Dinsdag 24- Maart. *0. 70. 41e Jaargang 1903. FBÜSILBTON. G emeentebest uur VLISS1S8SCHE COURANT. Prijs psr drie maanden 1,89. Franco per post 1.-50. Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich btj alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bö den Uitgever F. VAM BS TOM Jr., Sein® Markt, I. 137- ABVERTKNTIÊNvan 1 4 regels 0.40. Voor alken regel meer 10 cent. B(| directe opgaat van driemaal plaatsing derzellde advertentie wordt de pr^s slecht® tweemaal berekend, Groots letters en cliché'® naar plaatsruimte. ingel^S», aiggeiaai«Hi @f I®a- m T«lephoomtUMM«r IO. AboiiESiSi ijats ■idTertanögn op bsm? voordesltge voorwasïdeiu IS III C H T. JU, die zich met 1 April op dit blad weirschen te abonneereu, oiitrangen de tot dien datntn ferschijnende nummers gratis. Vaststelling Kiezerslijst. Burgemeester en Wethouders van Viis- rnaken bekend dat de kiezerslijst voor deze gemeente over 1903 1904, en de alphabetische jslen der namen en voornamen van bb, die van de kiezsraljjst zijn afge voerd, en van ben die daarop zjjn ge bracht, door hen vastgesteld zijn en van jen 23 Maart tot en met den 21 April ter secretarie (Griffie) voor een ieder ter liggen en dat aldaar afdrukken van de nieuwe kiezerslijst tegen betaling vanf per exemplaar te bekomen z(Jn verder vestigen zij er de aandacht op, dat tot en met den 15 April 1903 een ieder bevoegd is by bat gemeentebestuur verbeteringen van de kiezerffist te vra gen op grond dat b(J zelf of een an der in strijd met de wet, daarop voor komt, niet voorkomt of niet behoorlijk voorkomt. VlissiDgan, den 23 Maart 1903. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WiTTEVEEN. Het Vaccine-wetje. De „Haagsche Courant" zegt, dat het welja er heel onschuldig uitziet, een voudig een maatregel om ,het bijna duizendtal kinderen, dat wegens den vaccinedwang in 1899 -1900 van de school heet te zijn gehouden, voor de school te winnen, of althans aan die kinderen weer „een goede kans" te geven om onderwijs te kunnen genieten. Maar beziet men de ontworpen rege ling wat nader, dan ontwaart men dat, terwjjl eenige „bezwaarden" van een zekeren dwang worden onthoven, dwang ten goede dan toch, voigsns de tamelijk eenparige zienswjjs in tot oor- deelen bevoegde (medische) kringen, daartegenover de deur open of althans uitnoodigend op een kier gezet wordt om aan honderdduizenden „hinder, overlast" en, meer dan dat, groot gevaar te be rokkenen. De praktik zal zijn, zegt het blad, volledige ondermijning van wat de mi vrij naar het Kngelseh. 115.) „Ik heb geen recht om u te verden ken ik erken geen enkele twijfeling, ik duld die niet," zeide Archibald op beslisten toon. ZjJ beefde toen hij sprak. „Dat is de stem uws broeders dat ie ook zyn blik," zeide zij. „Gij kunt even als hij bard en gestreng zi)n als bet gevorderd wordt. Moge ik u nimmer aan zijne zyde tegenover mij zien." Archibald stond op en begon in de kamer ongeduldig op en neder te loopen. Toen zjj hem met een angstig gelaat 'bigde en z(Jne drift haar verbaasde, bleef hy eensklaps voor baar staan en bare beide handen vattende zeide hij nister voor de openbare school, althans voorshands, zelf niet durft aantasten de zegenrijke werking der koepokinenting voor de volksgezondheid. Uit Engeland, waar een soortgelijke regeling met het nu al noodlottige gevolg van aanmerkelijke epidemieën is doorgedreven met hetzelfde beroep op de persoonlijke vrijheid, kent men den toestand, die zal ontstaan. Even bereid willig als da bevolking