Jams. DE „EERESCHULD". irikaat. lis ij Maandag i December. Abonneert U op de Meid 11. *o. 283. 40e Jaargang 1902. Ito Coorant tóoorteeii ivopl. FEUILLETON. Vlissinttscbe Courant net Grill. Zondagsblad «I Jticnwe Modeblad, ƒ1.30,f-.3fc#f-,55ji.Kw. )N DER EIJK, obode D G emeentebestuur 33STTXA.". Amatsrdam ton. goedgekeurd in phjk kap. 100.000 L. ELDERS, fruiten, Spiegels, ge- Jtegen het geval van lor onvoorzichtigheid, Jtrumoer, etc. tegen Zeeland, 1125. pllandsche familie te goed kunnende in de maand. Te H. 45, Vliseingen. flinke disstraat N 128, '9 van Landbouw. te Amsterdam. h e i d i n g e n. aiostraat en Me 3CEEEQE. 1903. en nm 3 30 c) 3 55 ja 1 55 g) Ib) na 3 30e) •n nj bet vertrek 10 150 Kr'', "Bargelen en Breakene, Bor- naar Borsaelen jsmaakt. Jgelegd. 5 van Neuzen oor waget» tion 123 54 121 147 7 25 7 58 8 48 10 1 48 jll 2*11 15 |en*vervoeren 1 S3 '10,14 40 28 28 1 25 40 3 10 37 3 50 63 46 10 4 22 6 1® <5 3 7 2» 8 2* 8 38 VLissinesecE courant. Prfls p6r drie maanden f 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich by alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever F. YAM tS VHLB8 Jr., Kleine Markt, I. 187. ABVERTENTIÉNvan 1-4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjja slechts tweemaal berekend. Gtroote letters en cliché's naar plaatsruimte. Yemx|«t (Ugeiflu, uUgMoafisirë les- l^eftdiigeii. Talephoonnummsr lO. AhonnemenU-Adfertnntlën op teer voordoellge voorwaarden. NAITDOINIALE ÜQUTÖi. Zitting van den Militieraad. Burg. en Weth. van Vlissingen brengen ter algemeene kennis van de lotelingen dezer gemeente, behoorende tot de lichting 1903 dat de Militieraad in Zeeland op Woens- g den 10 December 1902, des voor- middags te 91/» uur, te Middelburg in Tehuis voor militairen, G no. 223, Nieuwstraat, zfjne zitting zal houden om uitspraak te doen omtrent de lotelingen, die redenen van vrystelling hebben in gediend, op grond van bepalingen der militiewet en omtrent hen die volgens artt. 54 en 55 der wet niet tot de diensten der militie kunnen worden toe dat, volgens art. 74 der wet, voor den militieraad moet verschenen, de loteling die vrijstelling verlangt wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken, of gemis van gevorderde lengte, dat evenwel, zoo een luteling uithoofde van ziekte oi ge breken buiten staat is voor den Militie raad te verschijnen, daarvan eene onge zegelde geneeskundige verklaring moet worden overgelegd, met opgave van de woonplaats, straat, wyk en nummer van den zieken loteling, een en ander tijdig door tusschenkomst van den Burge meester aan den Militieraad in te zenden, zullende hjj alsdan overeenkomstig art. 75 der Militiewet, onderzocht worden op de plaats waar hij zich bevindt dat, hoewel art. 74 der wet bepaalt dat de genoemde lotelingen voor den Militieraad moeten verschijnen, men zich echter aan teleurstelling blootstelt, indien men daaruit efl.idt, dat voor hen, die meenen om andere redenen recht te hebben op vrijstelling, deze vrijstelling niet, ten dienende dage, behoeft te wor den gevraagd bij den Militieraad en de Inlevering van bewijsstukken b(j den Burgemeester zou z(jn aan te merken als het inbrengen van reden van vrij stelling bij het college, dat daaromtrent uitspraak moet doen dat teneinde zooveel mogelijk teleur stelling in het verkrijgen van vrijstelling wegens broederaisnst of uithoofae van eigen militairen dienst te voorkomen, de aandacht van belanghebbenden er op wordt gevestigd dat het opgeven der redenen van viystelling (bij de inschry- ving of by de loting), het inleveren van bewijsstukken bij den Burgemeester en bet doen opmaken van het by de wet gevorderde getuigschrift niet voldoende is om zich vrijstelling te verzekeren, U vrij naar het Hngelsch. 