r
16 Dü
i
Vrijdag
18 April.
So. 91.
40e Jaargang
1902.
ter Sent.
FEUitlETOÜ
D
e De prijzen zij,!
door den Stalt
gegarandeerd
at Hamburg g6.
Geldloterij,
I k er
(m wordeii.
se veel voordeel
die volgeDs het
O loten bevat,
Iit. 500.000 M.
300 000 Mark
200.000 Mark
100 000 Mark
75 000 Mark
70.000 Mark
65.000 Merk
60.000 Mark
55 000 Mark
50.000 Mark
40.000 Mark
30 000 Mark
20.000 Mark
10-000 Mark
5000 Mark
3000 Mark
2000 Mark
1500 Mark
1000 Mark
300 Mark
250 Mark
200 Mark
169 Mark
1148,115 100M.
45, 21 Mark
prijzen.
Ie klasse be-
stflgt in de
M., iD de 8e
4e tot 65.000
300 M., in de
in de 7e tot
|de premie van
500.000 M.
|strekking, die
kost
(slechts fl. 3.50
slechts fl. 1.75
slechts fl. 0.90
de volgende
de juiste lijst
Iangegeven in
gspian voor-
rau den Staat,
nvrage gratis
lin de loterij
onmiddellijk
(ebbende trek-
:kiDgsiy'st.
verzending
m
eet en prompt
>r de strengste
an men een-
opgeven, ook
s met de aan-
g van loten
lts hebbende
mogelijk of
k.
Ikantoor
litsehland.
7 25
7 58
8 47
10 1
11 2
VLÏSSIMSCHE
Prfls per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich bjj alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
COURANT
AJDYERTENTUSN van 1 4 regela O AO. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschoot dagelijks, allgeaondefd op Zon- en feestdagen.
Telephooimumiiier IO.
AbonnenienU-AdTerteiiti8n op see? vcordeelfge voorwaarden.
De ziekte van H, M. de Koningin.
Naar het N. v. d. D. verneemt lijdt
0. M. de Koningin aan buikvliesontste-
king. Prof. Rosenstein is ten paleize
MBgekomen.
Een buiiengewone Staatscourant, gis-
teravond 8 uur verschenen, meldt
,De zickteverscbljnselen zfln by H. M.
e KoDirgiu in de laatste vierentwinlig
I uren nitt toegenomen. De kooits vertoont
tot nu toe barr gewoon verloop."
Prof. Rosenstein.
Dr. Roessii gh.
L. Pot.
(Zie Laatste Berichten.)
Nog eons de lichting 1895.
De „N. R. Ct.» scbynt van oordtel te
tjjn, dat de redactie van din aanhof
tao art. 111 der Militiewet niet heeft
lunnen beoogeo onderscheid te maken
tusschen hen, die 8l/j of 4 maanden
rolgens art. 107 der nieuwe wet, en
hen, die volgens de vroegere wet 12
maanden eersten oefentyd, onder de
wapenen doorbrachten, omdat uit het
alot van art. 111 blijkt, dat die her
halingsoefeningen voor de daar bedoelde
militairen, die ook langer dan 81/» of 4
maanden gediend hebbeD, wel degeiyk
als verplichte oefeningen worden be
schouwd, zy het dan, dat de Regeering
bevoegd is de verplichting voor die
manschappen gedeelteiyk op te heffjn.
Het komt het Vad. voor, dat uit het
riot van art. 111 te meer biykt, dat
[men by de vaststelling van het artikel
[san de thans gerezen quaestie niet ge
dacht heefc. Dan immers zou men óf
dat slot ook gesproken hebben van
|Wie vroeger een eerste-oefening3tyd van
12 maanden doormaakten, öf in den
laanhef van het artikel een andere redactie
hebben gekozen.
De N. R. Ct. stelt nu voor ten aan-
Sen o.a. van de lichting 1895 den duur
barer herhalingsoefening te bepalen op
14 dagen, waartoe meent het blad, de
bevoegdheid kan worden geput uit het
laatste lid van art. 111, ,,nl. dat duur
aan! al der herhalingsoefeningen
binnen worden verminderd voor hen,
lie krachtens art. 101 (artt. 123 en
124 der oude wet) voor het blyvend
ïedeelteonder de wapenen zijn gebleven.»
