PIS.
ENHUIS
ttode
Maandag
23 Maart.
Abonneert t! op do
kken.
uses.
UUR.
stbode
3)
41e Jaargang
1903.
ootwiog Tan
FBUILLETüN.
VttoiipdK (onrast
«ct Gcïll. MapMal
iisÊiÉÉi Hél
n Jtkxwc MtfttUi fli9,/-J7'af-,55)d[w.
het bureau der Vlig.
Oprit A 162.
ureau dezer Courant.
AMÖIINST
*a mSBShSVm wy
•*e ?ai 4 50 (alleea
Fes ZtStwsrZi t v®
I 45 nsa 12 80 1 15
6 10 6 55 6 55 7 45
na&r Stümarèi 7Uam
op werkdagen"» 6 28
ma 12 35 I 80 2 5
56—7—7 50 8 SS
HATENDISNST.
m. 6— 6 20 7—750
40 10— 1020 10 40
am 1 10 1 80 2 22c
0 4 420 5 58c
820.
i: ra 6 10 SO 7 10
9 28 9 50 1010 10 S3
12 10 sus 1 20 1 40
0 i.10 8 50 410 4 SO
j 7 40 3— 8 80.
H-SCHELGH.
b) en n 3 SO c)
16a) 3 55
5 am X 55 g)
50 b) axe 8 30c)
'aatea as hst vertiek
81.0
8 50
rsaken», Boreeien en
aaar Breebena, Bar-
'sgen naar Boreseie.
sas gemaakt.
s««! aangelegd,
van 1.55 van Neuzen
Sitt spaarwsKctsliow
"6 28
6 54
8 21
7 25
7 58
8 48
•9 47
10 1
"10 48
11 2
7 38
•10!14
D
*li 5
te treinen vervoeren
6 49
10 40
2 8
6 16
6 38
10 28
1 25
6 3
7 50
1140
S 10
7 >5
8 80
18 37
8 50
8 1
8 48
12 58
46
8 F8
I lOj
4 22
8 SS
f
6J.
VLINNIAOSOUE COURANT.
Prtja per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich by alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bg den Uitgever
f. YAK m VELSR Jr., Heine Marks, I. 187.
M
ABYEBTKNTEÊN van 1 4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prya slechts tweemaal berekend, firoota letters
en cliché'* naar plaatsruimte.
V®ïï5Sk|fii ésgslfkïc E%«s©sil«?,S sp Sen- <aa itseniiagm.
Telephoonnunuaar x©„
Afeoiraeu3.%Ria-AdT«rteiittSa op sse? TooMeolïge roorwmïisn,.
13® CoaraattielioörtseElipepl.
II III C II T.
j, die zich met 1 April op dit
lid veneehen te abouneereu,
ontvangen de tot dieu datum
verschijnende nummers gratis.
Een leerrijk voorbeeld,
Esnigen tyd geleden verscheen iu
Frankrijk een academisch proefschrift
ojtr den invlced van het alcoholisme op
ontvoikirg. Hieruit, zoowel als uit
andere omstandigheden bigkt, dat men
jith in dtn laatsten tgd by onze nabu-
eene opzettelijke amdie is gaan
van dit onderwerp, dat de aan
dacht ten volle verdient. Maar het is niet
belangrijk voor Frankryk het is
in het algemeen.
Binnen den kring van zekeren rechter
van instructie, die de cijfers publiceerde,
het in den laatsten tyd voorgekomen,
dat meer dan een derde van de een en-
twintig gepleegde diefstallen, een direct
zjjdelrngseh gevolg waren van den
ilcohol. In hetzelfde viermaandeijjksche
tydperk waren vyftien zware verwondin
gen voorgekomen, in dertien waarvan
alcohol de hoofdrol speelde. In zeven
gevallen van aanranding door diefstal ge
volgd, was zesmaal het slachtoffer dron
ken en eenmaal de dader zelf. BiJ andere
aware misdryven deed zich het ver
schijnsel in even sterke mate voor, By
negen 6n twintig gewelddadige aanran-
dirgen en vergrypen tegen de zeden,
was de alcohol in het spel.
