ilöbe- Maandag 22 December. Poets Poets- xtrakt &o. 301. 40e Jaargang 1902. sluitend met ISSINGEN. hffmmmn h G. SIKiB. zich opnieuw aai leveren van alle iijn vak behoort. adres voor he k Kepareeren vai ikelcn, Kindergoe :n Garneeringen. Gemeentebestuur. lMWX9fii&&S Ml&ZTm. Grooter productie bij korter arbeidsduur. •loopig ons de vorst, koBt dan prima Worst m Kluiven Geld. Spek n, Boonen, zeer in tre) ir is guur, de wind is koui Ö1S, I. 7, Groenewoui den vraagt onmiddellijk LISSINGEN een adr< r i e v e n kunnei ren worden ei len nam* Enge iet volledige bgzonderheiei Er.gelteb, onder motto aan NEYROUD SOI Offices, Queen Victoria St VL1SS1NGSC1E COURANT Prtjs per drie maanden f 1.30o- Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummer» 6 cent. Men abonneert zich bg alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bg den Uitgever VAN »B VKLBK Jr., kleine Markt, I. 187. *-S ABVERTKNTIÊN van Jvl Tegels0.40. Voor. eiken regel meer 10 cent. B{j directe opgaat van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts (weemaal berekend. Groot» letters en cliché'* naar plaatsruimte. tenei|ii dageiH&Cf illgtnoaderd op tel- u feestdagen. Telephoonnnramer IO. Abennements-AdvertentlSn op «oei roordeelige voorwaarden. OVERNAME jaangeboden za .k in overname der goedarei A. 0., Bureau Vliss. Cl ERKSTE, de VOOR IE van alle bestaande ÏVEISAJET. knot sn van aand merk. ar bij MsaïN BS SAJET G. LAERNOES, Walstraat. ende beveelt zich aan voo: van ASSURANTIËN, o! Rotterdam, op Huizen, Ie nansgoederen, Schepen e: en Zeetransporten. :tra*dienst U3fiïï SE X.EÏdES5A3 ;sn KemiM,- vm 4 50 (allse« 5 55 Van Aalmarkt,- va - 1145 mn 12 30 1 li 4 15 5 10 5 55 6 55 7 45 5. 'Qfg naar Ztiimarkt flat" alleen op werkdagen- 6 23 50 nrn 12 5 l 30 2! 0 5 15 6 7 7 20 8 31 QHK HAVENDIENST en :vm. 6— S 20 77 55 0 9 40 10— 1020 10 45 nas 1 10 1 30 2 2® 8 40 4 4 20 5 58 7 50 820. enaluiavia 6 10 6 30 7 9 20 9 50 10 10 10 8S 1 50 1.2 10 on 1 20 14« 310 8.80 3 50 410 495 7 20 7 40 3 3 30. Aangifte ter inschrijving voor de Militie Burgemeester en Wethouders van Viissingen brengen ter kennis van wie het aan gaat, en meer bijzonder van de in het jaar 1884 geboren mannelijke personen, of van bun vader, moeuer, voogd of curator, dat b(j de, ingevolge het Konink lijk besluit van den 16an November 1901 (Staatsblad no. 222j, op 1 Januari 1902 in werking tredende Militiewet 1901 (Staatsblad no. 212 van 1901), bet volgende is bepaald Art. 13. Voor de militie wordt inge schreven lo. ieder minderjarig mannelijk Neder lander,die binnen het Rgk,in het Duiische RQk of in het Koninkrijk België verblijf houdt 2j. ieder minderjarig mannelijk Neder lander, wiens vader, moeder of voogd binnen bet Rijk, in het Duitsche Kijk, of in bet Koninkrijk België woonplaats heeft 3o. ieder meerderjarig mannelijk Neder lander die binnen het Rijk, in htt Duit sche Rijk of in het Koninklijk België woonplaats he6ft 4o. ieder mannelijk ingezetene, niet- Nederlander zoo hij op den len Januari van het jaar het 19de levensjaar was ingetreden en niet verkeert in een der b(j art. 15 omschreven gevallen. Ingezetene is, voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder 4o A. de binnen het Rjjk verblijf hou dende minderjarige niet-Nederlander a. wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de voorafgaande achttien maanden in het Rijk of de koloniën of bezittingen des Rgks in andere wereld- deelen g6had heeft b. van wiens ouders de langstlevende b(j z(jn of haar overlijden in het hier boven onder a omschreven geval ver keerde, al verkeert zijn voogd niet in dat geval of al is deze buiten 's lands gevestigd o. die door zijn vader, moeder of voogd verlaten is, of die ouderloos ia of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en van wien niet