AGT
MM
ag J. I I
iüiJLZ Jun.
Dinsdag
16 December.
m
ho, 296.
40e Jaargang
1902
Staatspensioneering.
FEUILLETON.
fe CM 2
J ïfï.8
het alleeif ECHTE
IFBBELOIAG.
S E LE
IN DEZE
■N
iKT.
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1 i"
-S vn JC
-S3 "g as
ft eo .5 u.
a O» Q. O
5 O» O. -c
- -a i »-
P a
e
8 S
I 2 J=
e e
3^ O C3 J3
ilMffiSl"1'!
paardelooze
worden.
I#
,se.
Ina en
|oo lang-
worden,
ediehten,
Ibied van
loven 11
j waarvan
belang-
leds mag
van bet
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
zoo veel 0
gevoegd, 0
fcompleet fê>)
bn deel-
handen,
gtlllU-
Idelaren
jthandel
slechts
VlISSIlïfiSCBE COURANT.
PrtJs per drie maanden 1.80.' Franco per post 1.20,
Afzcnderiyke nummers 6 cent. Men abozmeert zich by alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever
F. VAM BS VSLBS Jr., Kleine Markt, I. 187.
ABVERTENTIÊNvan 1 4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prys slechts tweemaal berekend, Groot» letters
en cliché'* naar plaatsruimte.
Versokjai iaged|ks, (IKHeiierd eg> £ob- n feeetdagcs.
Telaphoonaiisamer IO.
Abfccfl£jïenU-Adv6rtünti0n op secr Toordeellge roor waarden.
Op uitnoodigicg van de afdeeling Vlis
gingen van den Nationalen Bond van
Handels- en Kantoorbedienden in Neder
land, hield Zaterdagavond de heer Hietink
te Zutphen, lid van bet hooidbestuur van
den Bond voor Staatspensioneering, voor
belangstellenden in de groote zaal van
den heer Stofkoper een lezing over dat
onderwerp. Na een inleidend woord
van den voorzitter der afdeeling Vlissin-
gen van den Nat. Bond van Handels-
en Kantoorbedienden, den heer A. F.
Krahmer, betrad de heer J. H. Hietink
het podium, die allereerst zyn spyt uit
drukte over het niet al te groot auditorium.
Aan zyne lezing ontleenen wy het vol
gende
Wy staan aan het begin der 20e eeuw,
en met iets ais weemoed staren wy
terug op de eeuw, die scheiden ging,
die scheiden ging zooais zy was geko
men, onder gebulder van kannonen op
tal van punten dezer aarde.
Ook voor de 19a eeuw zal alzoo gel
den het bekende woord, „de geschiedenis
der menschbeid is de geschiedenis van
den oorlog".
Toch zou het onbiliyk zyn om, ter
bevordering van wat de gestorven eeuw
ons bracht, de balans enkel op te maken
in het Staatkundige, hoewel ook Cd;
vooruit ging. Achter hen, die moorden
en verminken, staan thans de erkende
verpleegsters en de heelmeesters van
het Boode Ktuis, en naast de schreeuwers
om oorlog trekken de apostelen op van
den wereldvrede.
Belangrijk echter en moedgevender is
de vooruitgang op het gebied der weten
schap, welke de 19e eeuw ons deed
aanschouwen. De diepste diepten der
zeeën en de hoogste hoogten der lucht
lagen, de wondere geheimen van het
oneindig kleine en de oneindige myste
riën van bet wonderbaarlijk groots, alLs
werd doorschouwd en ontsluierd, terwyi
tot nu toe onbekende natuurkrachten
weiden ontdekt en vastgesteld en ge
bruikt naar 's menschen wil.
Verreweg de grootste en beiangrykste
vooruitgang valt waar te nemen op
sociaal gebied, maatschappeiyk terrein
6n dit vooral in de laatste 25 jaren.
Men begon in te zien, dat de garg
der economische ontwikkeling slachtof
fers maakte, en die maken moest.
Inderdaad, de mensch, die niet het
oog richt op de klasse der werklieden
alleen, maar onbevangen rondblikt in de
geheele maatschappy, medelevend het
leven van onzen bewogen tijd, medege
voelend met allen die iyden, ziet en
weet dat overal en in alle standen slacht
offers gevonden worden van onbehoor
lyke maatschappelijke verhoudingen.
Het kenmerk van dezen onzen tyd,
is de poging tot omzetting, van hetgeen
tot nu toe als een gunst der hulpbe
hoevende bereikte, in een R-,cht.
u
vrij naarfl/iet Engelseh.
