Donderdag
1 Januari.
EEN GEDENKSTEEN.
u
Bo. 1.
41e Jaargang
1903.
FEUILLETON.
VLISSIMSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden fi 1.30..V Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich bg alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
t. VAK »3 VELWS Jr., Kleine Markt, 187.
ABYERTENTIÊN Tan 1 4 rtgtl* 0.40. Voo«-»lken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prQa slechts tweemasi berekend. Sfroote letters
cn cliché'» naar plaatsruimte.
'«twijgut Sas- «s f<
Talcphoonnnaraiar SO.
Ahörmem^ai^MverteaöEa op see» vooMeelige Toorvr«a?d«a„
Wegens den Nieuwjaars
dag verschijnt de »Vlissing-
sche Oourant» morgen (Don
derdag) niet.
Aagje en Bet je, onze welbekende
schrijfsters, zeggen ergens, dat iedere
eeuw een menigte .«a huilebalken den
l iost gegeven heeft, die het zoo druk
<1 iaadden met de" boosheden hunner tyd-
genooten te betreuren, dat zy niet aan
hunne eigene verbetering konden komen.
Hebben wü dat altijd een mooi motto
yoor den Oudejaarsavond en voor elke
tljdwiaseling in het algemeen, gevonden,
aan het einde van het jaar 1902 schijnt
vooral heel wat aanleiding om van dat
motto gebruik te maken.
Zelden zijn wij bij het einde van een
jaarkring in de gelegenheid om van
heeler harte te getuigen, dat in de ge
schiedenis van volken, Staten en maat
schappijen in de afgeloopen spanne tyda
het goede, het minder goede of kwade
aanmerkeiykovartrofmaar thans bestaat
daartoe wel allerminst aanleiding. De
b(Jna vervlogen kring zal als met een
zwarte stof in de wereldgeschiedenis
staan aargeteeksnd en wij zouden ge
neigd zijn met den dichter uit te roepen
„Ontzink mijn oog, o jaar der „oaande
Waarin ik mij ie leven schaam,
Gy die een onuitwischbren blaam
Uzelf op 't eeriooa vooihoofd brandde."
Dan, wij hopen gelegenheid te vinden,
de algemeene geschiedenis van het jaar
1902 nog eens in vogelvlucht te aan
schouwen en kunnen haar dus voor het
oogenblik laten rusten. Troawens, het
is niet overbodig, eens te onderzoeken
of, wat Aagje en Bat je schreven, niet
toepasselijk is op ieder onzer in het
bijzonder, in eigen, kleinen en soms
zelfs zeer 6ngen kring, en het oogenblik
is cddr om ons zeiven eens eveng.s
onder handen te nemen en ons te her
inneren, dat het lev„n een staag verrei
zen en vertrekken isdat eigenlijk nie
mand onzer te roemen heeft op het
zekere of het blijvende van de dingen
hier beneden, maar telkens, en telkens
meer de stem des geestts ons komt
wekken, dat wij ons hebben vaardig te
maken om af te reizen.
Een opwekkende gedachte moge .dit
niet zjjn, zy is er eene, die een schat
vrij naar het JEngelseh.
46.)
„Het is bjjna onnatuurlijk, dat iemand
van uwe jaren zoo achterdochtig zijn
kan," zeide Archibald, ofschoon gij mis
schien gelijk hebt mi) te wantrouwen.
Denk echter over den raad, dien ik u
geven wil, rijpelijk na, en zoo gij aan
zjjne oprechtheid twijfelt, verwerp hem
danmaar één ding raad ik u, zeg Sir
William de waarheid- aangaande uwe
betrekking tot mijn broeder. Zoo zij eene
romaneske genegenheid is.
„Ik wil niets meer hooren," riep zij.
