Y Dinsdag 19 Augustus. I P' teid Baden. IN. £(o. 194. 40e Jaargang 1902. Uit- Gratis 9 1 I I] V lne- 'asschen veeren, lea tyd. VLISSIIVdSCBE COURANT PrtJs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50, Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich by alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks b{j den Uitgever F. VAM BB VBLBB Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTED'1'IÊNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. - By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prfjs slechts tweemaal berekend, Groots letters en cliché's naar plaatsi-uimte. VirwMJn. dag.lgfcs, aS«g«aoai*E^ 9? K»»- «s kaasdagen, T«laphoonnnmm.r tO. AboMn?mea;»-i6Terti'fltli5n op «eer roerdaeligo voorwaarden. iRI Gemeentebestuur. kinderen, fatner, Alcoof Lange Wal- van rT7"lh 1 LiSEIK, |e, fausoen){k(| PATÊRSu.V, Np pi ktiën van bo I/" 100. vaal is singeil |n door siBMKii In Waterleiding. |s s i n g en. bestelling teil lag. 0,M 4 0)30 41 0,26 JP I 4 4 ia. 4 4 f OPENBARE VERGADERING van den ÜEMEÉSTERAAB VAN VLISSINGEN- op Woensdag 20 Augustus 1902, des namiddags ten 2 ure. A. Mededeelingen. B. Over te leggen stukken. C. Te verleenen ontslag. Ie. Voorstel van Burg. en Weth, tot bet verleenen van eervol ontslag aan den heer T. 0. Dommisse als gemeente ontvanger, met toekenning van een G D. Benoemingen: le, Van een lid der Commissie van Toezicht op bet Middelbaar Onderwijs. E, Te behandelen punten 1. Verkoop van gemeentegrond. 2. Voorstel van B. en W. tot het jonden van een adres aan den Minister- van Binnenlandsche Zaken tot voort durende heffing van een belasting op bet gedistilleerd. 3,Idem a. tot vereeniging van de scholen C, en D. en b. tot de invoering van de heffing van evenredig schoolgeld op school E. 4. Idem tot het toekennen eener be looning aan den heer K. C. DelvoiJe voor de waarneming der betrekking van hoofd van school B. 5. Idem tot vaststelling verordening tot regeling van het herhalingsonderwys. 6. Idem tot het verleenen van ver gunning aan J. G. van Niftrik Jr. en L. Tegelberg tot het maken van een beerput op hun erf. 7. Idem tot het in gebruik afstaan gedeelte van het Rujjterpiein aan A. H. Polak. 8. Idem verleenen vergunning aan P. Baart tot uithangen reclame bord en reclame lantaarn. 9. Idem tot het indienen eener voor dracht aan den Commissaris der Konin gin ter benoeming van leden van het college van zetters. 10. Idem tot het by inschrijving publiek verkoopen van bouwterrein naast de woning van het hoofd van school B. (Rommelkade). 11. Idem tot ontbinding der gezond heidscommissie. 12. Idem tot wijziging der gemeente- begrooting voor 1902. 13. Idem tot beschikking op het adres van de vereeniging „Viissingen Vooruit" om subsidie voor volksfeesten op 1 September a. s. 14. Idem tot vaststelling van het le suppletoir kohier Hoofdeljjken Omslag dienst 1902. wmwm&mim&z Bericht aan de tuinbouwende bevolking. De Burgemeester van Viissingen brengt ter kennis van belangheb benden PBUIUBT3N. 24.) Nu sloeg hy den weg naar het kas teel in, terwyi Leonie langzaam naast bem voortging. - U zult hem toch zeker in zijne but laten blijven, niet waar 1 vroeg zij. - Ik zal hem een kamer geven op bet kasteel, want ik geloof niet dat het raadzaam is, hem zoo geheel alleen te laten. En nu scheidden de jongelieden van alkander. Een uur latei; liet de pastoor ziek bij den heer Von Essdoiff aandienen. Deze trad den priester vol achting tegemoet. - Het is gedaan, zeide