderheid van dictie, zorgvuldigheid in den vorm en doordachtheid in elke uiting blinkende verhandeling. Het vaccine wetje, De „Provinciale Groninger Courant" zegt, dat het vacciue-wetja op het stand punt van minister Kuyper bescheiden genoeg is. T-.ch, ja mede daarom is het onaan- nemeiyk. Want het doel dat by den maat regel voor oogen staat, zal er niet mede worden bereikt. De minister zelf erkent dat de aanneming van zyn voorstel voor hem maakte het kwam niet in my op dat het de plicht van een gen tleman zou kunnen zyn,hoe beanyst hy zich ook maakt over het raadselachtig verdwync-n van zyn bioader, aetïe op heldering te zoeken in eon brief, die hem niet toekwam. „Ik had niet gedacht dat gy zoo zoudt gehandeld hebben, Mr. Hope," zeide zy, op een stoel nedervaiiende „maar gy zyt onbarmhartig. „Gy bedenkt Diet hoezeer dit voorval zoowel u als my in moeilijkheden brengt." Hy wendde zich tot haar, boog over haar heen, als een broeder zou gedaan hebben en legde zyne hand een oogsn- biik op baar schouder. „Vergeef my, zeide hy met ernst, «ik weet niet, wat ik zeg ik ben my- zelven geen meeateren doa zelfs u smart aan. Maar waarom wilt gy niet geiooven dat ik u vertrouw?3 „En zoudt gy my nu nog vertrouwen, ondanks deze beschuldiging wetende .dat myne vroegere daden geheel in over eenstemming zyn met zyne verklaring zeide zij. «Ja. Ik doorzie de geheele geschiede nis van het begin tot het einde, ea er is voor my veel reden in, om u te dan- geenszins alle bezwaarden baten zal. En het is ook moeiiyk vol te houden dat dit wè! het geval worden sal. Maar dan wordt door de aanneming vaa dit wetje de toestand op het standpunt der be zwaarden ergeriyker, in zoover als men, door een deel van hen ter wille te zyn, voor de anderen de handhaving van den dwang veel pynljjker maakt. Er is in dit voorstel geeneriei beginsel te ontdekken. Niet de vraag of het ge moedsbezwaar bestaat zonder meer, zal voor de vrystelling van den inëntings- dwang beslissend zyn, maar de vraag of dat bezwaar huist by ouders of verzorgers van kinderen die een fcyzondere school b*zoeken, hetzy dan dat het eene school üM den by bel is of eene school zonder corÉessioneelgodsdienstige richting. Juist h(gl feit waarop de minister wyst, dat ateefc meer bijzondere scholen van de soort worden opgericht, breekt ,f over de door h6m voorgestelde regeHBg; krachtens welke de vrystelling van den inëniingsdwang boven en vóór alles ondergeschikt is aan de vraag openbare of byzocdere schooi, die geheel willekeurig is en met de zaak nieis heeft te maken. Dat de minister zelf niet gerust is omtrent de geyolgen, die de kleine dosis vrijheid welke hy aanbiedt zal hebben voor de volksgezondheid, bawyst, zoo betoogt het biad verder, zyn verlangen dat de werking eener verleende ontheffing van den plicht om zich te doen inenten zal worden opgeschort gedurende den tijd waarop de pokkon in eene gemeente endemisch zjjn verklaard. Dit gedeelte van het voorstel, zegt zij, houdt het doodvonnis in van den voorgestelden temperingsnaaatregel. De „Provinciale Groninger Courant" verwacht, dat de meerderheid in deTwecds Kamer den minister mat het voorstel niet in den sterk zal laten. En de Eersto Kamer heeft hst in zyn gebeel aan te nemen of te verwerpen. Zrl zy begrijpen dat de nadoelen, die van de te verleenen dispensation te duchten zyn, het ver winnen van het voordeel, dat in da zorgvuldigere bewaking van de operatie is geli gen Voor de volks gezondheid, die by da op-olging van Jenners weldadig vooischrifc zoo innig is betrokken, is het te hopen. De pokken hebben in de laatste kwart eeuw hier te lande hun verschrikkeiyk verwoestings- werk niet meer kunnen volbrengen. Zsl de Nederlandsche wetgever den eersten stap doen om de personen die dusver, ingevolge den dwang, van de afschuwe- iyke ziekte beviyd blevan, „weer een goede kans" te geven haar op te ioopen De voorzitter van den contreien raad van beroep of van een raad van beroep kan den inspecteur van den arbeid, be doeld in artikel 95 der Beroepswet, met voorbereidend onderzoek belasten ten aanzien van feiten, welke van invloed kunnen zyn op de beslissing omtrent de vraag a. of eene onderneming verzekerlngs- plichtig is b. in welke gevarenklasse eene onder neming behoort te zyn ingedeeld j o. welk