ST KOOP: Maandag S Mei. ~ns: pajihi.ai'a.t iSo 105. 40e Jaargang 1902. nshoudster ienstbode instbode I ItcHfitigcn 1895- 97. |Gem een te best uur IkÉNlkuiÉ, EaiiDiastete Mte. j'OOR GYMNASTIEK lassage. 5o stbode f-SCHEEGE. 1902. UISJE, van a]]9 en, gelegen evea buiten agen MELIS, HARlo-j nemers Glacisstraat O 2 gevraagd een flink, 'ond, (Reu.) Brieven piys, ouderdom, enz, kt onder motto Hond' ran dit blad. STRAAT N 39. m Manueele behan- ggegraatsverkrom idere afwijkingen, behandeling, ische aandoeningen lamming enz. shandeling op medisch PrtJs por drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich b{j alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DB VELDS Jr., Kleine Markt, I. 137. AD VERTEN TiÊN van 1 4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Versehgn! dsgsigk», fciigetonderi op Kou- en feestdagen. Telephoonminnnor IO. Abonnements-AdrertentiSn op seer voordeellge voorwaarden. nette Zich te vervoegeD, 4e fet Eiland M.M. No. 17. ;inge WalslraatE.no. 1. de wa<ch kan om- |juffr. POLDERMAN - straat F 131. kan omgaan, Kariaal- povenVoorloopig aan i Werkvrouw HAVENDIENST. km. 6— 6 20 7—7 50 140 10— 1020 10 40 lm 1 10 1 30 2 22' |0 4— 4 20 5—5S 8 20. svm 6 10 6 30 7 10 20 9 50 10 10 10 30 12 10 nm 1 20 1 40 8.30 3 50 410 4 30 7 40 8 8 30. A M D I E N 8 T ea XiDDELBüBO t.t 6vm 4 50 (alleen Van Ztilmarktvm 45 nm 12 30 1 15 5 10 5 55 6 55 7 45 |aar Zeilmarlct Vlwiw op werkdagen! 6 23 hm 12 35 1 20 2 5 6 7 7 20 8 35 I b) nm 3 30 en 6 20 o, ]ia) 3 55 6 50 |5Fa' g) en 445 löa) 5 05 q a 3 30» 6 20c) h) 8 50 6 40h) 8 10 8 50 ikaae, Bonelen en pikens ten hoogste f minuten, lea naar Borsselen 11.55 van Neuzen l'n wordt op deze apoarwagstttian Afgekeurd Vleeseh Burgemeester en Wethouders van Vlis- Lpgeü maken bekend jat in de maand April j. I. door den i Lrnieester van het slachtvee en vleeseh Leksurd zijn als uadeelig voor de [(teuclheid 1 kalf. 1 valken 1 stel ingewanden. 2 partijen vleeseh. Voorts herinneren zij belar ghebbenden |ior zooveel noodig, aan het bepaalde bij lrtikel 207, 3e lid der Alg. Verord. van Ijitie, luidende T jffaiineer het herhaaldelijk voorkomt, lit bij eenzelfden slager of vleesohverkooper Koor de gezondheid nadeelig vleeseh wordt lingetroffen, zonder dat daarvan aangifte i gedaan, zijn Burgemeester en Wet- [jtiJers bevoegd, zulks met vermelding u de n am e n der belanghebbenden ropenbaie kennis te brengen. Vlissir gen, den 3 Mei 1902. Burg. en W.th. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE De Secretaris, WITTEVEEN. I Recht aangenaam was het ons to praemea, dit de Tweede Kamer ?i;b lit by de z.etsa,pige motie van den Ier van Alpben hetf neergelegd, om f. verklaren dat men alles aan de reg^e- fgg met vertrouwen kan overlaten en ■7.e de zeven jaar geleden in dienst •'reden miliciens, tg oproep'ng tot palingsotfeningen, w 1 zooveel moge- Rt zal ontz'en. aanneming dier motie zou d m |ch ue oproeping z ker hebben plaats Ihad, laat het dan ziju voor 18 dagen, ■it een vergoeding van f 20, en met li boodschap dat mes één oog dicht ft doen, als de uniform was verkocht i geknipt. Siemand heeft meer eerbied voor de t dan wy, maar het is ons altijd een isel geweest, op grond van welke tabepaling die oproeping dan toch zou poen plaats gehad. Hen moet de wet uitleggeD, niet naar i letter van ééa enkol artikel, maar sar het verband der artikelen en naar geschiedenis. Doet men dit, dan lik er van het recht der regeeiing om I oude lichtingen nog eens op te rcepen, Pt veel