Woensdag
Ml
r f
f
i
11
18 Februari.
1
feuilleton.
istiiii-jifje
flo 41.
41e Jaargang
1903.
vlissiksche
S3S,
s.'
yags&i&gm,
PrQa per drie maanden 1.30. Franco per post 1.S0.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bjj alle Boek
handelaren, Postdirecteuren ai rechtstreeks bij te Uitgever
f, YAM VSL9E Jr., Ksini M®rkt, X. 1ST,
c011ra
ABVEKTEMTÈNvan 1 4 .rciggls 0.40. Voor alken regel
meer 10 cent. B(J directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slacht» fwesms&l berekend, Groots letters
«n clichó'g naar plaatsruimte.
ThimMM éagriffee» «ftgam&ud Se®- m
;«s.
TelephoonnomnM' S.O.
AtsonuEroeats-AdTeïteiitiSn ®p sea? veoriieolige voorwaarden.
■•0ÖlG6ntGl)6StllUr»
U^mhlE MiUTÏE.
Omoeping van verlofgangers tot den
v vierkelijken dienst.
De Burgemeester van Vlissingen
eezien de circulaire van den Commis-
eer Koningin in dit gewest van den
6 Februari 1903, A no. 498, 3e sfdee-
Ijng, M S.
Geeft MJ öezen kenDis dat OV0reen"
toniBtig artikel 111 der militiewet 1901,
dit iaat voor herhalingsoefeningen onder
de wapenen zullen moeten komen de
navolgende verlofgangers.
LICHTING 1897.
1ste comiagnie hospitaalsoldaten, van
Maart tot en met 21 Maart.
2e compagnie hospitaalsoldaten, van
23 Maart tot en met 11 April.
3e compagnie hospitaalsoldaten, van
14 April tot en met 4 Mei.
LICHTING 1898.
Ie compagnie hospitaalsoldaten, van
4 Mel tot en met 30 Mei.
2e compagnie hospitaalsoldaten, van
2 Juni tot en met 29 Juni.
3e compagnie hospitaalsoldaten, van
29 Juni tot en met 25 Juli.
LICHTING 1899.
De verlofgangers die van da regi
menten huzaren by de treinafdeeltngen
der regimenten veldartillerie zyn over-
le regiment veldartillerie,
i/g van 2 Maart tot en met 21 Maart,
i/j van 23 Maart lot en met 9 April
1 van 14 April tot en met 2 Mei.
2e en 3e regiment veldartillerie,
r/, van 16 Maart tot en met 4 April.
van 14 April tot en met 2 Mei
en '/s ?an Mei'tot en met 23 Mei.
Vlissingen, 17 Febr. 1903.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Ministerie van landsverdediging.
De geruchten omtrent bet voornemen
tot vorming van een ministerie van
landsverdediging, waarvan wy onlangs
melding maakten, nemen vasteren vorm
aaD.Er zouden onder generaal Bergansius
als minister van het vereenigde depar
tement een directeur van oorlog en een
directeur van marine worden benoemd.
Voor oorlog hjorden wy generaal
Kool noemen, voor marine den heer
Sluyterman, wiens naam reeds met de
vacature voor marine in verband is
gebracht. (H.bl.)
Open brief aan mr. P. J. Troelstra.
In de .Nieuwe Courant* komt de
open brief aan het Kamerlid,
vrij naar het JSngelsch.
was
die
het
eene
iiTerwyi hy haar zoo gadesloeg,
zü voor Archibald als eene vrouw
aan een gevaar ontsnapt, of op
onverwachtst ontslagen is van eene
firoote verantwoordelijkheid, en daarom
des te opgeruimder en helderder is en
dan die uitdrukking van diepe gedach
ten welke volgde, ontleende haar kleur,
meende h|J, aan eene toekomst, dio niet
gelukkiger beloofde te zyn, dan baar
verleden geweest was.
Toen zij naar de gezelschapskamer
teruggekeerd was, sprak Sir William
Aelpdale geenszins van haar, maar wist
het onderhoud te brengen op het ver
den heer mr. P. J. Troelstra voor, van
een spoorwegbeambte, die zich N, N.
teekent, De schrijver zegt zijn naam
niet te kunnen publicseren, daar anders
de par tijgenoot en van mr. Troelstra hem
allicht van hielenlikker!) trgocover de
spoorwfgdirectiën zouden verdenken.