„Ik ben het best in staat zelve te oor-
deelen, en ik misleid den goeden ouden
man alleen om zijnentwil, niet om mQ
van levenswijsheid bevat en die zich
uitstekend aanpast by de stemmen van
het stervend jaar, die ons zulk een over
tuigend gevoel opdringen van da ver
gankelijkheid der dingen. Maar aan den
anderen kant zijn wij nog wel eens al
te vaak geneigd om het verledene spoedig
te vergeten en onze blikken uitsluitend
op de toekomst te richten, en dan liefst
op een toekomst, waarin het spel der
verbeeldingskracht groote verwachtingen
voorspiegelt. Wij bouwen nieuwe plan
nen, ons leven is een aanhoudende ver
wachting en een onophoudelijk jagen
naar een nieuw doel.
W|j mogen en kunnen wel niet in
alles leven als de kinderen, maar toch
ia het zeker, dat wü van hen kunnen
leeren, zonder overdreven smart over
het verledene, maar ook zonder nieuws
gierigheid en bezorgdheid omtrent de
toekomst, het tegenwoordige te genieten.
Het tegenwoordige oogenblik is voor een
kind altijd het beste doel. Dit predikt
natuurlijk geen zorgloosheid, maar de
ware kunst om te leven bestaat niet
daarin, altijd en uitsluitend naar een
beter lot te jagen, maar zjjne tegen
woordige omstandigheden en betrekkin
gen van de beste zijde te beschouwen
en al het goede te genieten dat z{j be
vatten. Alleen van het tegenwoordige
zjjn wij zeker. Wij mogen hopen op een
betere toekomst, maar alleen zóó, dat
de gedachte aan het verledene ons op
wekt om van het tegenwoordige een
beier gebruik te maken das wjj van
het verledene hebben gemaakt.
Laat ons aan het einde van een jaar,
dat met al zijn daden, ai zjjn ljjden en
verblijden in den oceaan der eeuwen
wegzinkt, dan ook maar, met Aagje en
Betje, de voortreden onzer tijdgenooten
laten rusten en ons afvragen wat er
van ons zeiven geworden is
Volkomen bevredigend zal dat ant
woord wel niet zijn. Dat zou het alleen
kunnen wezen, warneer wjj met een
goed geweten konden getuigen, dat w(j
met ai de kracht die in ons is, viytig
aan de aardsche taak voortweefden, vol
komen tevreden waren met ons lot, en
den ouden tijdkring vaarwel zegden,
voldaan over ons zeiven en in vrede
en vriendschap met allen.
Dat is een ideaal en dat wordt niet
bereikt zonder worstelen maar laat ons
denken aan de spreuk, dat ook het
pc-gen in het worstelperk grootsch is, en
dus, hebben wjj geworsteld, ernstig
en volhardend, en zijn wjj daardoor dat
ideaal een weinig dichter genaderd, dan
zelve. Ik strijd zjjn strijd en den mflne,
de hemel zij mjjn getuige zonder een
enkel vriend naast mij, om mg te
helpen."
„En waarom zoudt gjj zonder vrien
den zyn?"
„Ik verdenk elke goede bedoeling
dat weet gjj gij hebt het zelf gezegd
Vraag uw broeder naar het waarom
mij niet."
„Ik zal het hem heden nog vragen."
„Verzoek hem, dat hg u alles zegt,
en wees dan nog mgn vriend, zoo gg
kunt."
Op eens verliet zg hem en trad in de
receptiezaal, en bg bleef er alleen tot
Maurita en Mary Prayse weder bij hem
kwamen.
„zgt gg gereed, Maurita, het rgtuig
wacht reeds eenigen tgd."
„Ja, ik ben gereed," zeide MauritB;
op zyn horloge ziende bg het licht, dat
door de ramen der receptiezaal stroomde
„Ik wist niet, dat het zoo laat was
maar de tgd is voorbggevlogen, terwgi
ik met Mary Prayse sprak over de dagen
toen wg te zamen in den grooten tuin
haars vaders op den heuvel speelt'
Gg herinnert het u nog wel Artu.„
„Ja, ik herinner het mij," zeide Archi-
mogen wg, wel niet mot voldaanheid,
maar dan toch met eenige tevredenheid
en boven alles met innige dankbaarheid,
terugzien op een verleden, dat ons in
de plechtige uren zal brengen in de
passende ernatig-biyde stemming en ons
wat gemakkeigker zal doen stappen over
den grenssteen der jaren, in het onbe
kende land der toekomst.