Dat, hetgeen men de ontvolking van
Fiankiyk noemt, met het steeds toene
mend alcoholisme in direct verband staat,
wotdt niet algemeen toegegeven. Vast
staat in elk geval, dat de moreele en
stiffdijke welvaart van het volk op h6t
staat en dat afdoende maatregelen
dringend noodzakelijk z|jn.
Bet is treurig om het te zeggen,
maar een voik dat zich aan zekere zonde
overgeeft staat in zooverre met een kind
gelijk. Wanneer een kind speelt met een
voorwerp en het niet laten
tril, dan moet men het ten slotte dat
voorwerp ontnemen.
U
vrij naar het JUngelsch.
114.)
,lk zal u openhartig en oprecht ant
woorden of in het geheel niet."
.Of in het geheel niet, Miss Kelp-
iale," herhaalde hy.
»G(j moet weten, Mr. Hope, dat myn
'«en ineenvloeit met dat van anderen
60 gewijd is meer aan de rust van
anderen dan aan de myne, en dat ik
tiet geheel oprecht kan zijn, zonder hen
te verraden. Ik verzoek u aan .mijne
Woorden niet te twyfelen, als ik u zeg
'at ik meende dat uw broeder te Parys
Was, en zoo hy daar niet is, te geloovon,
'at ik niet weet waar hg zich bevindt.»
«Miss Kelpdale, eer zou ik aan mg
Men heelt wel eens beweerd dat maat
regelen als b.v. accyr.averhooging niet
tot vermindering van gebruik kunnen
leiden. Hoe komt het dan, dat men in
België juist tot een tegenovergestelde
uitspraak gekomen is en wel in den
allerjongsten tyd Ook in België heeft
men hetzelfde beweerd de zware
accynsverhooging. Alleen de Staat zou
er van pnfleeren. En wat ziet men nu?
In de Borinage, het beruchte myndistrict,
is hot verbruik van st6rk alcoholische
dranken met ruim een derde verminderd.
In de Autwerpsche dokken is hetzelfde
verschijnsel waargenomen. Het verbruik
van gerste bier treedt voor den jenever
in de plaats.
Zy die beweren dat de zoogenaamde
ontvolking van Frankryk gesn direct
gevolg van hêt- alcoholisme is, kunnen
zich op een feit beroepen. Het is name-
iyk gebleken dat in het. laatste jaar een
vooruitgang vau vyf en twintig duizend
zielen valt waar te nemen. Werkeiyk
afnemen deed de bevolking dan ook tot
dusverre nog nietmaar men was er
byna aan toe. In de tien jaren van
1891 1901 overtrof hei aantal geboor
ten dat der sterfgevallen op elke duizend
inwoners slechts zes, zyede een drie en
twintigste gedeelte van don vooruitgang
in het Duitsche Ryk. Eo wanneer het
verschynsel biyft aanhouden (want die
vermeerdering van vyf en twintig dui
zend zielen beteekent natuuriyk op acht
en dertig millioen zeer weinig en bewijst
ook niet van zelve dat zy duurzaam zal
zyn) dan zal werkeiyk de tyd aan
breken, waarin de sterfgevallen de ge
boorten overtreffen. De verhouding toch
tusschen het aantal Jongere en krach
tiger menseben en dat der ouden van
dagen wordt gaandeweg ongunstiger voor
de eersten, en indien men bierop de aan
dacht vestigt dan moet men wel tot
de conclusie komen dat bet algemeen
en toenemend gebruik van geeatryke
vochten althans indirect op de zaak van
invloed is. Immers dat gebruik moet
noodwendig afneming van pbysieke
krachten en verarming ten gevolge heb
ben en daaruit vloeit weder eene afne
ming van den gemiddelden levensduur
voort.
Men heeft berekend dat, blyft de
onderlinge verhouding dezelfde, binnen
het vierde eener eeuw de bevolking van
het Germaansche rijk het dubbele van
die van het Gallische zal bedragen en
ztlven twyfelen dan aan uwe woorden,"
zeide Archibald met vuur „het is mijn
vertrouwen in uwe oprechtheid, dat mij
tot u brengt."
„Ach, dat vertrouwen kan niet van
lang6n duur zyn, Mr. Hope," antwoordde
zy, „en het is natuuriyk dat gy my
moet verdenk-n. Ik klaag niet ik
schik my in den toestand, ea gevoel er
smart over.".