zich, onder den drang der wet, aan de vaccinatie onder werpt, even gemakkelijk zal het ont- wikkelde gedeelte maar nu op allerlei wijzen „bewerkt-» en bedreigd zich laten vinden om daar, waar predikant of schoolbestuur of schoolhoofd dit wen- sehen, een briefje te onderteekenen, waarbij men verklaart, voor zijn kin deren vrijstelling van het pokkenbriefje te verlangen. Man kent uit menige plaats, vooral ten plattelands, de midlelen waardoor de bevolking er toe wordt gebracht, de kinderen van de openbare naar de bijzon dere school te zenden zy behoeven hier niet te worden herinnerd. Welnu,dezelfde dwangmiddelen zullen,wanneer 'n school bestuur dit wenscb t, worden aangewend om da anti-vaccine-verklaring te doen teekenen een verklaring waarbij krach tens het pokkonwetje, niet eens, als in Engeland, behoeft te worden beweerd zeifs dat de aanvrager van de vrijstelling gemoedsbezwaren tegen de inenting heeft; want hjj heeft alleen te „verzoeken" en het schoolbestuur heeft dan enkel „aan te vragen" om dit verzoek in te willi gen, wat de minister dan moet doen. Men moet het Nederlandsche volk al zeer weinig kennen, betoogt het blad verder, om niet te weten hoe gemakke lijk dit' te bewegen is tot nalaten van voorzichtigheidsmaatregelen vooral op hygiënisch gebied. Zóo weinig, dat wij weigeren te ge- looven dat vooral deze minister, die zijn „kleine Iuyden" toch waarlijk wel kent, inderdaad meenen zou, dat zijn wetje enkel door de werkeiyk „bezwaarden' zou worden toegepast en dat de uit komsten van zijn ontworpen maatregel iets hoegenaamd zouden bewijzen voor de stemming der bavolking, gesteld nu dat in zulk een vraagstuk de stem ming van zelfs honderdduizend onbe voegden iets hoegenaamd beteekenen zou tegenover de bewuste overtuiging van ook maar één wetenschappelijk des kundige. Daarom dunkt ons onverantwoor delijk, thans in naam om de Leer plichtwet, die echter tijdelijk in de zaak al voorzag door aan de gemoedsbezwaar den vrijstelling van den schoolplicht t< verleenen een maatregel te namen, die een deel van ons volk weer aan den sanitairen voorzorgsmaatregel ont wennen zal en weer ganschefijk op losse schroeven zal zetten wat b{j de ove-- groote meerderheid er in was gekomen als de gewoonste zaak ter wereld. De minister erkent als mogelijk, zegt „Zie mij aan, Miss Kelpdale van aangezicht tot aangezicht ik wil het." Zjj trachtte niet zich uit zijne sterke hand los te rukken, maar zag hem ge hoorzaam en lijdelijk aan, toen hij dit zeide. „Gij zult niet neen bepaald niet eik woord dat ik spreek, als een wapen tegen my gebruiken, en gelooven dat ik u verdenk,4 zeide by op vasten toon. „Gy hebt bet recht niet mij te belee- digen, door te gelooveD, dat er een enkele slap in mijn leven, of eenige omstandigheid zich zou kunnen op doen, waardoor ik als uwe tegenpartij tegenover u staan zou. Ik ben uw vriend voor altyd. Ik heb uw grootvader be loofd over u te waken, wanneer u ram pen dreigden of vijanden omringden, en ik beloof nimmer iets lichtvaardig, of zonder ernstige redenen. Gj moet mjj nimmer beschuldigen of my door een woord of eene onedele twyfeling kwet sen. Op myne eer, ik zal u immer myn vertrouwen schenken.4 Het vuur waarmede Archibald Hope sprak, zyne verontwaardiging, zyne kracht, ja zelfs zyne verbreken van de vormen der welvoegelijkbeid, was te veel voor de dochter der Kelpdales, en de Haagsche Courant, blijkens de bepa ling van schorsing der werking van een verleende ontheffing, dat zoodra zich de pokken verwonen, de