r
art-Maatschappjj
Maandag
16 Juni.
derlandsclie Postvaart.
D
11 2
D
40e Jaargang
1902.
Gemeentebestuur.
VERKIEZINGEN.
©©MyTTiism
F&UiUSTOÜI.
BS to Courant behoort een ïüvoousel.
.fcEIt&ND."
jaarlijksche algemeene
van aandeelhouders up
8 Juni 1902, des nami,).
uren, in het stadhuis te
van behandeling zullen
Ihouders tot op bovenga-
um, ten kantore der Maat-
nzage liggen.
deis worden herinnerd, dat
ang tot de vergaderitig te
icht zjjn, hunne aandeelen
g te vertoonen, of dezelven
25 deztr, uiterlijk 1 uur
te déponeeren, bp de ASSO-
A te Amsterdam, de heeren
RENGER te Middelburg, of
Maatschappij te Vlisaingen.
DE DIRECTIE.
14 Juni 1902.
TBAMDIENST
msp, sa -i BDELBOSO r.t
n Remise vm 4 50 (aliees
6 65 Van Zeümarkt via
11 45 ma 12 30 2
8 30 10 15.
nm 1 16 2 45 4 15 5 55
urg u&ar ZeiLmarkt F Hum.
lleen op werkdagen) 6 28
50 nm 1 20 2 50 4 20
10 20 11
nm. 12 35 25 3 35 515
HE HAVENDIENST.
n vm. 66 20 77 50
9 40 10— 1020 10 40
nm 1 10 1 80 2 22<
140 4 4 20 5 52
50 820.
naluisvm 6 10 6 30 7 10
9 20 9 50 1010 10 30
50 12 10 nm 1 20 1 40
3 10 S.S0 8 50 410 4 30
20 7 40 8—8 30.
SB-SCHSUQt
r 1902.
o
0j.) b) am 3 30 en 6 20 e
2 15a) 3 55 6 50
1 55a g) en 4 45
215a) 5 05
b) na 3 30i 6 20c) h)
0a) 3 50 6 40h)
8 10
8 50
"resïauj, Borselen en
Br^keia ten hoogste
15 minuten,
singe a naar Borsaelen
van 1.55 van Neuzen
agen wordt op deze
bet apoorwegstü tion
•6 28
6 54
8 21
7 25
7 58
8 47
•9 47
10 1
•10 48
*11 1»
treinen vervoeren
7 33
'10 12
LO 40
2 8
10 28
1 25
11 40
3 10
12 22
3 50
12 88
46
12 55
4 22
6 1
6 Sf
7 26
8 5
8 25
8 32
IS O. 139.
VLISSINGSCHE
COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bi) den Uitgever
F. VAN BE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTTÊNvan 1 4 regeli 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché'» naar plaatsruimte.
V.neh|ni dagslfks, Bltc.iond.fd op Zon- *n feestdagen.
T.l.phoouuumm.r IO.
Abonnemenls-AdTortentlBn op «oer Toordeellge voorwaarde®.
Opmaken der HJst van Kiesgerech
tigden voor de Kamer van Koop
handel en Fabrieken.
Ds Burgemeester van Vlissingen noo-
digt hen, die niet op de in net jaar
1900 vastgestelde Kiezerslijst voorkomen,
maar aanspraak kunnen maken om op
de Kiezerslijst te worden geplaatst, uit,
daarvan vóór 1 Juli a.s. ter gemeente
secretarie (griffie) aaDgifte te doen, vol
gens het daarvoor vastgestelde formu
lier, waarvan aldaar exemplaren koste
loos verkrijgbaar zijn.
Att. 6 van het reglement bepaalt, dat
mBn om Kiezer van leden eener Kamer
te zijn moet voldoen aan de beide vol
gende voorwaarden
A. Kiezer zijn van leden van den raad
der gemeente, waar de Kamer geves
tigd is
B. aldaar bestuurder of mede bestuur
der zijn en gedurende ten minste twaalf
achtereen volger, de maanden zjjo geweest
van een bedrijf van handel of nijverheid.
VlissiDgeD, 14 Juni 1902.