„Wat gij my zoo even zeidet trek
ik niet in twyfel," zeide Archibalden
elke vroegere verdenking is voor altijd
weggenomen."
„Ik geloof het niet," zeide zy treurig
het hoofd schuddende.
„Ik heb u slechts eenige vragen te
doen, Mrs. Kelpdale, en gy zult ze be
antwoorden en aan myn hart de rust
wedergeven niet aan myn twijfel, want
die is voor altyd opgeheven sedert den
nacht, toen wy elkander in de hut van
Jjb Fritton ontmoetten."
„Welke vragen zyn dat?' vroeg zy.
„Vooreerst dan wenschte ik te weten,
wanneer gy myn broeder het laatst
gezien of geschreven hebt
Zy dacht eenige oogenblikken na.
Hy wachtte geduldig op haar antwoord.
„Ik heb hem het laatst te Carrisfor
dat is een feit van beteekenis voor de
toekomst der eens zoo groote natie,
welker bevolking vroeger vooraan stond
in de rij der Europeesche Staten,
Voor het duurzaam behoud der bevol
king van een land is volgens de waten-
schappeiyke uitspraak noedig dat het
huwciyk als maatschappelijke instelling
onverzwakt behouden biyve en dat het
miDste aantal kinderen, dooreengesomen
natuuriyk, in elk gezin drie bedraagt.
Fmnkryk voldoet aan geen dezer twee
eischen. In het jaar 1898, waarvan de
uitkomsten der statistiek bekend zyn,
waren er van de twee honderd tachtig
duizend huwelijken slechts honderd tien
duizend,die aan den kindereisch voldeden
en uit een groot aantal huweiyken was
slechts één kind in leven terwyi boven
dien over 't algemeen weinig groote
gezic-nen werden gevonden. Ia hetzelfde
gencemde jaar hadden ruim twee hon
derd tachtig duizend sterfgevallen plaats,
waardoor goederen door erfrecht over
gingen, en die erflatingen bedroegen te
zamen de som van ruim twee duizend
miliioen franken.
Hieruit biykt dat nog een andere
factor in het spel is. De vervaariyke
booge levenseischende verschrikkeiyke,
verfijnde weeldede jacht naar genot,
leiden er toe om de opoeBhooping van
kapitalen te bevorderen en die wordt
bevorderd door een gering aantal ge
boorten.
Velen zyn van meening, dat een ge
ringe toeneming van bevolking geen
ongeluk voor een land is. Berustte die
meening op juiste grondslagen, dan zou
zy zeer goed te verdedigen zyn. Het is,
zegt men, beter dat b.v. tien millioen
menschen een algemeen peil van wel
stand bereikt hebben, dan dat het dubbele
aantal ellende ïydt. Op zich zelf is dit
zeer waar. Maar toch is de redeneering
in zooverre fout, dat er tusschen de be
volking van een land, wat het aantal
betieft, en de welvaart dier bevolking
geen direct verband bestaat. De bsvol
king van een land zal eigenlijk nimmer
te groot wezen, mits de toeneming van
geboorten gelijken tred houde met de
toeneming van de b onnen van bestaan
en van voorziening in allo maatschap
pelijke behoeften.
Waar die verhouding is verbroken,
daar ia da geringste bevolking aan hat
gevaar van armoede blootgesteld.
De geringe toeneming der Fransche
gezien, toen gy daar ook waart.»
„Later niet," zeide Archibald ver
baasd.
„Hij heeft Carrisford voor u verlaten
en ik heb hem geen letter geschreven
en ook geen letter van hem ontvangen
sedert hy die plaats verlaten heeft.»
„Geen letterherhaalde Archibald
„dus is het geld dat hy u ter bewaring
gegeven heeft, hem nog niet ter hand
gekomen
„Hy heeft het geld," was het ant
woord „zoudt gy kunnen denken
„Vergeef my, Miss Kelpdale," zeide
Archibald haar in de rede vallende,
„maar gy staat gereed my een onrecht
aan te doen, en van uwe lippen zou ik
een onrechtvaardig verwyt niet kunnen
verdragen. Over het geld heb ik my
geen oogenblik bekommerd ik heb er
zelfs geen oogenblik meer aan gèdacht
sedert gy er mij van gesproken hebt
maar ik herinner my nu dat het in dien
buitengewonen nacht, waarin wy elkan
der in de boschwachterswoning ont
moetten, nog in uw bezit was, Het be
hoefde slechts op Maurits' verzoek hem
ter band gesteld te worden, hebt gy
my toen gezegd."