21.) Een eigenaardige rimpel vereenigde zijne wenkbrauwen en was in zijne droomen, die niet van de aangenaamste Waren of geweest waren, nog dieper êsworden en zoo er een derde in de lamer gekomen was, zou deze hebben kunnen opmerken, dat dezelfde rimpel zich ook op het voorhootd van den binnentredende vertoonde. Doch in weer wil der overeenkomst droegen beide timpels eene andere uitdrukking in b»n slapende was het toorn, en in den bakende eene treurige, sombere ge dachte en toch lag er in beiden zekere tagat, alsof er iets was dat hun on- maar dat hun belang medebrengt om bovendien de vrysteliing te vragen in de zitting van den Militieraad op tyd en plaats in hoofde dezer vermeld dat de gevolgen van onvolledigheid van stukken of van misstelling daarin, die onopgemerkt bleven en oorzaak zijn dat eene gewenashte vryetellirg door den militieraad niet is verleend, niet kunnen worden opgegeven, indien met tydig (binnen tien dagen) tegen de uitspraak van dat college bezweren zyn ingebracht by Gedeputeerde Siaten dat een beroep op onvolledige of on juiste inlichting omtrent het bestaan, al of niet, van recht op vrysteliing ter Gemeente-Secretarie of elders veistrekt, niet kan leiden tot vrijdom van dienst, indien verzuimd is de reden van vry steliing te bekwamer tyd waar het behoort overeenkomstig de wet te doen gelden wordende de lotelingen, die om boven gemelde redenen vrysteliing van den dienst verlangen, mitsdien aangemaand om op den bepaalden tyd voor den mili tieraad te verschijnen en zich niet te verlaten op het ontvangen van een op- roepingsbiijet, daar het niet ontvangen van dit biljet niet ontheft van de ver plichting tot het verschijnen voor dien raad. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 29 November 1902. Burg. en Weth. voornoemd, YAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. HINGEB WET. Verleende vergunning tot het oprichten eener sehietinrichting. Burgemeester en Wethouders van Vlissingen gelet op art. 8 der Hinderwet brengen ter algemeene kennis dat by hun besluit van heden vergunning is verleend aan de vereeniging .Sociëteit Unitas" tot het oprichten eener schiet inrichting tot het houden van kamer- schietoefeningen met flobert geweer. Vlissingen, den 28 Nov. 1902. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE, De Secretaris, WITTEVEEN. De aanvang der beraadslagingen in onze Tweede Kamer, over de Indische begrooting voor 1903, leverde een alles behalve verkwikkeiyk debat op, voor mogeiyk was ongedaan te maken. .Zoo is hy daar weder,* fluisterde Archibald, op een stoel vallende, steeds met het oog op hem gevestigd .zoo is hy dan toch tot my teruggekeerd.* Voor een oogenblik zou men hebben kunnen denken dat Archibald Hope zekere teleurstelling gevoelde over de komst of den terugkeer van den slapende en toch lag er in de wyze, waarop de kloeke man diens hand vatte, iets teeders. .Maurits,' zeide hy, 6n het noemen van aien naam deed den slapende op eens ontwaken zyne twee donkere oogen zagen dan spreker verwonderd aan, voor zy hem herkenden, die den naam genoemd had. .Archie 1" riep hy uit, zyne hand uitstrekkende. .Waarfljk het is Archie." ,Ja, Mauritsna eene scheiding van tien jaren, ontmoefRh wy elkander weder op dezelfde plaats, waar wij van elkander afscheid namen." ,Hoe kort schynt het geleden," zeide Maurits. .Hoe lang is die tyd my gevallen vol van vergissingen, waarmede ik u niet wil lastig vallen," hernam de oudste broeder.maar de tien jaren, een deel ook van peisooniyken aard. Voor hen die de geschiedenis niet met aandacht volgden, willen wy haar, of schoon ze niet erg stichteiyk is, hier even schetsen. Zooals men weet is door het socialis tisch Kamerlid, den heer Van Kol, dit jaar eene reis gemaakt naar onze Oost- Indische bezittingen, 't Is mogeiyk dat da heer Van Kol die reis ten deele voor zyn genoegen ondernam maar uit alles is toch ten duideiykste gebleken, dat by gegaan is om kennis op te doen en zich met eigen oogen van de toestanden al daar te overtuigen. Niets natuuriyker dan ook, dat de heer Van Kol, by de bespreking van de In dische begiooting in de afdeelingen der Kamer, zyne stem ter dege deed hooren en tal van opmerkingen maakte en wen ken gaf, over en met betrekking tot het Indisch regeeringsbeleid. Maar de heer Van Kol had buiten den waard gerekend. Dat wil hier zeggen hy had gerekend buit6n het feit, dat de Kamer niet al te veel vertrouwen Btelt in wat van socialistische zyde komt j verder ook buiten de omstandigheid, dat de Kamer zeer gehecht is aan vormen en gebruiken en ten derde buiten het gewone verschynsel, dat men zich niet gaarne de les hoort lezen door menscben die er