F! TEN .,000. Maandag 28 April. 40e Jaargang 1902. JH>. ö9. Effecten [ICHEEQE. 19Ü2. Courant behoort een liüvoeirsel. D I Schrikt niet, lezers het ligt geens- s in ons voornemen, u met eene litettaetuing te vervelen. En behalve Lt men nooit moet napleiten of terug leen op een afgedane zaak, zouden j toch ook niet weten, welke nieuwe [jamenten vóór of tegen het behoud kermis, wy na het debat in onzen IjBieenteraad moesten aanvoeren. Dergelijke debatten zyn bovendien Irch nieuw, noch van plaatseiyken Sinds tal van jaren worden ze lom gehoord, wordt de zaak van alle ■Jeu besproken en toegelichtmaar Lillen komt men tot een wezenlek Uitzat. I Principieele voorstanders van het ker- lisvermaak worden niet aangetroffen, I aithans in zoo gering aantal, dat dit len gewicht in de schaal kan leggen. Principieele tegenstanders zyn er wel, het ligt in den aard der zaak, dat line argumenten altyd iets krachtiger lilen wezen. FamuaTOH. [ikifidorsn tbr mé, VCw I Gulden. 80 cent. r, sgezonden. LVEND1ENST. |5— 6 20 7—7 50 J10 1020 10 40 |l iO 1 30 2 22 4 20 6 Si 120. fb 6 10 6 SO 7 10 9 50 1010 10SC 12 10 üa S 20 1 40 180 3 EO 410 4 SO JO 8—8 30. u. DIE N S T M DDBL8C39 v., (■•Fa 4 50 (allewi |an Ztümarktvu na! 12 30 1 15 tO 5 65 6 55 7 45 Zeümarkt ?lissir.< werkdagenl 6 23 12 35 1 20 2 5 I7 7 20 8 S5 am 3 30 en 6 20 c 3 55 6 50 en 4 4 i 5 05 a 80s 6 20<h) 3 50 i 6 40h) ae, Borielen en leoe tea hoogste lio utea. aaar Boreselea 1.55 van Neuzen wordt op deze IjoorwegeUtion I 23 |47 7 25 7 58 8 47 10 1 118 jll ï|*ll 18 an vervoeren 40 26 6 16 28 1 25 6 5 40 3 10 7 2 22 3 50 8 38 38 46 8 22 8 85 55 4 22 VLISSIMSU Pry a per drie maanden 1.30. Franco per post f 1.50. Afeonderijjke nummers 5 cent. Men abonneert zich by alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever F. VAN BE VELBE Jr., Kleine Markt, I. 187. COURANT ADVERTENTIËN van 1—4 r«g®la 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecht» tweemaal berekend. Groots letters en cliché's naar plaatsruimte. 7®weSitat d.geï^kv» sligessadss-d Son- es feea84«gen. Telephoonnumater IO. Abosmataeafs-Advertc-atiSn op seer voordeoiige voorwsaiden. 7 38 '10*18 Een debat over afschaffing of behoud |it een periodiek volksvermaak, is al- jeen onverkwikkelijk iets. oorzaak van dat verscbtJnsel is, daarmede kunnen wjj ons put tao, naar onze meening niet ver te ■eken. lïaar in ééne zaak stemmen beide Litjen merkwaardig overeenin de (achteloosheid om op te bouwen. éene party ziet juist daarin hot |»ie bezwaar, aan sioopen verbonden i andere telt dit bezwaar minder of (lent bet niet als zoodanig. z^jn vast overtuigd, dat hier Ifh de brug ligt, waarover beide par- |tn elkander konden naderen. kunnen ons toch zoo levendig forstelk-n, dat ten ernstig menseh bezwaard gevoelt, er toe mede te |6kon om wat eenmaal bestaat een- neer te werpen, zonder meer. f mogen uitzonderingen zijn, in 't al- is dat geen verstandige, be- daad. kermissen, voortgesproten uit k teste overbiyfselen van onze oude, p voor den handel onmisbare jaar- pten, zijn zeker geen eerbiedwaar- i instellingen beter gezegd, het zijn I tot geheel geene instellingen maar VAN HANS GER DINGER. I1') is in den namiddag van een dier c Maartscbe dageD, die zelf niet I'd weten of zy nog tot den winter Peren dan of zij met hun zoele iucht i'nte reeds inluiden. Den gehaelen heeft de zon hare verwal mende op het breede plaveisel der hoofd- ®j doen nederdalen en jong en oud Pl zich dan ook naar buiten begeven, f de heeriyke lentelucht