Dinsdag
fö Maart.
Jf drie Wetsontwerpen.
FEUILLETON.
58.
41e Jaargang
1903.
lijke Stand
v«*&jgai dagalfks» sftgwméwg Sra- es £®*gMagas.
'erwijs wordt groeten,
ch gegeven, overeen-
ngen der ouders en
n diang der Duitsche
ODgaarne de stichting
ol en eener kerkelijke
t aan politieke bedoe.
inber was de school
den Eegierungslehrer
ld door een politieagent
r. Die inspectie verliep
Esne nadere inspectie
ember door den plaats,
uverneur, majoor von
aar deze zoowel 6en
aamiyat der leerlingen,
en een „Lehrbericht"
deringen der leerlingen
n waren, betuigde h|j
odigde den onderwyzer
tent, die h|j op BO M,
chool had opgeslagen,
rinken en in een kar,
trokken, mede te rijden
tion Schürfpenz.
d met den wn. gouvern,
Kcoy, dat ieder kind
sschen 8 en 13 jaar
ar eene regeeringsschooi
eze bepaling, die zeer
ooi te Zwartmodder ge-
'en, is in stiyd met de
rop zich de Boeren ia
rika gevestigd hebben,
eur sprak dat niet tegen,
Hollandsche onderwijs
nduren en den Zondag
Da .Morning Lrader"
ofia, dat dieven, naar
dienst van Turken, in-
in het bureau van het
ntraal-comité, en daaruit
en compromitteerende
den.
ontvangt uit Sofia het
egeering poogt dan uit-
en naar Macedonië te
daarmede de grootste
kken de Turksche mili-
selen de vrees, dat een
worden gezocht om als
enen.
evestigd wordt thans de
oe Hamara. Eerst was
oordeel, maar de troepen
herstelden zich spoedig
ndien versterkingen. De
tal van vijandelijke dor-
ebben gestoken. Zy be-
e moeilijk toegankeiyice
n. Boe Hamara ontkwam,
rden onder hem gedood
nnescherm, het teeken
eid, viel met zyn geheele
vroeger door hem ver
en in handen der regee-
Vlissingen,
7 Maart 1903.
RTRO ÜWD
wedr. 49 j. en W. J.
47 j. W. Hartiag, jm.
P. Baljé, jd, 20 j. J.
3 j. en A. C. Dobbelaar,
TR OU WD:
els, jm. 26 j. en C. S(j-
j. J. Schroevers, jm.
oogesteger, jd. 24 j.
uik, jm. 23 j. en N. G.
O j. J. C. Mommaas,
van de Velde, jd. 21 j.
"horst, jm. 31 j. en R.O.
23 j.
VALLEN:
geb. March a1 d, d. M
Geene, d. J. M. Suur-
ous, d. H. Gunter geb.
ERLEDEN
reins, d. 5 m. C. Schout,
van Akkeren, 84 j. J. J.
5 j.P. P. J. Kljjnsooo, vr.
ing, 29 j. T. Luitwie-
W. C. Böckiing, d, 7 b
VLISSIMSCHE (OlllAVT
Frijs per drie maanden 1.30. Franco per post l.SO.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich by alle Boek
handelaren, Postdirecteuren oi rechtstreek» teQ 4m Uitgever
f. VAN VELSE Jr., Heine Marks. I. 187.
ASVERTENTISNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. By directe opgaai van driemaal plaatsing derzelfde
advertantis wordt de prjs slechts tweemaal berekend, Groote letters
sa cliehé's naar plaatsruimte.
SO®
Afcon o vaiori As - MvsïtenöSn op seaï TowdeeUge TtemHiw.
III. (Slot.)
Bet derde wetsontwerp, door de regee-
jitg Daar aanleiding der plaats gehad
hebbende gebeurtenissen by de S'atsn-
jsneraal Ingediend, is, evenals het eerste,
08n werkeiyk ontwerp eener wet, waar
over de Stat6n wat den inhcud betreft
zullen te oordeelen hebben.
Bet is van geheel anderen aard dan
het eerste en geenszins bestemd om
terstond of in de naaste toekomst te
verken. Het neemt aan het bestaan
van een feit, veronderstelt ongenoeg
zame bekendheid met dat feit en wil
de kennis daarvan door een speciaal
onderzoek vermeerderen, om, dan, op
grond van dat onderzoek, de noodige
maatregelen te nemen.
Het door de regeering als vastBtaande
aangenomen feit is, dat onder het spoor
wegpersoneel eene steeds toenemende
ontevredenheid heerscht over het gemis
eener behooriyke rechtspositie en over
enkele der dienstvoorwaarden, waar
onder de arbeid wordt verricht.