34.)
zy had nog nooit de geschiedenis
der Hopes, zoo min ais van het lang
durig rechtsgeding tusschen haar groot
vader en die familie gehoord, toen zy
eerst tien jaar en nog op de kostschool
wasook niet van den twist over het
recht van doorgang door het park, dut
de Hopes beweerden te hebben, en, in
hun dwazen trots, hadden gestreden tot
de rykBte beurs de overwinning had be
haald, maar ook daarby het bestaande
recht misschien uit het oog verloren
was, te midden van het stof, dat de
advocaten over de zaak hadden opge
jaagd. Die gebeurtenissen moest zy
De meening breekt zich baan, dat wat
in lang vervlogen tyden op de aan die
tyden eigene onvolkomens vsyze gedaan
werd en gedaan kon worden door de
teen zoo machtige organis&e der Kerk,
in onzen tyd, met onze ze T^d krach
tiger hulpmiddelen moest verriboworden
door de sterkere, alles omvattende organi
satie den Staat.
En dan is het te begrypen, dat aller
eerst gedacht werd aan de bescherming
van wie zich zelf niet kunnen bescher
men de kinderen.
Dan is het ook te begrypen, dat na
de wetteiyke verdediging van het kind
tegen moreele, intellectueels en pbysieke
verwaarloozing en mishandeling, het
oog van de goeden van hart meedoogend
zich richtte op de menschen,die weder-
om de zwakken zyn, wier rug zich
kromde onder de slagen van het lot,
wier haren vergrysden, wier oogen den
glans verloren van ouderdom, wier kracht
verlamde in den strijd des levens, de
moeders en vaders van het geslacht,
dat werkt en strijdt, de grootouders van
het geslachtdat na ons werken zal
en stryden, gelooven zal en helpen I
Men riep alzoo den Staat te hulp ten
einde te voorzien in het veelal droeve
lot der oudjes, doch men ging daartoe
niet over dan nadat ten duideiykste
gebleken was de onmacht -van het par
ticulier initiatief.
De heer van Zinderen-Bakker drukte
het zoo juist uit iu zyn „Request vau
arme Oudjes" aan de Tweede Kamer
der Staten-Oeneraal.
Tientallen van eeuwen geleden, o.a.
by de Romeinen, zien wy instellingen
bestaan die wyzen op een stelsel van
organisatie der ouderdomsverzekering
Ook Napoleon I had een plan tot pensio
neering van werklieden uitgewerkt.Tnans
is het denkbeeld van pecsioneering overal
aan de orde van den dag. Duitschland
kwam daarby vooraan.
De DuitBcbe wet van 1889 is de
verplichte verzekering, Ieder loontrek
kende, die minder aan f 1200, ver
dient, moet zoodra hy 16 jaar oud is,
jaariyks een zeker bedrag terzyde leggen
en de patroon moet dit bedrag verdub
belen. Het pensioen vangt aan by het
bereiken van den 70 jarigen leeftyd
mm moet dan althans gedurende 12C0
weken de premie hebben betaald. Wie
gedurende 200 weken hetft bygedragen,
is gerechtigd tot invaliditeitspensioen,
indien hy, ofschoon nog geen 70 jaar
oud, niet meer in staat is zyn brood te
verdienen. De grootte van de pensioenen
houdt verband met de grootte der bydra-
gen, de invaliditeitspensioenen bovendien
met het aantal daarvan.Eik pensioen wordt
dv.or den Staat jaariyks met f 30 ver
hoogd.
De premiën beloopea van 8 tot 21
cent per week, naarmate van de loon-
klasse, waartoe de verzekerde behoort
de helft daarvan betaalt de patroon. De
invaliditeitspensioenen klimmen in de
laagste klasse van 30 jaren tot f 93, in
vernemen, om een juist begrip te ver-
krygen van de redenen, die Archibald
Hope hadden aangespoord zyn broeder
in haar gezelschap te brengen.
„Mr. Prayse," fluisterde de baronet
zyn rentmeester in het oor, „wilt gy
steaks zoo goed zyn Miss Kelpdale naar
de eetzaal te geleiden 7*
„Zekeriyk het is my veel eer,
zeide Mr. Prayse, die verschrikt op
sprong, toen hy zyn meester zoo dicht
by zich zag, nadat hy getraent had
achter de kanten gordynen een weinig
tot zich zeiven te komen„maar
en hy schudde veelbeteekenend het
hooid naar de plaats waar Archibald
Hope stond.
„Neen, de aannemer niet,* was het
bedaarde antwoord op den wenk van
Mr. Prayse„zy is geen dame voor
een aannemer. Bovendien wensch ik hem
naast my te hebben, daar ik hem zeer
veel te zeggen heb."
