jfru. 198.
40e Jaargang
Zaterdag
23 Augustus.
IteeiilfflÉtte tariclia
FBÜiU&TöN.
1902.
VlISSlSfiSCHE COURANT.
PrtJs per drie maanden 1.30. Franco per post l.aO.
Afeonderiyke nummers 5 cent. Men abonneert zich by alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever
F. VAN 9E VXLKE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVKBTENTIÊNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prya slechts tweemaal berekend, Groots letters
en cüché's naar plaatsruimte.
V fit <Ugei$ksc ttKgosoaiwi s» Zoa- fsssidagen.
Telophoonnummer IO.
AbonnemenU-AdTertoaaSn op 1 oot voordeellge voorwaarden.
:45
05
20o) b)
6 40h)
Se Boeren generaals.
Tijdens het Woensdag door de Boeren»
generaals afgelegd bezoek op de villa
„Oraijelust" te Utrecht, overhandigde de
teer Van Boeschoten aan generaal De
Wet een schrijven van mej. A, Port
maan te Zurich, en toonde hem het
prachtig en kostbaar geschenk van deze
dame. Het stuk, uit zilver vervaardigd,
is bijna een meter in het vierkant en
geeft een voorstelling van een epiBode
uit den oorlog onder den beroemden
krijgsheld.
tieneraal De Wet was hoogst inge
nomen met het huldebiyk, dat ook door
zjjn wapenbroeders, de generaals Botha
en De la Rey, zeer werd bewonderd.
Met den trein van 8.24 ia generaal
Botha gisteren met zyn echtgenoote per
Hollandsche spoor van 'sGravenhage
caar Brussel vertrokken, alleen vergezeld
door zijn secretaris, den heer Van der
Velde. De heeren Fischer en De Bruyn
vergezelden hen tot Rotterdam.
Da generaal is voornemens 5 a 6
dagen te Brussel te blijven om vervol
gens nog even in Den Haag te konen
en dan waarschijnlijk met de andere
generaals gezameiyk naar Engeland te
vertrekken.
Alvorens het hotel „Den Ouden Doelen"
te verlaten, werd aan mevrouw Botha
een bouquet aangeboden door den eige
naar van het hotel, den heer Van Santen.
Nog steeds blijven zich tal van dames
en heeren aanmelden om te teekenen
in de welkomst registers voor de generaals.
Tal van generaals van het Nederland-
Eche leger, secietaiisaen-generaal var. de
departementen van algemeen bestuur, voor
zitters en leden der hooge staatslichamen,
oud ministers enz., plaatsen hun hand-
teekeniDg.
In opdracht van de wereldvereeniging
Kosmopolit te Neurenberg, werd getee-
kend door den heer Koentz Jr., consul
voor Nederland dier vereenigiDg, terwyi
ook een Eagelschman z.yn handteeke-
ning zette, n.l. Sir Charles Turner, K.
C. J. E., „late minister of the council
of India.'
Voor de bijwoning der plechtigheden
ter gelegenheid van de komst der Boeren
generaals te Amsterdam openbaart zich
veel animo. Om 1 uur gisteren reeds
was over alle beschikbare plaatsen in
de Nieuwe Kerk, ten getale van 3500,
beschikt, terwyi honderden daarna zich
tevergeefs aanmeldden.
Voor de receptie in het Paleis voor
Volksvlijt hebben zich reeds ODgeveer
2000 personen en corporaties aangemeld.
Generaal Botha, is gisterenavond om
halfzeven aan herNoorderstation teBrussel
aangekomen. Lang voor het uur van
aankomst was het station van binnen en
waren de toegangen van buitendoor een
ontzaglijke menschenmenigte ingenomen.
28.)
Maar daar hebben wij, als vreemden,
ons toch niet om te bekommeren I
Nu trad hy op my toe en vervolgde,
terwyi hij my verstoord en moedeloos
aanzag.