met volle l'iea in te ademen. Thans echter, nu ste zonnestralen alken nog de We daken beschijnen en over al S|riere reeds eene schaduw valt, sndert het kueltja, dat godurende de [daguren zoo aangenaam aandeed, in doordringenden wind, die de haastig zy hebben een zeer taai leven en dit is niet zonder beteekenis. Dat taaie leven bewyst, dat de kermis toch nog aan een soort van b8hoefte voldoet, een b< hoefte namelijk aan ont spanning in bloot stoffeiyken zin, Het is nu niet de vraag, op welke wyze en door welke middelen men er aan tracht te voldoen het feit zelf is van beteekenis. Was er geen Z andag, in maatschappeiykes zin bedoeld, men zou een algemeens dag van stilstand van den arbeid zoeken. Waren er in h6t geheel geen feesten of dergeiyke gelegenheden, waarby men de zorgen een oogenblik vergeet, geest en lichaam een afleiding verschaft en laat werken in andere richting dan de gewooniyke, de dagelijks gevolgde, men zou ze even eens zoeken. Maar met zoeken alleen is het niet te doen. Men moet ook kunnen vindeD. Daarvoor zyn verschillende middelen noodigdaarvoor moeten in den regel fondsen en een organiseerend en be sturend talent zyn. De enkele menBCh beteekent in dit opzicht niets. De meerdere of mindere mate van genot hangt in den regel af van de meer of mindere algemeens deel neming, van het openbaar karakter der ontspanning, van den omvang en van de leiding ervan. Huiseiyk leven, kunst en natuurgenot, moeten zeer hoog wor den gehouden en behooren steeds voor te gaan, maar volkomen bevrediging kunnen zy niet schenken aan de volks behoefte, naar algemeen, opzettelijk ieestbetoon. Die behoefte ligt in de natuur en men kau de natuur niet straffeloos ge weld aandoen. Indien men btt volk, en dat ziet bier dan vooral op ben, die gertgeid van iichamelykeu arbeid moeten bestaan en zicb, behalve datgene waartoe de vrije Zondag zich leent, geene ontspanning van beteekenis kan veroorloven, indien men dat volk niet op de eene ot andere wyze weet te verschaffen wat het zich zelf niet geven kan, dan kan dit op den langen duur onmogeiyk gunstig op den alge meens volksgeest en evenmin op den toestand van den arbeid werken. Onte vredenheid, onvoldaanheid, vermoeidheid, zyn wel degeiyk maatschappeiyke ziekte kiemen, die m6n zeer goed kan voor komen en die men, naar onze ernstige meening, niet mag laten leven. Met afbreken van ten vermolmd ge bouw is het daarom niet te doen. Met het vermolmde gebouw in zyn geraamte doorloopende voetgangers noopt zich dich ter in hunne mantels en jassen te hullen. Een van de weinige punter), die door het wegstervend zonlicht nog beschenen worden, is een venster van de bovenste verdieping van een onaanzieniyk doch net huis. Het vertrek, waartoe dit ven ster behoort, is juist nog voldoende ver licht om te kunnen onderscheiden hoe eenvoudig, ja zelfs armoedig het er daar binnen uitziet, maar tevens hoe zorg vuldig alles onderhouden is. Vóór het venster zit eene oude vrouw. Daar de invallende duisternis haar den arbeid heeft doen staken, laat zij de handen met het naaiwerk in baar schoot rusten, terwijl zy, in gepeins verdiept, een blik werpt ver over de daken der naburige huizen naar het punt waar de hemel, in zyn schoonste avondrood pry kend, zich als het ware schyut te openen. Ojk de wangen der vrouw zyn zacht rood gekleurd, terwyi om haar mond een weemoedige trek speelt. Achter in het vertrek zit eene jonge mau voor een vry kostbare pianino, die vreemd afsteekt by hare armoedige om geving. Vóór hom ligt opengeslagen i eene omvangryke partituur, doch terwyl j hy speelt rust zjjn blik slechts eene te laten en er desnoods wat aan op te lappen, is het evenmin te doen. Afschaffers en behoudamannen moeten ophouden elkander te besteden en niet hun kracht zoeken in wat verdeelt en verwydert. Daarvan wordt het volk niet j beter. 