Zaterda Mi G emee nteb est uur Openbare KennisgeYing. fi.o. 32. 41e Jaargang 1903. ft-ys per drie maanden 1.80. Franco per pest 1.56. Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert sich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren oï reahtatraekg bij den Uitgever f. 88 MELIS Ir., Kleine Markt, I. 18?. i-s- J_ 5 -za£tèri*-f -V - 'is A3VEBTENTIÉN van 1 4 regels 0.4©. Voor. eiken tegel meer 10 cent. By directs opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prfls slechts tweeia&si berekend. groote letters en cüché's naar plaatsruimte. TnsAgEi éagdflffe *£tg«R«&as® «f ksa- m ïagem. T®I® yrifeo- a 33,ss EUt':«5.®2" IO« MvwefetnöSs ®p iete reordeelige TNnmrto. ff^TOIMLE Oproeping tot den werkelijken dienst. De Burgemeester der gemeente Ylissingen, Ontvangen hebbende van den Commissaris der Koningin telegra fisch bericht krachtens Koninklijk besluit, gegrond op art. 110 dei- militie wet 1901 Roept dientengevolge de mili ciens-verlofgangers van de lich tingen 1900 en 1901, behoorende tot de regimenten Infanterie en tot het korps Genietroepen op om 10 dezer uiterlijk vier uur na middag onder de wapenen te komen. Kan door staking het korps niet worden bereikt dan zal de verlof ganger zich in het meest nabij gelegen garnizoen moeten aan melden. Vlissingen, den 6 Februari 1903. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VANKOUDEKERKE. ÜüMlftöÉlltë Oproeping lichtingen. 1900 en 1901. Het Staatsblad no. 68 bevat een Kon. besluit van den 5den Februari 1903, houdende oproeping onder de wapenen van verlofgangers der lichtingen van 1900 en 1901 van de regimenten der infanterie en van het korps genietroepen. Het besluit bepaalt, dat genoemde milicien-verlofgangers Dinsdag 10 Fe bruari, uiteriyk te 4 uur namiddag, onder de wapenen moeten komen. Boven de wet 5 Het zal wel onnoodig zijn met vele woorden te wijzen op het hoog ernstige van de aanzegging, welke in een extra nummer van het orgaan der „Ned. Ver- eeniging van Spoor- en Tramwegperso neel",door de heeren Petter en Oudegeest is gedaan. Er worden „de meest nauwgezette voorzorgsmaatregelen" beraamd om op bevel van het hoofdbestuur oogenblikke- lfik den arbeid neer te leggen, ten einde .te voorkomen dat de Volksvertegen woordiging eene wet aanneemt, waarbij ons (d. i. aan het spoorwegpersoneel) het recht van staken wordt ontnomen.' Een bedreiging dus tegenover de lands- FBUilLBfON. vrij naar het JUngelsch. 77.) „Waar gaat gy naar toe vroeg Job, met een half onderdrukten uitroep van verbazing." «Naar binnen. Gy wilt toch niet dat ik in de koude nachtlucht biyf staan. Kom mede." „Gij kunt daar niet binnengaan/ zeide Job, ham tegenhoudende en zyne hand op zyn arm loggende. .Zoudt gy my misschien willen tegen houden „Gy kunt hier niet binnengaan het is mijn huis, en ik heb u niet ver zocht binnen te gaan." „Ik wenschte den man te zien, dia Vertegenwoordiging, ingeval deze het raadzaam mocht achten in 's lands be lang tot een maatregel van wetgeving mede te werkan. Een bedreiging dus tegen de vrijheid van da Staten-Gene- raal. Staat de regeering des lands machte loos tegenover zulk een bedreiging Wy herinneren dab art. 121 van het Wetboek van Strafrecht aldus luidt „Hy die door gaweld of bedreiging met geweld een vergadering van de beide Kamers dor Staten-Generaal of van eene dezer uiteenjaagt, tot het nemen of het niet nemen van eenig besluit dwingt, ot een lid uit die vergadering verwydert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste 12 jaren." Voor de to,-passelijkheid van dit artikel wordt gfë'scht „goweld of bedreiging met geweld.» „Geweid" is het toebren gen van een gevoelig kwaad. Valt hier onder behalve liehamsiyk kwaad, pyniging, het voorhouden van een geladen pistool enz. niet evenzeer moreel ge weld, het toebrengen van ontzagiyko schado en ieod a.s door het plotseling staken van het spoorwegverkeer onte- geiizeggeiyk zou worden veroorzaakt De strafwet steit ter beschikking van de regeering nog andore middelen. Zy bepaalt in art, 131 „Hy die in bet openbaar, mondeling of by geschrift, tot eenig strafbaar feit opruit, wordt gestraft met gevangenis straf van ton hoogste vyf jaren of geld boete van ten hoogste drie honderd gulden." Bevat het geschrift, door de heeren Petter en Oudegeest uitgevaardigd, niet oen opruiing om sen „strafbaar feit" ta plegen, namsiyk ongeoorloofden dwang te oefenen op da beide Kamers der Staten- Generaal. Eenige dagen geleden hebben de beide groote spoorwegmaatschappyen moeten zwichten voor de ten uitvoer gelegde bedreiging met algemeene staking. Thans wordt de wetgevende macht in Nederland bedreigd met hetzelfde dwangmiddel, waardoor aan de geheele maatechappy een ontzagiyk kwaad kan worden toe gebracht. Het hoofdbestuur der Vereeniging van het Spoorwegpersoneel werpt zich aldus op als een schrikbewind, dat aan het geheele Nederiandscha volk de wet wil voorschryven. Dat is onduldbaar. De reden voor dit roekeloos optreden van het hoofdbestuur, is vrees voor een wet die by belangryke diensten van open baar belang plotselinge stakingen verbiedt. Waar dergelijke wetten, zooals in het republikeinsche Frankryk, zyn ingevoard, heöft de wetgever geoordeeld dat by dergelijke instellingen van overwegend openbaar nut het geheele volk beveiligd moest worden tegen de schromsiyke, moordends gevolgen van plotselingen stilstand. Maar de belangen der personen, by deze diensten betrokken, worden tevens in hooge mate behartigd en dit is dan ook noodig tegenover een beperking van dezen hond gesl'gen, en zich den ga- heelen dag in Carrisford schuilgehouden heeft uw vriend, Job, niet den my- nen, noch dien uws meesters en ik geloof dat ik hem gevonden heb." „Ik weet niet wat gy zegt ik be- gryp u niet. Maar gij kunt niet „In zyn vuur omklemde hy den arm van Archibald Hope met zyn hand, en een oogenblik later werd hg, ten twee den male dien avond, door den jongeren man op den grond geworpen. „Terug, Job dit is het huis van Sir William Kelpaale, en ik ga hier binnen op last en in naam van Sir William Kelpdale.» Hp lichtte de klink der deur op, die aan den binnenkant was vastgemaakt. Een druk met zyn knie en schouder was g6noeg om de deur krakend te doen bezwyken, door grendel en slot en knippen gesloten, welke uit het verrotte hout werden gewrongen. Hp trad binnen en iemand mat een licht in de hand stond voor hem en staarde hem met doodsangst aan. „Mr. Hopel" stamelde de bewaarster der hut. „Miss Kelpdale!" riep Archibald ver wonderd uit. dienstweigering. Daarop hebben zij recht, maar g-en persoon en geen vereeniging heeft het recht zich zalf boven de wet te stellen en aan de wetteiyka lands- vertegenwoordiging voor te schry ven wat al of niet de wet zal wazen. (Hbl.) ".Bemiddeling. Verschillende bladen hebben gemeend den minister van W. H, en N. een ver- wyt te mostan maken van de wyze, waarop hy is opgetreden of liever niet is opgetreden in de staking van het spoor