Vaarwel, droom van een dag, die
toch werkeigkheid wasHoe dikwgis
zullen wg den grenssteen nog overstap
pen? Zullen de winterstormen een vol
gend jaar over ons graf waaien Zoovelen
immers gingen ons voor, en zooveel
bestaat niet meer, wat enkele maanden
geleden nog bestond.
Maar wg willen niet al te veel vragen
doen, waar de ondoordringbare nevelen
der toekomst zich voor ons uitstrekken.
Het zal ons wel zgD, indien wg slechts
op het antwoord voorbereid zgn, in
welken zin dat ook moge uitvallen,
Hopen mogen wg zeker, mits wg ook
arbeiden. Daarom misschien is er iets
buitengewoon plechtigs in het begin van
het nieuwe jaar. Het nieuwe jaar is,
zooals een ernstig scbrgver het genoemd
heeft, een feestdag, dien wg aan onze
stille hoop, aan onze geheime wenschen
toewgden.
Laat ons niet te veel van de toekomst
hopen. Niet alleen dat menscheigke plan
nen en berekeningen meestal falen
maar wij kunnen niet sens zeggen, dat
de vervulling onzer li-A-' ■- wenschen ons
grootste geluk zou zgn.
Misschien is het geheel anders 1 Wy
kunnen niet voorat zeggen wat een
geluk voor ons zou zgn, wg die niet
eens weten wat den volgenden dag ge
schieden zal.
Dat stemme ons tot een juist begrip
onzer geringheid, maar behoeft volstrekt
geen bron van kleinmoedigheid te zgn
wanneer het de ziel slechts kracht geelt
om alle vergeefsche zorgen en alle gdele
hoop te laten varen en met een stil
vertrouwen de gaven uit het onbekende
land te verwachten.
Eaa zullen niet al te veel teleurstel-
1 Dgen ons ontstemmen, geen gdele droo-
rnan als in damp vervliegen en ge6n
luchtkasteelen ineenstorten.
Dku zullen wg ons zeiven niet onge
schikt maken voor de taak, die alle
krachten en alle energie vordert.
Laten wg ons zelven beschouwen alsof
wg de bewerkers van ons 6igen geluk
of ongeluk waren. En dat zga wg tot
op zekere hoogte, waar immers de tgd,
die stof waaruit de eeuwigheid wordt
bald gejaagd. „Wilt gg ook afscheid
nemen, daarna kunnen wg gaan."
Maurits ging in de kamer, en Archi
bald bleef met Mary Prayse buiten
staan.
„Gaat gg niet naar binnen, Archie?"
vroeg zg.
„Neen, ik heb reeds voor vgf minuten
afscheid genomen," zeide hg. „Ik behoef
slechts de gangdeur, die op het terras
uitkomt, door te gaan, en kan zoo aan
elks oog ontsnappen."
„Welk een vreemde, geheimzinnige
avond was het," zeide zg met eene
huivering. „Ik wensch niet, er ooit weder
zoo een door te brengen."
„Dat wensch ik ook."
„Hebt gg met Sir William twist ge
had zeide Miss Prayse.
„Om te twisten zgn er twee noodig,
Mary, en ik had er geen lust toe, in
weerwil van de minachting, die gg weet
dat ik voor hem koester. Ik heb zonder
linge denkbeelden aangaande den baron
en geheel in strgd met hetgeen ik
vroeger dacht. Ik verander geheel en al,
geloof ik het zand loopt snel door
hst zandglas even snel wisselen hoop
en vrees, ingenomenheid en afkeer, en
ik verlies den grond ond rnyne voeten
gemaakt, als een onbebouwd veld is,
waarop noch geluk, noch ongeluk van
zelf groeien. Wg moeten het met onze
eigene handen bebouwen en wat wg er
zaaien, dat zullen wij er stellig ook
maaien.