niet-gevacaiueerden gevaariyk voor hunne omgeving worden. Maar wanneer een man van krachtige overtuigiüg, als deze minister, dit gevaar toegeeft, mag hy dan in mindere mate datzelfde gevaar toelaten in afwachting van een principieele beslissing 7 Mag hy inmiddels het ontontwikkelde deel des volks, dat door een epidemie 't eerst en het 't zwaarst wordt getrtffen, in dan waan brengen, dat van R-geeringswege de inenting toch eigenlijk niet zoo by- zonder „prrfijteiyk" wordt geoordeeld Mag hij hulpelooze kinderen overleve ren aan bezwaren van anderen, die zy in hun later leven zeiven wellicht niet zullen deelea 7 En mag hij de wetenschappeiyke zienswijzen ter zyda stellende esn proef wagen, waarvan de uitkomst niet alleen zal toonen „in hoeverre daarmede de bezwaren genoegzaam uit den weg wor den geruimd", maar óók in hoeverre dia te verleenen vrü'beid de volksgezondheid zal bedreigen 7 Voor bet overigs maakt het blad nog een paar opmerkingen over de onderdse- len der wet. Het ontwerp zegt„Wanneer dia ken nisgeving («an een verleende ontheffing) betreft een school, waarin op het tydstip, waaropde ontheffiag verleend wordt, geen leerlingen zonder de verklaring, bedoeld ia het la lid (het pokkenbriefje), waren toegelateri, brengt de burgemeester het verleenen der ontheffing by openbare aankondiging ter algemeena kennis." De bedoeling daarvan is, zegt de toe- rchting, andersdenkend» ouders te waar schuwen, opdat zjj hun kinderen dan van die school kunnen afnemen. Maar de uitwerking zal zyn, dat die kennisgeving, voor zoover zij tot de ouders doordringt, weldra weer vergeten wordt en in elk geval later niet bekend is aan de ouders, die daarna hun kinderen op de school brengen, en dat zy dus alleen zal dienen als een overheidsreclame vóó~ die school, als een soort van aanbeveling voor zorgeloozen „Ea&- kunt ge terecht", en voor 't onontwikkelde publiek als een verklaring van de overheid dat deze de inenting óók eigenlijk niet noodig acht. Die alinea zou dus in elk geval moeten worden vervaDgen door een andere bepa ling, krachtens welke voortdurend duide lijk als met de briefjes „besmetteiyke ziekte" of de opschriften „margarine" boven den hoofdingang der school zou moeten staan „Hier zyn ook ongevac cineerde kinderen", of iets dergeiyks. Haar tweede opmerking is een verkla ring van instemming met de eerste alinea van het nieuwe artikel, bepalende dat de inenting moet worden verricht „met inachtneming van de voorschriften, daar omtrent b(j alg. maatregel van bestuur te geven." Zy zou wel wenschen, dat er door amendeering niets dan dit alleen van het wetsontwerp overbleef, maar dat dan ook wèl. De Standaard schrijft De ontvangst, dia dit wetje reeds nu by de overige party an vond, doet zeer de vra3g ryzen, of zelfs voor dit zeer matig gehouden wetteke nog een meerder heid in de Staten-Generaal zal te vinden zijn. Van radicale en liberale zyde wil men er hoegenaamd niets van weten. Voor zoover de Roomsche pers zich uitsprak, is ze voor absolute handhaving van den vaccinedwang. En van antirevolutionaire zyde had men, geljjk ook wy het uit spraken, veel verder strekkende wenschen. Deze ver van gelukkige constellatie bewyst wel, dat een wetsontwerp, dat verder was gegaan dan dit wetje, in de Staten-Ganeraal byna uitsluitend op den steun der Antirevolutionairen had kun nen rekenen, en dus zeker zou gevallen zyn. Om aanvankeiyk althans iets te ver- krygen, is daarom de weg dien deregee ring insloeg, misschien nog niet zoo