bekend ia dat h(j een voogd heeft, indien hij geduren de de voorafgaande achttien maanden in het Rijk verblijf gehouden heeft B. de meerderjarige niet-Nederlander, die binnen het Rjk woonplaats heeft en haar gedurende do voorafgaande achttien maanden in het Rflk, of de koloniën of bezittingen des Rgks in andere werelddeelen gehad heeft. Voor minderjarig wordt voor de toe passing van het bepaalde hierboven on der A gehouden h(J, die minderjarig is in den zin der Nederlandsche wet. Voor meerderjarig wordt voor de toepas sing van het bepaalde hierboven onder B. gehouden hij, die meerderjarig is in den zin van voormelde wet. Art. 14. De inschrijving geschiedt: lo. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede lo; zoo hg binnen het Rjk verbigf houdt en zgn vader, moeder of voogd aldaar woonplaats heeft, in de gemeente der woonplaats van vader, moeder of voogd zoo hg binnen het Rgk verbigf houdt en zgn vader, moeder of voogd elders dan binnen het Rgk woonplaats heeft, in de gemeente, waar hg verbigf houdt; zoo hg door zgn vader, moeder of voogd verlaten is, ouderloos is of in wetteigken zin geen vader of moeder heeft en het niet btkend is dat hg een voogd heeft, in de gemeente, waar hg verb.gf houdt zoo hg in het Duitsche Rgk verbigf houdt, in de gemeente Amsterdam zoo hg in het Koninkrgk België ver bigf houdt, in de gemeente Rotterdam 2o. van hem, bedoeld in art. 18, eerste zinsnede 2o.: zoo zgn vader, moeder of voogd woon plaats heeft binnen bet Rgk, in de ge meente der woonplaats van vader, moe der of voogd is de woonplaats van vader, moeder of voogd in het Duitsche Rgk, in de gemeente Amsterdam is zg in het Koninkrgk België, in de gemeente Rotterdam 8o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 3o. zoo hg woonplaats heeft binnen het Rgk, in de gemeente zgner woonplaats zoo hg woonplaats heeft in het Duit sche Rgk, in de gemeente Amsterdam zoo h(j woonplaats heeft in het Ko ninkrgk België, in de gemeente Rot terdam 4o. A. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 4o, indien hg minder jarig is: zoo hg verkeert In het geval, in de tweede zinsneds van dat artikel onder Aa omschreven, in de gemeente, waar zgn vader, moeder of voogd woonplaats heeft zoo hg verkeert in het geval, in die zinsnede onder A6 omschreven, in de gemeente, waar zgn voogd woonplaats heeftis de woonplaats van dezen bui ten 's lands, dan geschiedt de inschrg- ving in de gemeente, waar de minder jarige verblijf houdt zoo hg verkeert in een der gevallen, in evenbedoelde zinsnede onder Ac om schreven, in de gemeente, waar hg verbigf houdt B. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 4o, indien hg meerderjarig is in de gemeente waar hg woonplaats beeft. De in de vorige zinsnede als plaats van insehrg ving aangewezen gemeente is die, waar het verbijt of de woon plaats gevestigd is of was op den len Januari van hat jaar, volgende op dat, waarin de in te schrgven persoon het 18e levensjaar volbracht,tenzg het iemand geldt, wiens insehrg ring te Amsterdam of te Rotterdam moet geschieden wegens verbigf of woonplaats onderscheidenigk in het Duitsche Rgk of in hel Koninkrgk België. Art. 15. Yoor de militie wordt niet in geschreven: lo. de ingezetene niet-Nederlander, die bewijst te behooren tot een Staat, waar de Nederlanders niet aan den ver plichten krggsdienst zgn onderworpen, of waar ten aanzien van den dienstplicht bet beginsel van wederkeerigheid is aan genomen 2o. hg, die bewg'st in de koloniën of bezittingen des Rgks in andere wereld deelen verbigf te houden of woonplaate te hebben, al heeft zgn vader, moeder, voogd of curator woonplaats binnen het Rgk. Art. 16 Hg', die volgens art. 13 be hoort te worden ingeschreven, is ver plicht zich daartoe bg Burgemeester en Wethouder» der