De brief luidt als volgt
„Weled. Zeergel. Heer.
In de vergadering van spoorweg
personeel, gehouden te Utrecht op Zondag
8 Februari j.l. werd, tot verbazing van
vele aanwezigen, ook door u het woord
gevoerd, hoewel het een vergadering van
spoorwegpersoneel was, waartoe u niet
behoort en waarvan u geen verstand
hebt.
In genoemde vergadering Is u dan
ook alleen opgetreden om propaganda
te maken voor uw socialistische be
ginselen, wat terecht door den heer
Westra van Haarlem werd opgemerkt
en waarmede blijkens de toejuichingen
door vele aanwezigen werd ingestemd.
Het bestuur en de leden der Vereen,
van spoor- en trampersoneel werden
door u gelukgewenscht met de door hen
betoonde solidariteit. Ik deel u echter
hierbij mede, dat het overgroote deel
van het spoorwegpersoneel deze door
u zoo hoog geprezen solidariteit ten
zeerste betreurt, zoowel leden als niet-
ieden der vereeniging, en velen zich
nimmer als leden zullen aansluiten.
Deze solidariteit en het optreden uwer
partijgenooten en het vooropstellen der
socialistische politiek heett een scheuring
in het geheele spoorwegpersoneel ge
bracht, die zeer is te betreuren.
Was de staking eerlp Had men de
directiën eenige dagen te voren ge
waarschuwd, dat men niet voor de
veemen in quaestie wilde arbeiden Dan
had de staking niet noodig geweest,
want dan hadden dezelfde maatregelen
als na de staking getrrffm kunnen
worden, en waren niet honderden on
schuldige slaehtcffrs de dupe geweest.
Vervolgens
le. Is het met de partyleuze van u
en uwe medestandersrecht voor
allen en broederschap, overeen te
brergen dat de eene arbeider den anderen
belet zyn brood te verdienenof is
deze leuze alleen bestemd om domme
lieden voor uwe party te winnen
2a. Heb ik als niet-aangesloten arbeider
niet evenveel recht op werk en brood
als een die tot een werkliedenbond
behoort, en heb lk bet recht van myn
patroon te eiscben zulk een aangeslotene
te ontslaan Hebben wy beiden niet
evenveel recht ieder op zyn wyze in
het onderhoud van vrouw en kind te
voorzien Of bestaat dit recht alieen
voor aangesloten werklieden 7
3 a. Heeft de patroon niet het recht
te laten werken wien hij verkiest,
onverschillig of by tot een werklieden-
corporatie behoort of nietof berust dit
recht alleen by lieden welke zich als
struikroovers verdekt opstellen en hun
mede-arbeiders met peper, bleekpoeder
kochto hout en wat daarmede in be
trekking stond, toen Archibald op eeDs
ontstelde. Deze had gesproken dat hy
des namiddags, vóór hy Carristord ver-
Let, aankomen, en de zaken in orde
brengen zoude betrekkeiyk de boeten
wegens plaats gehad hebbende vertra
ging in den arbeid. Dit bedroeg eenige
malen vyf en twintig pond, en juist
had Archibald dat punt even aange
roerd, toen de baronet met zyn vuist
op de tafel sloeg en met kracht zeide
.neen.*
„Neen" 1 herhaalde Archibald, niet in
staat de reden te begrypen voor die
heftige ontkenning.
„De boete wordt niet geëisebt, zal
niet ontvangen worden," zeide Sir Wil
liam, „er is volstrekt geen gevaar of
ODgemak nit het uitstel voortgevloeid."
„Maar het geld is
„Is beter in uwe handen, als deel
genoot der firma, dan in de mynen,"
zeide Sir William. „Ik heb r6eds teveel
zoodat ik er onder gebukt ga."