gevarenpercentage aan eens onderneming behoort te zyn toegewezen d. op welke wyze een aan een ver zekerde overkomen ongeval heeft plaats gehad, met dien verstande, dat met een voorbereidend onderzoek, als sub d be doeld, de inspecteur van den arbeid alleen dan kan worden belast, indien by den leider van het onderzoek zoo danige technische op ervaring berustende kennis noodzakeiyk wordt geacht, welke mear in het byzonder by den inspecteur verondersteld wordt. Beroepswet, Het Staatsblad no. 87 bevat een Kon. besluit van den 20sten Maart 1903, tot vaststelling van een algemeenen maat regel van bestuur, als bedoeld in de artikelen 99 en 120 der Beroefswet. Het eenig artikel van dit besluit bepaalt ken. Is bet niet zoo „Ik weet het niet," fluisterde zy. «En zyn alle geheimen nu opgeheven, Miss Kelpdale?" „Ja," antwoordde zy, „ik geloof dat er nu een einde aan gekomen is. Ach, hadde ik u vroeger alles gezegd I haddo ik my maar niet minder beangstigd om h e m 1" „Om uw vader?" vroeg Archibald. „Ja," antwoordde zy bedaard. „Wie heelt myn broeder op den land weg aangevallen na het diner te Aver Court," zeide Archibald «dat is de aan vang der geschiedenis." „Myn vader spreekt van een aanval van Maurits op hem, toen zy elkander toevallig ontmoetten van een slag dien uw broeder hem in drift gaf, daar hy hem in Engelaud en nu niet onder zyne macht vond. Ziedaar het begin der ge schiedenis, niet het einde zooals die kerel zich verbeeldt,zeide zy,mst eene hui vering op Viliard wyzende. Archibald liet ook zyn oog op Mon sieur Viliard vallen, en zeide «De brief van Miss Kelpdale, mijn heer." Monsieur Viliard zwygende bracht den brief van Louisa te voorschynen stelde Een inzender schryft in de „N. R. Ct.» Het is bekend dat door den m nis:er aan de gezinnen van miliciens der lich tingen 1900 en 1901, die onder da wapenen zyn geroepen, en wier verdien sten door het gezin niet kunnen gemist, worden, een vergoeding wordt toegekend. Waarom, vraagt men, moet het toch zoo lang duren eer die vergoeding wordt toegekend Er zjjn in deze gemeente gezinnen, die al rnssr dan zes weken wachten op de uitkeericg, waaraan zij, bij gen is van verdiensten, zoo zeer behoefte hebben. En hebber, zy dan eiadt-jyk de beschikking ontvangen inhoudende da mededeeling dat, het bedrag door dm burgemeester zal worden uitbetaald, dan biykt, als zy zich om uitbetaling aanmelden, dat de burgemeester wel de beschikking maar niet het geld heeft ontvangen. Nogmaals uitstoi dus onverrichterzaka terugtenay het, gemeentehoofd heo btdrag kan en wil voorschieten. Het Indisch huldeblijk aan H. M. de Koningin. Wy lezen in de «Javaboda" Hieromtrent werden door dan voor zitter, mr. H. Th. de Meester, in een rondschryven aan da iaden van het Centraal Comité de volgende mededealin- gen gedaan, die de belangstelling cok verdienen van allen, die aan het hulae- biyk bydragen. Ia de laatste vergadering van het Centraal Comité kwam ter tafel het door de commissie van Uitvoering aangebo den plan om één of twee zaten in een der paleizen van H. M. de Koningin van een houten betimmering te voorzien, welke betimmering zou bestaan uit hout- snywerk, in Indië te vervaardigen, in bo6dbistischen styi. Ds heeren, ter ver gadering aanwezig, zullen zich herin neren, dat toen verschillende teekeningen dien de schryfater ter hand. Zy gaf hem zonder bedenken aan Archibald Hop6 en zeide „Wilt gü hem lezen, Mr. Hops „Neen daarop heb ik geen recht." Hij hield hem boven de vlam vai den haard en zag haar aan. Zy weer hield hem niet, en de brief viel tot asch verteerd in den gloed neder. Monsieur Viliard zag het ook en loosde een diepen zucht. Het was het groote bowya van medeplichtigheid aan de groote misdaad waaraan Archibald Hope ook deel gehad had, meende hy weder ja, ODgetwy- feld meer dan zyn deel, anders zou hy niet op zulk eene ruwe wyze gehandeld hebben. „Zal deze man u nu vergeving vra gen, Miss Keipdale ea dan heen gaan vroeg Archibald. „Neen, nog niet," zeide Louisa haas tig „hy heeft gedeeiteiyk het geheim ontdekt, hetwelk ik zoo zorgvuldig ba- waard had, en er zjjne eigene gevolg trekkingen uitgemaakt. Laat hem nu de geheele waarheid hooren, en ze ge iooven zoo hy kan." iWoit mrvulgd

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1903 | | pagina 1