„Het geld werd hem ter hand gesteld,
bevolking is dan ook niet betreurens
waardig, omdat een geringe bevol
king op zichzelf geen krachtige en ge
lukkige bevolking zou kunnen zynmaar
wel omdat het verschynsel voortvloeit
uit oorzaken, die gevaren opleveren voor
de bevolking zelve.
Zucht naar levensgrootheid, onmatig
heid en gebrek aan eerbied voor de in
stelling van het huweiyk, oorzaken die,
wel beschouwd weder uit elkander voort
vloeien ol althans in het nauwste ver
band tot elkander staan, liggen aan het
verschynsel ten grondslag. Waar het
huweiyk niet in eere is, daar is vanzelf
ook het gezin niet in eere. Waar on
matigheid algemeen heerscfat, daar ver
zwakt en verarmt hat volk en neomt
de gemiddelde levensduur ten slotte af.
Waar hoogheidswaanzin een geheel volk
aantast, daar daalt de voortbrengende
kracht, dia voortspruit uit energie en
6ea practische levensopvatting.
Dat volstrekt afdoende middelen tegen
dergeiyke toestanden slechts kunnen ge
vonden worden in een algemeeB hooge-
ren zedeiyken toestand van hot voik,
behoeft voor niemand een betoog maar
evenmin dat geen enkel middel van
dadeiyk belang mag worden verzuimd
en dus ook de wetgever veei kan doen.
De toestand van het in vele opzich
ten zoo sympathieke Fransche volk, een
volk met zoo ryke krachten en hulp
middelen toegerust, is inderdaad een
leerzaam voorbeeld voor andere volken
en voor de wetgeving van elk land ie
het byzonder.
Men meldt aan het „Vad''
Hot bericht, alsof de Centrale S.ctie
der Tweede Kamer besloten had de
ontwerpen van wet in zake de strafnovella
enz. niet dan na Paschen in behandeling
te nemen, berust op m'sverstand.
De Spoorwegbrigade.
In het verslag der Kamer over de
verhooging der begrooting van Oorlog
tot voorbereiding van de vorming eener
spoorweg'origada, vindt da „N. Ct." door
,,6enige leden" opgemerkt, dat tegen de
voorgenomen reorganisatie der spoorweg-
compagnie by hen geen bezwaar zou
bestaan, indien het slechts da bsdoeling
)3 om in geval van nood 's Rijks dienst
op de spoorwegen te verzekeren. Tegen
aan wy zing van militairen echter om by
staking in den gewonen dienst der
spoorwegen te helpen voorzien, hidden
deze leden ernstig bezwaar.
Dit bezwaar was hierop gegrond, dat
dan „de Staat (zou) party kiezen In
arbeidsgeschillen tusschen de spoorweg-
maatschappyen en haar personeel en het
leger gebruikt worden tot fnuikicg der
vakorganisatie."
Dit is een eigenaardige beschouwing
meent de „N. Ct.'Dat het leger instrument
is in handen van het staatsgezag, zal
wel niet worden betwist. Welnu, dat
dit gezag, zoo ooit, dan wel in tyden
waarin de geregelde gang van het
spoorwegverkeer dreigt te worden gestoord,
verplicht ia om op te treden ten behoeve
van het publiek belang, is voor ons even
min twijfelachtig. Wie in Nederland ia
t'é4-by niet betrokken En met welk
recht beweert men toch dat dit publiek
belang, dit belang van 't algemeen ea
van de gemeenschap, zou moeten onder
doen voor dat van een der beide partyen
in een arbeidsgeschil, hoe gewichtig ook
Men stuit hier weer op de stelling, das
indien arbeiders hun lot willen verbeteren
en de kans ertoe schoon zien, zy daaraan
alles mogen opofferen, ook de belangen
van hen die geheel bulten de quaestie
staan, ook de belangen van 't publiek
of van de gemeenschap.