deze laatste, ernatig. Ik bleef tot zyn laatste oogen- Wik by hem. - Ik dacht niet, dat het zoo spoedig dat, biykens ontvangen schryven van den Commissaris der Koningin in deze provincie, by beschikking van Zyne Excellentie den minister van Waterstaat, Handel en Nyverheid, van 30 Juli no. 6681, afd. landbouw, is bepaald, dat met ingang van 1 September e. k. de Rijks-Tuinbouwleeraar J. P. M. CANMAN zal werkzaam zyn binnen de provinciën Noord-Brabant en Zeeland, en dat de gemeente Tetcringen ham als standplaats is aangewezen. Viissingen, 18 Aug. 1902. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKÉ. ÜDiuiiÉÉe taricista De aankomst der Boerengeneraals. De Boerengeneraals kwamen Zaterdag te Londen aau en werden aan het spoor wegstation levendig toegejuicht. Botha's secretaris deelde mede, dat de generaals verheugd zouden zyn den Koning te ontmoeten, indien deze dit verlangde. Hun niet-biyven om de vlootrevue by te wonen had tot oorzaak, dat zy sinds het sluiten van den vrede geen oogen- blik rust gehad hadden en thans daar naar verlangden. Het tooneel, dat zich aan het station te Londen afspeelde was byzonder merk waardig. Een ontzagiyke volksmenigte verwel komde hen even harteiyk als zy destyds lord Roberts en lord Kitchener deed. De kreten: „Brave oude de Wet" en „Onze vrienden de vyanden zyn allen dappere soldaten" klonken herhaaidelfik door do stormachtige toejuichingen heen. De Wet werd byna verplet door hel geestdriftig publiek en moest door de politie ontzet wordeD, aan wie het alleen door geweld gelukte ruimte te maken. Van uit de wachtkamer dankten de generaals voor de ovatie door het afne men hunner hoeden maar zy weigerden te spreken. Ten slotte waren zy genoodzaakt het station te verlaten over een lijn, achter den daarop staanden trein om maar de menigte volgde hen tot aan den omnibus en begeleidde hen door de stra ten tot aan het hotel. Over de aankomst van de drie Boeren generaals te Southampton worden nog de volgende byzjnderheden gemeld in het Londensche blad „The Star" De „Saxon" legde om 9 45 's mor gens aan de kade aan, waar duizenden belangstellenden hare komst hadden afgewacht. Het schip bood een levendig schouwspel aanhet bad 1650 man troepen aan boord, en dezen stonden allen op het dek en de verschansing. Er werd in het eerst volstrekt niet gejuicht, maar de houding van het publiek was niettemin zeer sympathiek. Toen de loopplank was gelegd stroom de een menigte aan boord, en na veel zou gaan. O, hy was zeer zwak, En wat moet er nu verder gebeuren, myn heer Von Essdoiff Die arme jongen is volkomen radeloos. Voor de begrafenis zal ik natuuriyk zorg dragen. Ook zal ik iemand naar de hut zenden om bij het iyk te waken. En misschien laat Christiaan zich over halen om op het kasteel te komen. En toen de oude Constant aan den schoot der aarde was toevertrouwd, en Christiaan van zyn droevigen gang naar het kerkhof was teruggekeerd, stond hy alleen en verlaten in zyne kleine hut, thans als geheel bedwelmd door den zwaren slag, die hem had getroffen. Plotseling werd de deur geopend en kwam de slotheer binnen. Hy trad op Christiaan toe. Kom, Christiaan, ga met my mede naar het kasteel. Gy moet niet alleen hier biyven, hoort ge my zeide Essdoiff. De ongelukkige hoorde niets. Starend rustten zyne blikken op de legerstede waarop drie dagen geleden zyne gryze vader nog had gerust. Christiaan ik ben hier luister eens naar my, gedrang slaagden velen er in, de han den te drukken van