't Is moeiiyk, ais men zoo lynrecht tegen elkander over staat, zich te ver- j esnigen en één lijn te trekken maar met een beetje goeden wil komt men er wel. Met een beetje goeden wil komt men wel tot de gezameniyke erkenning, dat het volk, dat by z waren arbeid een niet daaraan evenredig levensgenot heeft, nu en dan een afwisseling moet hebben in den dagelykschen gang van zaken dat de moed en het goede humeur er in moeten worden gehouden; dat een aan gename opgewekte stemming een zaak is van het grootste gewicht. Maar dan ligt ook de cóaelusie voor de handdan moet er iets voor bet volk worden gedaan. Dan moet men de handen ineenslaan om het nu en dan 6en feestuie te verschaffen; een dag ot een paar dagen van betasneiyk genot. Ook daarover, we weten het wel, be staat ook al veel verschil van gevoelen. Betameiykheid is een betrekkelyk be grip maar ook hier kan m,.i er met een beetje goeden wil wel komen en vooral, wanneer men ook in deze de natuur laat spreken. Feesten maakt men niet. Dat is duizendmaal ondervonden Zij moeten - ontstaan. Een feest is geen feest zonder geestdrift; daarom moet er een bepaalde aanleiding wezen, een aan leiding, die men in de geschiedenis vaa het volk, in het volksleven zelf, bij tal van algemeeDe of plaatssiyke gebeurte nissen in het hodeu ot het verleden, maar voor het grijpen heeft. Maar men meet willen. Wij voor ons zouden zoo gaarne zien, dat er uit het volk zelf stemmen opgingen, om deze richting in te slaan. Wy wenschten zoo gaarne dat vóór- en tegenstanders der kermis eens eendrachtig byetn waren om te zien, of er nog niet wat anders voor het volk te doen is, dan een nuttèlooze schermutseling jaarlijks te hernieuwen. Wy wensohlen zoo gaarne dat men de beurzen voor dat doel opende en dat men, met medewerking der auto riteiten, welhaast tot vaste plannen en tot doeltreffende uitvoering kwam, De moeiiykheden ontveinzen wy ons nietmaar niets trouwens wordt zonder moeite verkregen en de goede zaak is enkele keer op de nauweiyks nog te onderscheiden notengroepen. Nu en dan slaat hy eenige bladzijden om, speelt een paar maten en bladert dan weer verder. Thans gaat hy uit een zacht preludium in mineur tot een melodie over, wier zachte, klagende tonen als eene menscheiyke stem door de schemering weerklinken. Als by haar ten einde heeft, blijft hij een oogenblik onbew^geiyk zit ten, om haar daarop nog eenmaal te spelen, doch thans zoo zacht als ware zy slechts de echo van de eerste. Daarna wordt alles stil in het vertrek. De oude vrouw by het venster heeft de handen gevouwen. Het avondrood, dat zooeven ook hare zachte gelaats trekken kleurde, is weggestorven, zoodat haar smal, bleek gelaat thans spookachtig uit de duisternis te voorschyn treedt. Dat zy in stilte weent, kan men slechts bemerken aan het bessen harer stem, nu zy vraagt„Hoe noemt gy de melodie die gy daar juist gespeeld hebt, Johannes?" De jonge man staat van de piano op en treedt op haar toe. Hij is groot en slank gebouwd, doch te smal en te mrgar voor zijne lengte. „Het is het lied van dn bedelares, moeder," antwoordt hy, „dat de onbesproken vrouw, die buiten het wel waard, dat