Maandag
23 Juni.
BROEDERSCHAP.
IN o. 145.
40e Jaargang
1902.
Bij flezs CGDran! Moort een iJijvoepel.
Gemeentebestuur.
HINDERWET.
PBOIUEim
VLISSIK68CHË C0MA1ÏT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per poet l.jO.
Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. YAM SE VELBE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTEN1TÉNvan 1—4 regel* 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bil directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend, Groote letters
«n cliché'» naar plaatsruimte.
Vanehgnt dajalfte», mitfesondsjd op S<m- «q feestdagen.
Telophoonnunuaor IO.
Abonnemants-AdTertentiSn op aoev voordcellge voorwaarden.
Zy die zich met 1 Juli op de
„Vlissingsehe Courant" abon
neeren, ontvangen de van heden tot dien
datum verschijnende nummers gratis.
Verzoek om vergunning tot hel op
richten van een toestel patent Feltmann.
Burgemeester en Wethouders van
VliasiDgen
Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet
geven by deze kennis
dat by hen is ingekomen een verzoek
van J. G. VAN NIFTRIK Jr., om ver
gunning tot het oprichten van een toestel
Patent Feltmann, tot het bereiden daar
mede van Zwavelzure Ammoniak uit
Gaswater, op het terrein der Gasfabriek,
gelegen aan de Wynbergsche Kade.
dat dit verzoek met de byiagen
gedurende veertien dagen, te beginnen
met Vrydagden 20 Juni 1902 op de ge
meentesecretarie ter visie zal gelegd
worden en dat den 4 Juli 1902, ten
raadhuize, des namiddags ten 2 ure, ge
legenheid zal worden gegeven om be
zwaren tegen het oprichten dier inrich
ting in te brengen, terwyi gedurende
drie dagen voor dat tijdstip ter gemeente
secretarie van de ter zake ingekomen
schrifturen kennis kan worden genomen.
Vlissingen, 20 Juni 1902.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUüEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
Iade vryheid in het staatkundig leven,
de zoogenaamde burgeriyke vryheid, de
belangrykste, zij is dit vooral ook hier
om, wyi zy het meest bydraagt om
gezonde begrippen, omtrent het maat-
schappelyk leven onder de burgers aan
te kweeken.
Onze eigene geschiedenis bewyst dit
op de meest overtuigende wyze.
Omdat, onder den naam van leesge
zelschappen, geheime vertenigingen onder
de republiek der Vereenigde Nederlanden
toebrachten tot de omwenteling van
1795, werd in de constitutie van 1798
wel het vereenigingsrecht erkend, maar
ook beperkt.
Aan ieder burger werd uitdrukkeiyk
het recht gegeven om met zyne mede
37.)
Waar wil ze heen, dacht Victor by
zich zelve. Het licht in den tuin was
niet helder genoeg, om de trekken der
spreekster duidelijk te ondersctreiden. By
zag dat een kanten zakdoekje voor de
oogen werd gehouden, en hy antwoordde
uiterst bedaard
„Het zóu my zeer spyten, juffrouw
Vrede voort, wanneer u in deze veron
derstelling gelijk had. Ik ben echter
meer dan vyf jaren weg geweest en heo in
dien tusschentijd heel weinig van uw
iamilie vernomen. U begrypt dus, dat
ik volstrekt niet bierover kan oordeelen.
Vergun my echter op te merken, dat
uw zuster er niet uitziet als iemand die
zich ongelukkig gevoelt.»
„O neen, zy doet moeite genoeg het
burgers te vergaderen tot onderlinge
voorlichting, ter opwekking van vader- j
landsliefde en ter nauwer verbintenis
aan de staatregeling, zonder dat nochtans
die vereenigingenconstitutio-'
neele gezelschappen genaamd, j
als zoodanig met elkander over staats
zaken britf wisseling konden houden, ge
schreven aanklachten ontvangen, by
stemming besluiten, of by wijze van
corporatie eeDige openbare daad ver
richten, Later werd over het geheele
vereenigingsrecht in de constitutien niets
gevonden, maar het hier ingevoerde j
Fransche Wetboek van atraïiecht stelde
strafbaar het houden van geregelde
staatkundige, godsdienstige, letterkundige
cf andere byeenkomsten, zonder verlof
der overheid.
