Zaterdag 38. 41e Jaargang 1903. 11 Februari. O emeentebestuur SEKEH8MAK1H& FEUILLETON. 1908 VLISSINGSC PrQs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50, Afzcnderiyke nummers 6 cent. Men abonneert zich bjj alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks fey den Uitgever f. VAN m VFjL®S Jr., Kleine Markt, I. IS?. ABVEBTKNÏIÈH van l i regels 0.40. Voor eiken rage meer 10 cent. Bh directe opgaaf Tan driemaal plaatsing derselfds advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend, tfeoote letters en elichê's naar plaatsruimte. gelijks* lülgsscMêrf ttf Sea- ea Umêxsm. T«l®ssh.oojasasjisa«« ÏO® Afeaimsiffiaate-AST«?teaSlSïj 09 see? Tcordeeüge Totmadas» Verkiezing van twee leden-patroons van de Kamer van Arbeid voor de Me taalbewerking te Vlissingen. Burgemeester en Wethouders van Vlis- gezien hét Koninklijk Besluit van 7 Februari 1903 no. 28 brengen ter algemeene kennis dat de buitengewone verkiezing van twee leden-patroons van de Kamer van Arbeid voor de Metaalbewerking alhier, zal plaats hebben op Dinsdag 3 Maart 1903 dat de eventueele herstemming zal plaats hebben op Donderdag 12 Maart en dat het stembureau zittmg zal houden in de Trouwzaal ten Raadhuize, ran des voormiddags 8 tot des namiddags 3 uur. Vlissingen, den 13 Febr. 1903. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VANKOUDEKERKE, De Secretaris, W1TTEVEEN. Ss Rijksmiddelen. De opbrengst van 's Rijks middelen over de maand Januari 1903 heeft die iu dezelfde maand van 1902 met bijna 9 ton overtroffen, doch is ruim 18 ton beneden Vu der raming voor dit jaar gebleven. Bg vergelijking der verschillende ru brieken met verleden jaar zien we, dat de grondbelasting f 10,000 en het per soneel f 54,000 minder opleverden, waartegenover een hoogere opbrengst van f 89,000 voor bedrijfsbelasting en van 1 3,000 voor de vermogensbelasting valt te coDStateeren. De rechten op den invoer brachten 118,000 minder op. Van de accijnzen gaf die op de suiker ten vermeerdering van f 280,000, terwijl de opbrengst van dezen accijns in de laatste drie maanden f 400,000 hooger was dan in hetzelfde tjjdvak van 1901/ 1902. De wijnaccijns- was f 3000 lager, die op het gedistilleerd f 47,000 hooger, die op het zc-ut f4000 hooger, die op bier en azijn f 14,000 lager en die op let geslacht slechts f 1000 lager, zoodat de accijnzen te zamen ruim 3 ton meer in de schatkist brachten dan in Januari 1902. De zegelrechten gingen met f 6000 vooruit, de registratierechten daarentegen met 43,000 en de hypotheekrechten met 13000 achteruit, doch de successierechten vertoonden weder een aanzienlijk avans, m wel van f 557,000. vrij naar het Hngekeh. 83.) Nu echter was hy er zoo zeker niet 'sn met een lichter hart te zullen ver tokken, dat er zelfs niet iets onbe- 8'ïpeiyks was, hetweik bij niet in woorden brengen kon, of waarvan hij to reden niet wilde opsporen, en dat toch, vreemd genoeg, hem zijne ge- boorteplaats met weerzin deed verlaten. Er hadden groote veranderingen rondom hem plaats gehad sedert h}j zich daar lijdelijk had gevestigdwas h(j mis schien ook veranderd en dezelfde niet maer van vroeger Vermelden wy ten slotte, dat de domeinen f 2000, de posterijen f 61,000, de rijkstelegraaf t 24,000 en de loods gelden f 16,000 vooruitgingen (alle dus gunstige cyfers), dan is het voornaamste uit het overzicht der opbrengst van 's Rijks middelen vermeld. Uit het bovenstaande blijkt, dat de hoogere opbrengst van de afgeloopen maand, vergeleken met