Het wil ons voorkomen dat het ver
schijnsel, waarvan de regeering hier ge
wag maakt, geenszins alleen onder het
spoorwegpersoneel bestaat en mot het
oog hierop zou men kunnen vragen
waartoe die beperking Men heeft ook
reeds de vraag doen hoorenwaartoe
een onderzoek naar iets wat sinds lang
bekend is Men komt toch niets meer
te weten dan hetgeen men sinds lang
weet.
Een en ander is echter ook voor eene
andere en naar het ons wil voorkomen
meer juiste beschouwing vatbaar.
Wy weten zeer goed dat, eene zaak
commissoriaal te maken, veelal betee-
kenthaar op de lange baan te schuiven.
Maar wat zou men gezegd hebben, in
dien de regeering eensklaps voor den
dag ware gekomen met voorstellen,
waarby in de spoorwegtoestanden werd
ingegrepen Waarop zou zy die voor
stellen hebben kunnen gronden en waar
mede ze toelichten Zou er niet zeer
veel gevaar bestaan hebben dat, by het
groote verschil van meening daarom
trent, van de g.heele zaak niets zou
terecht gekomen zyn
Men zegge toch nietalles is bekend.
Heen, wy weten zeer goed dat er grie
ven bestaan en dat zy worden geuit. Er
is zeer veel over geschreven en nog
meer over gesproken maar een alge-
vrij naar het Engelsch.
103.)
„Ik heb slechts een vriend in hem
die boven ziek ligt/' zeido zy, en „hij
alleen heeft getracht myn geluk te be
vorderen."
„Achmaar gy kent my nog niet.
Wjj zullen de beste vriendinnen zyn.
Op mijn woord Louisa, ik zal myn best
doen.»
Mrs. Kelpdale sprak met warmte, en
Louisa" zag eenige oogenblikken de vrouw
aan, wier karakter zij niet begreep.
„Ik dank u," zeide zy langzaam.
„En wanneer
«Straks, straks," riep zy onge-
duldig. „ik heb geen tyd om aan de
mesne en juiste kennis ontbreekthet
hooren en wederhoóren vooral is nog
nist toegepastmen heeft geene offl-
ciëale bescheiden verzameld.
Hat spoorwegverkeer is volstrekt niet
op ééne lyn te stellen met andere in
stellingen, werkende op veel kleiner
schaal en van veel meer plaataeljjken
aard, waarby niet zoo groote en alge
meens belangen betrokken zyn.
Waarom, heeft men gevraagd, komt
de regeering nu juist met deze Staats
commissie, waar eene motie by de
Kamer aanhangig is over spoorwegnaas
ting, welke eerstdaags behandeld moet
worden. Wat doet men met die Staats
commissie als de Kamer zich by meer
derheid van stemmen voor Staatsexploi
tatie verklaart
Ons dunkt, op die vraag is wei een
antwoord te geven. Met wat de com
missie aan het licht brengt zal toch ook
zeker de regeering wel baar voordeel
kunnen doen. Staatsexploitatie beteekent
het brengen van alle groote verkeers
wegen in handen van don Staat, die
niet de exploitatie aan eens maatschappij
opdraagt, maar dat zu.f d06t. Gebeurt
dat, dan zal ook by ons een spoorweg
minister moeten komen, met een spoor
wegdepartement mat tal van hoogare
en lagere ambtenaren, die zeer voel te
regelen en te besturen zuilen hebben
en rekening zullen hebben te houden
met eigenaardige toestanden en uit-
eenloopende wenschen en b6laDgen.
zy zullen die moeten vereeuigen tot een
eoed sïuitenu en uniform werkend ge
heel en dienstreglementen an contracten
en allerlei andera regeringen moeten
ontwerpen. Geen lichte taak voorwaar.
De naas ing van een spoorweg is gauw
besteld, maar eigen exploitatie 'beteekent
heel wat anders.
Met het oog daarop is de voorgestelde
enq-ê.e volstrekt geene overtolligheid
maar bovendien, dat de Staatsexploitatie
komt, dat wil zeggen nu reeds komt,
is juist geen evangelie. Men verliezs de
tegenwoordige sameESttlIing der Kamer
niet uit het oog.
De natuuriyk volkomen onpartijdige
Staatscommissie, die nist werkt onder
den indruk van plaats gehad hebbende
gebeurtenissen, doet ook meer dan onder
zoeken.
Zeker, dat onderzoek is reeds veel
waard op zichzelf. Aan da commissie
wordt een behooriyke macht toegekend,
zy hcefs ten allen tyde toegang tot den
spoorweg en de daartoe behoorende
werken en gebouwen en kan zich dien
toekomst te denken."