wegpersoneel. Evenveel bladen evenwel treden te zijner verdediging op, daar hy zich volgens dia laatste op een grondwettig standpunt heeft geplsatst en zeer correct gehandeld heeft. De „Nieuwe Courant" heeft in een harer nummers verschillende middelen aan de hand gedaan, waardoor do minister, op betere wijze dan hy deed, zich met de staking had kunnen be moeien. Het „Vaderland" keurt al die middelen af op één na, nl. „bemidde ling of scheidsrechterlflke uitspraak." Het blad zegt Ds heer De Marez Oyens heeft zich daarby op het grondwettig standpunt gesteld, dat hy, noch de Kroon het recht van dispensatie van wetsbepalingen bezat, waar de wet dit nergens hun schonk. E:i waar do Regeering de macht miste het zou struisvogelpolitiek zyn het te verbloemen foiteiyken steun den spoorwegmaatschappyen te verleenen en op steun in woorden zullen zy niet gesteld zyn geweest daar restte niets daa óf werkeloos blp .-en, goiijk de Re geering koos, óf bemiddeling aanbieden, wat zij niet koos. Ea over die keuze zal zy zich in het openbaar hebben te verantwoorden. In een nieuw artikel bespreekt de „Nieuwe Courant" nog altyd da houding van den minister en nu wel voomame- ïyk in verband met wat wy aen paar dagen geladen citeerden uit „de Neder lander", die, zooals men zich herinnert, aandrong op een spoediga wetteiyke regeling om staking van publieke ver keersmiddelen ten minste voor het vervolg te voorkomen. Naar aanleiding daarvan zc-gt de „N, Ct." De „Nederlander" heeft g6zegd, dat zelfs een vervroegde byeenroeping der Kamer gerechtvaardigd zou zijn om in den kortst mogeiyken Ijjd de door deze staking noodig gebleken aanvulling van onze wetgeving tot stand te breDgen. Wy vermoeden, dat de regeering weinig gevoelt voor dat denkbeeld alsook, dat een wetsontwerp als de heer Lohman bedoelt, op dit oogenblik nu juist niet by haar „in voorbereiding" is. Intussohen, daarover nader. Wel zy reeds nu de stellige verwach ting uitgesproken, dat als de Tweede Kamer in het einde dezer maand by- eenkomt, zy niet zal doen alsof er niets gebeurd ware, maar van het ministerie DRIE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Archibald en Louisa Kelpdale stonden verbaasd tegenover elkander. De ver- schyning van den aannemer in dat ver- biyf en op dat uur, was een even groot geheim voor de kleindochter van den baronet, als hare tegenwoordigheid in die plaats voor hem, die een minder vreemd avontuur had meenen te vinden door aldaar te komen. „Wat kan u met mogelijkheid hier gebracht hebban," bracht zy eensklaps met moeite uit, terwijl zy uitgeput in een stoel neerzonk, an hare oogen van hem afwendde. „Mag ik diezelfde vraag niet even goed aan Miss Kelpdale doen was Archibalds antwoord. „Aanstonds aanstonds," antwoord de zy. „zy zat met haar elleboog op een oude tafel geleund on dacht een oogen blik na zij verkeerde in den doode- ïyken angst by dit onvoorziene voorval. De hond met den doek om den kop liep naar binnen, en zyne pyn vergetende, sprong hy rondom hear ea blafte luid keels, tot zy hem m6t hare hand aan raakte en zeide„Leg Prince," waarna de verklaringen zal vragen, die het zoo bitter noodig heeft ter rechtvaardiging, neen ter verschooning van zyn beleid. Het komt ons niet aanbevelenswaardig voor aanstonds, met mr. Israels, a L'in- star de Paris, het hoofd van den minister te eisehen. Maar dat de Kamer niet zwijge en, zoo noodig, niet schrome zich uit te spreken, dat lijkt ons in deze omstandigheden van het hoogste