- Laat ik u dan zeggen, Goldberg,
dat de baron my zyn woord heeft ge
geven, dat ik universeel erfgenaam zou
worden van zyn kolossaal vermogen
omdat er toch niemand was, die er als
bloedverwant eenige aanspraak op kon
do8n gelden. Ea nu komt die neef als
Uit de lucht vallen. De baron heeft nog
een jongere zuster gehad, die wegens
bare liefde voor een burgeriyk jong-
mensch, zonder vermogen, werd ver
stopten en van wie hy nooit meer iets
vernam. De zuster en haar echtgenoot
Bij het uitstappen van den trein werd
Bo.ha ontvangen door de leden van
het gezantschap der Z -A. Republiek,
met jhr. Goldman aan het hoofd. Zooira
men den wakkeren generaal zag wer
den alle handen hem toegestoken. Hij
werd begroet door een geweldig geroep
van Vive Bo'.haLeve generaal Botha
De generaal kon niet vooruit. Hat
was een enorm gedrang. Man deelde
trappen en vu:s'slagen uit om hem te
naderen. Vergeefs trachtten politieagen
ten hem een weg te banen. Vrouwen
en kinderen raakten onder den voet.
Men schreeuwde, zwaaide met hoeden
en zakdoeken. Ten slotte was men
verplicht Botha naar de Brabantstraat
uit het station te leiden. De hoofduit-
gang op het Rogierplein was niet te
bereiken.
Buiten dezelfde volte. Botha en zjjn
zoontje Louis nam6n plaats in een
huurrytuig. Het volk trachtte het paard
uit te spannen, maar politieagenten
wierpen de menigt8 teiug en begeleid
den het rytuig. Dit ging er van door,
duizenden er achteraan. Botha stond
rechtop in het rytuig en groette met
hand en hoed. Ia alle straten riepen
de voorbygangerB hem toe.
Eindeiyk kwam de generaal aan het
hnis, waar mevrouw Botha woont, in
de Crespelstraat. Aan de deur wachtten
zijn kinderen hem op. Een roerend
tooneel ontstond, toen de vader verscheen.
De meisjes wierpen zich om zyn hals.
Het volk was bewogen en juichte. Ver
slaggevers drongen het huis binnen.
Botba verklaarde, dat hy niets zeggen
kon en verzocht dat men hem aan de
zijnen overliet. De verslaggevers trokken
zich terug. Botha beloofde hun, dat hy
hen morgenochtend ontvangen zou.
Buiten stond weer een meDigte, door
vele politieagenten in bedwang gehouden.
Het was een gejuich zonder eind. Dat
werd nog heviger toen mevrouw Botha
kwam. Zg was aan het station van
haar echtgenoot gescheiden en kwam
nu alleen in een rytuig.
(Zie Laatste Berichten.)
Ten verweer!
De Prov. Gron. Gt. had het denkbeeld
uitgesproken om, als bet tot grondwets
herziening mocht komen, tegeiyk aan den
recbter de bevoegdheid tot toetsing van
de wet aan de Grondwet te geven.
Geen blad, van welke richting ook, heeft
steun gegeven aan dat denkbeeld. Maar
daarom zegt nu de Pr. Gr. Ct. in een
artikel „ten verweer" zyn wy nog niet
van OEgeiyk overtuigd,
Het bezwaar den rechter in de staat
kunde te moeien, als het er een is
in Amerika is het nooit voor den dag
gekomen wordt volledig opgeheven
door den in de N. R. Ct. aangegeven
weg te volgen en hst toekomstig gerechts
hof voor de beslechting van publiek-
recbteiyke twistgedingen met de contrö'e
op den wetgever te belasten, of, op het
voorbeeld van de Grondwet van 1814,
zyn overleden en thanB komt hun zoon,
hy zal zeker zyn best doen om zich by
den ouden, ryken oom in te dringen.
Dit alles had hy toornig en in hevige
gemoedsbeweging tot my gezegd, en nu
ik hem in die fl kkerende donkere oogen
zag, werd het my eerst recht duideiyk,
hoe diep de dorst naar goud reeds wor
tel had geschoten in zyn hart.
En wanneer komt die neef Hoe oud
is hy, en wat zegt de baron er van
vroeg ik, want nu begin ik de zaak
ernstiger op te nemen.
lederen dag kan hy komen om de
positie in te nemen, die hem hier toe
komt. Hy is ongeveer achttien jaar oud,
geloof ik. En de baron Goede hemel
tot heden wist hy volstrekt niet dat
er nog een neef van hem bestond.
Nu legde ik myne hand op den
schouder van myn opgewonden vriend.
Waartoe al die zorgen Laat hem
gerust komen, dien neef. Ea eerst dan
kan er gehandeld worden
Hoe my die woorden op de lippen
kwamen, wie ze my ingaf ik zou
het niet kunnen zeggen. Maar myn
goede engel was het zeker niet.