Januari 1902, voornamelijk een gevolg is van de meer dere inkomsten uit de successierechten en den suikeraccijns. (N. Ct.) Over de staking. De „Nieuwe Courant" constateert een betrekkelijke ontspanningin den toestand. Maar als een dreigende wolk blijft han gen het plan van het bestuur der spoor- wegveresniging, beraamd voor den dag, waarop een wetsontwerp tot beperking der stakingsbevosgdheid van spoorweg personeel by da Stalen-Generaal in be handeling zou komen, of liever geiyk het blad .gisteren ter oore kwam voor den dag waarop de Tweede Kamer zulk een ontwerp, werd het ingediend, by regeling van werkzaamheden op haar agenda zou plaatsen. Vervolgens wyst het blad op „het inderdaad ongehoorde optreden" van Kamerleden als de heeren Hugenholtz en Ter Laan tegenover de miliciens, wat z. i. verontwaardiging en onrust wekt onder eeriyke en bezadigde lieden. Dan zegt de „N. Ct." dat zij hoopt, als het wetsontwerp komt waartegen de spoorwegvereeniging by voorbaat ageert, dat dit geen uitzonderingswet zal zfjn, ook al omdat zy bezwaar heeft tegen al wat lykt op een wedloop tus- schen den wetgever en de verschillende verstoorders (nu van deze, dan van gene soort, nu op deze, dan op gene wyze) van de openbare orde, van het openbaar verkeer, van niet precies in de wet ge formuleerde algemeene burgerplichten, van in één woord den behoor lijken en geregelden gang van zaken in onze dageiyksche samenleving, Echter, al zou wat wy niet ver wachten het in te dienen wetsont werp zóó tiranniek en despotisch zyn, als zich maar denken laat, in volle, zoo direct als indirect onbelemmerde vryheid zou de Kamer het moeten kunnen be- oordeelen en verwerpen. Dit volle vryheid haar daadwerkeiyk te verzekeren is regeeringsplicht, aldus begtijpt het ook biykbaar het ministerie. Geen reactie. Het „Hbl/ vreest voor zekere reactie onder den invloed van het optreden der spoorarbeiders. Hier en daar worden con servatieven, die smalen op de sociale wetten, thans meer dan vroeger aange hoord. Daarom schryft het blad „Het lykt ons daarom noodig, er voor te waarschuwen, dat mot name de ge VIJF EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Archibald Hope schreef een tweeden brief aan zyn moeder, voor by naar Aver Court ging. Het was een brief die hem ditmaal beviel, en hy sloot en verze gelde hem, en liet hem achter met eenige andere brieven, om door den logementhouder van Kelpdale Arms op de post bezorgd te worden. Hy ging naar Aver Court vroeger dan het bepaalde etensuur. Dit was Sir Wil liams uitdrukkeiyk verlangen geweest hy had op het gelaat van den ouden man den wenseh gelezen van met hem over zaken te spreken, waarin hy door de tegenwoordigheid van Job Fritton verhinderd werd, en da baronet had gesproken van een nieuwen dienst, dien hy van hem wilde vragen. Hy werd onmiddeliyk in de boekenkamer gelaten, waar hy Sir William Kelpdale vond, in gesprek met een kort en schraal heer in 't zwart, die een aantal papieren en perkamenten by een pakte, toen Archi bald binnenkwam. „Ziedaar Mr. Hope, van wien ik u dezen namiddag gesproken heb/ zeide Sir Williamen de heer in 't zwart maakte eene buiging, zeggende„Ha, matigde progressisten van verschillende tint, door deze reactionnaire bevlieging zich evenmin van hun stuk laten brengen als door de sociale uitspatting der spoor- wegRtakers. In al wat er gebeurd is of wellicht ?an denzelfden aard nog gebeuren kan, ligt schyn noch schaduw van reden om niet met vasten, flinken tred voort