De Burgemeeeter voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Loting der Schutterij
Burgemeester en Wethoudeis van
VlissiDgen
maken bekend
lo. dat de alphabetische naamlijst van
al de personen, die aan de loting van
dit jaar moeten deelnemen, ter inzage
zal liggen ten raadhuize dezer gemeente,
(afdeeling Buigeiiyke Stand) op Maandag
den 23 Juni e.k., des veormiduags van
10 tot 11 uur
2o. dat de loting zal plaats hebben op
Maandag den 30 Juni 1902, des voor
middags ten 9 ure
3o. dat bij de loting gelegenheid zal
worden gegeven om de redenen van
vrijstelling, waarop sommigen aanspraak
zouden mogen maken, op te geven
4o. dat niemand tot de loting zal
woiden toegelaten dan de ingeschrevenen
zeiven of hunne gevolmachtigden.
En is hiervan afkondiging geschied,
waar het behoort, den 14 Juni 1902.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE,
De Secretaris,
WIT TE VEEN.
31.)
.Neen, dat niet, maar ach, dat doet
er niet toe. Zie, Betsy, ik kan niet ge-
loover, dat Lichtendonck je onverschillig
is geweest, want er zijn te veel om
standigheden die ik thans eerst begrjjp,
en die my het tegendeel bewijzen.
,Eq toch, kind, ik wil dat alles ver
geten, ik wil er niet meer aan denken.
Verzeker my slechts met een enkel woord,
dat het geen logen was, toen je my
belootde te trachten my eenmaal liefle
te geven voor hetgeen nog slechts ach
ting was. Ontken alleen maar dat je
•nyn vrouw zyt geworden voor God en
toenschen met het beeld van een ander
ttt je hart.*
Hy trad op haar toe en greep tegen
kaar wil haar beide handen. Hy dwqng
Aan de zinspreuk der eerste Fransche
republiek vryheid, gelijkheid err broe
derschap behoorde nog een vierde
woord te worden toegevoegd gerechtig
heid.
Aldus de Fransche generaal André,
thans minister van oorlog, in een merk
waardige rede, door hem vóór eenigea
tyd uilgesproken.
Tot op zekere hoogte kan men zeggen,
dat het begrip van gerechtigheid reeds
in dat der drie overige uitdrukkingen
ligt opgesloten. Inzonderheid is dit het
geval met het woord g e 1 y k h e i d.
Toch zyn beide uitdiukkingen op zich
zelve eene meer nauwkeurige beschou
wing ten volle waardig.
Wy kennen verschillende soorten van
geiykheid en daardoor tevens van ooge-
ïykheid en- wy zyn er ongetwyfeld ten
volle van overtuigd, dat de laatste meer
dan de eerste wordt aangetroffen. Byna
allen verschillen, in geaardheid, in aan
leg en ontwikkelirg, in lotsbedeeling en
fortuin en hoewel de vorderingen der
wetenschap en der maatsehappeiyke
ontwikkeling blijkbaar de strekking hebben
om die verschillen gaandeweg kleiner te
maken, is het toch duideiyk, dat zy niet
geheel zyn weg te nemen. Het verschil
ligt in de natuur zelve der dingen is
met de wereldorde saamgeweven vormt
er ais het ware een bestanddeel van.
Andeis evenwel is het met de staat
kundige ongeiykheid, die ook by ons in
vroegere tyden zeer veel te wenschen
overliet.
Duidelyk onder anderen biykt dit uit
verschillende grondbeginselen, die in de
eerste Staatsregeling der republiek, in
1798, werden uitgedrukt en als basis
van het Staatsgebouw aangenomen.
Alle leden der maatschappy, zegt een
der eerste artikeleD, hebben zonder
onderscheiding van geboorte, bezitting,
stand of rang, g e 1 y k e aanspraak op
derzelver voordoelen.
Het waren vooral geboorte en bezit,
die den staatkundigen toestand tydens
de republiek der Vereenigde Provinciën
beheerschte. Macht en aanzien, eer en
ambten waren voor de aanzieniyken.
Voor geld was veel, zoo niet alles te
koop. Dien laag in rar g stond was alle
gelegenheid ontnomen om zich op te
werken. Bekwaamheid baatte zelden. De
wet en het recht waren vooral voor
hen, die gelegenheid had ze ten eigen
bate aan te wenden.
haar hem aan te zien maar zyn smee-
kende, angstige blik trof haar niet meer.
In haar trots en gekrenkte ydelheid
dacht zij het een vernedering, hem alles,
ook haar gedachten der laatste uren, te
vertellen. Nog eenmaal begreep zy, dat
het geluk binnen naar bereik lag, maar
'twas een geluk dat haar niet meer be
koorde en zy wierp het oudooidacht weg.
