Ee ki&dersn derarmoede,
Donderdag
1 Mei.
!S- o. 102.
mm&mw&mm®.
40e Jaargang
1902
Gemeentebestuur.
Kleinhandel in Sterken Drank,
Van week tot week.
FBU8U8T9N.
VMSSIMSCHE
C01RMT
PrQs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich b(j alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bi) den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIËN van 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. BJJ directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Vers«kjg3it 4*gel$ke, aUgeBOiidaird op ï-oa- «d feMtéagen.
AboEiiemeats-AdrertentlBn op ceer voordeellge voorwaarden.
nalisten, om die zaak weer op te war
men en daarvan een wapen tegen de
regeering te smeden, jammerlijk mislukt,
en wy gelooven niet dat de tegenstan
ders der republiek by deze verkie
zingen een goeden dienst aan de kroon
pretendenten hebben bewezen.
Da berichten, die wy nu en dan over
de onlusten in Rusland vernemen,
schetsen ons den toestand als vry ernstig.
Oppervlakkig beschouwd is dit in
Rusland iets onmogeiyks. De Russische
regeering beschikt op volkomen absolute
wyze over een wydvertakte en uitmun
tend ingerichte politie en alom over
groote hoeveelheden van troepen. Schyn-
baar heeft zy niets te vreezen. Maar
inderdaad ia dit ten deele schyn.
Op het leger en de openbare macht
kan eene regetring juist zooIaDg steunen
als beiden haar volkomen dienen. Zoo
dra het raderwerk ook maar ééa tand
heeft verloren, kan men van zijn ge
regelde werking niet meer verzekerd
zyn en ook in Rusland schijnt dit beeld
van toepassing. De revolutie heeft ook
het leger aangetast.
Zooals men weet vindt de revolutio
naire beweging vooral haat voedsel in
de uitgebreide studentenwereld. De stu
denten, mannelijke en vrouweiyke, kan
men samenvatten onder de algemeene
benaming van jong Rusland. AI wat
breken wil met het absolutisme, met de
verouderde instellingen, al wat behoort
tot de volgelingen van Tolstoi en zyn aan
hang, behoort tot da studentenwereld,
een woord van veel wydere strekking
dan by ons.
En nu schynt te zijn uitgelekt, dat
verscheidene officieren betrekkingen met
de studenten hebben aangeknoopt en
een geheim verbond sloten. Opruiende
proclamaties werden op de oorlogschepen
gevonden en op het bureau van den ge-
neralen staf te Sint-Petersburg betrapte
men een kleik, die bezig was, zulke
poclamaties met een handpers, daar
aanwezig, te drukken. Men wil dat een
vloed van verboden geschriften over het
leger is uitgestort en dat de soldaten
ze met graagte lezen.
De moord op den minister Sipjagin
bewyst boever de zaak gekomen is.
Men beweert dat de moordenaar zyn
vreeseiyk lot ontloopen is door het in
nemen van vergif. Anders gaat by naar
de vesting Schlüsselburg, waar de Rus
sische barbaarschheid zich nog in al
hare naaktheid vertoont, door de gevan
genen met verfynde wreedheid te be
handelen. Zy krygen daar nooit iemand
te zien of te spreken, zy verbiyven in
een donker hok en brengen hun leven
in ledigheid door. Sommigen houden het
er een paar jaren uit. Andere worden
krankzinnig.
Of de val van het absolutisme in
Rusland nu reeds aanstaande is, schijnt
twijfelachtig. Dat de Tsaar zyn groot
ryk door eigen grootmoedige daad voor
de ramp der revolutie bewaren zal, ge
looven wy niet. Het bezit van zulk een
ODtzagiyke mate van wyaheid, wilskracht
en zedeiyken mood als daartoe noodig
is, durven wij hem niet toe te keDnen.
De geschiedenis is in dit opzicht ook niet
zeer troostiyk maar zij gaat ongestoord
haren gang en zoo komt ook in Rusland
dageiyks de dag nader, waarop de be
woners van het groote Slavische ryk Diet
enkel plichten, maar ook rechten zullen
hebben.
Het is geen wonder dat Baden in
feestgewaad is en geheel Duitschlaud in
geestdrift. Men kan den hoogbejaarden
Friedrich eenigermate beschouwen als
den vader van het .nieuwe Duitsche Rijk
want toen in 1870 71 Fiankipk onder
de worsteling met Germanië bezweken
was en het er op aan kwam, op de
puinhoopen van den zoo lang vermolm
den Noord-Duitschen bond een hectrier
gebouw te vestigen, dat in de Duitsche
eenheid voor altoos het beste wapen
tegen de aanslagen van een sinds eeuwen
gevaariyken nabuur zou schenken, toen
was het de groothertog, die den stoot gaf
aan de aanbieding door de Duitsche
vorsten van de keizerskroon aan Wilhelm
I, raet wiens eenige dochter, Louise,
de Badensche vorst sinds een veertiental
jaren was gehuwd.
