3 Juli.
Eens i&teressante Sans.
Donderdag
40e Jaargang
190:
ie
neid,
3ode
feülfflÉolü ieriGÈisn.
FBUILIBTOIL
uli een fl tj
uis. AdtcJ
int."
gevraagd
die met j
'90.- bei!,
de Moorst.-j
ezer Couraj
1 N 3 T
BSLSoaa
i 4 50 (aiit
'■limariet.-
i 1230 2
45 4 15 6
jïtr.arll VUts
lrkdagscl 5
2 60
12 6 3 35 5
«DIÜNS'!
|t> 20 7-
1020 ll|
11 80 2
2ö 5 ij
110 6 30 71
i0!0 1
nm 1 20 j
.50 410 if
6 00.
itas.
30 en 6 20 i
155 6 50
en 445
5 05
10» 6 20c) h
10 6 40h)
Dorsolea en
ten hoogste
jten.
Lr Borsselesl
Ivan Neuzen I
Ldt op deze jj
rwegat» tion I
7 58
8 47
|10 1
'10
D
U 2*11 j
vervoeren
28
6
1 25
6
3 10
7
3 50
8
46
8
4 22
8
VLISS1N8SCEE COURANT
PrtJs per drie maanden 1.30. Franco per poat 1.50.
Afeonderiyke nummera 6 cent. Men abonneert zich by alle Boek
handelaren, Poatdirecteuren of rechtstreeks by den O i t g o v e r
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, 1. 187.
ADVEKTENTTEN van 1—4 regale 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Btl directe opgaaf van driemaal plaataing derzelfde
advertentie wordt de prQa slechts tweemaal berekend, Groote letters
en cliché'» naar plaatsruimte.
Verabfut dag«l|ks, aJlgczoniard op Zon- en feestdagen.
Tolophoonuummor IC>.
Abonnement*-AdvertentlSn op leer voordeellge voorwoorden.
Schrale wetgevende oogst.
De Standaard beantwoordt de klachten
ln da para over den schralen oogst van
dan welgevendan arbeid onder dit kabinet.
Voeraf gaat de opmerking, dat da
toonaangevende pers in Nederland zich
in anti-ministerieele handen bevindt,
waaruit volgt dat een liberaal kabinet
in de groote pers altoos machtigen
steun zal vinden, en dat omgekeerd een
christelijk kabinet steeds met tegenkanting
in de groote pers te worstelen zal heb
ben. Intusschen liet aanvankelijk de
houdiDg, door de groote liberale pers
aangenomen, nauwelijks te wenschen
over. Maar nu komt de algemeens klacht,
dat het kabinet het eerste jaar stil zat
en geen vrucht van zyn arbeid op de
wetgevende markt bracht.
De schuld daarvan geeft de Standaard
aan J. D. V., die in het Volksdagblad
van 1 April „den toon voor dit klaag
lied over stilstand op wetgevend gebied
inzette*.
Of (zoo vraagt het ministerieels hoofd
orgaan) is het niet begrypeiyk, dat, waar
een parlementair veteraan, die door de
pers geacht mag worden volkomen op
de hoogte te z(jn van het ministerieele
raderwerk, zich reeds op 1 April zoo
beslist over het nietsdoen van het Kabinet
uitliet, die pers, nu drie maanden verder,
ook harerzijds voor klachte stof vindt
Verheeld mag dan ook niet, dat de
beer J. D. V. met bedoeld artikel een
zeer ernstige verantwoordelijkheid op
zich heeft geladen. Hg kan niet voor
wenden, dat hy niet op de hoogte van
den stand vau zaken was. Hy kan even
min beweren, dat by onbekend is met
den tragen gang, waarop wetsontwerpen
van «enigen omvang in het departement,
bij de onderhandeling tusschen meerdere
departementen, en by het raadplegen
van den Raad van State, tot stand
komen. En toch heeft hy, die dit wist,
en het niet kon weten, reeds op 1
April geklaagd, dat men in het publiek
nog niets nader vernomen had b. v.
omtrent het wetsontwerp in zake de
Zondagsviering.
Gaan we nu even den ook hem be
kenden kalender na.
Eerst op 1 September kwam de mi
nister van binnenlandsche zaken op zijn
departement: Daarop eischte sluitingsrede
en trooniede de aandacht. Toen die
achter den rug was, moest hy, die aan
het departement van binnenlandsche
zaken geheel vreemd was, en noch
theoretisch noch practisch zich in ons
administratief recht had kunnen thuis
zetten, de omvangryke begrooting van
zyn departement doorwerken en zich
voorbereiden op het algemeen debat.