Met een beweging van ongeduld
maakte zy haar handen los uit de zynen
en zeide koel
.Het is my volmaakt onverschillig
wat je gelooven wilt of niet. Ik zal my
de moeite besparen je verder op je jaloer-
sche ondervragingen te antwoorden."
Henri werd zeer bleek. Hy dwong
haar niet verder tot sprekenmet een
diepen, smarteiyken zucht keerde hij
zich van haar af.
En de tooverfee van het geluk toefde
nog op den drempel. Nog eenmaal wendde
zy, nl. de tooverfee, hst schoone hoofd
naar de beide zwijgende gestalten, als
om hen te smeeken haar welkom te
heetenmaar zy begrepen haar stomme
bede niet, en dus hulde zy zich in haar
rooskleurigen sluier en spoedde zich
voort met gevleugelden tred.
Ambten en bedieningen waren ver
koopbaar enerfeiyk. Met het ambt werden
de bekwaamheden en de krachten geacht
wel te komen. Tal van byzondere voor
rechten waren eraan verbonden wille
keur en knevelary waren gansch geen
onbekende ramen.
Daarom sprak de Siaatsregeling het ook
uit, dat ambten en bedieningen slechts
lastgevingen der maatschappy zijD. Van
keuze zal daarby altyd sprake zyn, maar
dan mag die keuze van den eenen boven
den arder toch alleen maar gegrond zyn
op meerdere deugd en bekwaamheid, op
geschiktheid, jarental en dergeiyke rede-
ïyke kenmerken. Bijzondere voorrechten
voor hen die ze waarnemen, mogen er
niet aan verbonden zjju.
Op gewetensvryheid gebouwd, was
toch de republiek gekomen tot het ver-
derfeiyk stelsel eener Staatskerken
daar dientengevolge de Staat en de
kerk, wel te verstaan de officiëele kerk,
één waren, lagen andere kerkgenoot
schappen onder. Hunne beiyders waren
uitgesloten van ambten en bedieningen
en van de andere voordeelen der samen
leving. Stelselmatig werden zy uit het
bestuur geweerd.
Heerlijke rechten en titels gaven ge
zag omtrent het bestuur, het recht om
ambtenaren te benoemen, lasten op te
leggen, enz.
Ongeiykheid nagenoeg in alleseene
ongeiykheid die, daar de 1 tatsinstellin-
gen zeker niet in u,'e mate waren be
doeld, maar door de gezaghebbendeD,
door de bevoorrechte personen en fa-
miliën, voortdurend yverig werd onder
houden.
Het is tegen al deze verkeerde in
stellingen, op een valsch begrip der
samenleving gebouwd, dat de omwente
ling uit het laatst der vorige eeuw in
hoofdzaak is gericht geweest. Zij was
het geenzins tegen verschynselen die,
op de natuur zelve gebouwd, een wezen-
ïyk bestanddeel der samenleving uit
maken. Stel dat op zeker gegeven tydstip
allen even veel of even weinig bezitten.
Dan is de ongeiykheid der fortuinen ver
vallen. Maar reeds den volgenden dag
zal het evenwicht verbroken zyn en
het verschil zal van uur tot uur toenemen,
omdat de menschen menschen biyvon
en met hun zwakheden, gebreken, deug
den en hoedanigheden zeiven den toe
stand van ongelijkheid zullen herstellen.
In andere aangelegenheden, in de mate
van kennis, beschaving, geschiktheid en
wat dies meer zy, zou men de natuur-
ïyke ongeiykheid, die wy overal opmer-
ZESDE HOOFDSTUK.
Meer dan vyf jaren waren verloopen
sedert dien eersten avond, dien Mynheer
en Mevrouw Brandenburgh in hun eigen
woning doorbrachten.
Op een zeer schoonen zomerochtend
sloop de kleine Marie omzichtig de eet
kamer binnen. Het ontbyt stond gereed,
het was reeds over half negra, maar er
was nog niemand, zelta de gouvernante
niet, om het te gebruiken. Het kind
trad voor e6n der ramen, zette zich in
de vensterbank en tuurde naar buiten.
Brandenburgh's dochter zag er als aan
komend meisje van twaalf jaar misschien
nog ellendiger uit, dan het zesjarige kind
dat wy verlieten. Zij was lang geworden,
heel lang en daarby schrikkeiyk mager.