Laat ons dan, bg het begin van het
nieuwe jaar, maar de bede doen hooren,
dat op den grooten akker des levens een
ryke zegen onzen eigen arbeid en dien
enzer medemenschen mogen loonen I
De menscheiyke corvée is soms zwaar.
Laat er ons zonder morren aan arbei
den, wetende dat Eén de Meester is,
Eén die eenig en alleen het groot ge
heim der toekomst bezit.
Ten slotte nog een enkel woord tot
onze lezers in het byzonder.
Ons dagblad mag in de algemeene
dankbaarheid deelen. Zonder nu juist
een troonrede te willen houden, mogen
wg getuigen dat de betrekkingen tus-
schen haar en het publiek in het afge
loopen jaar van den meest vriend schap -
peiyken aard waren. Publiek en courant
zgn langzamerhand vrienden geworden,
die, naar wg vertrouwen, elkaar niet
meer zouden kunnen missen. Al wordt
onze courant ai een beelje bejaard, even
als er menschen zgn die een eeuwige
jeugd hebben, hopen wg maar dat ook
zg altyd nieuw zal big ven en het beste
beentje zal voorzetten, om de vriend
schap van het pobliek voortdurend te
behouden.
Een gelukkig levensjaar aan allen
heil en zegen, aan ieder in eigen kring
en naar eigen behoeften 1
Nieuwjaar ten Hove.
H. M. de Koningin zal Nieuwjaarsdag
des middags te 1 uur receptie verleenen
aan de ministers, hoofden der departe
menten, aan de voorzitters der hooge
staatscolleges en aan de leden van het
Civiele en Militaire Huis.
Voorbereiding der Ongevallenwet.
Het biykt uit alles, dat de voorberei
ding der Ongevallenwet, die in werking
zal treden op 1 Februari a. s., met meer
zorg plaats vindt dan die der Gezond
heidswet. Terwyi de gezondheidscommis-
siën zelf maar moeten zien, waar zg met
haar vergaderingen enz. onder dak kunnen
komen, heeft de regeering thans reeds
geinformeerd of de besturen der gemeen
ten, waar een even groot aantal plaat-
seiyke commissiën van de Ongevallenwet
zullen gevestigd worden, genegen zgn een
lokaal daarvoor tegen vergoeding beschik
baar te stellen.
Ook hebben de ambtenaren van de
Ongevallenwet reeds nu vrydom van
port voor hun correspondentie onder
ling niet alleen, maar ook met alle
geneeskundigen, terwyi deze laatste nog
immer genoopt worden alle verplichte
aangiften te frankeeren, willen zg de
inspecteurs der volksgezondheid geen
strafport doen betalen, en terwyi de
leden dergezondheidscommissiën evenmin
onderling vrydom van port genieten en
het zelfs niet zeker is of zy ooit restitutie
kunnen reclameeren.
Eene belangryfee voorbereiding voor
de Ongevallenwet heeft dezer dagen
eveneens haar beslag gekregenaan alle
geneeskundigen is nameigk door de Bijks-
verz.keringsbank een circulaire toegezon
den met verzoek baar ingevuld on-
gefrankeerd terug te zenden 6 Januari
waarby worden opgegeven de voor
waarden en het tarief voor het verleenen
van genees- of heelkundige hulp aan
verzekerden, die door een ongeval zga
getroffen en vallen onder de nieuwe wet
en met de vraag of de geneeskundige
genegen is zich dienovereenkomstig be
schikbaar te stellen.
en weet niet meer waar ik sta. Het
is om gek te worden," zeide hij, met
den voet op den grond stampende, „en
eerst dan zal mgn wil mg genezen,
wanneer ik deze hateiyke plaats ver
laten heb."