Eerst in de grondwet van 1848 is
het recht om te vereenigon en om,
zonder biyvend doel, te vergaderen, uit-
drukktiyk erkend en daarop heeft de
wet van 1855 dit recht nader geregeld.
Het recht van vereeniging en verga
dering is als het ware een staatkundig
geschenk aan het volk geweest. Nooit
wellicht heeft eeDige wet grooter invloed
op het volksleven uitgeoefend van geene
enkele is ooit een ruimer gebruik ge
maakt. Den toestand van vóór eene
halve eeuw, toen alle voeling ontbrak,
kunnen wy ons nauweiyks meer voor
stellen. De staatkundige, wetenschappe-
ïyke en godsdienstige vereenigingen be-
heerschen voor een aanzieniyk deel het
geheele mastschappelyk leven. Het zou
onzinnig zyD, het groote nut te ont
kennen, dat zy verspreiden, maar veel
van hetgeen door haar is tot stand ge
bracht, springt niet zoo terstond in het
oog en daaronder rekenen wy vooral de
aankweeking van het gevoel van broe
derschap.
De geiykheid voor de wet en het
recht bestond sinds langmaar door die
geiykheid wordt door de broederschap
als het ware de kroon opgezet. Wanneer
de meDschen elkander niet naderen, dan
leeren zy elkander niet kennen en niet
waardeeren. Komen zy daarentegen vaak
met elkander in aanraking en vooral ter
besprekiDg en behartiging van zaken,
waarby het belang van den een even
zeer als dat van den ander betrokken
is, dan ontstaat er schier onmerkbaar
een band, die in den regel steeds hech
ter wo.dt. Dan leeren zy spoedig hoe
zwak de poging van den enkelen mensch,
hoe sterk daarentegen het vereenigd
is. Dan ervaren zy weldra dat veel
bereikbaar is wat vroeger onmogeiyk
te cacheeren, maar ik heb haar steeds
met de teederste liefde bewaakt, en my
kan zy niet bedriegen. U hebt haar toch
ook gekend in de zonnige uagen vóór
haar huweiyk en wanneer u haar meer
ziet, geiyk natuurlyk gebeuren zal, zult
u zelf zien dat, waaneer zy nu lacht en
praat en vroolijk is, het niet-de onschul
dige vrooiykheid harer vroegere jeugd
is, en lat zy onder al dien schyn van
geluk missen,en veel bittere tranen
verbergt."
„Ik trek het zeer in twyfel, of mjjn
blik in dit opzicht zóó scherp zou zyn
als het verhelderd oog der teederste
zusteriyke genegenheid."
Het was te donker dan dat Victor
den ongeduldigen, kwaadaardigen blik
kon zien, dien de tneatrale spreekster
hem van ter zyde toewierp. Zonder zich
evenwel aan zyn koelheid te storen ging
zy voort
„M(jn blik is niet alleen gescherpt
door de groote, alles everüeerscüende
liefde die ik Betsy toedraag, maar ook
door eigen leedik heb met zooveel
smart te kampen gehad, dat ik zien kan
wanneer de glimlach eener vrouw slechts
van verborgen teleurstelling spreekten
dat onze lieveling zich teleurgesteld voelt
scheen. Dan leeren zfl zich één te ge
voelen met hen met wie zy samen
werken, de ikheid en de individualiteit
een weinig naar den achtergrond te
dringen en zich vrijwillig te onderwerpen
aan de uitspraak eener beslissende
meerderheid.
De enkele mensch gaat zich in het
vereenigiagsleven kleiner gevoelen dan
hy z:ch vroeger waande maar aan
den anderen kant ook weer grooter.