verwerpeiyk. De Tyd erkent, dat de Regeering niet enkel op de wenschen van de antirevo lutionairen gelet, maar ook met de gezind heid van het volk in breeder kring reke ning gehouden heeft, en is ook loyaal genoeg om toe te geven, dat de tegenwoor dige minister van binnenlandsche zaken zijn overtuiging geweld aan zou hebben moeten doen, om de reeds zoolang hangen de zaak blauw-blauw te laten. zy wendde haar hoofd af van zyn vu- rig6n blik, als ware zy bevreesd voor hem, en wendde toch geen poging aan om zich uit zyne handen los te maken als ware er zelfs in zynen toorn niets stuitends voor haar en zelfs een sterk instinct tot onderwerping. „Ik twijfel niet meer aan u, Mr. Hope," zeide zy. „En zult gy gelooven, dat ik voor altyd uw vriend ben, Miss Kelpdale 7" zeide hy op een geheel anderen toon „zeg dat en geef my myne achting voor my zeiven terug. „Ik zal het gelooven," zeide zy, hem weder aanziende. Daarop liet hy hare handen los en liep de kamer twee of driemaal op en neder, om zich te her steilen. „Ik ben driftig iedereen weet dat ik verschrikkeiyk driftig ben," zeide hy eindeiyk, als bemerkte hy dat zyne handelwyze zeer ongepast geweest was „en indien ik met drift gesproken en u schrik aangejaagd heb, dan vraag ik u vergeving. Maar het was zelfverdediging, Miss Kelpdale en op myne eer gy waart bitter tegen my." Een hsldere glimlach speelde een oogenblik over haar gelaat, om weder Bedrijfsongevallen. Naar men van particuliere zyde aan de „N. Gt." schryft, was door de Ryks- verzekeringsbank naar statistieke ge gevens gerekend op 200 tot 400 ongevallen per week. Gemiddeld moeten er evenwel 160 per dag aang- geven worden, wat dus de raming verre overtreft en mis schien eerlang de premies zal doen stygen. Er zyn fabrieken die, door elkaar gerekend, vyf ongelukken per dag hebben. Earners van Arbeid. Zooals gemeld is, wordt in de laatste week van Mei ta Utrecht, op een nader te bepalen dag, gehouden het tweede congres van Kamers van Arbeid. De navolgende onderwerpen zullen op dit congres bebandeid worden I. Oprichting van een bond van Kamers van Arbeid. II. Vaststelling der statuten van den bond en van het reglement op de ver gaderingen en mach'iging van het bestuur om de rechtspersooniykbeid van den bond aan te vragen. III. Verzoek aan de regeering om subsidie voor den bond. IV. Verzoek aan den minister van binnenlandsche zaken om de staten A. A en E. der arbeidastatistiek, nadat daar over bet advies der Kamers van Arbeid is ingewonnen, aldus te wyzigen, dat even spoedig te verdwynen. „Het verdwynen uws broeders over bluft my," zeide zy, „vervult my met allerlei verwarde vermoedens, welke ik morgen wellicht in behoorlijken vorm kan brengen. Nu is het my onmogetyk." „En toch stemt zyn verdwynen voor my zoo geheel met zyn karakter over een." „Het was in zijn belang naar Parijs te gaan." „Da arme Maurits heeft nooit zyn be lang op het oog gehad.4 Door zoo heen te gaan verliest hy de macht, welke hy op myn vader uit oefent zelfs zyn invloed op my wordt er door verzwakt.4 „Zeide hij u dat hy naar Parys ging toen gy hem het laatst ontmoet hebt 7" „Ja." „En gy waart bevreesd, dat ik naar Parys gaan zou dat ik hem niet zou opzoeken zonder dat hy my daartoe zyn uitdrukkeiyken wil te kennen gal ?4 „Ja. Wetende dat hy zulks niet doen zou dat hy het my beloofd had,4 antwoordde zy onbeschroomd. „Ziedaar, Mr. Hope, ik zeg u nu alles wat ik kan en mag zeggen. Vraag mjj niets zy voldoen aan de praktyk, en de in vulling dezer staten