Aan deze gewichtige historische her
innering paart zich zoo schoon het feit,
dat Friedrich van Baden ren eereplaats
onder de vorsten inneemtomdat hy in
alles het leven van zyn volk meeleeft.
Het schoone jubileum van het waardig
echtpaar, dat zich, zooals men zich her
inneren zal, in 1888 den oudsteD der
drie kinderen, den toenmaligen kroon
prins, door den dood zag ontvallen, is
een recht heugeiyke stonde in de ge
schiedenis van het schoone land.
Zullen de Londensche kroningsfeesten
doorgaan Die vraag is meer gewettigd
dan zy oppenlakkig schynt. Een paar
maanden zyn spoedig om en hardnekkig
houdt het gerucht aan, dat een misluk
ken der besprekingen omtrent den vrede
alles weer in duigen zou werken.
Dat er intusschen druk aanstalten
worden gemaakt, spreekt eigeniyk van
zelf. Reeds duizenden werklieden zyn
aan den arbeid. Op den eigenlyken kro
ningsdag kan Pieter Spa (of de man nog
leeft wel te huis biyven, want de op
26 Juni te nemen weg is zeer kort. De
groote optocht heeft eerst op 27 Juni
plaats en de dan te volgen weg moet
ongeveer twintig kilometers laDg wezen
Dat is ongeveer drie en een half uur,
Ons dunkt, zelfs voor een koning wel
wat lang. Het half millioen hongerige
magen wordt op den eersten dag ge-
spyzigd. Trouwens, er wordt overal ge
geten en gedronken.
Maar onder ai dat fraais verbergt zich
ormiskenbaar een zekere mate van on
gerustheid die er niet beter op worden
zal, wanneer er van die aangename be
richten komen, als b. v. over de waar-
iyk verbazende sterfte in de Eagelsche
hospitalen, en over dtn zich telkens aan
Eogelsche zyde openbarenden zucht tot
1 overloopen. v
En intusschen verloochent de Engelsche
volksgeest zich nietdie volksgeest die
z'ch vooral onderscheidt Collins heeft
het zco treffend gezegd en het feit zoo
viymend gehekeld door trouw aan
het weddingschapsboek I
Ja, de Britsche natie, die drie jaren
I lang haar eer en glorie en welvaart op
één worp zette, wedt op dit oogenblik
vyf tegen vier op het slagen der onder
handelingen met de Boeren.
O tempora, o mores I
By Kon. besluit is, met ingang van
1 Mei, de minister van oorlog, de ge-
pisnsionneerde luitenant-generaal J. W.
BergaDsius, adjudant in buitengewonen
dienst van H. M. de Koningin, eervol
ontheven van de gelyktydige waarne
ming van het beheer van het departement
van kolODiëu, onder dankbetuiging voor
de door hem in die hoedanigheid den
lande bewezen dieristen.
Eerste Kamer.
De afdeelingen van de Eerste Kamer
hebben benoemd tot rapporteurs over
de wetsontwerpen betreffende regeling
van de bevordering enz. van de officie
ren van zee- en landmacht en regeling
van de militaire pensioenen (4 wetsont
werpen) nadere wyziging van hoofdstuk
Geneeskundig Staatstoezicht.
De Burgemeester van Ylissingen
brengt ter kennis van belangheb
benden
dat, biykecs by hem ingekomen ambts
bericht, Buenos-Ayres (Argentinië) we
gens pest besmet verklaard is.
Vlissingen, den 30 April 1902.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Verzoek om vergunning tot verkoop van
sterken drank in 't klein.
Burgemeester en Wethouders van Vlis
singen
gelet op art. 5 der wet van 28 Juni
1881 (Staatsblad no. 97), zooals die is
gewijzigd by de wetten van 23 April
1884 (Staatsblad no. 54), en 16April 1885
(Staatsblad no. 78)
doen te weten
dat bij hen is ingekomen een verzoek
schrift van JOHAN DANIËL CHRIS-
T1AANS, te VlissirgeD, om de vergun
ning tot den verkoop van sterken drank
in 't klein in perceel D 154 aan de
Breewaterstraat, te mogen voortzetten.