wat meer van weten. Oppervlakkig zou men zeggenaan dergeiyke kinderachtigheden zal een def tig Staatslichaam zich niet schuldig maken. Maar het is dan toch een feit, dat men de meeste opmerkingen van den heer Van Kol heeft gelaten, voor hetgeen zy waren en de moeite niet nam, om ze in het voorloopig verslag (dat tevens een eindverslag is) op te nemen. Hierby komt nog, dat, b.j het benoe men van rapporteurs in de afdeelingen, de meerderheid de gewoonte heeft, om aan een partygenoot, al is deze geen deskundige, de voorkeur te geven, boven een tegenstander die er toevallig niets van weet. En ook aeze moeilykheid lag den heer Van Kol in den weg want de rapporteur zyner aldeeliDg heeft hem later verschillende inlichtingen omtrent het door hem gesprokene gevraagd, waarby de heer Van Kol uren met hem bezig is geweestmaar met zoo weinig resultaat, dat de rapporteur den heer Van Kol allerlei dwaze dingen in den mond legde, die hy niet heeft gezegd, welke gij van my verlangd hebt, zyn voorby, en de broeders hebben hun woord gehouden." ,Ja en dat juist hier, op die plaats, waar het verleden my aaugrynst," zeide Maurits.waar al de verweuschte her inneringen, die my omringen, als een heirleger van demons tuy den weg versperren." .Uwen weg tot welk doel De jongeling zweeg voordat hy ant woordde, doch op minder hartstochteiy ken toon vervolgde hy .Tot het leven, dat gy my steeds in uwe brieven hebt voorgehouden, Archie. Maar waarom my juist hier doen komen waarom elkander niet te Parys of Londen ontmeet .Myne zaken en het toeval brachten my weder op Carrisford en ilr maakte er gebruik van. Is neb u alles in myne brieven verklaard," ,Ja, ik begryp u," zeide Maurits en de man, die my ter gevangenis liet veroordeelen ia nu de debiteur van uw huis en verkoopt zyne bosachen, om aan zyne verplichting te kunnen vol doen. Er ligt eene soort van vergelding inmaar de wraak is onvoldoende en te nietig, voor de aangedane beleeaiging om de eenvoudige reden, dat hy ze niet kon zeggen. Nu had den heer Van Kol den weg open gestaan, van het voegen eener af- zonderiyke nota bij het voorloopig ver- g. Dat wordt meei malen gedaan en het is tevens gemakkeiyk voor den griffier en de commissio van rapporteurs maar toen de heer Van Kol zag, dat men hem eenvoudig had laten praten, toen was het daarvoor te laat en besloot hy, wat hy te zeggen had, te zeggen in een brochure, die door h6m ook ter kennis werd gebracht van Kamer en regeering doch waarvan, omdat het stuk niet in den gewonen vorm is vervat, naluuriyk evenmin eenige nota wordt genomen. Wat men den heer Van Kol ook ten late moge leggen dat hy te veel zegt, te veel spreekt, te veel persooniyk is, de dingen te zwart inziet, één ding is toch zeker, dat hy zich van de zaak een bepaalde en ernstige studie heeft gemaakt en nog maakt en dat hy een van degenen is, die er ernstig naar zou den willen streven, de eereschuld af te doen, die Nederland aan Indië heeft. Welke schuld is dat? Om dit duideiyk te maken voor hen, die zich van "ons koloniaal stelsel en bestuur geen bepaalde studie kunnen maken, moeten wy de geschiedenis van onze Oost in enkele byzondeiheden na gaan De Oost-Indische Compagnie, aan welke in 1602 door de Staten-generaal den al léén-handel op de Oost was toegestaan,ver kreeg daardoor het recht om in naam der Staten met de Indische vorsten verbon den te sluiten en oorlog te voeren, ves tingen aan te leggen, krygsvolk aan te werven en ambtenaren en bevelhebbers te benoemen. Dat de Compagnie, die het alleen om het behalen van winst te doen was, daarby niet al te kieskeurig op de middelen was, lag geheel in den geest van den tyd. Zy breidde haar ge zag door allerlei middelen uit en ver kreeg overal grondgebied, door verovt ringen en door contracten met de Indische vorsten, die echter naar alle waarschyniykheid vaak niet de bedoeling hadden om souvereine rechten af te staan. In ieder geval had de Compagnie een soort van bezitrecht verkregen, waarop zy hare bevoegdheid grondde om uit de .Maurits, wy waren dwaze knapen, en nog vol jongensstreken, toen wy van een bittere wraak op de Kelpdales spraken. Onze vader verloor het proces ons recht van door het park te gaan werd ons