te schryden in de richting der sociale politiek. Laten de meer ontwikkelden toch toonen dat hun hoogere ontwikkeling hen behoedt voor uitersten van welken aard ook." Het blad betoogt, dat de sociale wetten, noch de denkbeelden van liberalen huize er iets mee te maken hebben, of de schuld ervan zyn, dat een deel der arbei ders zich verbeeldt, alles te megan en te kunnen „Aan deze voorstelling is de arbeider geholpen, niet door liberale staatslieden of schrijvers, maar door de socialistische menners, eerst de heereo Domela Nieuwen- huis en Cornelissen, daarna de heeren Troeistra, Hugenholtz, Oudegeest en consorten. Eén zaak staat vastMocht het ooit komen tot een ernstige revolutiebeweging, dan deelen de huidige volksmenners het lot van hun voorgangers in de Fransche revolutie." Dat wil zeggenook zy zullen door hun eigen volgers „onder den voet worden geloopen". Het blad besluit en resumeert „Maar vooral geen reactie Integendeelgestadig doorwerken aan sociale verbeteringen, aan de wegneming van rechtmatige grieven, aan het brengen van orde en regelmaat in de maatschappe- lyke verhoudingen van onzen tijd, een taak en een plicht, wélke maar al te lang zyn verwaarloosd." Publiek belang. „De Nederlander" wyst er op, dat ,7Het Volk" het wil doen voorkomen alsof het nemen van maatregelen ter voorkoming van een herhaling der sta king van spoorweg-beambten zou zjjn „een aanslag op de rechten der arbeiders". Het blad citeert dan eenige regels van „Hat Volk", waarin naar aanleiding van dargeiyke preventieve bepalingen wordt gesproken van „spoorwegkoelie-ordinan- tie" en het zegt dan Met hetzelfde recht zou men kunnen zeggen, dat de spoorwegondernemer een koelie is, omdat hy niet op elk gegeven oogenbiik zyn bedryf mag neerwerpen. Een blad, dat met dergeiyke vaisshe voorstellingen dag aan dag zyn lezers ophitstdat de handhaving van datgene, wat eiken Nederlander, van den hoogste tot den laagste, ten goede komt, als klassepolitiek brandmerkt, dat de mili tairen als handlangers van de bourgeoisie voorstelt, hoewel zy niets doen dan orde en rust bewarenzulk een blad loopt dunkt ons een groote verantwoordeiyk- heid. Wanneer straks een deel van het volk, door zulke perfide voorstelling zoo/ „Myn zaakverzorger, Mr. Bates/zeide Sir William tot Archibald, om dien aan den jongeling voor te stellen, en liet er onmiddeliyk op volgen „Gy zult den wissel tegen Maandag morgen gereed maken. Adieu Bates. Niet later dan elf uur, als het u belieft." Mr. Bates stak de papieren in zyn borstzak, die byna even diep scheen als het manneke zelf, en verliet met eenige styve buigingen de boekenkamer. „Het verheugt my dat gy vroeg ge komen zyt," zeide de baronet. Ik dacht wel dat gij myn wensch begrepen hadt en dien gehoor zoudt geven. Ik zie, dat gy een goed doorzicht hebt, Hope." „Dat heb ik oertyds ook gedacht," zeide Archibald. „Ik begin er echter nu aan te twyfelen/ „Althans zyt gy oen man van zaken, dien men niet licht b£j den neus zal hebben. Ga zitten." Archibald nam een plaats tegenover den baronet, en meende dat de grysaard er beter en opgeruimder uitzag, dan des morgens, ja, dan hy hem ooit gezien had. Hy meende te kunnen gelooven, aan de uitdrukking op zyn gelaat, dat Sir William goede tyding van zyne misleid, tot g6weld zyn toevlucht mocht nemen en er burgerbloed mocht vloeien, dan zal dit neerkomen op het hootd van hen, die door zulk systematisch bedrog de gemoederen hebben verhit en vergittigd. Een drogreden. Men zal