Archibald wilde andermaal het woord
opnemen en spreken van het contract,
al was het tegen de belangen der firma,
maar Sir William weerhield hem door
een teeken met de hand.
en messen verwondingen toebrengen,
en aldus beletten voor vrouw en kroost
hun brood te verdienen Ot denkt u,
dat de Durgerdammers voor hun pleizler
het voor hen ongewone en zware werk
kwamen verrichtenof zouden deze
ongelukkigen door nood gedrongen zijn
Vindt u het een eer voor het spoorweg
personeel zich met dergeiyke lieden
solidair te verklaren Ik en duizenden
met my vinden het een onuitwischbare
schande 1
4e. Door u is uw verachting uitge
sproken voor de zoogenaamde onder
kruipers. Zeer gel. heer, wat zyn onder
kruipers? Als een werkman met zyn
gezin zonder brood en kleeding is en een
ander wil voor fl en f2 per dag niet
werken, dan heeft eerstgenoemde het
voile recht zyn arbeid voor f 1 of f 2 te
verkoopen. Dat is zelfs plicht voor hem,
evengoed als van den ander om niet te
werken, want hy heeft niet het recht
vrouw en kind ter wille van de solida
riteit te laten verhongeren. Ieder dia
dezen arbeider bemoeiiykt door woord of
daad, handelt onwettig. Het is'opmer
kelijk dat uwe volgelingen altyd spreken
over recht en het woord „plicht* niet
schyuen te kennen.
Be. Een onderkruiper is hij, die zyn
medearbeider door onware handelingen,
of laster, zyn werk of betrekking tracht
te ontnemen, om zelf in diens werk oi
betrekking te komen, of zonder dat hy
door den werkgever wordt gevraagd, zyn
werkkrachten voor minder loon aanbiedt,
Ten slotte wil ik u nog opmerken,
dat u, die in weelde is grootgebracht,
niet hst recht hebt altyd over werk-
manstocstaaden te spraken dia u alleen
van hooren en oppervlakkig zien bekend
zijn, en altyd van den donkersten kant
door u worden bekeken. Om die grondig
te kennen, moet u evenals ik een kind
des volks zijn, die in zijn jeugd armoede
en ellende heefc gekend en ondervonden.
In geleerdheid kan ik my niet met u
meten,want ik heb slechts 4 jaren school
onderwijs ontvargeD, doch in gevoel voor
recht, plicht on waarheid zou ik met u
niet willen ruilen. Wiit u echter bewijzen
in waarheid volks vertegenwoordiger
te zijn, helpt dan een wet tot stand
brengen, welke den eecen arbeider tegen
over den anderen beschermt zonder de
viyheid van vereeniging in gevaar te
brengen, en die de verhoudiDg van werk
gever en werknemer tegenover elkander
regelt. Want u moet wel bedenken, dat
tot uw kiezers ook behooren kleine
kooplieden, reizigers, ambtenaren enz.,
welke door toestanden als thans heerschen
enorme schade lyden, en wier belangen
het uw p 1 i c h t is te behartigen."
tiek gevolgd, die tegenwoordig by de
staking opgeld doet. Namelijk, al wat
niet georganiseerd is op zy schuiven en
negeeren.
Het Iandbouwcomité toch verklaarde
zich tegen het wetsontwerp van minister
de Marez Oyens, omdat daarin ook aan
landbouwers, die zich niet by een land
bouwvereeniging hebben aangesloten, een
stem in h6t kapittel wordt gegeven.
Dat mocht niet. A leen de georgani
seerde landbouwers hebben verstand van
den landbouw de Diet-georganiseerden
mogen niet in aanmerking komen.
En d&arom is het wetsontwerp onaan-
nemeiyk verklaard.
Naar onze overtuiging vertegenwoor
digen de landbou wvereenigingen geenszins
den landman, omdat daarvan ook niet-
vakmannen lid zyn of lid kunnen wor
den. Wy nu staan het stelsel voor, dat
alleen en uitsluitend vakmannen stem
in het kapittel behooren te hebben dat
landbouwvereenigingen hier moeten ge
passeerd worden.
Om deze eenvoudige reden, dat de
landbouw een eigen levenskring vormt
en dat dia levenskring een zelfstandige
en eigen organisatie behoort te hebben.
Het iandbouwcomité denkt daarover
heel anders.
Alleen de georganiseerden, de leden
van landbouwvereenigingen, mogen iets
te zeggen hebben over de aanstelling van
de landbouwradenalle andere moeten
als een soort „onderkruipers" behandeld
worden.