En de neef was gekomen. Hy was
een bleeke jonge maD, niet knap, somber,
aan een afzonderiyk college de uitleg
ging van de Grondwet toe te vertrouwen.
Verder, dat de Staat, die den rechter de
bevoegdheid geeft de wat aan de Grond
wet te toetsen, evenmin van zyn „op
perhoogheid" afstand doet als de Staat,
die op zyn beurt zelf verscbynt voor en
zich berechten laat door den door hem
zei ven benoemden rechter, die daaren
boven op dit oogenblik reeds onderzoe
ken mag en moet of hetgeen hem door
den wetgover als wet wordt aangeboden
naar den vorm wet is, wat in het stelsel
der bewakers van de „opperhoogheid"
ook zou moeten verbonden zyn."
De Nederlander vindt geen antwoord
op de vraag, wat in ónzen gedachten-
gang ons beweegt voortdurend te y veren
voor kiesrechtuitbreiding. Dient, vraagt
die redactie, niet het kiesstelsel om een
zoo goed mogeiyke volksvertegenwoor
diging te scheppen? En indien ja gaat
zy verder „wat houding heeft het
dan op uitbreiding aan te sturen en
tegeiykertyd te zeggen het peil der
vertegenwoordiging zal in karakter of in
kunde dalen
Nu zetten wy het De Nederlander een
enkele uitdrukking uit onze artikelen
over de hereeniging der liberale party
terug te gaven, waarin nopens het heil
der uit een finaal geregeld kiesrecht
voortgekomen Kamer geoordeeld wordt
op de door het blad aangeduide wys.
Wél is het waar, dat iedere nieuwe
uitbreiding een sprong in het duister is;
nieuwe onzekerheid oproept nopens het
gehalte der na de toelating van verdere
kiezerslagea gevormde vertegenwoordi
ging. Maar daarom biyft het even onrecht
vaardig en onstaatkundig haar achter
wege te laten. Want niet om een volks
vertegenwoordiging die „zoo goed moge-
ïyk* is saamgesteld. e het te doen in
de eerste plaats en vooral maar om een
vertegenwoordiging, die het beeld der
natie in baar algemeenheid zoo getrouw
mogeiyk teruggeeftom een vertegen
woordiging vooral, die het belang van
qllen in het oog vat, niet uitsluitend of
bij voorkeur het belang der door haar
vertegenwoordigde groepen. Deze eisch,
waaraan een volkskamer voldoening
schenken moet, dryft tot y /eren voor
telkens nieuwe kiesrechtuitbreiding. Ook
zoo bewezen kon worden wat wy
geenszins onmiddeliyk aannemen dat
het peil der vertegenwoordiging daalde
by uitbreiding van kiesrecht, zou zy
moeten komen. Maar dit belet niet, dat,
nu iedere nieuwe uitzetting van de grens
een sprong in het duister is, het van
staatsmanswysbeid en voorzichtig beleid
getuigt om te zien naar waarborgen
tegen mogeiyk verkeerd gebruik waar
borgen, die de vrucht zyn van het wan
trouwen, dat de verklaring is van zoo
menige instelling en bepaling, die men
in het staatsbestuur tegenkomt. En als
de heer Tak ons in zyn Kroniek vraagt,
waarvan wy wel droomen door het alge
meen kiesrecht te willen invoeren en
het tegeiykertyd lam te slaan, dan zullen
teruggetrokken, en onder den biy venden
indruk van een bittere vreugdelooze
jeugd had hy iets terugstootends in den
omgang gekregen. Hy had de mi
litaire loopbaan gekozen, en men kon
niet zeggen, dat de uaiform, die hy
droeg, van gunstigen invloed was op zyn
voorkomen.
Hy sprak meermalen over zyn ver
leden, en ik had ook dikwijls de ge
legenheid om op te merken, dat twee
jongelieden elkander wederkserig heime-
iyk wantrouwden en wellicht haatten.
De jonge cadet keerde weldra weder
naar zyn regiment in Duitschland terug,
rij ie ondersteund door den baronen elk
jaar kwam hy eenigen tyd by ons op
het landgoed logeeren.
Zoo waren weder eenige jaren voor
bygegaan en de vrooiykh8id scheen by
mynen vriend, den secretaris, terugge
keerd te zyn. Het was alsof hy zich
met de gedachte had verzoend, dat hy
geen erfgenaam zou zjn.