verbaasd zyn in het „Sociaal Weekblad" den eedbreuk der stakende spoorwegbeambten t9 zien goedgepraat als volgt, merkt het „Vad." op. „De eed door de spoorwegbeambten afgelegd is voor hen bindend zoolang zy spoorwegbeambten zyn, A. w. z. zoo lang zy niet op wettige wyze van hun dienstverband zyn bevryd. De staking nu was niets anders dan een collectieve, onmiddeliyk werkende, opzegging der dienstovereenkomst van da zijde der be ambten. De vraag of zy tot het doen dier opzegging gerechtigd waren, hangt dus hiervan af, of zy, volgens de door h9n gesloten dienstovereenkomst, de bevoegdheid hadden, op stél en sprong hun ontslag te nemeD, dan wel aan een bepaalden opzeggingstermyn gebonden waren. Niemand heeft dit laatste beweerd en wy mogen dus aannemen, dat zij aan zulk een termijn niet gebonden waren. Maar dan hebben zy ook door de staking, d. i. opzegging, op volkomen wettige wyze ontslag van hun dienstovereenkomst verkregen, hadden zij daardoor du3 rech tens opgehouden spoorwegbeambten te zyn en kon, van dat oogenbiik af, de door hen afgelegde eed hsn nist meer binden." Het zou niet moeiiyk vallen een taal kundigen tegenhanger to leveren van dit juridisch knutselwerk te betoogen, dat staken heel iets anders beteekent dan ontslag nemendat de stakers zelf aan ontslag nemen geen oogenbiik heb ben gedacht, we! aan „een paar dagen verlof met behoud van traktement". Het juristerytje van het „Soc, Wbl." is trouwens z-er onbeholpen. Durft het blad de consequenties aan Zoo ja, dan zal het moeten erkennen, dat de spoor wegbeambten, dia gestaakt hebben, thans opnieuw zullen dienen te worden ba- ëedigd, na opnieuw een aanstelling te hebben ontvangen. Men mag verwachten, dat het blad dit gereedaiyk zal erkennen, of, liever nog, dat het ruiterljjk zal toegeven, dat deze verdediging van de staking harer- zyds een vergissing was, begaan uit dolende goedhartigheid, aldus zegt het bovengenoemde Haagsche blad. De apothekers en de Rijksver zekeringsbank. Het hoofdbestuur van de Ned. Maat- schappy ter bevordering der Pharmacie heeft aan de directie der Ryksverzeke- ringsbank bericht dat het met leedwezen heeft kennis genomen van de bepalingen door de directie gesteld aan de genees kundigen, die een contract met genoemde Bank wenschen aan te gaan en waarby kleindochter ontvangen had maar toen de baronet begon, dacht hy zich vergist te hebben. „Ik heb van u een gunst te vragen, Mr, Hope 6en groote 'gunst, welke gy natuuriyk de vryheid hebt af te wyzen, zonder eenige acht op myne gevoelens te slaan. Ik heb een codicil by myn testament gemaakt, en wensch daarin uw naam in te vullen als eenig executeur." „Als eenig executeur!" herhaalde Ar chibald, in zyne verbazing. „Gy ziet dat onze vriendschap in korten tyd aangroeit," zeide Sir William op byna spottenden toon, „en ik, die eerst uw ergste vyand was, zoo als gy dacht, nu iemand die u schijnt te ver trouwen. Onbegrypeiyk, niet waar „Ik ban zeer vereerd, Sir William, door dit buitengewoon bewys van uw my geschonken vertrouwen, maar „Maar antwoordt niet te haastig," zeide de baronet, hem in de rede val lende. „Deik eerstbehooriyk na, voor dat gy het verzoek, dat ik u gedaan heb, afslaat. Gisteren avond, in deze zelfde kamer, hebt gy u geheel ter my ner beschikking gesteld, tot het bewyzen van eiken dienst. Zoudt gij nu terug aan de geneeskundigen wordt opgedragen toezicht te houden, dat de door hen op recept voorgeschreven genees-, heel- en verbandmiddelen van goede boadanig