men z'ch eens voor haar inspant. Het debat over de kermis zouden wy dan Voor gosd gesloten kunnen verkla ren. Men praat natuuriyk niet langer over iets waarvoor geen plaats meer is, oisdat hetvolkomen noodeloos en nutteloos is geworden. Zoolang niet allen dit in oprechtheid kunnen beamen bljift men natuurljjk praten, Ziekte van 5, M. de Koningin. Van het Loo wordt van gisteravond g-meld, dat er reden sebynt te bes'aan om over den toestand van H. M. uo Koningin tevreden te zyn. De genees- beeren vertoeven geruimen tijd buiten het paleis, wat gerustheid inboezemt. Ook is in de ormiddeliyke omgeving van H. M. meer gerustheid te bespeuren. H. M. de Koningin-Moeder maakte gisteren een vry langen rytoer. By de opening van de gisterenochtend gehouden zitting van den Apeldoomscben gemeenteraad, rekende de burgemeester, de hc-er Tutein Nolthenius, bet zich tot plicht als hoofd der gemeente zjjn diep leedwezen uit te spreken over de ernstige ongesteldheid van H. M. de Koningin. Herinnerende aan de angstige dagen, in het gabeele vaderland doorleefd, deed spreker ui-komen boe ook ditmaal weer was gebleken de innige verknochtheid van de ingeze-snen dier gemaeme aan de oprechte liefde voor het Orasj> huis en de koniokiyke familie. De bu gemcester meende ton slotte uiting te geven aan de gevoelens van de gassche burgery door voor te stellen, brieven te zenden aan den P.ins en de Koningin-moeder, waarin, naast de be tuiging van deelneming, d.> beste wen- schm worden geuit voor bet spoedig en volkomen herstel onzer geliefde Koningin. Onder applaus wetd daattoe besloten. (Zie Laa'ste Berichten.) Ver. tot handhaving van het chr. hist, karakter der natie. Do gisteren in het gebouw Irene te Utrecht gehouden vergadering tot op richting eener vereeDiging welke zich ten doel stelt, het chr. historisch karak ter der natie, werd te 10 uur met gebed en het lezen van Psalm 46. door den voorzitter, dr. P. J. Hoedenmaker, gsopsnd. Na het uitspreken van een kort openingswoo d. i ield dr. Ho;demaker een openingsrede van dezen inhoud Wy ?iju saamgekomen, als leden der hervormde kerk tot onderling beraad, niet alleen op kerkeiyk, maar ook op staatkundig terrein, en wel naar aan haar schuld verarmd is, door nood ge dreven aan de deur der rijken zingt en waarmede zy hulp inroept voor hare hoDgerende kleinen." „Wordt in de opera de melodie her haald, zooals gy haar zooeven speeldet „Ja. De tweede keer bezit de vrouw nauweiyks moer kracht tot zingen en zinkt zij dan ook aan het slot van de aria van honger uitgeput ineen." „En hoe gaat het verder met de on gelukkige De stem van den jongen man neemt een barschen, hardvochtigen toon aan als hy antwoordt Een knecht van den ryken heer, voor wiens deur zy ineenzinkt, schudt baar ruw uit hare bewusteloosheid wakker en jaagt de „beschonken landloopster", zoo als hy haar noemt, weg." Na eene korte pauze strykt Johannes de hand over het zware haar en zegt „Ik ea moeder." „Waarheen, myn jongen?' „Naar buiten, in eieu frisscheu wind ik snak naar lucht. Vaarwel moeder," Zyne schreden weerklinken door den gang de oude vrouw biyft alleen achter. Nog een korte poos biyft zy mymerend zitten, doch staat daarna op en steekt ds leiding van dreigende gevaren, die in verband staan met de jongste stembus actie en het optreden van een christelijk ministerie boven geloofsverdeeldheid, gevaren voor welke, te rekenen naar de ontvangen sympathiebetuigingen, de oogen geopend bfginnen te worden. Spr's doel is het niet een