slechts éénmaal per jaar te vorderen. V, De verlesning van het enquêterecht aan de Kamers van Arbeid. (Or tront dit punt is een praeadvies met conclusie a uitgebracht). VI. Benoeming van een bestuur van den bond van Kamers van Arbeid. Er zullen worden overgelegd concept statuten van den bond van Kamers van Arbeid in Nederland. Voorts een concept reglement voor de vergadering van den bond van Kamers van Arbeid. Ten opzichte van erquê.erecht zal het congres zich moeten uitsprekenI. Over het verzamelen van inlichtingen II. Over de behandeling van geschillen. Tyn einde de Kamers van Arbeid in staat te stellen de belangrijke quaestie van het erquêierecbt van alle kanten te beschouwen, heelt de commissie den heer Herman J. Hartz, patroon-voorzitter der Kamer van Arbeid voor de briljant- ny verheid te Amsterdam, die zich op het vorige congres als een tegenstander van het recht deed kennen, uitgenoodigd, eveneens een praeadvies uit te brengen. De Koningin, de Prins en de Koningin» Moeder woonden gisteren de godsdienst oefening by in de Kloosterkerk te 's Gra- venhage onder het gehoor van ds. Cramer. By het hoofdbestuur der posterijen en telegrafie zal eerlang een definitieve chet van de afdeeling comptabiliteit optreden. By de posteryen en do telegrafie zal binnenkort een voor het bsambtenperao- neel gunstiger traktements-regeilng wor den ingevoerd. Hnlde aan dr. Schaapman. Op initiatief van den aartsbisschop van Utrecht heeft zich een commissie gevormd, om een biyvende hulde aan de nagedachtenis van wyien mgr. dr. H. J. A. M. Schaepmaa tot stand te brengen. Door Z. D. H. daartoe uitge noodigd, hebben in deze commissie zit ting genomen de volgende heeren dr. H. T. Brouwer, vicaris-generaal van den aartsbisschop te Utrechtdr. W. H. Nolens, iid van de Tweede Kamer der Staten-Gsneraal, teRolduc; dr. A. Rese- mans, prol. aan het groot-sen inarls Bovendonk te Hoevenmgr. W. M. G. Wittert van Hoogland, geheim kamer heer van Z. H. den Paus en pastoor te 's-Gravenbage dr. G. W, van Zinnicq Bergmann, pastoor te Tilburg; mr. M. J. G. M. Kolkman, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, te 's-Gra- venhage W. J. H. Prinzen, lid van do Eerste Kamer der Staten-Generaal te HelmondH. G, L Ragout, lid van de Eerste Kaner der Staten-Generaal, te Maastrichtmr. A. M. Sassen, lid van de Eerste Kame: der Staten-Geneiaal te Breda R. S. H. Visser, lid van de Prov. Staten van Friesland, te Sneek. meer ik zie reeds eene andere vraag op uwe lippen waarom ik verlangde dat gy elkander niet zien zoudt. Die vraag kan ik nu nog niet, maar zal die weldra kunnen beantwoorden." „Ik heb u niets meer te vragen, Miss Kelpdale," zeide Archibald. „Ik ben ge komen om een geheim door uwe hulp op te helderen, en gy kunt my niet helpen. Ik ben nog even ver als voor twee dagen, toen de Fransche politie agent my een bezoek bracht. Wat er nu volgen zal, daar ik niet geslaagd ben, is my onmogeiyk te gissen I" „Men zal gewis alle mogeiyke na sporingen doen," zeide zy, „en voor u en my en de mynen staan allerlei on aangenaamheden voor de deur. My dunkt ik zie ze reeds naderen. Er is geen ver- myden mogeiyk," zeide zy zuchtende „en gy zijn broeder zult my niet ver- denkan. Die zekerheid maakt my sterker dan ik anders zou geweest zyn, myn heer. De gedachte is aangenaam dat gy, een vreemde, uw vertrouwen schenkt aan iemand, die den moed niet heeft de waarheid te zeggen." (Wordt vtrvolgdA

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1903 | | pagina 1