over. VAN HANS GERDINGER. I luid weerklinkt thans van alle zijden |Jï componist voor 1 Ulnch voorl" De jhstdiift srygt echter eerst ten top; uut het gordgn weder opgaat en een slank gebouwde man voor het Inlicht tretdt, begeleid door den pedant van de groote opira en door T altzanger es. Bescheiden kykt hy voor jh en slaat eerst het gelaat, waarin |a Paar oogen van geluk stralen, op, et iets donkers door de zaal zweeft 'oor zijne voeten nedervalt het Jjj® lauweikrac§l Hy kijkt in de waaruit dit huldebiyk gekomen ',eu aa schouwt dicht by het tooneel oen loge van den eersten tang, wier '«rroode draperitën van boven onder Bepalen wy ons tot de lichting van 1895, waarvan oorspronkeiyk a'leen Bprake was, dan staat het vast, dat de militiewet de miliciens die den by art. 107 bepaalden tyd ondorde wapens zy ngeweest, verplicht om voor herhalingsoefeningen op te komen, en dat in gezegd artikel sprake is van een diensttyd van 4 tot 8'/s en hoogstens van 12 maanden (de Hatsten vo r zoover zy niet voldoen aan de eischen van practische en theo retische bekwaamheid), terwyi de man schappen van 1895 reeds van 13 tot 17 maanden voor den gewonen dienst tyd en voor herhalingsoefeningen hebben gediend. Er is dus alles te zeggen vóór de meeriii g van den heer van der Zwang in de Kamer, dat de miHtii.wet de mili ciens van 189-j niet kan bedoelen, omdat zij lacger dan 12 maanden heb ban gediend. I r ieder geval begrepen w'jj weinig van den uitval van den heer van Kamebeek, die ver r'ju wdo dat men zich geene oude fakkels zou toonen, maar zich los maken van de soo-t van aingeboren laml ndig- heid van ons volk, om met plichtbesef als fl nke mannen de taak te vervullen, die de w rt opl> gt. Maar hierin zi! juist de kneep. Zeer bekwame juristen achten van de be tlist overtuigden willen wy nu niet eens spreken de zaak minstens zeer twy- felachtig. Eu nu zal men dus die men- tchen, ter wille van een twgfelachtige wetdi<? mannen, die voor een groot deel vast werk hebben, voor vrouw cn kinderen hebben te zorgen, hun unifor- fortnen reeds niet moer bezitten die mannen die niet konden we'en en er nooit op gerekend h.bb.n, dat z(j nog weer eens zouden worden opgeroe pen, die zal men nu eens voor een weekof drie u't hun betrekking halen,die velen bunner dan voor goed kwgt zullen zyn, en uit het familieleven, waarvoor zy natuuriyk de zorg op zich genomen hebbon 1 En dan praat men nog, als die men- schen ook maar eventjes mopperen, over aangeboren lamlendigheid Neen, de oproeping van dio tiendui zend man heefc wel degeiyk een groote ontroering in den lande gebracht, al bestaat ze dan ook nog maar op het papier en het is een groot geluk dat de Kamer bgeon was, want anders vree zen wy dat de oppositie te laat zou ge komen zyo. Nu althans heeft de heer Ter Laan, een kroon zijn samengevat, eene jonge elame in een schitterend wit zijlen kleed. Zij heeft de handen gevouwen en kijkt met glinsterende oogea en half ge- opt-nden mond toe hoe Johannes den krans opraapt, raar hare loge opziet en herhaald lijk diep buigt. De jonge man ziet uaatop naar den kapelmeester, die hem lachende toeknikt en aan het orkest een teeken geeft in het volgende o.gonbhk overstemt een luide fanfare de toejuichingen van het publ ek en valt er een regen van bloemen voor den verbluften jongen man neder. Eens klaps echter overdekt eene doodeiyke bleekheid zpn gelaat hij wankelt. Zijne ooien b gi_nen te suizen, het is alsof zijae oogen vuur schieten. De in tendant bemerkt do