Daarna kwam de schrifteiyke en mon
delinge behandeling der begrooting in de
Tweede en Eerste Kamer, en eerst einde
Naar het Amerikaansch
VAN
O. PER O.
1.)
Irish Meadows ligt in eene heuvel
achtige landstreek in den staat New-
Jersey, op korten afstand van New-York.
Een myner kennissen, een Franschman,
had my deze plaats, als aangenaam
ontspanningsoord, byzonder aanbevolen.
Sehoone wouden, tameiyk hooge, niet
te steile bergen, prachtige gezichtspunten,
jacht op konynen en vogels, goed logies
tegen biliyke pryzen by père Goudriot,
lekkere kikkerboutjes by het ontbyt en
overheerlyke paddestoelen bij het avond
eten, volstrekte eenzaamheid dit alles
te zamen deed my en myn vriend, den
jongen dokter Zwicker, na lange beraad
slaging, besluiten, in den herfst van het
Januari kreeg by de handen vry, om
zich met den wetgevenden arbeid bezig
te houden.
Gesteld nu al, dat de Zondagswet het
eerst aan de orde van behandeling ware
gesteld, zoo weet toch de heer J. D. V.
zoo goed als de beste, dat het ontwerpen
van zulk een wet, byaldien man iets
anders wenscht te leveren, dan eenige
algemeene phrases, met onbepaalde
dispensation, binnen het departement
niet in drie maanden kan afhopen. Hy
weet evenzoo, dat eene Zondagswet, die
zich verbroeden zal over de verschillende
terreinen van het volksleveD, rechtstreeks
met minstens drie andere departementen
in aanraking komt, en dat de onderhan
deling over zulk een ontwerp met drie
andere departementen, niet binnen de
twee maanden kan worden afgesloten,
ook al gaat het op zyn snelst. En hy
weet evenzoo, dat de raadrle6ing van
den Raad van State, over een eenigszins
uitgebreid ontwerp, evenzoo niet binnen
de twee maanden ten einde kan warden
gebracht. Hem was alzoo bekend, dat
zelfs by spoedbehandeling zulk een ont
werp, ongetwyfeld een der moeiiykste
en ingewikkeldste, op zyn allersnelst
berekend, zeven volle maanden in beslag
nam.
En als dan toch een man als de heer
J. D. V. er zyn bevreemding over uit,
dat twee maanden na afloop der begrooting,
zulk een wetsontwerp nog niet ter al
gemeene kennisse was gebracht, wie kan
dan in zulk een uitlating den ernst
ontdekken van den staatsman en wie
begrypt dan niet, dat de pers, die van
het legislatieve raderwerk minder goed
op de hoogte is, due maanden na 1
April zich moeiiyk van een klaagzang
kon onthouden?
In de Eerste Kamer is geklaagd over
het gemis aan waarheid in onze wet
geving, maar hier is aanleiding om, ten
laste van den heer J. D. V., te klager
over gemis aan waarheid in de beoor
deeling van den wetteiyken arbeid.
Immers er is nog iets wat de heer J.
D. V. weet, en dat is dit.
Dit Kabinet vond zich by zyn optreden
voor de omvangryke taak geplaatst, om
tal van pas tot stand gekomen, maar
nog niet in werking getreden wetten,
uit te voeren.
We noemen de Miliiiewet, de gewijzigde
wet op het lager onderwys, de Gezond
heidswet, de Woningwet, de Ongevallen
wet.
Alle deze wetten kent de heer J. D.
V., want hy heeft aan de beraadslaging
over deze wetten zelf een acti6f deel
genomen.
Hy weet dus ook, hoeveel besluiten,
algemeene maatregelen van bestuur,
benoemingen enz. de invoering van deze
wetten eischt. Hy weet, hoe meer dan
één van deze maatregelen van bestuur,
op zichzelf in omvang van groote wets
ontwerpen niet verschillen. Hy weet dus
ook, dat wie zich een jaar lang uit
sluitend aan dezen uitvoerenden arbeid
jaar 187., ons jaariyksch uitstapje naar
genoemde plaats te maken het uitstapje,
waarop wy na de drukke bezigheden
van het verloopen jaar weder nieuwe
krachten moesten verzamelen voor het
volgende en dat wy reeds jaren achter
een steeds te zamen maakten.
Wy staken het noodige geld in den
zak, pakten ons koffertje en zaten, een
uur, nadat wy dit besluit genomen had
den, reeds in den gloeiend heeten, stof-
figen waggon.