Op zekeren stormachtigen winteravond
zat ik op myn kamer bij de warme
kachel een roman te lezen, toen ik
driftig de deur hoorde openen.
De secretaris van den baron trad
binnen.
wy hem niet beleefd verzoeken zelf eens
wakker te worden en na te gaan, welke
wezeniyke macht aan den wetgever,
dien het ernst is met de Grondwet,
wordt ontnomen, wanneer niet aan hem-
Z9lven maar aan een autoriteit buiten
de wetgeving geplaatst de beslissing
wordt gelaten öf de wetgever heeft ge
daan wat hy dan moet. Wy meenen te
kunnen volstaan met onzen geharnasten
tegenstander nog eens op Amerika te
wyzen. Ons dunktwat In de demo
cratie by uitnemendheid op dit punt niet
slechts wordt geduld maar beschouwd
als het plechtanker, het bolwerk van
de constitutie en de vryheid beide,
zouden wy toch wel kunnen overnemen
zonder gevaar te loopen met demooratie
den draak te steken of het algemeen
kiesrecht dadeiyk by zyn intrede „lam
te slaan».
Besmettelijke ziekten.
De kennisneming van de circulaire
van den minister van binnenlandsche
zaken van S Juli aan de Gedeputeerde
Staten der provinciën, om aan de gemeen
tebesturen mede te deelen, dat voortaan
geen declaration wegens onteigeningen,
geschied op grond van art. 69 der out
eigeningswet van 1850 wegens andere
besmetteiyke ziekten dan die, genoemd
in de ziektenwet van 1872, zouden
worden verevend, indien het besluit, uit
kracht waarvan de onteigening had
plaats gevonden (behalve in de gevallen,
waarin een Koninkiyk besluit wordt
verschaft), niet was genomen door het
college van Gedeputeerde Staten ten
gevolge van al. 1,2 e zinsnede, van art.
69, geeft de redactie van „Hygiënische
Bladen" aanleiding tot de volgende op
merkingen
„lo. dat deze beschikking eenige jaren
te laat is gekomen
„2o. dat zy, afgescheiden van no. 1,
tb 3 minder dan een halve maatregel Is.
„lo. Te laat omdat de Regeering
reeds vele jaren vroeger een einde had
moeten maken aan de toepassing der
onteigeningswet, wegens andere besmet-
teiyke ziekten dan die, genoemd in de
ziekenwet (tuberculosis, phthisis, carci
noma enz). Zaoals toch ten vorigen jare
door een onzer medewerkers, den he6r
A. Duparc, te Leeuwarden, in ons Maand
blad van 1901, no. 10, naar ons inzien,
terecht is aangewezen, is art. 69 der
onteigeningswet allerminst voor de ge
noemde ziekten geschreven en had het
daarom, toen in 1872 de ziektenwet
werd vastgesteld, moeten worden inge
trokken met de daarop volgende artt.70 72.
„Wat hiervan echter ook zy, ware de
Regeering vroeger handelend opgetreden,
duizenden, neen tienduizenden guldens
zouden jaar op jaar, van 1896 of 1897
af, aan het R jk zyn bespaard geworden,
zooals onze genoemde medewerker eerst
in het „Tydschrift voor Sociale Hygiëne",
later in ons Maandblad, herhaaldeiyk
heeft aangetoond. Met slechts een be-
trekkeiyk klein gedeelte van de genoemde
Wat is u overkomen riep ik
ontsteld want hy zag er uit als
een ïyk.
DeDk eens Goldberg, de baron
heeft een beroerte gehad. Ik moet den
dokter laten halen. Ea nu staat alles
op het Bpel. Begryat gy my
Ik begreep htm niet volkomen. Nu
boog hy zich tot my over en fluisterde
my iets in het oor.
Ik vond het in zyn schryfcafel.
Daar daar lees, Goldberg. Het
mag niet gebeuren. Nooit. Verstaat gy
Gj hebt destyds gezegd waartoe ai die
zorgen als het zoover is, zullen wy
handelen. Goed, handel thans, Goldberg.
Denk over de zaak na. Er moet iets ge
beuren, alvorens er een telegram naar
Duitschland wordt verzonden. Lees dit
stuk. Van nacht kom ik hier, om het
terug te halen.
E1 toen ik alleen was, begon ik het
document te lezen, dat de secretaris
my in de handen had geduwd.