Voorheen bracht hij slechts zijn eigen
denkbeelden ten uitvoer en alleen het
eigen werk was volmaakt goed. Opge
lost in de corporatie helpt hy getrouw
ten uitvoer leggen, wat niet alleen niet
uit zyn eigen brein is voortgekomen,
maar zelfs tegen zyn bepaalden wil is
tot stand gebracht, en hy wordt als het
ware ondanks zich zeiven gedror gen
tot de erkenning van het goede, dat uit
de gedachte en handelingen van anderen
is ontsproten.
Het kan dan ook niet worden ont
kend, dat het gemeenschapsleven zeer
gunstig op de algemeene volksontwik
keling terugwerkt en vooral ook, dat
het de verschillende lagen der maat-
schappy, voorheen te zeer gescheiden,
nader tot elkaDder heeft gebracht.
Er is wel zeer veel stryd van belangen,
maar het is juist die siryd, dia de partyen
met elkander in aanraking biengt en
die dan ten slotte vaak tot vereeniging
en samenwerking leidt. Waarom namen
de mannen der Fransche omwenteling
ook het woord brcedei schap in hun
kernachtige zinspreuk op'. Immers, om
dat- onder het oude régime de onder
drukking der vrijheid gepaard ging met
een volkomen verloochening der alge-
mec-ne belangen. Voor de volksklassen
en hare ontwikkeling werd niets gedaan
veel minder werd iets gedaan in samen
werking met haar. Integendeel, zy wer
den misbruikt en veracht.
Even als de christelijke leer allen als
broeders en zusters beschouwt, zoo doet
het ook een gezonde maatscbappeiyke
leer, en bierby mogen wy wel bedenken,
dat van een tegenovergestelde gedrags-
ïyn vooral zy het slachtoffer worden,
die laag in stand en gering van mid
delen, zichzelf niet kunnen helpen en
ophfffen, wanneer zy niet den krach-
tigen steun ontvangen van hen die zich
in betere stelling bevindeD.
Zelfzucht, waarvan gebrek aan ge
meenschapsgevoel een onderdeel ia,kweekt
zelfzucht en zy die er zeer lang het
slachtoffer van waren, vervallen tot een
overprikkelden, onnatuurlyken toestand,
in al wat zij eeDmaal van het leven heeft
durven verwachten, dat voel ik. Waarom
het zoo is weet ik niet. Zy heofc nooit
iets gezegd, integendeel zij beweert vol
maakt gelukkig te zyn. Dat Henri niet
de man is die voor baar geschikt is, dat
zult u, die hen beiden gekend hebt, my
toch moeten toestemmen. Brandonburgh
is een best mensch, maar er heerscht
in dit huweiyk een koelheid en een
onverschilligheid, die pynlyk aandoen.
In het publiek verschyaen zy altyd te
zamen, maar het is soms, alsof zij in
huis elkaar's bljzyn ontwijken. Wanneer
er geen menschen zyn, zit Henri 's
avonds op zyn' studeerkamer en Betsy
in haar boudoir. Dinsdags en Vrydags
is hy daarenboven altyd uit, en dat was
al zoo het eerste jaar van hun huweiyk.
Is dat geen treurige verhouding?"
„Duid het my ten goede, juffrouw
Vredevoort," antwoordde Victor op zyn
onverschilligsten toon, „dat ik myn opinie
daarover niet kan zeggen. Ik weet vol
strekt niet, waarmee ik uw vertrouwen
verdien en ik trek het eenigszina in
twyfel, of uw schoonbroer en zuster met
genoegen zouden zien dat u er my mee
vereert. Zouden wy niet naar binnen
gaan
waaruit alles, ook het verschrikkeiyirste
kan voortkomen. Daarom moeten wy er
ons niet over ve bazen, dat vrygemaakte
slaven niet staan konden in de vryheid
en tot allerlei buitensporigheden over
sloegen dat lyteigenen, tot burgers van
den staat verheven, zich keerden tegen
hen die voorheen hun heeren en mees
ters warendat de wegen der revolutie
byna altyd gingen over stroomen bloed en
gruweiyke tooneelen van wraak.