„Gy bewondert zyne manieren, Sir
William 7" vroeg de rentmeester byna
met vuur.
„Onder ons gezegd, Prayse, nog nooit
heb ik iemand zoo diep veracht als
hem."
„Genadige hemelt*
de hoogste tot f 189 de ouderdomspen
sioenen beiragen in de laagste klasse
steeds f66, in de hoogste steeds f138,
alles per jaar.
In 1899 heeft de Duitsche wet een
omvangiyke herziening ondergaan, welke
hare hoofdbeginselen echter onaangetast
heeft gelaten.
De andere Europeesche wet, de Deen-
sohe, van 9 April 1891, is van geheel
andere strekking. Zy dwingt niet de bur
gers zich te verzekeren tegen het gebrek,
dat de oude dag zal medebrengen, maar
zegt hun van overheidswege een onder
steuning toe, wanneer zy oud en behoef
tig zyn. Iedere behoeftige zestigjarige,
die gedurende de laatste 10 jaren een
vaste woonplaats heeft gehad, geen ont-
eeiend vonnis heeft gehad, geen bede
laar of landiooper is, kan, tenzy zyne
armoede een gevolg is van eigen schuld,
een pensioen aanvragen by da g ineen-
te, waar hy woont.
Het pensioen wordt vastgesteld naar
de behoefte van den aanvrager en zyn
gezin en de hulpbronnen van de gemeente.
De helft van de pensioenbedragen wordt
door den Staat aan de gemeenten terug
gegeven, maar slechts tot een by de
Staatabegrooting vastgesteld roax'mum,
dat tegenwoordig byna 2 millioen gulden
bedraagt. Te Kopenhagen is het gemid
delde der pensioenen voor een familie
vader f 70, voor een alloenloopend persoon
f 53 per jaar, op het land f 51 en f 34,50.
De ondersteuning kan in geld worden
vetstrekt of in natura; maar de behoef
tige kan ook in een hiervoor bestemd
gesticht worden geplaatst. Een regeling,
in den geest van de Deensche, vindt
men in Australië, in de kolonie Nieuw-
Zeelatid. Volgens de vet van 1 Novem
ber 1898 ontvangt daar ieder burger van
65 jaren, die 35 jaren ia de kolonie
heeft gewoond en op wiens gedrag in
de laatste 5 jaren niets aan te merken ia
geweest, indien hy geen i 624 inkomen
of f 3240 vermogen heeft, jaariyks van
Staatswege f 216. Voor iedere f 12 die
men boven 6en inkomen van f 408
heeft en voor iedere f 180 vermogen
woidt f 12 van het pensioen ingehouden
Ia de kolonie Victoria is op 4 Juli
1899 een ontwerp van gejyke strekking
aanhangig gemaakt. Ook in Nieuw-Zuid-
Wales is men voornemens het voorbeeld
van Nieuw-Zeeland te volgen
Een verplichte veizekering als de Duit
sche vindt men, merk waardiger wy ze op
IJsland.
Den middenweg tusschen verplichte
verzekering en Staatsarmenzorg voor
ouden van dagen, heeft de Belgische
wetgever bewandeld by het samenstellen
van de wet van 10 Mei 1900 op de
ouderdomspensioenen, die op 1 Januari
1.1. in werking is getreden. Aangezien
die bepalingen zeer omvangryk zyn,
moeten wy, met het oog op de ruimte
in ons blad, ons van opneming ontbou
den. Overeenkomst met de Belgiacne wet
heeft de Italiaansehe. Van het oogenbiik
van de invoering der Duitsche wet da-
Sir William verwyderde zich na deze
opmerking. Een oogenbiik later werd
het diner aangekondigd, en hy bood zyn
aim aan de dochter van zyn rentmeester
met die hoofdsche bevalligheid, waardoor
hy in zyne jeugdiger dagen bekend ge
weest was.
Hjj ging vooruit naar de eetzaal, ge
volgd door Mr. Prayse en Mis3 Kelpdale
de broeders Hope sloten den trein,
Archibald greep den arm zyns broeders,
toen zy de receptiekamer verlietea.
„Miss Kelpdale verlangt dat gy van
uwe vroegere kennismaking te Parys
niets doet blyken, Mauritsgdnoeg voor
het oogenbiik," voegde hy er by, zich
hare woorden herinnerende.
Maurits sloeg een woesten blik op
zyn broeder, welke dezen nog lang
daarna by bleef.