heid zyn en dat ze spoedig in behooriyken vorm worden afgeleverd. Het hoofdbestuur oordeelt dat hierdoor uiting wordt gegeven aan een door niets gemotiveerd wantrou wen tegenover de apothekers in 't algem. en bovendien aan de geneeskundigen het toezicht opgedragen op zaken omtrent welker beoordeeling zy onbekwaam en onbevoegd zyn. Het hoofdbestuur is overtuigd dat de door de apothekers gewraakte clausule een gevolg is van de overhaaste en niet altyd oordeelkundige wiize waarop, met het oog op het spoedig in werking treden der Ongevallenwet, sommige bepalingen zyn vastgesteld. Het hoofdbestuur, gaarne willende medewerken om cok van de zyde der apothekers de goede uitvoering der On gevallenwet te steunen, heeft gemeend den over Irt geheele land verspreiden leden der maatschappy (ruim 500 in getal) niet te moeten adviseeren om voorloopig geen contract met de Rijksverzekerings bank aan te gaan of de reeds aangevraagde verbintenis met die Bank te herroepen, overtuigd als het is, dat da directie, op het bovenstaande opmerkzaam gemaakt, aan het bezwaar der apothekers zal tegemoet komen door de bedoelde be paling op te heffen. Rijksverzekeringsbank. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis, dat ook thans in de benoeming van andere dan administra tieve ambtenaren en agenten by de Ryks- verzekeringsbank is voorzien. Derhalve kan op verdere sollicitaties, naar welke betrekking ook by die bank, niet meer gelet worden. Aan de Maatschappy tot exploitatie van Staatsspoorwegen is haar verzoek toegestaan, zelve het risico te dragen by de toepassing der Ongevallenwet 1901. Over het geheela land is thans reeds een postdienst georganiseerd door middel van automobielen, rytuigen en stoom schepen, indien er weder staking mocht komen in den spoorwegdienst. Indien noodzakeiyk kan deze organisatie ieder oogenbiik in werking treden. Teneinde te voorkomen dat gtiyk eer- gistaren geschiedde, bij het uitryden van "Vorstelijke personen iemand zich naar het Koniakiyk rytuig kan begeven tot overhandiging van brieven of smeek schriften, zyn thans de politiemaatrege len by het Paleis in het Noordeinde te 'sGravenhage nog uitgebreid. Op da scheidingsiyn tusschen de straat en het voorplein van het Paleis zullen voortaan, zoowol by het uitryden als bij de thuiskomst van H. M. de Koningin deinzen, nu ik u op de proef stel?" „Ik deins een weinig er voor terug, Sir William, omdat het beheer eener nalatenschap als de uwe meer moeite en tyd vorderen zou, dan ik er wei aan zou kunnen wyden. Het zou kunnen zyn, dat ik mij voor onze firma buiten 's lands bevond, wanneer „Wanneer do telegraaf te Glasgow de tijding bracht van Sir William Kelp- dale's dood," vervolgde de grysaard. „Welnu, ik waag het er op." „zyt gy over uw executeur, of exe cuteurs dan niet tevreden „Neen. Een hunner is Prayse, en Prayse is een al te inschikkelijk man. Hy zou by alles zeggen„zoo denk ik er ook over, Sir Richard." Gy zoudt zeggen„ik zal die zaak eerst eens onderzoeken en overwegen." De nalaten schap is niet zeer ingewikkeld, en gaat door eene wet, waaraan niets te veran- eeren is, op myn zoon overmaar er zyn gelden te ontvangen, pachten te verleenen of te hernieuwen ten voordeele myner kleindochter, en er zijn zekere goederen te verdeelen tusschen Sir R chard en zyn kind en Louisa moet haar zuiver aandeel hebben, en niet door hebzuchtigen bestolen worden. i Wcrdt nmmalrtd,\

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1903 | | pagina 1