De broederschap kon dan ook niet
op eenmaal zegevieren, al stond zy ge
schreven met vurige letters in den bloe-
digen nacht der Fransche omwenteling.
Voor ae negentiende eeuw was het
weggelegd, de dageraad te zyn van de
broederschap tusschen de rangen en
standen der maatschappeiyke samen
leving en tusschen de leden ervan
onderling, zooals de omwenteling de
dageraad was der vrijheid.
Zóó moge het weggelegd zyn voor de
twintigste eeuw, de dageraad te zijn
der broederschap tusschen de volken.
Op dit gebied zyn wy helaas met onzen
tyd niet medegegaan en tot dusver
kregen wy slechts een ontmoedigend
antwoord op de vraagwachter wat is
er van dan nacht
Maar onze overtuiging staat vast, dat
de enkele profeten, die zich op dit gebied
waagden, niet te veigetis zullen hebben
getuigd en dat de zon der broederschap,
met haar verwarmende straleD, ook op
internationaal gebied door de nevelen
zal boren.
Moge het onzen (yd nog gegeven zyn,
dat heeriyke licht aan de kimmen te zien I
Verenigbaarheid van ambten.
Melding makende van de „eenvoudige
vraag" van mr. Levy in het Groene
Weekblad, of de directeur-generaal van
posteryen niet ingevolge het Kon. besl.
van 1868 na zyn aanvaarding van
het lidmaatschap der Eerste Kamer van
rechtswege van de waarneming van zyn
ambt ontheven is en op wachtgeld be
hoort te worden gesteld, scbryft het
Handelsblad
De verklaring van het feit, waarover
mr, Le.y zyn verwonderiDg heeft te
kennen gegeven, zal vermoedelyk hierin
zyn gelegen, dat ue directeur generaal
der posteryen en telegrafie niet wordt
getekend te behooren tot de „bezoldigde
landsambtenaren, behoorende tot de
departementen van algemeen bestuur."
Gaat men in den Staatsalmanak de
samenstelling na van het departement
„Ik volg u aanstonds, mijnheer Lich-
teDdonck," antwoordde Clara, en terwyl
hy zich verwyderde zond ze hem een
dreigenden blik na, zij klemde de tanden
op elkaar en haar soms zoo sentimen
teel, smachtend gelaat had thans een
uitdrukking, die vry duideiyk bewees
dat zy zich niet liet afschrikken, waar
het gold een eenmaal gemaakt plan te
volvoeren.
De meeste gasten waren weer in het
salon verzameld. Brandonburgh had zich
ten dienste van een paar dames gesteld,
die reeds afscheid namen en was ij verig
bezig aan mantels enz. te helpen. Betsy
was zoo goed als alleen, toen Victor
weer binnen de waranda trad. Hy na-
deide haar,
„Ik kom afscheid nemen,; zeide hy
„ik dank u zeer voer uw vriendelyke
ontvangst,"
„Daarop dien ik nu te antwoorden
verplicht voor uw aangenaam byzyn,
niet waar?" zeide zy spottend. „Is het
niet meer dan belacheiyk dat wy derge-
lyke banale beieefdheids-phrases tegen
over elkaar gebruiken?"
„Dat is het zeker, Betsy. Goddank,
dat je er zoo over denkt. Ik kwam je
niet alleen goeden dag zeggen. Ik ben
van waterstaat, handel en nijverheid
waaronder ook de posterijen en tele
grafie ressorteeren, dan vindt men onder
de ambtenaren van dat departement den
heer Havelaar niet genoemd. De dienst
der postaryec wordt blijkbaar beschouwd
als een afzonderlfike lak van bestuur
en de directeur-generaal geiykgesteld
met tyv. den hoofd inspecteur van den
rykswaterstaat.