Onder de medereizigers viel ons dade-
ïyk een gespierde, forsch gebouwde oude
man met een witte, golvende baard in
het oog. Onder dichte, byna aaneenge-
groeide wenkbrauwen schitterden een
paar groote, doordringende gryze oogen.
Een licht, eenigzins morsig zomerpak,
dat los om de forsche leden hing was
geheel in overeenstemming met het ge
kreukte linnen.
Had, in de plaats van den korf vol
nieuwe inkoopen, eene harp naast hem
gestaan, zoo had hy ons Duitschers
dadeiyk doen denken aan „Wilhelm
Meister's harpspeler." Binnen 10 minuten
wisten wy ech-er reeds dat hy père Gou-
droit in eigen persoon was, dien wy met
een bezoek dachten te vereeren. Nau-
kon wyden, nog de handen vol zou
hebben.
En als dan toch de man, die met deze
nauwkeurige wetenschap gewapend is,
reeds twee maanden na afloop der be
grooting het over zich kon verkrygen,
zich in het publiek op zulk een wys
over het Kabinet uit te laten, wie ver
geeft het dan aan de pers, die hiervan
minder op de hoogte is, niet volgaarne
een onbillijk aangeheven klacht
Invoering der Gezondheidswat.
In de toelichting van het wetsont
werp, waarby verhooging der Staats
begroting van dit jaar werd aangevraagd
tot uitvoering van de Gezondheids- en
Woningwetten, gaf de minister van
binnenlandsche zaken te kennen, dat
het voornemen bestond deze wetten met
1 Juli in werking te doen treden, en
dat de nieuwe gezondheidscommissies
vermeedeiyk met Augustus zouden
benoemd worden.
Op 4 Juni had het begrootingsontwerp
den gang door de Staten Generaal do or-
loopen. Op dien dag werd het door de
Eerste Kamer aangenomen en de supple-
toird wet is sedert afgekondigd. In de
„Staatscourant* van 22 Juni verschenen
de benoemingen voor den Cantralen
Gezondheidsraad, de commissie van
bystand, voor de Woningsubsidiea, de
inspecteurs enz. Het vermoeden lag dus
voor de hand dat beide wetten nu ook
inderdaad met 1 Juli in werking zouden
treden, zegt het Hbl. Het blad ver
moedde dat het Kon. besluit lot vast
stelling van den dag van invoering op
1 Juli reeds gereed lag.
Dit heeft echter niet zoo mogen zyn.
De maand Juni ging voorby zonder dat
een dergelijk baslir. .erschoen. Maar
heden, 1 Juli, bevat de „Staatscourant»
een Kon. besluit, volgens hetwelk de
Gezondheidswet in werking zal treden
op 1 Augustus 1902.
Dat besluit is door H. M. de Koningin
te Schaumburg onderteekend op 23 Juni
jl., dus 8 dagen geleden, zoodat het reeds
in den loop der vorige week had kunnen
zyn uitgegeven en afgekondigd.
Tot de redenen, waarom da invoeriDg
een maand moest worden uitgesteld,
behoort wellicht ook de ziekte van H. M.
De benoeming der gezondheidscom-
misaiën zal nu wel eerst in September
of later kunnen volgen. Volgens de wet
geschiedt die door de Commissarissen
der KoniDgin, nadat voordrachten zyn
ingediend door den Centralen Gezond
heidsraad, die daartoe eerst nog een
aanbeveling heeft te vragen vanwege
Burgemeester en Wethouders van elke
gemeente waar zulk een commissie
moet in het leven treden.
Wat de Woningwet betreft, ontbreekt
nog bet invoeringsbesluit.
Gemeentelijks kerksubaidies.
De (groene) Amsterdammer legt er by
haar bestrijding van de door minister
weiyks hoorde hy in het gesprek zijn
naam noemen, of hy spitste zyn ooren
en nam zyn buit dadeiyk in beslag.
Byna Dooit heb ik iemand aangetroffen
die zoo nieuwsgierig was als hQ. Stam,
ouderdom, geloof, politieke gezindheid,
in alles scheen hy belang te stellen.
Over het laatste punt lieten wy ons
wijseiyk niet uit- Er waren nog maar
weinig jaren verloopen sedert den oorlog
van 1870 en dus zou onze opvatting
der zaken natuuriyk ïynrecht tegenover
die van den Franschman staan. Over het
geheel hielden wjj, voornameiyk Zwicker,
ons zooveel mogeiyk onzy iig ik had
echter in den beginne de onvoorzichtig
heid begaan, myn beetje Franscb aan
den man te brengen. De oude bad veel
overeenkomst met eon kliswaar hy
zich eens vasthechtte, raakte men hem
niet gemakkeiyk weer kwyt. Hoe het
kwam, wisten wy nist, doen hy scheen
te vermoeden, dat wij met eene geheime
bedosling by hem onzen intrek wilden
nemen.