„Ha I Is het daarom, dat ik met ge
weid hier moest komen. Zy heeft u dus
alies verteld 7"
„Zy heeft my niets verteld, voor het
grootste gedeelte is het een bloot
gissen."
„Maar
„Maar het middagmaal wacht," zeide
Archibald zeer koel, zelfs met min
achting, waarna de broeders naast elkan-
teeren echter de pogingen om tot eene
regeling te komen in de andere staten
van Europa. Zweden heeft 1 Januari van
dit jaar eene wet in werking gesteld,
waarby de Duitsche wet tot model sohyut
genomen, met deze uitzondering, dat de
betrokken werkman zelf de premie be
taalt, terwyi dai in Duitschland voor de
helft door den werkman en voor de
andere helft door den wetgever geschiedt.
In Frankryk werd van Staatswege
een Staatsiyfrentebank opgericht. Io En
geland ia eene regeeringsgroep er vóór
om iets in te richten naar het model
van het Deensche stelslel.
In Zwitserland worden eveneens po
gingen aangewend.
Men ziet hieruit dat deze zaak overal
aan de orde is. Hoe staat het nu met
de ouderdomsverzekering in het kleine,
ryke, vrye, christelijke Nederland 7 In
het eindverslag der Staatscomm'ss e voor
de arbeidserquê e van 8 Januari 1894,
werd de Rsgeering geadviseerd, een wets
ontwerp tot regeling der verplichte on
gevallenverzekering aanhangig te maken
en voorts in overweging te nemen „de
wetteiyke regeling van verplichte ver
zekering van werklieden tegen invaliditeit
tengavolga van ouderdom, met geldeiyke
bydrage van de werkgever s,de werklieden
en den Staat, teneinde in dien geest en
naar geiang der ondervinding ten aanzien
der woekery tegen ongevallen, een wets
ontwerp by de volksvertegenwoordiging
aanhangig te maken."
De in 1894 opgetreden regeering kon
digde het voornemen aan een Ryksiyf-
rentebank te stichten, waardoor hat
sluiten van kleine pensioenen op gunstige
voorwaarden van Staatswege zou worden
vergemakkeiykt. In de Tweede Kamer
leidde de overweging van het vraagstuk
by de algemeens beraadslagingen over
de Siaatsbsgrooting op 4, 5 en 6
December 1894 tot de indiening der
motie—Heldt, luidende als volgt: „de
Kamer, van oordeel dat eene algemeens
voorziening voor den ouden dag der
werklieden wenscheiyk is, dat de gele
genheid tot hat verzekeren van ïyfrenten,
die de Regeering zich voorstelt te openen,
in die behoefte niet kan voorzien, noodigt
de Rageering uit eene Staatscommissie
te benoemen om te onderzoeken op welke
grondslagen en naar welke regelen een
algemeens voorziening behoort te worden
ingericht en gaat over tot de orde van
den dag." Het streven naar die ver
plichte verzekering ondervond steun door
de indiening van ruim 200 adressen van
werkliedenverenigingen, onder leiding
van den R. K. Volksbond, Patrimonium
en het Agem. Ned. Werkliedenverbond
De Staatscommissie besteedde 3 jaren
aan die bewerking van haar taak en
diende op 2 Juli 1898 haar verslag in
Die commissie kwam tot de gewichtige
ontdekking dat de voorziening in den
nood dringend noodig was. Na deze ver
klaring zoud9 men zeggen Nu komt er
ook een regeling 7 Dat denkt u maar 1
De eenige lof, dien wy deze Staatscom-
der binnen traden en bemerkten, dat de
twee open plaatsen naast elkander
waren, als was het den gastheer opge
vallen, dat zy niet te lang in elkanders
gezelschap konden zyn.
TIENDE HOOFDSTUK.
Zoo ooit dan was dit een allerzonder
lingst en vervelend diner, en Sir Wil
liam Kelpdale scheen alleen op zyn
gemak. Elk bad iets op het hart dat
de vreugde van den avond verstoorde
en Sir William, niets wetende van de
aangeknoopte betrekking zijner klein
dochter met Maurits Hope, noch van
hare teleurstelling, begreep niet waar
aan hy zich den ernst moe3t toesctnij ven
die hem omringde. Hy zelf had mis
schien reden genoeg om ernstig te zyn,
want had hy niet, zonder het te weten,
een man aan zyn tafel genoodigd, dien
hy tien jaren vroeger zes maauden lang
in de gevangenis had laten opsluiten,
omdat deze zyn jager had gewond, en
nad hy Archibald Hope, zonder de
minste opheldering te verlangen, dien
man niet aan zyn tafel doen brengen.