de drie kloeke door de zon gebruinde mannen, die in het salon met pryzenswaardige kalmte de bestorming hadden afgewacht. De Wet was de eenige, zegt de cor respondent, die iets droeg wat op een uniform geleek, een blauwe jas van militair snit. Byna terstond daarna wer den de drie genoraals aan dek geleid. Toen De Wet den voet op de loopplank zette, ging er een machtig gejuich op, en het geestdriftig gejubel hield aan terwyi hy, gevolgd door Botha en De la R-y, voortging. Langs de kade schreden zy voort, gevolgd door een opeengepropte juichende menigte, die door de politie- afzetting heendrong om een blik te kun nen werpen op de gireraais. Buiten het hek van de kade wachtte hen een on afzienbare menigte, en toen zy dat punt passeerden, werden zy opnieuw begroet met een losbarstend gejuich, waarvoor De Wet herhaaldeiyk dankte door het afnemen van zyn hood. Zoo naderden zy in triumf de „Ni geria", waar lord Roberts en lord Kit chener en de heer Chamberlain hen af wachtten, de beide generaals in politiek, de minister in een soort marine-kostuum. Chamberlain, die vooiaan by de valreep van de „Nigeria" stond, verwelkomde harteiyk de Boerenleiders, die een paar minuten spraken met hem en de lords Roberts en Kitchener. Het plan was, dat zy aau boord van de „Nigeria" de vlootschouw zouden bywonen, maar daarvoor hebben zy be dankt. De drie generaals hebben te Londen hun intrek genomen in Horrex Hotel, in Norfolkstreet, Strar... De generaals, vergezeld van den ad vocaat Ferrina, secretaris van De la R,.y, vertrokken Zondagmorgen om 9,30 uit Londen Daar Cowes, om koning Edward op diens uitnoodiging een bezoek te brengen aan boord van zyn jacht. Slechts weinig publiek was by hun vertrek aanwezig. By bun aankomst te Southampton werden de generaals ontvangen door Roberts en Kitchener. Deze twee opper bevelhebbers uit den Boerenkryg ge leidden hun dappere tegenstanders aan boord van een marinejacbt, dat hen aan boord van het koninkïyk jacht te Cowes bracht. Toen de generaals aan boord van het koninkïyk jacht kwamen, ging de Koning hen te gemoet en drukte hun allen de hand. De Koningin en prinses Victoria ontvingen ook de generaals, die ver volgens de vloot langs stoomden en met generaal Kitchener lunchten. Om 6,50 keerden zy te Londen terug, met denzelfden trein waarmede lords Roberts en Kitchener reisden. By het uitstappen ging lord Kitchener naar het salonrytuig van de Boeren om hun vaar wel te zeggen. Door journalisten ondervraagd, zeiden Botha en De la Rey dat de Koning hen En nu keerde hy langzaam het bleeke door smart verwrongen gelaat naar zyn bezoeker. Gy 0, gy 1 Ik wil niet naar het slot 0 neen. Ik wil hier biyven altyd alleen En myn kistje Hy ging naar de kast en opende deze, daar stond het kistje. Essdoiff wilde er de hand naar uit strekken, doch woest stiet hy den edel man terug. O neen, neen niet nemen. Gy niet gy volstrekt niet. Het is het myne ik verbrand het, Essdorff haalde de schouders op wat kon hy er tegen doen Eu toch vermoedde hy, dat dit kleine kistje een of ander geheim moest verbergen. Toen sprak by Christiaan nogmaals vriendeiyk toe maar bet was tevergeefs, de ongelukkige was niet te bewegen om mede te gaan. Dus verliet Essdorff ein- deiyk de hut. Toen hy zich eenige schreden had verwyderd, hoorde hy nog, dat Chris tiaan de deur met een dubbelen grendel afsloot. Terwyi hy huiswaarts ging verdiepte Essdorff zich in gissingen omtrent het minzaam had ontvangen en dat de ont vangst hun