Maar 't ia nog niet zóó ver dat ook
het staatsgezag deze stelling tot de zyae
zou maken. En zoolang dat niet geschiedt,
kan er van par:ykiezen in een arbeids
geschil by ingrypen van den Staat in
geval van stremming van hot verkeer,
geen sprake zijn. Werd de vakorganisatie
dientengevolge „gefnuikt", zy zou zich
zelve met haar eigen wapen gewond
hebber,
Men stelle eens "net geval, dat de
directie eener spoorwegmaatschappy te
zamen met alle hoogete, met leiding
belaste ambtenaren, baloorig geworden
door het voortdurend krakeel met het
personeel, komplotteert en op een goeden
dag het byitjr erbij neerlegt. Dan staat
„heel het raderwerk stil, al wil „de
machtige arm-' het volstrekt niet. Wehiu,
zou iemand dan twyfel, n of hst de plicht
der Rrgeorirg ware onmiddellijk de
leiding over te nemen on daarin met
haar ambtenaren voor zooveel mogeiyk
te voorzien? Ziu de regseriag aldue
„party kiezen," voor het lagere personeel
in een arbeidsgeschil
Do bedoeling der regeering is, gelukkig,
duideiyk genoeg. Zy is volgens de me
morie van toelichting tot het wetsontwerp
deze „aan de spoorwegcompagnie zoo
danige uitbreiding en organisatie te geven,
dat het met behulp van het daartoe be-
hoorende personeel, mogeiyk zal zyn, om
in buitengewone omstandigheden, den
dienst op enkele hoofd'.ynen, zy het ook
op beperkten voet, gaande te houden of
althans by de uitvoering van zoodanigsn
Mr. Hope," zeide Louisa.
„Maar niet door u. Htj die het hem
gebracht hoeft, moot due weten waar
Maurits is," zeide Archibald en ik ge
loof dat wy er ailen belang by hebben
dat te weten,"
„Zoo uw broeder niet ta Parys is, Mr.
Hope," dan bestaat hy voor ons niet
meer, tot by u of my op het onver
wachts weder ontmoet. Hy zal terug-
keeren, mynheer," zeide zy met bitter
heid „daar is geen vrees voor. Mya
eenig gebed is dat hy nimmer moge
terugkeeren maar ik zie steeds zyne
schaduw op den weg, en er is voor my
geen ontwijken."
„Ach, Miss Kelpdale, zoo ik dat ge
heim met u dealen kon, zoo zou het
voor ons beiden beter zyn," zeide Ar
chibald „het is die rampzalige geheim
zinnigheid, welke u on my omhult, en
zooveel overlaat om in het wilde te
gissen. Ik hoop dat gy gelooven zult,
dat ik uw vertrouwen verdien, u daar-
by herinnerende dat ik uw vriend ben."
„Gisteren zou ik het u hebban kun
nen z ggen," antwoordde zy nu durf
ik niet. Uwe tegenwoordigheid hier, uwe
vernieuwde verdenking van my, werpen
een hinderpaal tusschen ons op, tegen
elke vertrouwsiyke mededeeiiog."
Archibald was zeer teleurgesteld, ea
de rimpel tuasehea zyae oogen werd al
dieper en dieper. Hy verdacht fcuar niet
en toch wilde zy zijne verzekering niet
gelooven. Integendeel scuean zy te wil
len dat de eerste verhouding tusschen
hen beiden weder hersteld werde, waar
aan hy meende voor immer ontworsteld
te zyn. Al zyne gedane beloften en hunne
vroegere vertrouweiykheid hadden hem
niet nader tot haar gebrachtof ver
mochten niet het verledens thans als
verleden te doen biy vers. Toen hy haar
de laatste maal verliet, was zij hem
eene vriendin met welke hy overeen
stemde, en wier achting hy wist te
waardeereunu zat hy by haar en las
hy geheimen afkeer van hem in hare
fonkelende oogen.
„Ik moet tegen dat woord verdenking
protesteeren, Mrs. Kelpdale," zeide hy
byna gestreng.
„Gij hebt reden om mjj te verden
ken, Mr. Hope och begrijp toch dat
ik het niet zeg tot verwyt. Ik kan u
geen opheldering geven, en ben mach.
teloos om my te verdedigen.»
Wordt vervolgd,)