nieuwe party te formeeren, immers hy weet daarvoor geen plaats op het staatkundig erf, ter wijl vraagstukken, waarby de hervormde kerk als genootschap geacht kan worden belang te hebben, niet aan de orde zijn. Eon party, die op zichzelf staat en van geen coalitie wil weten, verwerpt de kans om door beltidvolle uitruiling van stemmen, uitgenomen in zeer f-x- ceptioneele gevallen invloed te o.fenen. In het anti papisme ligt als zoodanig geen kracht. Ea iast not least-, de leden der herv. keik worden door hun dog matische sympathieën óf links naar de liberalen en radicalen, öf rechts naar de antirevolutionairen getrokkeD. Tusschen deze beiden ligt, wat de groo'e politieke beginselen betreft, geen neutraal terrein. Het kenmerkend onderscheid tusschen ben, die het ïecht van bestaan van sprekers optreden erkennen ligt in het kerkbegrip. Gevraagd dient dus niet, waarvoor men de herv. kerk houdt, maar wat zy Daar haar btiydenis, de historie en deSchiift eigeniyk is. Zy is raar haar Daam ge reformeerd. zy is dus in haar wezen de christeiyke kerk van deze landen, die in de 16e eeuw van dwalingen zyn gezuiverd. Er dient nu niet gevraagd, wat de libertynsn en politiekeD, en wat de kortzichtigheid der kerkeiyken van de kerk hebben gemaakt, maar wat zy nu meer b -pa-.id in haar bfUjdecis en nader in de politieke beginselen die by wettige ge;olgtrekking uit die bjiy.ie.sis zijn af te leiden voor ons volk is geweest en opnieuw moet worden. Zy heritors volk vrijheid gebracht, vryheid van ge weten van godsdienst, al is dit maar op zekere hoog e; vrijheid voor de overheid, van onderzoek, ook van wetenscbappeiyk ocderzoek. Dm die vryheid is hot spr. te doeD. Zy moet opnieuw voor ons voik word-n veroverd en doze vergadering is belegd, omdat zy thans ook wordt be dreigd door coalitie, die by de stembus de overwinning b-haalde en o.is het huidige ministerie gaf. Spr. wil anti- revolutionairzyn.maat in den wezenlijken en ten slotte eenig houdbaren zm des woords. Do revolutie beeft ons volk verdorven. Men kan antirevolutionair zy a in drii ërlei zin. 1. Door verwerping van de volks sou vereiniteit; 2. door e-kenning dat de Skh.ift io h.t rich!s.,o-r ea de toetSotesB, tot op zekere hoogte ook de ken bron der waarheid; 3. door de breuk met de leer der Rovoiutic, die de politieke be ginselen van Rome en van de hervor ming op ééa iyn stelt, de overheid als zoodanig geen bevoegdheid toekomt om lamp aan. Hot licht valf op de nog altyd op-ngeslagen paiti uur op ds piano en beschijnt de zorgvuldig beschreven noten balken en den daaronder prykenden tekst. Behoedzaam, bijna eerbiedig neemt de oude vrouw het omvangryke werk in de handen en leest het opschrifi cp het omslag„De kinderen der armoede. Opera in drie bedryven van Johannes Ulrich." S'.rak biyft haar org gericht op do groote duideiyke letters, waarin dit op schrift prykt, tot dat ten laatste hare hand bfgint te ie -tn en zy zacht mom pelt„Ja, gy kunt er van medespreken, arm kind I Daarop legt zij de partituur behoed zaam weder op de piano, zet de lamp bij zich neder en neemt, na een oogen blik de pynlijke oogen gesloten te hebber, haar fijn naaiwerk weder ter hand. Intusschen is hot buiten volslagen duister geworden en schudt nu en dan een windstoot het slecht sluitende vens ter heen en weer, zoodat het verschoten katoenen gordyn in beweging komt daarbinnen echter, in de woning der ar moede, heerscht diepe stilte. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1902 | | pagina 1