gemeente, waar volgens art. 14 de insehrg ving moet geschieden, aan te geven tusschen den len en den 31en Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hg het 18a levensjaar vol bracht. Bg ongesteldheid of afwezigheid van hem, die zich ter inschrging moet aan geven, alsmede in een der gevallen, hierna in de vierde zinsnede omschreven, rust de verplichting tot het doen der aangifte indien het een minderjarige betreft, op zgn vader, moeder of voogd indien het een mindeijarige betreft, die onder curateele gesteid is, op zgn curator. De verplichting van vader, moeder of voogd geldt evenwel slechts zoo hg of zg binnen net Rgk, in het Duiische Rgk of in het Koninkrgk België woonplaats heeft. Behoudens de uitzonderingen bg de volgende zinsnede gemaakt, rust de zorg vour het doen der aangifte uitsluitend op den in te schrgven minderjarige: indien zgn vader, moeder of voogd niet binnen het Rgk, in het Duiische Rgk of in het Koninkrgk België woon plaats heeft; indien zgn vader of moeder of beiden de ouderlijke macht missen indien hg door zgn vader, moeder of voogd verlaten is; of indien hg ouderloos is of in wetteigken zin geen vader of moeder heeft en het niet bekend is dat hg een voogd heeft' Hg, die door do bestuurders, in artj 22 vermeld, ter insehrg ving moet wor" den opgegeven of die iar dienst is bg d" zeemacht, de marine-reserve en he' corps mariniers hieronder begrepen, bg hst leger hier te lande of bg de kolo niale troepen, is tot het doen van de aangifte niet verplicht. Voor hem of haar, die tot het doen der aangifte verplicht is, kan de aangifte geschieden door een ander, daartoe sehrif- teigk gemachtigd. De volmacht bigft onder Burgemeester en Wethouders be rusten. De wgze, waarop van de gedane aan gifte moet bigken, wordt door ons be paald. Art. 18. Voor de militie wordt ook ingeschreven of wordt op nieuw inge schreven lo. ieder minderjarig manDeigk Neder lander, die na den len Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hg het 181e levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21e levensjaar zgn verbigf binnen het Rgk, in het Duitsche Rgk of in het Koninkrgk Beigië beves tigd heeft 2o. ieder minderjarig manneigk Neder- lsnder, wiens vader, moeder of voogd na den len Januari van het jaar, vol gende op dat, waarin de minderjarige het 181e levensjaar volbracht, en vóór het intreden van diens 21e levensjaar zgne of hare woonplaats binnen het Rgk, in het Duitsche Rgk of in het Koninkrgk België gevestigd heeft 3o. ieder mannsigk minderjarige, die na den len Januari van het jaar, vol gende op dat, waarin hg bot 181e levens jaar volbracht, en vóór het intreden van het 21e levensjaar NsdeAnder cf op nieuw Nedeilanüer is geworden, zoo hg in een der hierboven onder lo omschre ven gevallen verkeert, of wiens vader, moeder of voogd verkeert in een der gevailen, hierboven onder 2j omschreven; 4o. ieder meerderjarig manneigk Neder lander, die na den len Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hg het 181e levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21e levensjaar zgne woonplaats binnen het Rgk, in het Duitsche Rgk of in het Koninkrgk België gevestigi of er woonplaats verkregen heeft 5a. ieder mannelijk meerderjarige, die na den len Januari van het jaar, vol gende op dal, waarin hg hat 18le levens jaar volbracht, en vóór het intreden van het 21e levensjaar Nederlander of op nieuw Nederlander is geworden, zoo bg in een der hierboven onder 4o omschre ven gevallen verkeert 6o. ieder manneigk niet-Nederlander, die na den len Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hg het 18de levensjaar volbracht, en vóó; het intreden van h;t 21e levensjaar ingezetene of op nieuw ingezetene is geworden in den zin der tweede zinsnede van art. 13. Hierbg gelden