Is dat niet een ongehoorde tyrannie,
die het Iandbouwcomité aan onze land
bouwers wil aandoen, waar het han wil
dwingen om lid van een vereeniging te
worden op straffe van anders geheel
buiten de landsvertegenwoordiging te
staan
Precies zooals thans gehandeld wordt
met de „georganiseerde" werklieden
tegenover de niet-georganiseerde.
Landbouwcomité en Landbouwraden.
Naar aanleiding van het besluit van
het Landbouwcomifé inzake het inge
diende wetsontwerp op de Landbouwraden
schrijft „Da Standaard"
Feiteiyk is door die beslissing die tak-
„Laat ons niet weder twisten," zeide
hy, „alles is in orde, steek dus uw geld
in uwe beurs. Ik heb mijn hout ver
kocht en een heeriyk landgoed in waarde
verminderd, terwyi de contanten ver
meerderden, en daarmee uit. Zullen
wy naar de gezelschapskamer gaan gy
hebt Louisa nog niet hooren spelen."
Archibald stond met den baronet op,
die zijn arm vatte, als ware hy het zoo
gewoon, en zy gingen te zamen naar
de receptiekamer en luisterden naar hot
spel van Louisa Kalpdala terwijl Sir
William gemakkeiyk in een leuningstool
met zyne beenen over elkander en als
naar gewoonte met gevouwen handen,
had plaats genomen, en Archibald naast
de piano stond en de vlugge bewegingen
harer vingeren volgde.
Ja, Sir William had de waarheid ge
zegd Louisa Kelpdale was meer dan
eene dillettante er was hartstocht, poëzie
en diep gevoel in baar spel, en de ziel
der begeesterde blonk op het gelaat der
kunstenares. Nu werden de tonen zach
ter en dieper en stierven eindeiyk ge
heel weg, waarna Louisa Kelpdale als
droomends bleef voor zich zien.
„Ik dank u," zeide Archibald, met
meer uitdrukking van dank misschien,
Verkoop van sterken drank in 't klein.
De „Sl.-Ct." no. 40 bevat hetK. B.
tot vernietiging van het besluit van
Gedeputeerde Staten van Utrecht van
15 Mei, 1902 no. 2, als zynde in
strijd mot art. 26 van de drankwet
waarby or gt grond is verklaard het
beroep, ingesteld door J. A. A. Vierbergen,
weduwe van H. W. van Hamels, teg6n
een besluit van burgemeester en wet
houders van Utrecht, tot weigering der
vergunning voor den verkoop van sterken
drank in het kleinhierbQ o. a. in
overweging nemende, dat de vrouw
deetyds met haar echtgenoot het bedryf
van tapper gemeenichappeiyk uitoefende
en dat artikel 1, derde lid, der destyds
nog geldende wet van 21 Mei 1819
houdende eene Bieuwe ordonnantie op
het recht van patent, voorschreef, dat
de gehuwde vrouwen geen afzonderiyk
patent behoefden wegens het beroep,
hetwelk zy gemeenschappeiyk met hare
mannen uitoefenden.
dan zulks de gewoonte is na het diner,
wanDeer er alleen gespeeld wordt om
de verveling te vcorkomen.
„O, geen dank, Mr. Hope," zeide
Louisa„ik vrees meer voor my zelve,
dan voor den gast myns grootvaders
gespeeld te hebben."
„Mag ik u vragen welk stuk dat was
„Het heeft geen naam, en nog nim
mer is het van het blad gespeeld. Ik
heb het eeas gehoord op een groot oud
orgel, by gelegenheid dat een geacht lid
der kerk ter ruste was gebracht en al
haar lijden geleden had," voegde zy er
op treurigen toon bij. „Ik leed toen ook
en benydde haar by na. Maar," voegde
zy er ongeduldig bij, als werd zy boos
op zich zelve, dat zy er van gesproken
had. Ik ben altyd ïydende. Dat weet
gij nu."
Zy stond op en ging naar de thee
tafel, waar Archibald naast haar ging
zitten, verlangend, zonder zalf te weten
waarom, het gesprek voort te zette»,
ten eir.de de gelegenheid te hebben, nu
zij op meer vertrouweiyken voet waren
in een moer zachtzincigen geest over
vroegere bedoelingen te spreken.
„Ik geloof dat alle bekommering nu
ten einde is en ik vrede achterlaten
Een artikel over Er. Schaepman.