veel genoegen had gedaan. Aan het station juichte het publiek de generaals levendig toe. Brebner, de secretaris van Botba, stelde de volgende mededeeling beschikbaar nDe generaais zyn uiterst tevreden over de ontvangst door den Koning. Hst gesprek was in het minst niet officieel, er was geen sprake van politiek cf iets van dien aard. Het onderhoud duurde zeer kort." (Zie Laatste Berichten.) Bezoek der Boeren generaals aan Nederland. Door de besturen van de Zuid Afri- kaansche Vereeniging, het Nederlandsch Comité voor Transvaal en het Car. Nat. Boeren-Comité, is In overlfg met eenige Amsterdamsche particulieren het initia tief genomen tot het bereiden van een waardige en passende ontvangst in de hoofdstad aan de drie Boeren-generaals Botha, De la Rey en De Wet by hun komst in Nederland. De commissie, welke zich te dien einde gevormd heeft, bestaat uit de heeren mr. W. baron Rö Al, voorzitterjhr. J. de Graaff, secretaris H. Byieveld H. J. Emous J. C. Heesterman jhr. J. A. Kretschmar van VeenH. I. Meerkamp van Embden Paul den T6X G. A. ba ron Tindaldr. P. J. F. VermeuleD dr. J. Th. de Visserprof. mr. W. van der VlugtR.. W. J. C. van den Wall Bakemr. W. S. J. van Waterschoot vao der GrachtJ. A. Wormser. Nog zyn een drietal plaatsen in de commissie te vervullen, daar de antwoorden van de daarvoor uitgenoodigde personen niet zy n ingekomen. Het spreekt van zelf, dat in de om standigheden, waarin de generaals ons land bezoeken, elk feesteiyk vertoon biyft buitengesloten. De ontvangst zal daarom een eenvoudig en ernstig karakter dragen en in byzonderheden veel over eenkomst met die, welke president Kru- ger werd bereid, toen deze tydens den oorlog de hoofdstad bezochtmet dit verschil evenwel, dat de generaals niet twee dagen, zooals president Kruger, doch slechts één dag te Amsterdam zullen vertoeven. De dag van ontvangst en de nadere regeling zullen intijds worden bekend gemaakt. Van de generaals is, in ant woord op een hun toegezonden telegram bereids het bericht ontvangen, dat zy deze eerste, hun by hun bezoek aan Ne derland toegedachte hulde, gaarne aan nemen. Uit krijgsgevangenschap terug. Men meldt uit Nieuwediep aan 'tHbl. Met bet pantserdekscbip „Friesland", commandant de heer Jansen, zyn Zater- morgen van Oost-Indië aangekomen negen landgenooten, die aan de zyde der Boeren strijdende, in den oorlog krijgs gevangen zyn gemaakt en een paar jaar op Ceylon in gevangenschap doorbrach en den voor Leonie bestem ien brief en by vroeg zich af, of er mis schien ook eemg verband kon bestaan tusscben dien brief en dat kistje. En den volgenden dag, nog vroeg in den namiddag, begai Leonie zich naar de hut. Toen zij de hand aan de klink sloeg, ging de deur open. Leonie trad binnen bet kamertje was ledig, misschien was Christiaan het bosch in, om hout te zoeken. Leonie moest eerst een zekere vrees, een lichte aarzeling overwinnen, eerst toen ging zy den bybel zoeken. E9n pynigend gevoel had haar aan gegrepen, een vaag vermoeden, dat die brief iets verschrtkkeiyks inhield. Maar spoedig schudde zy die gedachte van zich af, opende de kast, voni den ouden reeds half verganen bybel en daarin ook den brief. Het scheen een tameiyk uitvoerig document te zyu, en was in een groot couvert gesloten. Eu op het couvert stond met groote, duidelijke letters baar eigen naam„Aan mejuffrouw Leonie Anna Aubri.Langen tyd bleven haar blikken strak op den brief rusten, toen stak zy hem by zich. Na zorg ten. Het zyn de heeren