de laatste zinsneden van van dat aitikel eu art. 15. Ten aanzien van de gemeente, waar de insehrg ving of de insehrg ving op nieuw moet geschieden en van de ver plichting tot het doen van aangifte ter insehrg viDg of ter insehrg ving op nieuw, gelden de eerste zinsneden van art 14 en d« laatste vgf zinsneden van art. 16. De aangifte ter inschrijving of ter insehrg ving op nieuw van hem, die volgens de eerste zinsnede van dit artikel moet worden ingeschreven, geschiedt binnen dertig dagen na het verkrggen, of, werd hg reeds vroeger ingeschreven doch van het register afgevoerd, na het terug erlangen van het Nederlandschap of van het ingezetenschap, of na de ves tiging van verblijf of de vestiging of het verkrggen van woonplaats, binnen het Rgk, in het Duitsche Rgk of in het Koninkrgk België. De insehrg viDg geschiedt in het regis ter betreffende de lichting van het jaar, waartoe de in de eerste zinsnede van dit artikel bedoelde persoon volgens zgnen leeftgd behoort. Art. 166. Met boete van ten minste vgftig cents en ten hoogste f 100. wordt gestraft de overtreding van de artt. 16, 18 en 22. Zg, die ingevolge bovenstaande wets bepalingen in deze gemeente voor de militie moeten worden ingeschreven, moeten mitfedien hiertoe bg hen, Bur gemeester ?h Wethouders ter gemeente secretarie, tusschen den len en den 81en Januari 1903 worden aangegeven. Men wordt verzocht, zich tot het doen der aangifte ter gemeente-secretarie (Bu reau Bevolking) aan te melden. Viissingen, den 20 December 1902. Burg. en Weth. voorroemd, VAN DOORN VAN KOUüEKERKE. De Secretaris, W1TTEVEEN. Wg berinneren ons flauw de mede- deeling van een man der wetenschap, wiens arbeid dus in hoofdzaak bestond in het voortbrengen van heisjDproduc- ten. Hg had de gewoonte, nu en dan eens „flink door te rollen" waarvan dan het ge volg was een gedwongen rust dag. Wanneer dan die rustdag voorbg was gegaan, dan was bg, beter dan te voren, tot zgn ingespannen arbeid in staaten, daar van v r g w i 11 i g rus ten nooit iets kwam, werd het middel van zicb zelf gedwoDgen rust te ver- schaffuD, voortdurend nu en dan toege past. Wg achten ons niet geroepen te be slissen, of een dergelijk voorbeeld uit eenig oogpunt aanbeveling verdient. Wij mogen ons nog rekenen onder degenen, die vrg willig kunnen en willen rusten maar mogen dan ook zonder eenige aarzeling getuigen, dat, des Maandags, ons werk steeds beter is dan des Zater dags dat het minder vermoeit en dat het overvloediger is. Tusschen beide verschgnselen moet, dunkt ons, ver and bestaan. Wanneer zelfs bg, die zgn lichaam, dat reeds ver moeid was, door een overmatig genot nog meer vermoeit, toch baat vindt bg de gedwongen rust, die van de onmatig heid het natuurigk en gewoon gevolg is, hoeveel te meer zal dan de werkeigke, vrg willige en regelmatig terugkeerende rust, haar invloed ten goede op lichaam en geest uitoefenen I Dit is dan ook de reden, waarom men het er vrg wel over eens is, dat rust, vooral regelmatig terugkeerenda rust, als het ware een levensvoorwaarde is voor het bahoorigk volbrengen van den maatschappeigken arbeiddat daarom de maatscbappeigke rustdag een nood- zakeigke instelling is en, in h6t alge meen tgden van ontspanning en genot, wel verre van den arbeid te benadeelen, dien integendeel geheel tot zgn recht kunnen doen komen. Ia latere tgden i3, naast den eiach, slechts door zeer weinigen betwist, van zulke geregeld terugkeerende rustdagen en bgzondere tgden van ontspanning, een nieuwe eisch gesteld, in hoofdzaak op het gebied van den lichameigken arbeidvermindering van bet aantal werkuren op eiken werkdag, zooals dat aantal tot dusver geregeld en overeen gekomen was. In den beginne was dit slechts een vaag begrip. Aan den achturigen werk dag werd nog allerminst gedacht