fto. 295.
Maandag
j IS December.
deze^CouraatJelioort eea lipid.
üemeente bestuur.
Abonneert X op d(
iMMw mei
KST-HONIC.
luwing.
orsthonig
D
Kleinhandel in Sterken Drank.
IJ
FBUILIBfON.
VHssinitscbc Courant
net Ceïll. Zondagsblad
ett
ndsche
dec alleen echten
en bekenden
te Mainz,
ten tyd veel namaak
IANTHE in den han -
men den hierboven
hebben
aarde,
ule en
rieks-
SABDimüx
cent, te Viissingen
de firma Wed, J.
EER Az. en JOH.
40e Jaargang
1902
VLISSIIGSCBE COUR AST.
AMD1EN3Ï
S ea S..B23LB3B5 f,;
I.- 7K 4 50 (ailees
Van ZeMmarki.- va
1 46 mn 12 SO 1 15
5 5 10 6 55 6 65 7 45
rsMur ZtümarH Viutm-
op werkdagen) 6 2S
nss 12 '5 A 20 2$
66— 7— 7 20 8 85
HAvENUIERST.
a. 6— 6 20 7—7 50
10— 1020 10 40
1 10 1 30 2 22s
4 4 20 5 62,
320.
va 6 10 6 30 7 tO
20 8 50 1010 10 30
ƒ.2 10 na 1 20 1 40
k.fei 3 60 410 4 80
7 40 8 8 80,
-SCHSiGg.
1903.
en am 3 80 c)
M 3 55
25ü i 55 g)
b) nis a 30c)
n n» hit vertrek
310
8 SO
saa, Bors-slea an
Breakena, Hor
naar Boraeeifl-.
ea&akt.
aangelegd,
l.öö van Neuzen
apoorwagistitjon
6 2S
S 54
8 21
47
7 25
7 58
8 48
10 1
7 S3
'1C 14
48 Jll 2 *11 15
en vervoeren
40
28
28
1 25
40
3 10
37
3 50
58
46
10
4 22
6 1*
«3
7 2*
8&
8 2*
8 S8
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post l.aö.
Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich by alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever
V. VAM i>£ VKLBK Ju, Kleine Markt, I. 187.
FvmEfxt dagei^ks, nitgeaoaeieni op £o«- fetttiiagee.
ABVKBTENT1ÉNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prQs slechts tweemaal berekend. Groot» letters
en cliché'» naar plaatsruimte.
T.l.phoonnnmmar ÏO.
AEonnemento-Advertentiën op raar rooirdeeiigo voorwaarden.
Verzoek om vergunning tot verkoop van
eterken drank in 't klein.
Burgemeester en Wethouders van Vlis-
jiflgen
gelet op art. 5 der wet van 28 Juni
1881 (Staatsblad no. 97), zooals die is
gewijzigd by de wetten van 23 April
1884 (Staatsblad no. 54), 16 April 1385
(Staatsblad no. 78), 15 Apiil 1886 (Stbi,
no. 64) en 27 April 1901 (Stbl.no. 85.)
doen te weten
dat bi) hen is ingekomen een verzoek
schrift van S. MEULDIJK, te VUssingen,
om vergunning tot den veikoop van ster
ken drank in 't klein, in perceel wijk
MM 127, aan de Kanaalstraat.
Viissingen, den 13 Dec. 1902.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAR DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
IJs en weer dienende, zooals de geijkte
term, een zeer voorzichtige en duswyze
term, luidt, willen we eens iets schrij
ven over ,ya.»
IJs en weer dienende. Dat wil hier
zeggen of beteekenen, dat, wanneer deze
regelen onzen lezers onder de aandacht
komen, ei heel veel kans is, dat het
haantje van den toren is aangevangen
de grillige bewegingen te vertoonen, die
men het gewoonlijk in de twee laatste
maanden van het jaar ziet aannemen,
Kwijtgescholden zullen ze ons in ieder
geval wel niet worden.
Wij schrijven nu over «ijs", maar
zouden ons wel in alle gemoedelijkheid
de vraag willen veroorloven, of het
mogeiyk ware, dat des menschen ge
dachten thans op iets anders waren
gericht.