Selle, Van Muil- wyk, Uitenhoud, allen van Amsterdam, Van Straten uit Utrecht, Van Pietersoa uit Retterdam, Padberg uit Heerenveen, De Vries uit Franeker, Wi6gerlinck uit Haarlem, terwyi de heer Haverkamp de reis gedeelteiyk meemaakte en te Algiers van boord ging. Onmiddeliyk na aankomst had een onderhoud met de gerepatrieerden plaats, die zeer gelukkig waren deD vaderland- schen bolem weer te kunnen betreden. Het leven in Regamakamp was vol ontberingen geweest. In een ruimte van 180 by 50 meter waren 180 menschen byeen, streng bewaakt en slecht gevoed. Vooral was bet eten ongenietbaar door slechte bereiding. Alleen bet brood was den laatsten tyd goed vlessch en ryst daarentegen afschuweiyk. De gelukkigen die mst de „Friesland" konden meege nomen worden, dankten daarom den hemel dat zy het ballingsoord den rug kondeu toekeeren. Er wareu omstreeks 100 Nederlanders in de C-ylonkampen, en op de „Friesland" waren slechts 10 plaatsen. Allereerst kwamen 3 zieken in aanmerking. Om de overige plaatsen moest geloot worden. Gevraagd boe de tydlng van den vrede door de krygsgevangenen werd opgeno men, verk:aarde de heer de Vries dat byna niemand hat bericht geloofde. Men kende de Engelsche waarheidsliefde en was vast overtuigd dat Kitchener zich had overgageven aan Botha, niet omge keerd. Degenen die aan het bericht ge loof hechiten en zich bereid verklaarden den eed van trouw af te leggen,moesten door de Engelsche bewakers van het kamp tegen de woede van hun mede gevangenen beschermd worden. Vry ernstige vechtpartyen waren het gevolg, waarin een Boer zwaar gewond werd en ook enkele politie oppassers kwets uren bekwamen. Over het verbiyt aan boord van de „Friesland" waren allen verrukt. Het logies van de adelborsten werd te hunner beschikking gesteld en iedereen aan boord, van den commandant af tot den matroos toe, was even vriendeiyk voor hen. Slecht gekleed, half verhongerd, uiterst slapjes kwamen zy op het schip en daarom was terstond elks taak ben op te monteeren. Officieren en onder officieren gaven hun kleeren en gezon den scheepskostdit bracht hen spoedig weer op krachten en de conversatie met welwillende officieren en bemanniDg deed hun zes weken een uitstekend leven genieten. De menschen hadden voor die verzorging dan ook allen lof en veel dank, en het afscheid van het gastvrye schip op TexAs reeds was aller- hartaiykst. Over het leven te velde, door hen vóór hun gevangenschap korter of langer meegemaakt, hadden allen veel te vertellen, maar daaróy weinig wat de lezer niet reeds weet. Leerplicht. Naar het Centrum uit goede bron vuldig de kast gesloten te hebben, snelde zy als gejaagd bet park in, en ging langs zypaden naar het slot terug. VIII. Het is byna elf uur In den avond. In hare kamer, aan de tafel, zit Leonie by de brandende lamp. Zy heeft de dsur en de vensters gesloten, en nu staarde zy vol angst op den brief, die voor baar op bet donkere tafelkleed ligt. Het is alsof een inwendige stem haar waarschuwt die regels niet te lezen alsof die geheimzinnige brief onheil zou uitstorten over haarzelve, over het kasteel en over den man, dien zij hartstochteiyk beminde. Maar had zy dien ongelukkige, die thans in den diepen schoot der aarde rustte, niet de belofte gedaan, dat zg zyn laatsten en zooals zy zich zelf moest bekennen zoo vurigen wensch zou vervullen Nog had zy een gevoel als zyn blikken vol dankbaarheid op haar rustten. Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1902 | | pagina 1