VlissirgeD, den 30 April 1902.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
Wy kunnen ons in alle op: echtheid
verheugen over den goeden afloop der
Kamerverkiezingen in Frankrijk. Dit
land is in vele opzichten zoo op den
goeden weg, dat men het zeer zou
hebben moeten betreuren, indien de
uitslag op eene verandering van rich
ting had gewezen. Wel is waar zijn nog
zeer vele herstemmingen te houden,
doch de eigeniy'ke hoofdzaak is terstond
beslist en in de partijverhoudingen zal
geene noemenswaardige verandering
plaats hebben. Alle verkiezingen brengen
wel eens verrassingen mede en ook
hier was dat het geval. Niet als een
verrassing, maar als een teeken dat de
Fransche natie van de dwalingen haars
wegs terugkomt, vatten wy het liefst
de nederlaag op van den befaamden
jodenhater Drumont te Algiers. Dat is
een groote voldoening voor de voorstan
der» der rechtvaardigheid in de Dreyfus-
zaak. Overigens is de poging der natio-
VAK
HANS GERDINGER.
4.)
Als hy uitgesproken heeft, ziet Jo
hannes naar zyne moeder op, die het
stilzwijgen blijft bewaren. Over het
Selaat van de oude vrouw, dat nog
Meeker is dan gewooniyk, ligt een glans
'au gelukzaligheid verspreid, terwijl
groote tranen haar langs de wangen
'ellen. Bewogen staat de jonge man op.
.Gy weent, moeder? En dat om mij?
O beste moeder, dat ik u zooveel smart
kon veroorzaken I"
Ja, kindlief, ik ween," antwoordt
op liefderyken toon, „doch niet van
'ttdiiet, maar van vreugde, dat my
®Ön zoon, myn beste Johannes, op
Mouw geschonken is I"
Stil en koud is bet in de woning der
armoede, doch in de geheele stad is er
op dit late avonduur geen gelukkiger
paar menschen dan Johannes en zyne
moeder.
Eakele weken zyn sedert verloopen,
en de lente, die met langzame schreden
nadert, doet aan boom en struik de
eerste knopjes ontluiken.
Het is Zondagmorgen. In de Magda-
lenakerk is de dienst juist geëindigd en
richt de menigte hare schreden lang
zaam naar de openstaande deuren. Jo
hannes zit boven voor het orgel en
speeltkrachtig en vol klinken de
tonen langs de grauwe gewelven van
het kleine bedehuis, doch eensklaps
gaat het spel in een anderen toon over
en weerklinkt eene zachte, liefeiyke
melodie het is het lied der bedelares.
Bijna onbewust verdiept Johannes zich
meer en meer in zyne eigene gedachten
die hij, nu eens zacht en weemoedig
fluisterend, dan weder met donderend
geweld in zyn spel weet terug te geven.
Een zacht geruisch, dat zyn scherp oor
niet ontgaan is, doet hem omzien, en
nu bemerkt hy, dat hy niet alleen is.
op het koor staat, met den hoed in de
hand, een oude heer, die een doordrin
genden blik op den jongen organist werpt.
T®l«phocmnamra«r IO.
Deze houdt op met spelen en vraagt op
beleefden toon
„Wat is er van uw dienst, mijnheer
„Niets. Maar wat hebt ge daar juist
gespeeld 7" is het eenigszins barsche
antwoord van den vreemdeling.
Johannes kykt hem in het flinke,
open gelaat, dat hy reeds meer meent
gezien te hebben, en antwoordt met
kloppend hart
„Het was een stuk uit eene opera...."
„Uit welke opera?" zoo valt de vreem
deling hem ongeduldig in de rede.
„Uit eene opera, die ik zelf gecom
poneerd heb."
„Speel mij er nog eens iets uit voor,"
beveelt de oude heer, op een toon, die
geen tegenspraak duldt, en zet zich op
een stoel neder.
Johannes neemt weder voor het orgel
plaats, knikt den kleinen orgeltrapper
toe, die met open mond het korte
onderhoud heeft aangehoord, en verdiept
zich opnieuw in de werken van zijn
geest. Nu en dan vraagt de vreemde
ling kortaf: „Welke woorden zyn hier
by en dan geeft Johannes met zachte
doch duideiyke stem de woorden van
den tekst weder die tegelijk met de
melodieën in zyn brein z|jn opgekomen.
e
Na verloop van eenigen tijd staat d
vreemdeling op en zegt op den hem
eigenen haastigen toon „Ik heb ge
noeg gehoord. Hoe heet uwe opera?"
„De kinderen der armoede, mynheer I"
„En wie heeft u den tekst geleverd
„Die is ook van myzelf.*
De oude heer kykt den organist met
eene eigenaardige uitdrukking in de
oogen aan en z=gt half in zichzelf
„Waar haalt hy dat alles van daan?"
„Ik ben ztlf arm, mijnheer," voegt
Johannes er ophelderend by.
Eene pauze volgt, waarin de oude
heer naar beneden in de k6rk ziet en
zyne oogen onrustig laat ronddwalen.