't Is ons gegaan als wijlen de Veer,
Ook ons heeft een onzichtbare hand het
puntje van den neus aigesnedenniet
toen w(j het 's morgens vroeg buiten
de gordijnen staken want gordijnen vindt
men in hoofdzaak nog maar in een
museum van oudheden. Toch is het
<J
vrij naar het Engelsch.
33.)
,Mag ik u vragen met weik doel gij
dit gedaan hebt?' vroeg zij op zachten,
doch gejaagden toon welk doel kunt gjj
gehad hebben met dezen heer hier te
brengen
,H(j is hier op uitnoodiging van Sir
William Kelpdale.»
.Met welk recjrt stelt gij hem aan
mijn grootvader voor als uw broeder
vroeg zt).
.Door het recht van geboorte, Misi
Kelpdale.".
.Heet hij dan Hope is hij wet'
kelQlc uw broeder
,M|)n jongste broeder, Maurits."
's morgens vro6g voorgevallen, toen de
helderheid van den geest nog niet over
het dommelige lichaam triomfeerde. En
toen wij onzen neus rekenschap vroegen
van de geleden schade en tot de ont
dekking kwamen, dat het afgesneden
puntja er weer aangegroeid was, kwamen
wJJ langzamerhand tot het besef, dat er
dan toch wel ietB moest gebeurd zQn,
om zulk een zonderlinge gewaarwording
te veroorzaken.
Dat is gebeurd na den nacht, toen de
thermometer van Fahrenheit zich medio
November ging aanmatigen om 16 gra
den vorst te teekeneu. Och, zeiden de
oudjes, dat beteekent niet veeldan
had je eens een ouderwets chem
winter moeten beleven. Een ouderwet-
sche winter, alsof ons geheugen geen
twaalf jaar ver meer reikte. Neen, van
ouderwetsche winters behoeven de oudjes
ons heelemaal niets te vertellen 1
Sedert nam de thermometer nog weer
eens een loopje met ons en vond het op
zekeren nacht (de Sint-Nicolaaa-surprise)
goed om tot 12 te dalen. Van de oudjes
hebben we sedert dien niets meer ver
nomen wat ook niet noodig is. De
ervaringen, die wy opdeden, zyn t|jk ge
noeg, om ze desnoods aan onze klein
kinderen mee te aeelen. D i e zullen
zich dan zeker weer op hun beurt ver
bazen over onze verhalen van winters,
waarin men geen jjs in de sloot
zeg die worden nu recht ouderwetsch
Inderdaad is het een zonderlinge ge
waarwording, wanneer men b(j het ont
waken, op elk deel van het lichaam die
eigenaardige prikkeling gevoelt, die niet
terstond pijn veroorzaakt en toch irriteert,
en die herinnert aan de onophoudelijke
aanraking van tal van zeer t|jne lichaamp
jes. Het is dezelfde omgaving van steeds,
waarin w|j ons bevinden, en toch is het
eene andere. Een natuurlyke zucht naar
zelfbehoud vervult ons en doordringt
ons van het beset, dat elke seconde
vertraging onzen toeatand slechts ver
ergeren kan. Eén blik op de ruiten vol-
tooit den indruk. Een bloemenmaakster
of fruitverkoopster heeft er haar wel
voorzienen winkel opgeslagen maar'tis
er een uit een too verlaad waar men
witte andijvie en kriatalkiourige varens
kweekt. Wij beginnen ons te bewegen
met een zenuwachtige vlugheid, waar
toe wjj ons zeiven te veren niet in
staat hadden geacht. Op de waschtafel
beginnen al dadelijk de ervaringen een
,Dat wist ik niet." voegde z|J er in
gedachte by. ,Ik begryp het niet ik
weet niet wat ik doen moet," lispelde
zy zacht.
.Indien Miss Kelpdale mij vergunt
baar op te helderen
„Mynheer, ik vraag uwe opheldering
niet ik zal die zelve zoeken," zeide
zy met vuur. .Voor het tegenwoordige
moogt gy u gelukwenschen, Mr. Hope,
het meisje, dat gy verdacht, overwonnen
te hebben."