Toen zy zich omkeerde bemerkte zy
dat Job nog aan de deur stond, om be
velen te wachten, en met zyne gewone
volhaidiDg naar de zoldering zag.
„Job, zeg Sir William dat Mrs. Kelp
dale gekomen is."
Job verwyderda zich, sloot de deur
en ging zeer zacht naar boven, vree-
zende zyn heer te wekken. Hy bleet
buiten de deur der ziekt kamer staan
lurstereD, tot een holle kuch hem zeide,
dat hy den zieke niet storen zou. Hy
klopte zacht aan do deur.
„Binnen," riep de zwakke stem van
Sir William en Job trad binnen op de
teenen, lichtte zyne beenen hoog op,
en stak by eiken voetstap zyn tong uit
den mond, als volbracht bij eene taak,
welke de meeste voorzichtigheid ver-
eischte.
De oude baronet, die door kussens
gesteund in zyn bed lag en er doodziek
uitzag, sloeg eenigen tyd Job's zonder
linge bewegingen gade, en zeide ver
volgens op klagenden toon
„Scheid er maar uit, Job. Gy kunt
met uwe koeienpooten niet loopen als
een kat, en ik ben reeds gewoon aan
uw geraas geworden."
toegang zelfs met behulp van den ster
ken arm verschaffen. De minister kan
ook machtigiDg verleenen tot het bin
nentreden van woningen, tegen den
wil van den bewoner. De commissie
kan getuigen oproepen, hun verhooren
afnemen, onderzoek door deskundigen
instellen, niet-ledon der commissie,
speciale deskundigen, hare zittingen doen
by wonen, enz.
Maar behalve onderzoeken, doet de
commissie nog iets meer, en zij kan
dat het best doen met het oog op de
door haar verkregen waterschap. Zy
breDgt na afloop van het onderzoek
daarvan een verslag uit aan de regee
ring, maar voegt tevens bij dat verslag,
de vooratellen waartoe dit onderzoek
haar aanleiding heeft gegeven. Eerst
daarna zal de regeering met volkomen
kennis van zaken kunnen oordeelen, cm
naar bevind van dien te handelen.
Van de plaats gehad bobbende ge
beurtenissen kan dit wetsontwerp zeer
zeker nietafgescheiden wordenbeachouwd.
Daarom is h6t merkwaardig, dat geen
van d8 drie zoo algemeen met ingeno
menheid is begroetslechts enkeie pers
organen maken hierop eene uitzonde
ring. En die meerdere ingenomenheid"
brengt er van zeif toe, dit ontwerp,
ofschoon toevallig achteraan gekomen,
verweg ais het voornaamste te beschou
wen. Men dringt zelfs op eerste en
spoedige behandeling uan en het wil ons,
met het oog op de samenstelling der
Eerste Kamer, voorkomen dat dit ont
werp de meeste kansen van slagen heeft.
Dat er tyd noodig is voor het onder
zoek spreekt van zelfdat er veel g9id
mee gemoeid zal zijn, spreekt ook van
zelfmaar ook wij galooven dat het
meer dan eene illusie is, dat tyd
en geld hier wel besteed zullen zyn
en dat in eene niet al te verre toe
komst, hetzy van met Staatsfxploitatie
van spoorw gen of zonder deze, een
oc-zer groote bladen heeft het kort en
kernachtig gezegd de erkenning, raad
pleging en medewerking van persoceel-
organisaties on da bsslechting van ge
schillen door scheidsgerechten, al3 vaste
instellingen zullen beslaan.
Het is slechts eene kleine commissie,
die benoemd zal worden, en het is niet
twyfelachtig, dat zy hare wyze van
werken in overeenstemming zal weten
te brengen met haar doel en de byzon-
dere omstandigheden, die haar hebben
doen ontstaan.
Al kunnen wy het derde der ontwer
pen niet beschouwen, alsof de staking
„Hoe minder geraas ik maak, des te
beter, Sir William, en het is niet goed
altijd op my te vitten."
„Nu ja, gij doet uw best, Job, en ik
ben er u dankbaar voor," zeide de ba
ronet. „Welk nieuws brengt gy Is hy
gekomen."
„Zyne vrouw, Mrs. Keipdale alleen,
eene driftige, luidruchtige vrouw. Ik zou
haar van avond niet willen zien, Sir
William, want dan hebt gy hedon geen
rust meer. Neen, ik zou haar niet wil
len zien."
Job sprak zeer ernstig en zag zyn
meester strak aan. Het was opmerke
ïyk welk eene belangstelling dat domme
gezicht kon uitdrukken.