De Parysche correspondent van het
„Hbl" schryft:
De „Revue des deux Mondes" bevat
van den knappen jurist, hst Kamerlid
Cbarles Benoist een studie over dr.
Schaepman. Wat er allereerst in trefc,
is de weüngelichtheld van den schryver
omtrent Nederlandsche aangelegenheden.
Ja, het biykt zelfs, dat Benoist Schaepman,
en ook dr. Kuyper, persooniyk ontmoet
heeft. Hy begint, na de voor den Fran-
schen lezer onontbeeriyke er inbrenging
met feiten, ons allen bekend, van den
greoten doode een zeer wel geslaagd
portret te geven. De manier, waarop
Schaepman liep, ia wellicht door ons
Nederlanders nooit zoo ka akteriatiek
gezien, althars beschreven„avec le
dandinemeut, le balancement cliché dans
les moelies, imprmé aux muscles de la
race par l'bérédité d'on ne saitcombiea
de générations de matilots
Na het uitvoerig conterfeiteel, ander
halve bladzyde larg, ean uiteenzetting
zyner politiek, vooral van het voor ean
Franschman zeker nog meer dan voor
vele Hollanders zoo vresmd klinkende
bondgenootschap van protestanten en
katholieken. E rst b.schryft hy, hoe, by
dr. Kuyper op da Prins Hendrikkade
zynde, hy zich verwonderde over diens
zoo vooruitstrevende en toch anti revo-
lutionnair genoemde beginselen, de Q»l-
vinistische van vooruitgang, rr dar tevens
van orde.
Daarna vertelt hij, wat Schaepman,
eenige dagen later, in de „sprechtkamer"
schryft hy der Tweede Kamer,
van zyn kant over het „monsterverbond"
zei.
Wat, zoowei Kuyper als Schaepman,
den vreemdeling in groots trekken mede
deelden, vertelt deze weer nög eenvou
diger aan zyn Fransehe lezars over,
klaarblijkelijk allereerst, om op een
merkwaardig verscbyosel van politiek
de aandacht te vestigen.
Al is het dan te doen om begrippen,
minof meer voor den behoudsman
Benoist in het huidige Frankryk van
pas, het is niettemin een voldoening,
weer eens in een groot vreemd tydsehrift
over ons land te lezen, en, niet minder,
een van z'q groofste zonen .er met
hcoge waardeering herdacht te vinden.
Fonds voor den gewapen&en dienst.
De gemeentebesturen zyn vanwege
den minister van binnenlandscbe zaken
aangeschreven ook dit jaar hunnen steun
te verleenen by het houden der collecte
voor het fonds ter aanmoediging en
ondersteuning van den gewapenden dienst
in de Nederlanden.
Wy ontleenon daa-aan het volgende:
De opbrengst dier collecte in 1902
was f 19291,18l/i of f808,54t/3 minder
dan in 1901.
Het is wenscheiyk dat door eens ruim9
opbrengst der collecte en eene daaraan
gepaa'.d gaande verbetering van den fi-
zal, Dat geloof ik zeker," zeide hy.
„Er is somtyds vrede, en wat ze mfj
ook kosten moge, verheug ik my ze te
mogen genieten," antwoordde zy vry-
moedig. „Ik kan niet ver vooruit zien.
Ik beproef het nu niet en zal het
nooit weder beproeven."
„Het is de oude philosophie, tevreden
te zyn met het tegenwoordige," zeide
Archibald.
„Ja en voor weinigen misschien eene
gezonde philosophie," voegde z(J er by,
een blik op haren grootvader slaande.
Hp zag er ook heen, en zeide
„Slaapt hij?"
„Ja hij slaapt. Maak hem niet wak
ker," zeide zij. „Ik weet dat hy meest
tevreden met zich zeiven en de wereld
is, wanneer hy zoo slapen kan. Arme
grootpapa 1 Ik vrees dat ik hem misleid
heb, door ean gedeelte der waarheid
achter te houden. Zie, Mr. Hope, ik volg
uw raad nog niet geheel onvoorwaar-
deiyk om hem alles te zeggen."
Wilt gy het my vergunnen, u nog
een oogenblik by het eene onderwerp
te bepalen, da: u reeds zooveel smart en
bü my zooveel wantrouwen verwekt
heeft
Wcrdt veraolgd.)