De bleeke kleur van het gezichtje was
nog altyd even ziekeiyk en ongezond
wat men reeds sedert haar vroegste
jeugd gevreesd had, was gebeurd haar
rechtervoetje was lam, het hing hulpeloos
neder, en de kleine steunde onder het
gaan, op een kruk. De oogen, die reeds
zoo vroeg somber en treurig in de wereld
hadden rondgekeken, stonden nog droef-
geestiger en spraken nu veel duideiyker
van hetgeen zy vroeger slechts onbewust
ken, niet eens kunnen laten ver
vallen 'v geen oogenblik zelfs.
Maar anders is het met onze stel
ling al3 staatsburgers. Er mag slechts
één wet zyn voor allen en waar het
anders ts, daar mag dit slechts wezen
om op te treden tot bescherming van
hen, die daaraan om de eene of andere
byzondere reden, behoefte hebben.
Er mag slechts een reoht voor allen
zyn. By de toepassing der wet, by de
uitoefening van het gezag, mag niet
worden gemeten met twee maten. Voor
zoover er verschil is of wezen kaD,
moet dit juist komen in het voordeel
van hen, die in ongunstiger stelling ver-
keerenniet omgekeerd.
De voordeelen der maatsehappeiyke
instellingen zyn voor allen in geiyke
mate. Alleen het staats- het openbaar
belang laat afwijkingen van dien regel
toe. Het zyn vooral godsdienstige of
staatkundige richting, die op zich zelf
nimmer den doorslag, by eenige keuze
of bevoorrechting mogen geven.
Dat dit alles werkeiyk zoo zy, heeft
onze grondwet gewild en in byzondere
wetten is dit beginstl uitgewerkt.
Dat de fuiteiyke toepassing ervan ten
deele aan het oordeel en de goede ge
zindheid der menschen moet worden
overgelaten, dit behoeft geen betoog.
Langzamerhand treden gelukkig meer
verlichte denkbeelden in de plaats der
verouderde begrippen.
Maar laat ons niet vergeten dat wy
zei ven in het dageiyksch leven tot een
ruime en gezonde toepassing van de
schoone beginselen der geiykheid kunnen
medewerken. Het is niet voldoende dat
wy een oog open houden en klagen waar
het beginsel nog zoo vaak wordt mis
kend. Wy moeten niet vergeten dat, wat
de staat en zyne inrichting in het groot
zyn, noodwendig eene afspiegeling moet
wezen van den handel en wandel van
hen die er deel van uitmaken. Laat ons
zeiven in het dageiyksch leven tegen
over hen die ons omringen, het beginstl
der geiykheid hoog houdenlaat ons
nimmer meten met twee maten, geen
onrecht plegen, nooit willekeurig han
delen, de menschen niet bejegenen naar
hun stand, geboorte, rang of fortuin.
Dan zal het groote beginsel der geiyk-
heid ook hoe langer hoe meer het maat
scbappeiyk en staatkundig leven door
dringen en ook de vryheid meer tot
haar recht komenwant, die twee zyn
nauw verwante zielen.
hadden uitgedrukt.
De eerste drukte van het morgenuur
deed zich buiten hooren. Het garaas deï
soms sierlijke wagentjes, waarmee sla
gers, bakkers, melk en groenboeren hun
klanten afreden, vermengde zich reels
met het geschreeuw der rondventende
kooplui en het sch alle geklingel der trams.
Geen gering aandeel in het gedruisch
had de naar school gaande jeugd. Meu
zag ze van allerlei leeftijden, van wich -
tjes van drie A vier jaar, die in hand
wagentjes naar de bewaarschool werden
gereden, tot jongejuffartjes van vyfeien
A zestien, die zich naar de burgerschool
spoedden, en reeds hier en daar een vry
linkschen, maar zeer welkomen groet,
van heeren gymnasiasten beantwoordden.
Sommigen gingen in groepjes, luid bab
belend en giggelend anderen maakten
van hun alleen zyn gebruik om onder
het gaan, het lesboek nog eens tersluiks
in te zienenkelen werden door papa
zelf naar school gebracht en weer ande
ren zagen zich onder de noede van meid
of knecht geplaatst.