„Gij zyt zeer goed, Job" zeide Sir
William en uw raad is somtyds zeer
goedmaar ik verlang dat g(j mij niet
met uwe raadgevingen lastig valt, voor
ik er u naar 7raag. Waarom is bij niet
gekomen
„Ik heb haar hooren zeggen dat Mas
ter Richard op leis was. Hy was altijd
een liefhebber van reizon, dat weet gy
en dat deed bem goed en maakte hem
sterk en schoon. Zoodra hy uwe bood
schap verneemt, zal hy natuuriyk spoe
dig genoeg hier zyn," voegde hy er by
nimmer had plaats gegrepen, al heeft
het meer dan de andere het karakter
eener gelegenheids wet, wy hebben het
met ingenomenheid begroet en kunnen
er niet anders dan eene werking ten
goede van verwachten.
Art. 358bis.
In een tweede hoofdartikel bespreekt
hot „Weekblad van het Recht" (van
Vrydag j.l.) het tweede ontworpen straf
wetsartikel, houdende strafbaarstelling
van dienstweigering in bepaalde gevallen.
Dat wederrechtelijke schending van
oen civielreehteiyke verbintenis strafbaar
mag worden gesteld, wordt met een
beroep op buitsnlandsche wetgevingen
en vreemde en Nederlandscha schryvers,
in beginsel toegegeven. De vraag is maar,
wanneer en onder welke voorwaarden
tot die strafbaarstelling behoort te worden
overgegaanm.a.w. zy is er niet „een
van theorie of beginsel, maar van straf -
rechtspolitiek, van utiliteit". Herinnerd
wordt aan de leer van Modderman, dat
contractbreuk alleen dan strafbaar mag
zyp, wanneer lo. zy niet alleen aan
den tneèecontrsctant, 'maar ook aan de
rechten en belacgen der maatschappij
nadeel toebrengt, 2o. de civiele rechts
middelen, biykens de ervaring onvol
doende zyn.
Het voorgestelde artikel schept niet
een nieuw recht, maar beoogt slechts
aan een privaatrechteiyk verbod straf-
rechteiyke sanctie te geven. Toch zou
in oveiwegeng willen geven, de voorge
stelde artikelen 358bis-quater terug te
nemen. De noodzakeiykheid en doeltref
fendheid der voorgestelde bepalingen
wordt n.l. betwyfeld. Immers tegen op
zichzelf staande dienstweigeringen van
enkele individuen zyn disciplinaire maat
regelen voldoende, terwyi juist wanneer
door dienstweigering het verkeer gestremd
wordt of met stilstand bedreigd wordt,
wel het maatschappeiyk gevaar geboren
is, maar juist dan een strafvervolging
tegen honderden, ja duizenden, niet kan
worden doorgevoerd.
Ook van da preventieve werking der
Strafwet, anders niet licht te tellen, mag
voor deze gevallen, ais de hartstochten
opgezweept en het hard tegen hard
gaat, niet veel worden verwacht.
Een ander argument, dat tegen de
bepalingen pleit, is dat zy niet kunnen
wortelen in de rechtsovertuiging van
het overgroot deel der natie, al erkent
de schryver, dat in het luid zich uit
sprekende rvchtsbewustzyn heel wat
valsche tonen klinken. Eerst moot er
klaarheid komen in wat den arbeider
inderdaad als recht toekomt.
zyn eenmaal niet onrechtmatige grie-
op zijne gewone manier met eene stel
lige gevolgtrekking, ten einde daardoor
op zyn toehoorder indruk te maken.
„Zag, Miss Louisa, Job, dat ik Mrs.
Kelpdaie met genoegen zal ontvangen,
nadat zy gesoupeerd zal hebben."
„Gaat gy dan niet slapen zeide
Job, biykbaar ontevreden over de weer
spannigheid van den patiënt.
„Nog niet, antwoordde Sir William.
„O 1 zeer goed."
Job vertrok zoo als hy binnengeko
men was, deed de deur achter zich
dicht en giDg naar benoden om den
ortvacgen last over te brengen. Mrs.