plotselinge veran dering iu zijn voorkomeD, g -eft haastig het sein om het goröyn neder te laten en treedt op den jongen man toe om hem to steunen. De allzangeres heeft echter reeds de armen uitgestoken om naar beschermeling op te vaug>n en hit nog altjjd opgewond in publiek ziet nog slechts dat de jonge componist be wusteloos ntderziuk'. Hot bloed, dat den armen jongeling oier de bleeke lippen stroomt, ziet echter niemand in minder door zijn ingediende motie, waarvan destrekking en de bewoordingen natuuriyk niet door allen kunnen worden beasmd.maar in ieder geval dan toch door het feit dat hij de zaak terstond ter sprake heeft gebracht, zich al aanstonds zeer verdietsfeiyk gemaaktde miliciens van 1895 kunnsn voorloopig gerust zyn, want h t bvs'.ui' tot oproejri ig zal wor den geschoist en de minister van oorlog zal zoodanige wyzigirg n in de militie- wet overwegen, als hij ten deze dienstig zal achten. Het was ons zeer aangenaam hierdoor tot de overtuigirg te komen, dat de minister, wat wtj trouwens reeds wisten, de biz waren niet licht telt en dat de regeering niet op haar stuk staat. Maar hiermede is niet alles gedaan. Wij hebben in de bekende welwillend heid van den minister zeer veol vir- trouwen maar wij betwijL-len toch, ot zijne plannen zóóver strekken als die der Kamerleden Lobman, Kfkm n en Heemskerk, die flnkw.geen wijzioing der militie wet hebben vco:gesteld, waarbij de lichtL g n 1895 cn 1896 van de her halingsoefeningen woiden vrijgesteld. En nu vergete men niet, dat de heer Lohrcan de oproeping der miliciens van 1895 gewetligd acht, dat de hee Ko'k- man aaizelt en het voorstel dus van een zeer goede en onverdachte zy !e komt. Wanneer al degenen, die z'cb door redenen van biliijthei) Izten leiden, en al degenen, die stellig overtuigd zyn, dat het besluit tot oproiping in stiyd is met de wet, hun steun verleenen, dan heeft het voorste! z.er groote kansen van slagen. Sommigen aorzelen wellicht, omdat het voorstel meer omvat dan de lichting 1895 Wit van de lichting van 1895 geldt, dat zal ook in het volgende en in h-t navolgende jaar met die var 1896 en 1897 het geval zijn. Het eeoige onderscheid is, uat de mannen van 1896 en 1897 thans in tijde gewaarschuwd zyn. Maar dit hoeft alleen betrekking op de biliykhoid. Het recht eischt raar onze moering, dat ook zij worden vrij gelaten. Het ontwerp van de drie heeren spreekt niet van de lichting van 1897, en bewandelt dus in zooverre een mid denweg, maar schept daardoor cok eene nieuwe onbiliykheid. Volkomen kunnen wy ons vereenigen met het gevoelen van den heer Ter Laan, dat by het tot stand komen der nieuwe militiewet niemand aan die drie lichtin gen hoeft gedacht, dat wil zeggen, nie mand dacht aan hunne oproeping, nadat de zaai, ook zelfs zijne moeder niet, die yiings hare plaats heelt verlaten en haar zxm ter hulpe snelt. Als Johannes weder tot bewustzijn komt, ziet by verbaasd rond, daar hij zich niet herinnert de kamer ooit ge zien ts huoben, Waarin hy zich thans bavindt. Hg ligt op eene z ebte sofa en ziet zgu bleek gelaat en zijne sehitte- retjde oogen ia een giooten spiegel aan dm wand weerkaatst. Op de stoelen liggen kleedingstukkea en sioraden achteloos dooreen, terwyi op een sier- Igke toilettafel tal van fbscbjes en duozen staan, en een zoete bloemengeur door het niet groote ve. trek verspreid is. Als hy het hoofd o. hef om nader te zien, waar hij zich bevindt, valt zgn blik op zgue moeder, die terstond'op staat en zach'jes op hem toetree it. „Waar zgn wg, mreder?