belang. De omgekeerde Wereld. In „de Nederlander" vinden wy onder bovenstaand opschrift een artikel, dat ons belangrijk genoeg voorkomt het in zijn geheel over te nemen Sommige bladen zyn, al vinden zy het machtsvertoon der sociaal-democra ten, dat op den laatsten Januari piaats vond, bedenkelijk, vol lof over de hou ding dor stakers zeiven, die zich aan geen enkele wanordeiykheid schuldig maakten. Maar wat hebben die stakers dan toch voortreffelijks, wat verhevens verricht Zy hebban dé kracht getoond en het verhevene dor „solidariteit van den ar beid", zegt mm. Wat bateekent dat woord Wat is de arbeid De arbeid bestaat nist wel arbeiders. Wat hebben nu die stakers gedaan voor de arbeiders? Indien da „bourgeoisie" of „het kapi talisme" zich waren biyven verzetten, dan zou de jammer, die ook over tal- looze arbeidersgezinnen in het geheele land zou g6komen zyn, ontzettend zyn geweest. Talloozo fabrieken en bedryven hadden niet kunnen arbeiden misschien zouden enkele in goeden doen vsrkee- rende werkgevers (och het ioon hebben kunnen uitbetalen, maar verreweg de messten niet. Hun verlies zou door niemand vergoed zyn geworden. Zoo zouden ta'.iooze arbeiders opgeofferd zijn aan hst belang van esn enkele groep arbeiders, die by den einduitslag der staking niet hst minste belang hebben. Wy spreken nu niet over de tallooze rampen van anderen aard, die door de soeiaai-democrafische manier van strijd- voeren over het gansche land, r-iet het minst over da minder welgestelde gezin nen, zouden zyn uitgestort. Men kan zich die toch wei voorstellen, dunkt ons, reeds al denkt men alleen aan de ellende dia van het staken van het melkvervoer, van visch, van alles wat do mensch dageiyks behoeft, en niat in voorraad aanwezig is, het gevolg moet zyn, en waaraan alleen de ryke, doch geenszins de mingegoede zich onttrekken kas. Al die ellende nam de zich zoo „soli dair voelende arbeid" op zijn rekening enkel om zyn zin door te dryven, nog wél ten aanzien van esn eisch waarvan de rechtmatigheid zeer betwistbaar is. Op de brutaalste wyze hebben de leiders getoond hun belang, het belang van eenige duizenden arbeiders, te steiien boven dat van allen, zelfs boven dat van de groote massa hunner medearbeiders. hy aan hare vosten kroop, en tegen een tweeden persoon in de kam8r be gon te knorren en dien Archibald in zyne verwondering niet bemerkt had, of schoon het juist dezelfde zyn kon, welke hy dien avond gewenseht had te ODt- dekken. Deze man zat met zyn rug naar de deur. op een stoel voor den haard, in hetwelk een houtvuur brandde, waarby by zyne handen warmde, alsof hy in dien Augustusnacht warmte be hoefde. HU was een lang opgeschoten, breed geschouderd man, met een bree- den hals, en die opzetteiyk zijn hoofd van hem afhield, bij den eersten blik, dien Archibald op hem sloeg. Het was eene vreemde, stilzwygende groepen Job, met den rug tegen zyne beschadigde deur geleund, met zyn pypje in den mond, zyne handen in den zak en zyne schouders byna boven zijne ooren, vond dit ook, in weerwil der wQsgaerige onverschilligheid, waarmede hy het het tooneel scheen te boschou wen. By het flauwe Sicht der kaars op de tafel getuigde Louisa Kelpdale van de hevigste ontroering en Archibald merkte op, dat haar gelaat meer dan eens van uitdrukking veranderde, ten gevolge der En wat hebben zy daarvoor hunner zijds gewaagd Men kan eerbied hebben voor werksta kers, die, ter wille van een verder gelsgen doel, jaren lang