ontzegdhet land dat ons eigendom was, werd door de wet ver beurd verklaard, en het was eene wettelijke vernietiging, waarop een ge streng mededinger zien kon verheffen, Wy waren dwaze en styfaoofdige jon gens, en dachten dat wy boven de wet stonden. Wy overtraden, werden ge waarschuwd, overtraden andermaal en werden aangevallen. Het sloeg u in het hoofd en gy schoot Job Friiton door den arm, mët het geweer, dat gy hem wildot ontrukken, en waarmede hy u bedreigde, en Sir William Kelpdale greep met gretigheid de gelegenheid aan om ons al de kracht van zyn gezag te doen gevoelen. Gy hadt het recat niet om op Sir Williams jager te schieten, en daar de wet zulzs ook oordeelde, werden da Hopes aan den dijk gezet." ,En Maurits Hope voor een half jaar naar de gevangenis gezonden, zeide zyn broeder, het voorhoofd fronsende ,ja, ik heb alles tot in de kleinste byzonderheden onthoudende tyd heeft koloniën zooveel mogeiyk voordeel te halenmaar het lot dier bezittingen zelven en van de Indische bevolking, was haar volkomen onverschillig. In dat opzicht stond zy met de Oostersche despoten, die steeds de bevolking onder drukten, volkomen geiyk. De 0;st-Iadische Compagnie heeft ten tyde der republiek aan sommige Neder- landache geslachten fabelachtige ryk- öommen verschaftmaar toen in het laatst der achttiende eeuw de politieke omstandigheden ods ongunstig waren en Engeland ons overvleugelde, was hst met hare flaanciëele krachten gedaan. Dit was een der redenen waarom de Staat het direct bestuur der bezittingen op zich nam en zich tevens belasttemet de aanzieniyke schulden der Compagnie. Kort daarna werd ons land by Frank* ryk ingelyfd en geraakten wy daardoor in oorlog met Engeland, dat zich van Java meester maakte. Dit duurde slechts tot de herstelling van Neerlands onaf- bankciykheid. Vandaar dat wy sprekea van het Eugelsche «tusschenbeatuur*. Aan dat tusschenbestuur komt de eer toe, een beter regeerstelsel bedoeld te hebben. Men wilde de bevolking ont heffen van de verplichte levering van producten, door de Compagnie ingevoerd en haar, by vrye beschikking over den grond en de cultuur, een matige belas ting opleggen. Maar teen het Nederlandsche gezag op Java werd hersteld, liet men die goede voornemens varen. Ware hst daarby maar gebleven In 1830 brak de Belgische opstand los en het duurde tot 1839 eer men zich in Nederland neerlegde by de door de mogendheden goedgekeurde afscheiding. Wy leefden geheel op voet van oorlog en millioenen waren noodig om het gat te stoppen. Indië moest daarvoor dienst doen. Het zoogenaamde cultuurstelsel werd ingevoerd onder leiding van den gouverneur-generaal Van den Bosch. Teneinde in den kortst mogeiyken tyd het grootst mogeiyk aantal stapelpro- ducten in het moederland aan de markt te brengen, werden aan Nederlandsche ondernemers geldeiyke voorschotten ge daan, voornameiyk om suikerfabrieken op te richten. De Javanen werden ge dwongen tegen een matig plantloon het riet te planten en te onderhouden. Een zeker deel der producten moest tegen een vasten prys aan ons gouvernement ge- myne gezindheid met betrekking tot den eigenaar van Aver Court niet ver anderd." „Zoo als de myne bedoelt gy," zeide Arcnibaldhoor my, de tyd heeft myne achting voor hem niet versterktmaar ny is een oud en zwak vyand, en het zuu eene lafneid zyn hem thans hard te treffen. Ik wensch hem alleen te doen zien, dat hy verkeerd heeft ge handeld door zyne ongevoeligheid dat hy, die ons beiden voor een paar slechte ontstuimige knapen hield, ons verkeerd beoordeeld heeft; en dat wy, onder de hinderpalen, welke hy op onzen weg heeft opgeworpen, ons boven hem hebben weten te verheffen." „En dat is uw denkbeeld over ver gelding," zeide Maurits, meteen korten, byna waanzinnigen lach. .Welnu, ik ben zwaarder veroageiykt, en ik beschouw Sir William niet uit hetzelfie o -gpunt. Zoo ik hem kan treffen, zelfs op zyn hooge jaren, zoo als hy my eeus ge troffen heeft zoo ik zyn hoogmoed kon vernederen, zoo als hy den mjae en den uwe deel, en gevoelde dat zyn hart onder zyae nieuwe vjraeiering zoa moeten bezwjken dan zou ik het doen." Wordt vervolg i.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1902 | | pagina 1