- vraagt hy, terwgl hg hare hand vat; zij is koud als een doode. - „Bg uwe oude vriendin, myuhcer UI ich," zegt de al.zangeres nadtrty) tredend, als zg bemerkt, dat da stem de ouda vrouw den dienst weigert. „Gy zyt op het tooneel iu onmacht gevahen, waarop men u hiorhean in myue kleed kamer heeft gebracht." Het overige ze reeds langer zouden hebben gediend dan de wat vordert. Worden zy by de landweer irg ilijtd, zooals dat weldra met die van '95 het geval zal zyn, dan wordt daardoor debapaling der wet van 1901niet op hen toepasselijk. De landweer moet het dan voorloopig maar zonder her haalde geoefenden doen. 0e landweer zal al'yd nog wol iets boter zyn dan do schuttery, waarmee we het nu al zoo lang gedian hebben. Dat by de wet van 1901 de werke lijke dienst is verlengd, dit is juist maar oiijuist is het, dat eene uildruk keigke bepaling nooaig was geweest tot vrystelüng der drie lichtingen. Veeleer is hri omgekeerde waar. Nu zou mon aan ée wet eene terugwerkende kracht gaan goven, die zij, zonder uitdrukking van h-t tegendeel niet tiot-ft. Wij vertrouwen daarom dat de Kamer niet alleen handelen zrl in don geest van hot voorstel der drie loden maar dat zij den maatregel tot alle drie de lichtingen zal uitstrekken en daartoe eene uitdrukkelijke bepaling in de militie- w-1 zal voegen, die overigens naar o.nza uvertuiging absoluut onnoodig is. W y achten haar a'leen wenschsigk om de q usatie, om dit woord tegibruiken, voor go-d uit te maken. Ziekte van H. M. de Koningin. Men waet, dat om H. M. noodelooze vermoeienis te besparen, in denjjegsten tyi verschillende spoeieischondo benoa- mingen zooveel mogerijk in éen koninklgk besluit zija samengevat. Hetzelfde is nu geschied met de ko inkiljke boodschappen ten geleide van wetsontwerp, n. By ésu boodschap zyn acht wetsontwerpen in gediend, zoodat H. M. in dit geval slcch's eenmaal Haar haniteekerring h ef. be hoeven te zetten. In een vergidering van de Voreeni- ging van beambten der departementen van Alg meen Bestuur en hooge Staats colleges te 's Gravenhage is aan PriDS Hendrik een telegram gezonden, waarin hartelgke wenschea worden geuit voor hst spoedig eu volkomeu horstel van de Koningin. (Zie Laatste Berichten.) De lichtingen 1895 en '96. De Arnbemsche Courant noemt het wetsvoorstel van de heeren Lobman, Kolkman en Heemskerk een noodwetje, omdat 't de iegeoring uit dreigenden nood heeft verlost. Het blad prijst dit voorstel, want voor 'tosgenblik is daardoor tot verzwygt zy. Als Jjhannes zich echter opricht an eeniga donkarrooda vlekken op zyne klueding bomo.kt, vraagt hij hoe dit gekuman is. Spoedig h3eft de zangeres eene ver klaring h ervoor gevonden en zegt dan ook onbevangen „li kon u niet houdeD, toen gij bewusteloos ia myne armen neerzookt en moest u wel laten vallen. Door dan havigen schok kreegt gg eane neusbloeding.'' Johannes laat daarop den blik door het vertrek dwalen en bemerkt eensklaps op een tafeltje bg de deur eene menigte bloemen, zgoe bloeman, dezelfden die het ve trek met zu k een heeriyken geur vervullen. Eu zie, op cea stoel daar naast ligt meer dan een sieriyke krans de eerste lauweren van zgn rotm 1 Uitgeput legt hij bet hoofd weer neder en sluit da oogen. Alias staat hem weder duidelgk voor den geest de stormachtige bgvalsbetuigirgm, de finfarts van hst oikest, de in het wii gekloe le dame, die h jm den eersten krans toewierp, en dan „Wie was die in het wit gekleeds j-nge dame in do hjfbge?' vraagt üg aan de