gespaard hebben, om dan met behulp dier zóó ontstane krygskas den stryd aan te binden. Als dan die werkstakers, ondanks hun ontberingen, altyd kaim en trouw biyven, niemand molesleerende, en afwachtende welk het einde zal zyn, dan kan men voor dezulken sympathie en bewondering hebben, zelfs al is men het met de motieven tot staking niet eens. Maar hier waagden de stakers niets zelfs niet latere bestraffing behoefde te worden gevreesd, evenmin als ruwe aan raking met do gswapende macht. Hier ontleenden de stakers enkel hun macht aan den aard van het bedryt, waarin zy werkzaam wareD. Indien een workman, bezig aan een kruitfabriek, 's nachts een electrische draad verre buiten het fabrieksterrein aanbrengt en, wanneer 's morgens alle man op do fabriek is, aan het einde der draad gaat staan, om daa den directeur der fabriek de eisehen voor te leggen die hy goedvindt, onder mededeeeling dat hij h9t kruit zal aansteken, hoe noemt men dan zoo'n arbeider En zou zoo iemand aan den arm der gerechtigheid ontsnappen, door aan te voeren, dat hy handeldo uit solidariteitsgevoel voor zyn medearbeiders, die hy evenwel vooraf gewaarschuwd had, zoodat voor hen persooniyk geen gevaar ontstaan kon? Wat hebben de stakers, onder leiding der sociaal democraten, anders gedaan dan deze werkman? Waarin bestaat hun heldenmoed Doch er is nog meer, waarom wij hetgeen geschied is ten diepste verfoeien. Tot dusver gold, ook in de arbeiders kringen, het oud-Girmaansche woord een man een man, een woord een woord. Voor Christenen en met-Christenen was de eed heilig. Do meeste beambten dis aan het spoor wegbedrijf verbonden zyn moeten onder eede beloven bun dienst trouw te zullen verrichten. Op die trouwe verrichting steunt de veiligheid van het verkeer. By onachtzaamheid moet, altyd t8r wille van die verkeersveiligheid, straf worden opgelegd. Daarentegen staan zy, evenals alle ambtenaren, onder da byzondere bescherming der wet. Welnu Het baëedigd gedeelte van het dienstpersoneel, voor zoover het gestaakt of zich tot staking bereid verklaard heeft, heett zijn eed geschonden. Als de „kapitalisten* eens weigerden de beloften na te bomen, die de arbeiders hun door een gewelddaad hebben afge perst, en uit rechtsoogpunt is dat alleszins geoorloofd, dan zou men de heeren sociaal-democraten eens hooren Maar dat da arbeiders hun eed schen den dat zy dien eed afleggen mat het voornemen om hem niet te houden, daar zjj zich willen onderwerpen aan een afwisselende gedachten, die haar bezig hielden. Zy verkeerde in den hevigsten angst, daarvan hield Archibald zich overtuigdhaar gelaat was verwilderd, bleek en ongelukkig, en toen zy zich naar hem omkeerde, drukte hy den wensch uit, dat zy hem zou vertrouwen. „Mr. Hope," zeids zy daarop zweeg zy, de laatste uitdrukking stierf weg, en werd vervangen door die van vrees, toen zy zeide „Waarom zijt gy gekomen „Ik ban hier gekomen om Job te zoeken, dien ik verdacht van ontrouw jegens zy'n meester. Ik dacht niet dat ik u hier zou vinden, daar de afstand te kort is van hem, wiens hart gij byna door uwe verwydering verbryizeld hebt.» „Hy hy heeft immers myn briefje ontvangen, vroeg Louisa haastig. „Voor- zeker is hy niet dadeiyk begonnen met my te wantrouwen Althans kan hy nog enkele dagen my vartrouwen." „Uw brief werd eerst des avonds ontvangen. Hy hec-ft den geheelen dag in de grootste spanning verkeerd. Wcrdt vervolgd.1

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1903 | | pagina 1