Byna eiken morgen keek Marie naar
het gewoel der schooljeugd. Er was geen
enkele onder al die vrooiyke kinderge
zichten, die het bleeke, droevige meisjes-
Koningin Wilhelmina op den Schaumhurg.
Uit Balduinstein wordt van 12 dezer
aan het N. v. d. D. gemeld
Een gunstig teeken is 't, dat Koningin
Wilhelmina met hare Moeder gisteren
in open rytuig met twee paarden een
uur lang in de schoone omstreken gereden
heeft. Het voornemen heeft bestaan,
zoo veel mogelijk, met vier paarden te
ryden, doch het is opgegeven om het
gevaar. De weg van en naar het kasteel
of slot zooals men 't noemen wil
heeft zó) vele en zulke korte kron
kelingen op den steilen weg, dat de
koetsier, vier paarden moetende besturen,
by den omzwaai, de twee voorsten niet
zien kan.
Heden, Donderdagochtend, is, zooals
telegrafisch gemeld werd, de Koningin
vroeg uitgereden in gezelschap van eene
hofdame, en een ander rytuig met de
verpleegster en nog een dame er achter.
De rytuigen werden gevolgd door Duitscha
geheime politieambtenaren per rywiel.
De Koningin ziet, hoewel eenigszias
bleek, er toch verrassend goed uit. Dit
bleeke verhoogt, by hst ernstiger geworden
uiteriyk, de schoonheid. Hare M ijest-it's
minzaamheid heeft ook hier alle harten
veroverd. Da liefde voor Koningin
Wilhelmina in Duitschland grenst aan
het ongeloufiyke.
Onaangenaam moet 't voor Hare
Majesteit zyn, overal door amateurs- en
amatrices-fotografen opgewachtte worden.
O veral staan zy, schieten achter boomen
te voorschijn, of ryzen uit den grond op.
't Zyn de lastigste microben dezer eeuw.
Het serum tegen hen is nog niet gevonden.
Verschillende bijzonderheden worden
thans bekend.
Op geen enkel der stations, die de
koninkiyke trein Dinsdag voorbijreed,
was iemand toegelaten. De stationschefs
stonden er kaarsrecht met degen op zy
alle andere beambten evenzoo, militair
stram. Bezijden of langs overwegen, te
Niederlahnstein, Ems, Nassau, waar ook,
was een groote menscheDmenigte. Aan
de stations, uit de hótels en woningen
der verschillende gemeenten hing de vlag
uit. Te Nassau waren de meisjes der
Hoogere dochterschool, allen in de
mooiste en vrooiykste zomerkleedy be-
zyden het station, vlak tegenover de
ruïnfe van het stamslot der Nassau's
geposteerd. Hoewel zy de Koningin niet
konden zien, wuifden zy toch met
handjes en fijne zakdoekjes. Want naar
den kant der stations varen alle gor-
dynen voor de raampjes van het Konink
iyke salonrytuig geschenk van de
Staatsspoor gesloten.
Op den weg van Balduinstein naar
den Schaumburg boden de dames K., uit
Nassau-Berg overgekomen, eene te
Rotterdam, de andere in Den Haag woon
achtig Hare Majesteit prachtige
gelaat, geheel verscholen achter die
prachtige flrweelen overgordynen, op
merkte misschien zou een vriendeiyke,
opgewekte groet, de dunne, vale lippen
een oogenblikje hebben doen glimlachen,
maar zooale het nu was, dienden al die
kindergestalten slechts om de kleine
misdeelde de treurigste vergeiykingen te
doen maken.
Rieda wilde Marie zich met een diepen
zucht afkeereD, toen nog een jeugdige
schoolbezoekster plotseling al haar aan
dacht vorderde. Het was een meisje,
misschien een paar jaar jonger dan zy.
Zij liep niet, zy zat in een handwagentje,
en den snellen blik dien Marie op de
voetjes van het kind wierp, toonde haar
hetzelfde gebrek waaraan zy ïydende
was. Maar hier hield de overeenkomst
op, want het gezichtje harer lotgenoote
was rond, gezond en blozend de handjes
hielden den schooltasch met een zekeren
biyden trots vast en de heldere oogen
zagen ongedwongen en vrooiyk in alle
richtingen rond.
Achter het wagentje liep een dame,
hoogst eenvoudig, maar elegant gekleed,
wier vriendeiyk gelaat een sterke over
eenkomst met dat van het kind vertoonde.
(Wordt vervolgd.)