zangeas, die naast de sofa heeft aller bevrediging de kwestie van de baan, die de Kamer in zekere spanning en 't land in agitatie bracht. Maar dan betuigt de Arnhemmer dat 't geen afdoende oplossing geeft. Want moet in deze de billgkheid beslissen, dan behoort het slot van art. 1 te worden gelezen als volgt: „Op de ingeiyfden by de militie te land, die voor de lichtingen van 1895, 1896 en 1897 zyn ingeschreven, en op de plaatsvervangers en nummer ver wis selaars, ingolyfd by de lichting van 1898, is art. 111 diz-r wet (Militiowot 1901) niet van toepassing." Alleen dan zal bij den overgang van den ouden tot dan niauwen toestand tf gi n over a'len zonder onderscheid de biliykheid zyn in acht genomen. Militair strafrecht. Op hit ontwerp-Militair Strafrecht hebben de heeren lionbu g, Buymaor van Twist, Van Asch van Wijck (Amers foort), Van Vliet en Schokking, een ammdement ingediend, strekkende om te bepalaa dat da militair, die een mindere uitsihel-it, tegen hem vloekt, hem be schimpt of ia zijne tegenwoordigheid bespot, gestiaft w..-rdt mot gevangenis straf van ten hoogste negen maanden. De minister van koloniën, jhr. mr. van Asch van wyck, verscheen gisteren voor het eerst na zyn herstel weder in de vergaderzaal der Twee ie Kamer, waar alle leden htm kwamen begroeten en gelukwunschten met zy'n herstel. Militaire pensioenen. Met groote ingenomenheid vermeldt het Hbldat de minister van oorlog eane aans h y »ing heeft uitgevaardigd, bepalende dai, in afwachting van het in werking treden dsr nieuwe Pensioenwet, die in de Tweede Kamer is aangenomen en naar de Minister vertrouwt ook de gjedkmcing van de Earste Kamer zal vei werven, geene voordrachten tot ontslag of pensionneerir.g meer moeten worden ingezonden betreffende officieren, onderofficieren en mindereo, die volgens de nieuwe wet onder gunstiger bepa lingen zouien komen te vallen. Hulde aan generaal Bergansius voor dezen humaaen maatregel. Evenredige vertegenwoordiging. Men schryft aan „Da Tyd" Wat in de verslagen der jaarvergade ring van „Evenredige vertegenwoordi- gings-Vereeniging" werd medegedeeld omtrent den aibsid der commissie, die de keuze heeft te d08n van een voor Nederland geschikt evenredig kiesstelsel, liet aan duldeiykheid te wenschen over. Wy verzochten nadere inlichtingen en vernamen het volgende Da stelsels vau „Evenredige Vertegen woordiging" worden verdeeld in twee plaats genomen. „Dat was prinses Margareta, dia hier aan het hof gelogeerd is," antwoordt zj lachende. „My duukt, dat het een goed voorteeken is mynheer Ulrioh, dat by uwe eerste kennismaking met da wereld eene vorstin u lauweren aan de voeten legt. Vindt ge ook niet voegt zy er aan toe, terwyi zy zich tot de oude vrouw wendt, die nog steeds de hand van haar zxm in de hire houdt gevat en die haar vraag slechts mst een zwakken glimlach beantwoordt. „Ik dacht, dat het myne muze was," zegt Johannes hilf droomende. „Het laatste, wat ik zag, was de in het wit gekieede verschyning, en toen zy ver dween, was alles duister om mij heen." Esn zacht- kloppen op de deur doet hem stilzwygen, en het gryse hoofd van den kapelmeester versebynt om den hosk. Als hy J jhannes in het oog krygt, die hem vriendelgk toelacht, komt hy de kamer binnen en zegt op den hem eigen onbehouwen toon ,Nu myn jon gen, dat heet ik geluk 1 Zoo iets had gy niet durven drooman, niet waar Ik zelf dacht ook niet, dat uw werk zulk een opgang zou maken 1 (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1902 | | pagina 1