Kelpdale sprong dadelijk op,
„Ik ga onmiddaliyk. Ik behoef niet te
soupeeren. Dat doe ik zelden, Louisa,"
zeide zij en ofschoon Louisa er zich
tegen verzette, bleef zy er op aandringen
aanstonds by den ouden kranke te wor
den toegelaten. Zy hal haar hoed en
dikken gryzen mantel afgedaan, en in
haar bruine japon, die hare leest nauw
omsloot, zag zy er nog magerder en
spookachtiger uit, dan toen zy de aan
dacht getrokken had van Archibald
Hope. Haar haar, waaronder zich reeds
veel grijs vertoonde, had zy achteloos
achter bare ooren gestreken, en niets
ven van spooiwegpersoneel, misschien
ook van andere groepen van werklieden
weggenomen, dan zal het voor goedge-
zinden wellicht mogelijk zyn in straf
bepalingen te berusten. „Hetismogeiyk,
dat strafbepalingen, in kalmer tyden
vastgesteld, ons thans hadden kunnen
helpennu zy er niet zyn, is het ge-
vaariyk ze te gaan invoeren."
Een volks petitionnement.
„De Nederlander" laat zich aan het
slot van een artikel over het te Amsterdam
op touw gezotte petitionnement tegen
het regeeringsvoorstei tot aanvulling van
het Strafwetboek volgenderwyze uit
Men biyve dus nuchteren enzy vooral
ook op zyn hoede tegen het onverant-
woordeiyke petitionnement der 20 heeren
en dames, die het Nederlandsche volk
oproepen om aan de Kamer te verklaren,
dat het ontw-rp, indien het werd aan
genomen, „gerechtvaardigde verbittering
zou wekken by een groot deel der
arbeiders, wat en rechter in da cogen
van een niet gering aantal hunner zou
stempelen tot aan hen, arbeiders, vyandigo
machten."
Biykbaar wordt hier aan deze schande-
iyke, valsche voorstelling sanctie gegeven.
Wanneer wet en reenter verhinderen,
dat arbeiders hun medearbeiders moles-
teeien en terroriseeren, omdat wet en
rechter vcor de vryiisid en hat recht
van alien moeten waken, dan vertellen
demagogen op volksvergaderingen, dat
wet en rechter aan de arbeiders vyandige
machten zyri. Tegen deze leugenachtige
bewering komen dan de christelijke
arbeiders in warmen strijd op. En hier
komen gehandschoende Girondynen hun
dien stryd moeiiyker maken ea mee
handen vol gif s:rooien in het rechts-
herhaalt zich. Hier" is van krassen strijd
geen sprake, maar van den stryd tu3schen
revolutie ea absolute rechtstermen.
Dit Girondynenmanifest is mee onder
teekend door den Jacobya P. L. Tak,
die verleden jaar, by de politieke werk
staking in België, het oproepen der
lichtingen „macht tegenover recht»
noemde, en wiens partygenoot de heer
Hermans dezer dagen op een meeting
woordeiyk zeide, dat hy d.8 aanranding
der Durg6rdammers afkeurde „niet omdat
hy 'thun niet van harte gunde, maar
omdat men 'tzou txploiteeren tegen de
stakers." Niet dus op zedeiyken, maar
op taciischen grondslag.
Waar wy heengaan, watan wy niet
en kunnen wy veilig overlaten. Maar
vast staat, dat in deze ernstige dagen
ieder Christen een hoogen en heiligen
plicht heeft. Te doen wat de hand te
te doen vindt, elk in zyn kring, ligt te
onzer verantwoording. De rest late men
kalm en biymoedig over, gedachtig aan
wat Patrimonium onlangs schreef, dat
„het aan God is om de geschiedenis te
maken, en aan de menscnen om in deze
wereld hunne roeping te vervullen."
gedaan om een gunsligen indruk te ma
ken op iemand, om wieu zy zulk een
lange reis gedaan had.
Door hare stiefdochter voorafgegaan,
met de reticule in de hand, trad zij in
de kamer van Sir William Kelpdaie,
waar de baronet baar wachtte. Zy ge
droeg zch met de meeste bedaardheid,
naderde het bed ea zag ham, die haar
en haar echtgenoot zoo lang van zich
verwyderd had gehouden, met bedaard
heid aan. Et was nieuwsgierigheid in
beider trekken, maar meer in die van
den kranke dan van de lauge gryze dame.
Dus zyt gy de echtgenoot van Richard
Kelpdale," zeide de taronet op zacbten
toon. Het verheugt my dat gij gekomen
zyt, dat hy niet gekomen is spijt my."
„Hy is op reis en ik weet niet waar
hy zich bevindt," antwoordde zy lang
zaam, terwyi zij by na met weerzin hare
hand legde in die wrike haar zwak uil
het bed werd toegereikt„h(j is dik
wijls op reis."
„Ja, dat galoof ik wal," zeide de ba
ronet haar steeds aanziende, als zag hy
in haar geheele voorkomen verontschul
diging genoeg, dat zyn zoon zich zelden
by haar vond.
Wordt vervolgd,)