Het was een testament van den baron
waarin, deze zynen neef, den zoon van
zyne zuster, die meer dan twintig jaren
geleden was verdwenen, tot universeel
erfgenaam benoemde van zjjn vorsteiyk
vermogen.
bedragen bad, geiyk hy deed uitkomen,
over het geheele land een ryksontsmet-
tingsdienst kunnen worden ingevoerd,
waardoor het doel, met de onteigening
en vernietiging der besmette goederen
beoogd, evenzeer zou zyn bereikt ge
worden. Er zou in al die jaren rög
genoeg geld zyn overgebleven, om, vol
gens het denkbeeld van een ander onzer
medewerkers dr. G. W. Bruinsma, te
Breda („Hyg. Bladen" van 1901,) een
of meer sanatoria voor onvermogende
lyders aan tuberculosis op te richten.
2o. Nog minder dan een halve maat
regel, want door de genoemde ministe-
rieele circulaire wordt slechts een einde
gemaakt aan de toepassing van art. 69
door de gemeentebesturen. Immers in
dien Gedep. Stalen in de bedoelde ziekte
gevallen tot die toepassing overgaan,
zullen, volgens de circulaire, de voor
schotten wel worden vergoed.
„Er zou derhalve niets zyn gewonnen,
indien deze colleges niet verstandiger
waren, Gelukkig is het anders. Biykens
een in de dagbladen voorkomand bericht
uit Leeuwarden van 1 Aug. jl. hebben
toch Gedep. Staten van Friesland (in
welke provincie in de laatste jaren de
meeste duizenden door de toepassing van
art. 69 der onteigeningswet werden ver
zwolgen) er voor bedankt, gevolg te geven
aan de aanvragen van gemeentebesturen
en geneeskundigen in hun provincie, om
in gevallen van tuberculosis, phthisis
enz. art. 69 toe te passen, maar de
aanvrage overgebracht by de Hooge
Regeering.
„Het zal ons waariyk benieuwen, hoe
de Regeering zich thans uit de klem zal
weten te redden. Naar ons gevoelen is
er slechts één midd6l, om aan den be-
staanden toestand een einde te maken,
nl. zoo spoedig mogeiyk over te gaan
tot intrekking van art. 169 der onteige
ningswet en wijziging en aanvulling,
zooveel noodig, van de ziektenwet."
Nederland en het Drievoudig Verhond.
Het jongste nummer der „Indépendance
Beige" bevat een hoofdartikel over een
onderwerp, dat in den iaatsten tyd reeds
meermalen door het blad werd besproken;
de toetreding van Nederland tot het Drie
voudig Verbond. Ia het kort samengevat,
kan men de strekking van het Brusselache
orgaan als volgt samenvatten:
„Wy gelooven van een dergeiyke toe
treding voorloopig niet veelde Neder
landers zyn voor het doen van een der-
geiyken stap veel te voorzichtig en veel
te verstandig."
Schadevergoedingen Zuid Afrika.
Door de Staatscommissie voor de scha
devergoedingen in Zuid-Afaka is opge
maakt een voorloopige lfjat, waarop zyn
varmeid de namen van hen, die ingevolge
ce bepalingen van het Kon. besluit van
5 Februari 1902, no. 23, voor een uit-
keering uit de door de Staatscommissie
Baron Smidt had woordeiyk het vol
gende geschreven:
„Ik zou geen rust in het graf en
geen zaligheid daarna vinden, wanneer
ik den eenigen zoon van myne onge
lukkige zuster de hem wettig toekomende
erfenis onthield. Het is myn wensch en
wil, dat hy de militaire loopbaan zal
vaarwel zeggen en zich, of hier, of, als
hy dat liever wenscht, in zyn Duitsche
vaderland, als grondeigenaar vestigt.
Aan myn beambten vermaak ik een
som van duizend pond sterling. Aan
myn secretaris, die my lange jaren heeft
ter zyde gestaan, een som van vyt
honderd pond sterling. Hetzelfde bedrag
aan den klerk, Constant Goldberg."
Tot zoover had ik gelezen. Aan zynen
gunsteling slechts zulk een geringe som
in verhouding tot zynen grooten ryk-
dom Dat begreep ik niet toen nog
niet. Twee dagen later wel
Wat voor my bestemd was, was in
myne oogen een vermogen
Nu volgdeu nog vele legaten voor heb
dienstpersoneel van de by na vorsteiyke
huishouding en de Duitsche baron
had getoond een edelmoedig heer te zyn.
Wordt vervolgd)'