„My zeiven geluk te wenschen, Miss
Kelpdale, is myn zwak niet," hernam
Mr. Hope, haar zeer ernstig aanziende,
.ook zie ik niets, dat my daartoe reden
geeft alleen wekt het in my een
weinig medeiyden."
.Medelijden met my, misschien
zeide zy met een korten, toornigen blik
op hem.
«Zoo ik da geschiedenis goed lees, is
er een ander meer te beklagen dan gy."
,Myn grootvader?'
.Juist."
,Ik geloof dat geen onzer aan uw
medeiyden behoefte heeft, mynheer,»
zeide zy op denzelfdau zachten toon,
doch zeer snel. ,Ik geloof," voegde zy
er by, met dienzelfden trotachen buk
vasten vorm aan te nemen. Alles be
vroren I Een byt moet gehakt, wil men,
zoo goed en zoo kwaad als het kan, zyn
toilet maken, waarby van voltooien hoe-
genoemd geen sprake is. En zóó suk
kelen wy den dag in en door. Niets
dan koude en ys, tenzij in de zeer
onmiddellyke omgeving van de zwarte
juffreuw, die ons ergert, door ons ge
heels fortuin door den schoorsteen te
jagen en er een flauw denkbeeld van
warmte voor in de plaats te stellen.
Straks is het gebel begonnen, waarby
alles draaft en trippelt. De bakker is
bevroren, de melkboer doet het hem na,
de groentenman heeft een beweegbare
yswinkel meegebrachtalien, 0 wonder
bov6n wonder, vergeten ze de gewone,
dageiyksche conversatie en bepalen zich
tot de ontwyfolbaar juiste, maar heden
eenigszins misplaatste opmerkiug, dat
het koud is 1
IJs overal. By dag en by nacht,
in elk voorwerp dat men aanraakt, op
elk gezicht dat men ziet, iu elke bete
broods die men nuttigt. Men werkt met
bibberende handen en sidderende lede
maten. Men staat op ys, slaapt op ys,
zit op ys. 't Is een ontzagiyke afkoe
ling een algemeen en daarom strikt
rtchtvaardig ïyjen. Alies is gemaskerd,
toegetakeld, recht, styf, ongenaakbaar,
rheumatischkregelig en vervelend
in één woord bevroren 1
Maar dat zullen zij ons niet na zegger
die, ais door de vlt-ugeUu van den wind
gedragen, zich voortbewegen op dan ge
kristalliseerden waterspiegel, en ddar
Oud Hollands roem in eere houden 1
Naast ysleed, staat y'svermaak, en, ge
lukkig, alweer met die strikte recht
vaardigheid, die niemand spaart en die
niemand vergeet.
Nu, we gunnen gaarne den jongen
lieden hun echt varaeilandsch vermaak,
den arme zyn baanvegerscentje en den
winkelior zyn extra-voordeelige winter
maand ook al gelooven wy, dat eene
aanmaning tot wat meer voorzichtigheid
niet overbodig zou wezen, maar, ver
moedeiyk wel een kloppen zou zyn aan
eens doovenmans deur. IJs, zegt het
oude spreekwoord, kost menscnenvleis,
'C Is maar ai te waar, en, jammer,
omdat het niet waar behoefde te zyn.
Ja 't is overigens een geduchte toer,
om het in deze dagen warm te stoken.
op hem, die hem in verwarring bracht,
.dat wy beiden boven uw medeiyden
verheven zy'n."
„Een oogenblik nog, Miss Kelpdale,"
zeide Archibald, toen zy zich wilde
ver wy deren. ,De toestand, waarin ik
thans verkeer, is wei wat vreemd, en
heb ik gezocht om redenen, die ik
waarschyniyk zonder uw verzoek nu
niet zal ophelderen. Later zuit gy ze
kuuneu raden, zonder dat ik u door
myne tegenwoordigheid hinder. In-
tusschen."
„Iatusschen herhaalde zy, hem aan
ziende, als was het nu hare beurt in
verwarring te geraken.