Hy begreep dat de Hope3 zich hierop
zouden oeroemen, zoo hy hun niet
voor was, en deed blijken dat hy hen
missie kunnen toezwaaien en met recht,
is deze, dat zy zich gehouden heeft
zooals een echt Nederlandsche Staats
commissie betaamt. „De heeren dachten
aan glas en plas, en lieten de zaak zoo
als ze was.*
Dr. Kuyper wederlegde het denkbeeld,
om ieder werkman van het 20e tot 't
23e jaar telkens f 50. dus f 150 in
t geheel, in de Staatskas te laten storten.
De Staat zou er f 100 bydoen. Dit stam-
kapitaaltje zou het mogelyk maken hen
op 65jarigen leeftyd een pensioentje te
verschaffen. Ook mevr. Rutgers - Hoit-
sema te Rotterdam, heeft ten opzichte
van Staatspensioneering een donkbeeld
ontwikkeld, waarin zy de vrouw niet
uitsloot.
De Liberale Unie benoemde uit haar
bestuur een commissie, die verslag uit
bracht ten gunste van het Duitsche
systeem. In Juli 1899 is een brochure
verschenen by Woltera in Groningen
van de hand des heeren Wieringa en
Beswyk, getiteld„Staatspeasicneering
voor Iedereen." Daarin bepleiten zy de
invoering van een Staatspensioen van
f 1 per dag voor iederen man en vrouw.
De piys van deze brochure is thans f 0.75,
doch de uitgever zal hiervan een goed-
kooper uitgave het licht doen zien.
Veel oppositie werd gehoord in de pers,
die hoofdaakeiyk om de kosten draaide.
Zeker zyn die niet gering. Volgens de
jaarcyfers van 1889 waren er toen
350,402 personen van 65 jaren en ouder
in ons land, stel, dat 70 pet. van die
personen, dus 245,282 gebruik maken
van hun recht om pensioen aan te vra
gen, en dat het pensioen wordt vastge
steld op f150 per peisoon, dan is jaar
iyks noodig de ronde som van 36 millioen
guldens. Nemen wy de vermeerdering
der bevolking sedert 1889 in acht, dan
kunnen we zeggen 40 millioen 1
Dat is geen bagatel, maar aan oorlog,
marine,en aan rente van aflossing van door
den oerlog ontstane schulden, wordt veel
meer betaald. By de beoordeeling van de
kosten heeft men rekening te houden
wat thans wordt uitgegeven aan ouder
domsverzorging door publieke, kerkeiyke
en particuliere liefdadigheid. De ramingen
daarvan loopen voigens professor H. B.
Greven, met Leiden als maatstaf, tus
schen de 14 en 30 millioen gulden. Wat
de vrees van sommigen betreft, dat de
zorgeloosheid er door in de hand wordt
gewerkt, zoo wordt geconstateerd, dat de
neiging tot sparen eer is toe dan afga-
nomen, vooral onder de arbeiders.
Hoe de kosten te vinden 7
Men wenscht de bestaande belastingen
te verhoogen en wei de directe- en indi
recte belastingen. Volgens spreker, zou
het hem gewenscht voorkomen in da
eerste plaats Een Pensioenbelasting naar
het inkomen te heffen en verder als naar*
het rapport van de Liberale Unie:
2e. te belasten de goederen in de daode
hand, die van verschillende belastingen
zyn vrygesteld.
3e. verhooging der vermogensbelasting.
kende. Eerst meende hy ongesteldheid
voor te wenden en zich van tafel te
verwyderen, opdat de Hopes niet zouden
kunnen zeggen, dat zy met hem aan
zyne tafel hadden gezeten doch da ge
dachte aan zyne kleindochter, die zich
noodeloos over hem zou beangstigen, en
zyn afkeer van hevige tóaneelen, deden
hem besluiten een anderen weg in ta
slaan. Maar waarom aan zyne tafel
allen zoo ernstig waren, kon hy zich
niet verklaren, tenzy zy met den staat
van zaken bekend waren. Hy begreep
byna zichzelven niet, zoo scheen in
hem de veerkracht van vroegere dagen
teruggekeerd, hy bezat weder zyne
oude zelfbeheeraching eu spraakzaamheid,
waardoor hy aan eik diner in het
graafschap de gevierde gast geweest
was. Hoofdzakeiyk wydde hy zyne op
lettendheid aan Mary Prayseen daar
Archibald de gast was om wiea het
diner plaats had, zoo kon het niet an
ders of deza moest zich daardoor ge
kwetst gevoelen en vandaar die sombere
trek op het gelaat.
Wordt vervolgde