Na een kort overleg haalt hy daarop
eensklaps zyn portefeuille te voorschyn
en overhandigt den organist zyn kaartje.
„Kom heden namiddag tegen drie
uur by mij," zegt hy op bevelenden
toon, „of neen, ik zal by u komen, dat
is beter. Waar woont gy Goed, ik
zal komen. Wat zegt ge Vier trappen
hoog Nu, ik heb ook niet mijn leven
lang beneden gewoond. Goeden morgen
„Goeden morgen, mynheer de kapel
meester," brengt Johannes met moeite
uithet kaartje in z|jne hand heeft
hem doen zien wie zijn nieuwe vriend
VIII der Staatsbegrooting voor 1901
aanvulling en verhooging van hoofdstuk
VIII der Staatsbegrooting voor 1902
tydeiyke voorziening ten aanzien van
het kapitaal enz., ingevolge art. 31, 2e
lid der wet van 9 Mei 1890 (Stsbl.) no.
79)overeenkomst betrekkeiy'k ruiling
van grond met de gemeente Vlissingen,
de heeren Hovy, Sassen, Van Alphen,
Van der Does de Willebois en Van Zinnicq
Bergmann.
Be lichting 1895.
Vooral in het Noorden van ons land
wordt nog ijverig gewerkt om te trachten
den minister van oorlog te doen terug
komen op zyn voornemen om de mili
ciens der lichting 1895 voor herhalings
oefeningen op te roepen.
(Zie Laatste Berichten.)
Verzet Leerplichtwet.
De Nederlander schrijft:
Herhaaldeiyk worden de „invloedrijken*
en „gezaghebbenden" onder de „Kuy-
perianen" en de „Lohmannianen" als
bet ware opgeroepen om een einde te
maken aan den feitelijken tegenstand
die hier en daar tegen de leerplichtwet
wordt georganiseerd.
Wy weten niet, of het „gezag* en
de „invloed* van die heeren zóóver
reikt. Maar onzerzyds willen wij wel
als ons gevoelen uitspreken, dat, indien
uitlatingen gebez'gd zijn, als o.a. den
heer Veghel in den mond worden ge
legd, wij die ten sterkste afkeuren.
Eveneens, dat wy betreuren dat men,
om het slechte, ook het goede over het
hoofd ziet.
Al achten wy in vele gevallen den
dwang niet geoorloofd, toch mogen wy
niet vergeten dat de wet iets goeds
beoogt, en dat het schoolverzuim vaak
onverantwoordeiyk is. Leden der com
missie tot wering van schoolverzuim
lastig te vallen is zeker het toppunt van
onbillykheid.
Lydeiyke tegenstand is niet altyd af
te keuren, doch slechts als laatste red
middel in zaken die het geweten raken.
Doch dat men elkander helpt om de
lasten dus ook de boeten te dragen
die het gevolg zijn van da bedoelde
wet, is zeer begrypeiyk en verdedigbaar,
mits dan ook gezorgd worde, dat men
slechts ben helpe, die niet opzetteiyk
hun plicht verwaarloozen.
Aan die laatste voorwaarde nu voldoet
de vereeniging van Middelharnis waar
over men klaagt.
De heer H. Ch. Vegtel spreekt in de
Standaard tegen, dat hy by de Staten
verkiezing in het district Middelharnis
de uitdrukking„die vuile liberalen"
zou hebben gebezigd, geiyk men aan
den beer Kerdyk bad verzekerd. Bij het
bespreken van de redenen, waarom de
Leerplichtwet nog niet gewyzigd kon
worden, heeft de heer Vegtel zich er tos
bepaald aan te halen de woorden van
is de kapelmeester van de groote
opera.
De oude heer heeft het kerkgebouw
reeds verlaten, maar nog steeds staat
Johannes met den rug tegen het orgel
gelr und. Het duizelt hem in het hoofd.
Zouden zyne vurigste wenschen, zyne
stoutste droomen eindeiyk vervuld wor
den Want dat hy op een keerpunt van
zyn leven is gekomen, meent hy thans
te mogen gelooven. En dat hetgeen hy
in de laatste oogenblikken gehoord heeft,
geen zinsbegoocheling is, dat bewyst
duideiyk het kaartje met den welbe
kenden naam.
„Ga naar huis, kind,* zegt hij tot
den kleinen orgeltrapper, en terwyi de
knaap met eene behendigheid, zooals
alleen aan jongens van zyn leeftyd eigen
is, langs de trapleuning naar beneden
klautert, maakt ook Jjhannes zich tot
vertrek gereed.
De bescheiden woning van den jon
gen organist ziet er op dezen schoonen
Zondagmiddag buitengewoon feesteiyk
uit.
(Wordt vervolgd.)