(Iatusschen, moet uwe vroegere ken
nismaking met myn broeder voor Sir
William geheim biyven? Wenscht gy
dat, of niet?'
Op nieuw vertoonde zich die toornige
en ongeduldige biik, die tarteade uit
drukking, weike haar scheen aan te
sporen al hare krachten te verzamelen,
om door het net heen te breken, dat
om haar gespannen scheen. Misschien
was het de krachtsinspanning van een
eeriyk hart, om zijn medeiyden in te
roepende woorden, die zy pas ge
sproken had, klonken nog als een kreet
Men is heel.biy als het bleed niet be
vriest in de aderen en er nog wat
warmte van binnen overbiyft.
IJs overal, behalve in de harten 1
Als het zóó wezen mag, dan verzoent
ons dit weer met den toestand, wetende
dat er een plaats is, waar de geduchte
winterkoning niet regeert. Biytc het hart
maar vorstvry, dan zullen zyn slagen
minder worden gevoeld en zullen ook
alle wonden beter worden geheeld.
Er zyn menschen 't is al weer
onze de Veer die het zeide die
half bevriezen in een tochtige hut, maar
er zyn er ook in deftige huizen, bij wie
'1 hart, 't gevoel, 'c geweten toevriest,
en die zyn meer te beklagen dan de
arme met zyn verkleumde handen.
Wy gelooven het ook maar wy vree
zen tevens, dat de arme het meer zal
v 0 e 1 e n, dat zyn handen verkleumd zijn
en zyn maag niet al te best gevuld is
en daarom zouden wy zeggenzorgt
toch vooral dat de kachel in de naby-,
heid van het hart goed brandt en de
tocht biyft afgesloten.
IJs mag er zyn, overalbehalve juist
d&a: en dak alleen. Zoo'n koude dag
is een vreeseiyk dingmaar veel van
het vreeseiyke zal vast worden wegge
nomen, als het hartebloed zyn natuur-
ïyken loop maat behoudt in de mensche-
lyke borst.
Al loeit ook de winter
Eu dreigt met dsn blik,
Al siddert het beekje
En stolt van den schrik;
Al staat er geen bloempje
Geen kruidje op het veld,
Al ligt heel natuur ook
In de ysboei gekneld
Dan prykt toch een tuiltje
In jeugdigen bloei,
En, spot met den winter
En lacht met zyn boel.
Minister Eruys. t
Ter aanvulling van het reeds gisteren
medegedeelde bericht,van het overiyden
van den vice-admiraal G. Kruys, kan
thans nog het volgende gemeld worden
De overleden minister had by zyn
uittreden uit de N sderlandsche marine
een diensttyd van 40 jaren achter zich.
In 1853 begon hg zyne studiën aan
de Kon. Mil. Academie te Breda, werd
van wanhoop in zijne ooren en hielden
zyne belangstelling levendig. ,Ik weet
niet wat ik doen moet," had zy tot
zich zelve gezegd, ais ware het
pad, dat voor naar lag, zeer krom en
steil. Toen hy haar aanzag, veranderde
hare kleur, de tanende blik, die hem
een inwendig streelend genoegen had
veischaft, verdween, en weid vervangen
door een zenuwaentige vrees voor hem
en zy zeide nog zachter
.Voor het oogenblik ia het myn
wensch, mynheer."
,Het spyt my," voegde hy er by
daarna deed ny eene schrede achter
waarts om haar voor zich heen te laten
gaan, en na een oogenblik aarzelens, als
zweefde haar nog iets op de lippen,
verwyderde zy zich langzaam.
Op hetzelfde oogenblik werdon de
Prayaes, vader en dochter aangediend,
zoodat het aantal gasten op Aver Court
voltallig was.
Sir William heette zyn rentmeester
welkom als had hy hem sedert jaren
niet gezien,oi was nogdienzelfden morgen
geen getuige geweest van zyne verre
gaande bitsheid, en nog voor zgn klein
dochter haar had kuansn verwelkomen,
drukte ny Mary Prayse lang en hartelijk
in 1856 adelborst en in 1858 luitenant
ter zee 2e kl. Afwisselend dienende in
het moederland en zyne Koloniën, be
reikte hy in 1878 den hoofdofficiersrang,
werd in 1883 bevorderd tot kapitein ter
zee, in 1891 tot schout by nacht, totdat
hy in 1894 opklom tot den hoogsten
rang in de marine, dien van vice-ad
miraal.