en vooral werd er niet aan gedacht, dien als den normalen arbeidsdag te stellen. Dat de arbeidsduur hier en daar, in verband tot den aard van het bedrgf, tot de uiterste grenzen was uitgebreid, werd wel toegegeven, maar de vraag welk verband er bestond of bestaan moest, tusschen verminderden arbeids duur en het loon, wist men nog niet op te lossen. Van loonsvermindering wilden de werklieden natuurigk niets weten. Zg wenschlen korter arbeidsduur tegen hetzelfde loon, dus loonsverhooging Zóo dacht men vrg algemeen en de vraag wie dat betalen zou, wist men niet te beantwoorden. De patroons wilden de zaak niet voor bun rekening nemen en evenmin konden zg net meerdere in rekening brengen aan hunne eigene be gunstigers of afnemers, die dan minder zouden koopen of minder werk verrichten. Vele jaren zgn reeds heengegaan over den tgd toen de zaak in dit stadium verkeerde. Veel arbeidsduur is ingekort veel loon verhoogd in plaats van ver laagd, en nadeelige gevolgen zgn er niet door ondervonden. Wel bestaan, op het gebied van den arbeid, zeer vele ongewenschte verhoudingen, wel is er veel sttgd en wrgving, maar dit mag veilig aan geheel andere oorzaken worden toegeschreven, vooral ook aan de weder - zgdsche botere organisatie, waardoor de zaken meer in het groot en in het publiek worden behandeld, en vooral ook aan het feit, dat vele ti6uiige toe standen thans beter bekend zgn dan voorheen en men meer algemeen wenscht te verkrggen, wat totnogtoe aan betrekke- igk weinigen werd toegestaan. Intusschen hebben ook de weten- schappeigke onderzoekingen een meer geregeld verloop gehad en een grooter omvang aangenomen en, zg hebben ver rassende resultaten gehad. Dit is hoofd- zake.gk een gevolg geweest van de arbeidswet. De verslagen der arbeidsin spectiën zgn zeer leerrgk. ZJ hebben bevestigd wat sinds lang werd vermoed en in het buitenland sinds lang was ge leerd, nameigk dat als gulden regel mag worden aangenomen dat, in volkomen normale toestanden, korter arbeidsduur tot grooter en beter productie leidt. Men meene niet dat dit zou beteeke- nenhoe minder iemand werkt, hoe meer of hoe beter werk bg aflevert. Zulke dwaze tbeoriën zal waarschgnigk niemand verkondigen. Zelfs leert de wetenschap niet eens dat alle verkor ting van arbeidsduur met verhooging van productie gepaard gaatmaar wel dat dit dikwgis het geval is. Over alle gevallen kan men trouwens nog niet oordeelen. In ieder geval schgnt het reeds be wezen te zijd, eu op zich zelf is dit al gewichtig genoeg, dat vermindering van productie niet van bekorting van arbeidsduur, van eenige bekorting na tuurigk, bet gevolg is. Eene vermindering van een a twee uren, had b.v. geen ongunstig gevolg in steen-, sigaren-, tapgt- en oliefabrieken. Maar er zgn andere en veel verras sender resultaten verkregen. In een fa briek, waar zwaar werk verricht werd, had men den arbeidsduur vaa 12 op 91/» uur teruggebracht. Sadert dien tgd werd minstens even goed werk gemaakt als voorheen. Over het algemeen werken, bg verkorten arbeidsduur, de werklieden beter, vlugger en met meer lust. Een vermindering van werktgd met twee uren per dag in een sigarenfabriek, deed het getal afgeleverde sigaren niet ver minderen. Het zoogenaamde Maandag- houden en in verband daarmede het misbruik van sterke dran ken, verminderde door den ver minderden arbeidsduur, in een machine fabriek, waar nog nooit werk was afgekeurd, werd een stoomketel met buitengewone krachtsinspanning van het personeel in buitengewoon korten tgd geleverd en afgekeurd. Een zelfde ketel, in normale werkuren gemaakt, voldeed uitstekend. Bgzonder leerrgk is de arbeidsduur- en loonstatistiek van do overbekende Haarteiaacne werf Conrad. Ia den 4

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1902 | | pagina 1