„Zjt gy reeds meer in deze streek
geweest?" vroeg by. „Kent gy misschien
iemand hier in de buurt Hoe vreemd
Anders komen er toch nooit Duitschers
by m(j logeeren. Gij hebt misschien plan
Kuyper genomen beslissing den nadruk
op, dat hier in de eerste plaats een
anti revolutionair beginsel is geschonden.
In Kuypers stryd tegen de liberale
onbillykheid inzake de neutrale school
heeft het radicale blad hem juist altyd
geholpen, en zie, thans stelt hy „als
minister anderen in staat, om in zijn
eigen naam en in dien der Koningin
zulk een, naar anti-revolutinaire begin
selen beoordeeld, achatdeiyk stuk, te
bediyven."
By de bespreking van wat de ver
schillende organen der regeeringspers
over de zaak gezegd hebben, voegt het
weekblad der Standaard toe »gy weet
wel, dat het niet de vraag is, of de
wet Kuyper gebood zyn beginsel te
schenden."
En verder „Arme Kuyper 1 Toen hy
in zijn toelichting tot het program toch
volledigheidshalve ook iets over de
roomscben wilde zeggen „om hst inter
nationaal karakter van hun kerkge
nootschap," gaf hy, als vierde opmer
king, te verstaan„tegen pressies van
roomschen kant op andersdenkenden,
anders dan in den weg der overreding
uitgeoefend, trede de overheid, vooral
in byna uitsluitend roomscbe streken,
met vastberadenheid en veerkracht ter
bescherming van de concientie-vry beid
op en daar verrast hy nu protestanten,
die dringend vragen niet gedwongen te
zullen worden tot het medebekostigen
van roomschen kerkbouw, met de ver
zekering, dat het aanspreken van bun
portemonnaie voor dit doel is in het
algemeen belang als behoorde hei tegen
gaan van onbillykheid, het beschermen
van de protestantsche minderheid onder
de kathoiioke bevolking, naar Kuypers
innigste overtuiging, ganscheiyk niet
meer tot het algemeen belang."
De opmerking van De Tyd, dat thans
van minister Kuyper wordt afgeëischt,
wat men zelfs niet van minister Van
Houten gevorderd heeft, geeft de Groene
aanleiding tot deze regelen
„Of het voor Kuyper genoegiyk is
met Van Houten in deze anti-revolutio
naire beginsel-kwestie verdedigd te
worden, wy betwyfelen het zeer. Zeker
echter is, dat wy er nooit van gehoord
hebben, dat Van Houten op geiyke wys
een afwyzende beschikking beeft geno
men, en even zeker dat een liberaal op
dat punt eigeDiyk nooit bizonder veel
last van eenig billijkheidsbeginsel heeft
gehad iets wat de anti-revolutionairen,
Kuyper vooraan, hun juist tot in het
oneindige hebben verweten."
Verder is het leggen van den lofzang
der Residentiebode naast des heeren
Kuypers uitgesproken meening natuur
iyk een dankbaar wapen, dat de Am
sterdammer niet verzuimt te hanteeren.
Het artikel eindigt als volgt
„Doch hoe men hierover ook denke,
nu katholieken en anti-revoiution&iren
steeds hebben geklaagd over het onrecht
hun aangedaan, wyi de liberalen de
openbare kassen aanspraken om hun
in den omtrek aankoopen te doen
Komt gy werkeiyk alleen hier heen om
u te amuseeren
„Ja, alleen voor dat doel, daar kunt
gy zeker van zyn", antwoordde Zwicker
geërgerd, terwyi zyn neus daarby van
toorn begon te gloeien. „Wanneer u dit
echter al te zeer verwondert, reizen wy
echter gaarne verder. Wy zullen wel een
plekje vinden, waar men ons opneemt
zonder examen.»
„Zoo zyn de Duitschers nu altyd,"
zeide de grysaard, zich op half beleedi-
genden, half vergoeiykenden toon tot my
wendend. „Zy zijn dadeiyk vuur en vlam.
Natuuriyk zyt gy welkom zie daar zyn
wij er reeds, Gy kunt dadeiyk met my
meeryden. Dus gij komt alleen voor uw
genoegen hier 1"
„Dat belooft goed te worden in uw
Irish Meadows," bromde myn licht ge
raakte vriend.