„Hateiyk?" zeide Mary snel.
„Ja zy is voor mg, hateiyk gewor
den."
„Dat spyt mg," antwoordde zg daar
op reikte zg hem de hand en zeide
„Goeden nacht, Archie," op een toon
die van hare inwendige ontroering ge
tuigde.
Goeden nacht, Mary," antwoordde hij
onbewust als hjj was, dat bg haar door
zyne barschheid gepgnigd had, en niet
aan haar, maar aan dat zonderlinge,
onbezonnen, meisje denkende, welke hg
dien avond door zyne vragen en ver-
wyten byna tot het uiterste gebracht
had. Hg stond nog altyd in gedachten
to9n Maurits naar buiten kwam en hem
ziende, zeide
Gaat gy langs dezen weg heen
„Ja."
I Hg ging over het terras naar eene
1 deur, welke in den gang uitkwam, en
waar twee bedienden stonden, aan welke
Job Friton in scherpe bewoordingen eene
Vrijzinnig-dsmocratiscHs Bond.
De „Vryzincig-democratische Bond"
houdt eeu algemeene vergadering op 24
Januari a. s. te Amsterdam, ter behan
deling van een ontwerp-gemeenteigk
program.
De op 11 Januari j.l. gehouden alge
meene vergadering heeft nameiyk bg de
goedkeuring van het werkprogram, van
den Bond da vaststelling van een pro
gram voor zgn werkzaamheid op ge
meentelijk gebied tot later verdaagd.
Ter voorbereiding daarvan werd op
uitnoodiging van het bestuur, een ont
werp van zulk een program samenge
steld door de heeren mr. Joh. J. Belin-
tante, te 's Gravenhage, M. Boogaerdt Bz.
te Krimpen a/d Lek, mr. J. H. de Gtane
te Lochem, mr. H. L. Drucker te Leiden,
C. V. Gerritsen le Amsterdam, mr. A.
van Gyn te 's Gravenhage, P. W. J.
van Hassel te Utrecht, mr, H. P. Mer
chant te 's-Gravenhage en J. W. 0.
Tellegen, te Amsterdam.
Dit ontwerp-program geeft allereerst
te kennen, dat de gemeente als werk
geefster heeft te regelen den rechtstoe
stand van alle personen in haar dieast,
dat zy maatregelen moet nemen in het
belang van hen, die indirect in dienst
der gemeente arbeiden en dat zy hare
werken moet uitvoeren op een wyze,
die mede bevorderiyk is aan de belangen
van het daarby batrokken personeel.
Voorts wordt gezegd, dat ondernemin
gen en inrichtingen van algemeen nut
de gemeente als eigen bedryf moet ex-
ploiteereD, voor zoover zulks hetzy een
eisch kan heeten vau de haar bg de
wet opgedragen zorg voor de openbare
gebeurtenis verhaalde, welke voor tien
jaren had plaats gehad,
„Hg was altyd een duivel. En heeft
hg er nog niet al hat uiteriyk van, met
dat donker gezicht Zeg maar niet dat
het niet waar is. Maar hg zal niet meer
op mg schieten, want dan
„Job, help mg eens mgn jas aan
trekken, als een vent," zeide Maurits;
en Job, niet wetende wat hg deed, hielp
Maurits zgn demisaison aandoen, terwgi
hg allerlei gezichten achter zgn rug
trok.
„Ik dank u, Job. Gg zgt wat krach
teloos in uw eenen arm, niet waar ta
oordeelen althans naar de wgze waarop
gg aan eenen kant trekt. Ziedaar, dat ia
voor u."
Job stak zyne hand werktuigeigk uit,
en zag op hetzelfde oogenblik een sove
reign in zyne hand blinken. Job was
eenigszins vrekkig van aard, want een
vreemd vuur flikkerde in zyne oogen,
toen hem de woorden ontsnapten„Lieve
hemel 1*
„Bewaar het tot een appeltje voor
den dorst, Job."
(Wcrdt vervolgd