Als zee-otflcier werd de heer Kruys
vaak tot vervulling van commando's
en operatieba trekkingen en diensten ge
roepen.
O. a. voerde hy tydeiyk het bevel over
de kanonneerboot, kruisende op de rivie
ren de Maas en de Waal, ter beteugeling
van de moord visschery was hy in 1873
werkzaam als chef van het le bureau
le afdeeling van het departement van
marine in Ned-Indiëtrad hy op als
commandant van het instructieschip Loo,
van de stoomschepen Bromo eu Banka
dei Indische militaire marine; was hfl
weer eenigeu tyd chef van de le atd.
van het Departement van Mirite te
Batavia en na terugkeer hier te lande in
1884 werd by geplaatst als onder-di
recteur van 's Ryks werf te Amsterdam.
Het marinebestuur trok ruimschoots
party van de bekwaamheden van den
heer Kruys, getuige zyne benoeming tot
lid der commissie tot regeling van het
Hoog Militair Maritiem Onderwysde
opdracht van het lidmaatschap van den
Raad van Tucht over de Koopvaardy
zyn opneming als lid in de Staatscom
missie voor zee- en landmacht.
Toen de schout-by nacht Kruys den
31en Mei 1891 als minister van marine
plaats nam in het ministerie-Mackay,
wist men dat aan het hoofd van het
departeme.t kwam een man volkomen
op de hoogte van marine-aangelegen-
heden.
Slechts eenige maanden later, den 20n
Augustus trad hy af met het Kabinet,
waarin hy kort te voren zitting had
genomen.
Kruys verkoos toen de hervatting
van den actieven dienst boven het amb
teloos leven en zag zich in 1891 belast
met de waarneming der betrekking van
den marinestaf, welk dienststuk hy had
voorbereid en georganiseerd.
In 1894 werd hem het bestuur over
de Indische zeemacht toevertrouwd als
commandaat dar zeemacht en chef van
het departement van marine in Ned.-
Indië, welk beheer gedurende hetwelk
hy oen vice-aamii aalsrang en hdt com
mandeurskruis van den Ned. Leeuw ver
wierf, hy tot 1898 voerde, het tydatip
waarop hy den zeedien8t verliet en pen
sioen nam.
Z'jn welverdiende rust, na een zoo
werkzaam leven werd in 1901 afgebro
ken door zyn benoeming tot minister
van marine in het uit de toen gehouden
verkiezingen voortgekomen ministerie.
Aan dit ministerschap maakte de dood
een einde.
ƒ1.30,/-.37S«#J-,55 )i.l[#.
de hand.
,Mr. Archibald Hope, dien gy kent
door hetgeen hy op Aver Court te ver
richten heeft, Praysd," zeide Sir Wil
liam, op gemeenzamen toon, om den
jongeling aan den grysaard voor te
stellen. „Mr, Maurits Hope, dien gy
misschien kent uf misschien niet, naar
gelang van don tyd, dien hg Carrisford
met zyne tegenwoordigheid vereerd
heeft."
(Maurits Hope!" riep de rentmeester
uit. „Lieve hemel, waarom Toen
hy dit zeggen wilde, zag hy de deftige
buiging van Maurits, en bedwong zien,
sprak van ,hst groot genoegen," en, na
op Archibald een verwyeenden blik ge
slagen te hebben, ging hy eenigszins
driftig de kamer door, echter zonder
eenig doel.
Er was bij allen zekere verlegenheid
op te merken, behalve by Sir William,
die met behuip van zyn stok zich ginds
en weder bewoog, en allen met eene
rondheid en beleefdneid behandelde, welke
zelfs zyne kleindochter verbaasde, die
te midden van hare eigene verwarde
gaiactttea, mier daa eeas eea verwon
derden blik op hein sloeg.
{Wvrdt vervolgd.)