Eenige oogenblikken later hield de
trein stil en wy stapten uit. De zon
scheen brandend heet en by het zien van
den stoffigen, gloeienden straatweg, die
zich schynbaar eindeloos over de groene
heuvels uitstrekte, waren wy in ons nart
zeer verheugd in den „Rockaway"
zoo noemt men daar te lande deze opene,
wereldbeschouwing te propageeren, be-
hooren beiden dan ook thans in hun
daden bet bewys te leveren, dat zy dat
verfoeide voorbeeld niet willen volgen,
wyi het in stryd verkeert met hun be
ginsel."
Zondagsdienst op liet Telegraafkantoor.
Ook de Rotterdamscbe Kamer van
Koophandel heeft besloten zich thans
tot den directeur-generaal der posteryen
te wenden met klachten over deu last,
dien de op de telegraafkantoren inge
voerde Zondagsdienstregeling oplevert.
Zy kan zich over het algemeen wel
vereenigen met bevordering van Zondags
rust, doch acht zóódanige totale afslui
ting niet gewenscht. Er kunnen zich
omstandigheden voordoen waarin zulke
afsluiting eener handelsstad nadeelig kon
biykeD.
De Kamer zou het veel eenvoudiger
achten, ten hoofdkantore den geheelen dag
door gelegenheid te geven tot verzenden
en in ontvangst nemen van alle tele
grammen. Het verkeer zal vanzelf be
perkt zyn, waarnaar de dienst zal kunnen
ingericht worden, want buiten bepaalde-
ïyk noodzakelijkheid zal wel niemand
des Zondags seinen.
By Kon. besluit Is, met ingang van
1 Juli 1901lo. de vice admiraal F.
J. Van Stokhuyzen op zyn verzoek, op
peneioen gesteld, onder dankbetuiging
voor de vele goede en gewichtige diensten,
door hem aan den lande bewezen, en
het bedrag van het penBtoen bepaald
op f4425 'sjaars; 2o. bevorderd tot
vice admiraal de schout-by.nacht A. P.
Tadema, kommandant der zeemacht en
chef van het departement der marine
ia Ned. Indië.
Uit Enschedé.
Aan den heer G. J. van Heek, chef
der firma Van Heek Ca., ia namens
250 inwoners van Almelo, Oldenzaal,
Goor, Delden, Borne, Hengelo, Lonntker
en Enschedé, door de heeren mr. C. H.
Stork van Almelo, D. Gelderman van
Oldeczaal en H. ter Kuile Jz. van En
schedé by monde van eerstgenoemde
een adres aangeboden van den volgenden
inhoud
„Nu de werkstaking in uw fabriek
na maanden langen duur gelukkig ge
ëindigd is, gevoelen ondergeteekenden
behoefte een kort woord tot u te richten.
„Zy wenschen dit te doen onafhan-
keiyk van hunne meening over de oor
zaken en het verloop van die werk
staking zelve.
„Over de hoofdpunten, in dien strijd
te berde gebracht, zullen zy zich dan
ook niet uitlaten.
„Zy achten zich echter verplicht thans
een krachtig woord van protest te uiten
tegen de wyze, waarop uwe firma in
de laatste maanden op vergaderingen
en in de pers besproken is. Hoe men
over de werkstaking en wat daarmede
met een kap overdekte wagens van
den ouden Franschman een beschut
plaatsje te vinden.
Na een korte rit door de vlakte, ging de
weg tameiyk steil bergopwaarts langs een
rotsachtige bergkloof, die de natuuriyke
bedding vormde van een vrooiyk kab
belende, waterryke beek.
In een inham van deze kloof lag,
niet ver van den top van den geheel
met boomen begroeiden berg, het huis
van père Goudroit. Deze plek was voor
zeker zeer goed gekozen met het oog op
het gure winterweder. In Augustus was
het hier echter ondrageiyk heet. Na de
veelvuldig gevallen regens van de laatste
weken wemelde de zoele, vochtige lucht
van boosaardige muskieten. Op onze
vraag naar jacbtgelegenheid, vernamen
w(j al dadeiyk, dat het hiermede zeer
droevig gesteld was de jacht op de ons
zoo plagende insecten stond eebter geheel
vry. Charley, de oudste zoon van onzen
waard, een slank gebouwd jongeling met
weinig voorkomendheid, maar des te meer
stilzwygenheid, deelde ons op zyn eigea-
aarligen gemeiyken toon male, dat het
geweer gebroken en het kruit nat was,
en dat de „Diva" den achterlader by zich
1 in huis had. (Wordt vervolgdj