Is deze verklarlDg juist, en is de
daaruit sprekende opvatting van ge
noemd ambt juist, dan is het Kon. be
sluit van 1868 op den heer Havelaar
niet toepasseiyk.
Inderdaad komt op de begrootipg van
waterstaat een afzocderiyke post voor
van „jaarwedden van den direoteur-
generaai van het personeel by het
hoofdbestuur," terwijl b. v. ce jaarwedde
■"an den directeur-generaal en het per
soneel van Landbouw niet afzonderiyk
is uitgetrokken, maar begrepen is onder
art, 2kosten van het departement."
Ongevallenverzekering.
De Vereeniging van Naderiandsche
werkgevers heMc ter zake van het aan
hangig gewyzigd ontwerp van wet tot
uitvoering van art. 75 der Ongevallen
wet 1901 aan de Tweede Kamer een
adres g-;richt.
ZQ wenscht by het uitspreken van
haar oordeel over dit wetsontwerp voorop
te stelIeD, dat, waar art. 75 der Onge
vallenwet bepaalt, „dat werkgevers en
werklieden" zitting hebben io de raden
van beroep, de Dadere uitvoering dezer
bepaliDg aldus behoort te worden ge
regeld, dat niet slechts formeel aan den
eisch van art. 76 zy voldaan, doch ook
den werkgevers en werklieden metter
daad de ruimste gelegenheid worde ge
boden om zich een oordeel te vormen
over de mede aan hun rechtspraak on
derworpen geschillen de ruimste ge-
leger, haid ook om dat oordeel in alle
stadiën van het geding te doen over
wegen. Naar de overtuiging van adres
sante wordt door het aanhangig ontwer p
de gelegenheid noch tot het eene noch
tot het andere der twee punteD boven
genoemd in voldoende mate aan de
werkgevers en werklieden, welke als
„afwisselende leden" in de beroepsraden
zitting zullen nemen, geschonken.
Adressante dringt aan op zoodanige
wyzigirg, dat de afwisselende leden van
aanvang af bekend worden met de by-
zonderheden van het twistgeding en
gekend worden in de verschillends be
slissingen, die aan de behandeling ter
terechtzitting voorafgaan.
De regeling zou ongeveer als volgt
kunnen worden vastgesteldvan het
klaagschrift en by behoorende bescüeiden
wordt aanstonds door de griffie ean af
schrift aan elk der afwisselende leden
gezonden hetzelfde geldt van elke contra-
memorie.
De voorzitter kan daarna schrifcelyk
de meening der afwisselende leden vragen
biyde dat ik je nog een oogenblik alleen
tref, om ja te vragenMag ik terug
komen
Hy zag haar aan met een blik, dis
een geheel andere bedoeli rg aan zy'n
scbynbaar eenvoudige woordea gaf; maar
ditmaal doorstond zy de betoovering. De
blos op haar wangen werd dieper, haar
oogen schitterden. Zy voelde wel dat zy
met vuur speelde, maar voor wc-lke vrouw
heeft dat gevaariyk spel niet iets aan-
trekkeiyks zy zag hsm flink in de
oogen en antwoordde op luchtigen, over-
moedigen toon
„Ik zou niet weten waarom niet?»
„Tot weerziens dus," en hy reikte
haar de hand.
Brandenburgh was ongemerkt terug
gekomen, en hoorde alleen zyn laatste
woorden
„Ga je ons nu al verlaten vroeg hy,
„Ja, adieu, doe geen moeite, ik zai
den weg wel vinden."
„Volstrekt niet," hernam Henri, „ik zal
je uitlaten. Zien wy je spoedig weer
„Je vrouw is zoo goed geweest my
toe te stam myn bezoek nog eens te
herhalen. Ik hoop weldra van die toe
stemming gebruik te maken."
(Wordt vervolgd.)