Het is echter niet duideiyk, hoe dit
lienvoudigheidshalve voor de geheele
|Ichting" kan geschieden, waar deze in
laar geheel noch krachtens art. 109
Ier nieuwe, noch krachtens artt. 123 en
124 der oude wet deel heeft uitgemaakt
»n bet blyvend gedeelte.
Gaarne geven wij toe, dat bevesti
gd de vraag mag worden beantwoord
,of het in de bedoeling van den wetgever
hebben gelegen ook op de andere
Icbtingen de bedoelde uitbreiding der
7 3!
'10 1!
Uit het Duitsch
OTTO GIRADT,
Hl U
vervoeren
2 6
1 25
3 10
3 50
46
4 22
6 11
6
7
81
8 2»
8»«
5.)
.En wie zeide vroeger, dat wy niet
ver vooruit behoefden te denken
de vijftig mark opgeteerd zyn, hebt
reeds lang weder werk gevonden en
Mient misschien meer dan tot dus-
*re op de fabriek. Dikwijls brengt een
!«hscbijniyk ongeluk ons juist geluk
Maar ga nu eerst eens aan tafel
beste Karei, en gelpruik iets
Iy greep haar hoofd tusschen zyne
deD.
.Marie, wat zyt gy toch een goede
Uw voor mij I Mijn ziel gaat thans
meer gedrukt onder den zwaren last,
20 u zoo moedig houdt!"
iMaar hoe kondet gy ook zoo geheel
verplichte herhalingsoefeningen ook na
het vyfde dienstjaar toepasseiyk te doen
vinden."
Maar even zeker is het dat de wet
gever verzuimde een aan zyn bedoeling
beantwoordende redactie aan de wet te
geven, zrodat men staat voorde keuze
öf naar de bedoeliDg van den wetgever
öf naar de woorden van de wet zich te
gedragen.
Zou het inderdaai niet het beste zyn
by kort proces van rassche wetswyziging
naar een bevredigende oplossing van dit
zonderling en voor de betrokkenen
hoogst onaangenaam conflict te trachten?
De Standaard zrgt over de voorgeno
men oproepiDg van de lichting 1895 hel
volgende
Jarenlang is in de pers en niet
het minst in onze bladen geklaagd
over de onvoldoende oefeningen en alles
wat met ons militieleger in betrekking
staat.
Eindeiyk is er een nieuwe wet ge
komen. Een wet, die bedoelt ons land,
voor wat betreft de levende strydkrachten
meer weerbaar te maken. En hoewel
wij tegen die wet bedenkingen hebberj
omdat zy naar ons gevoelen ia niet ge
noegzame mate bet beginsel van
volksleger tot zyn recht laat
komeD, zoo heeft toch de antirevolutio
naire party de totstandkoming er van
toegejuicht.
Toch kon ieder weten dat de nieuwe
wet zwaardere persooniyke lasten zou
opleggen maar een party die beiydt dat
Gods Woord eischt verdediging van den
vaderlandschen bodem in de ure des
gevaars, mocht daarom niet tegen de
wet zyn.
Trouwens, laten we niet vergeten, dat
de penooniy'ke lasten niet minder
zouden zyn, wanneer we een zuiver
volksleger hadden.
Om die reden kunnen we ons dan
ook niet zoo druk maken over 's Minis
ters voornemen om de lichting 1895 te
laten opkomen.
Zeker daar kleeft iets hards aan,
gelijk trouwens aan alle nieuwe maat
regelen.
Maar weersproken kan ook niet worden
dat als we weerbaar willen zijn, ons
leger dan ook go9d geoefend moet
wezen.
Of nu, gelijk sommige bladen beweren,
het desbetreffend artikel van de nieuwe
Militiewet bedoelt, dat alleen zij, die van
1898 af korten oefeningstyd gehad
hebben, drie maal vier weken na-oefe
ningen zich moeten getroosten, laten we
in het midden. Ofschoon hef niet onmo
gelijk schynt, dat op die bewering iets
valt af te dingen.
Maar dit meenen we toch te kunnen
zeggen, dat waar de schutterijen komen
te vervallen en de Landweer zeer weinig
oefeniDgen zal vorderen, het Diet zóo
onredelyk scbynt om de manschappen
van 1895 nog eenige dagen te laten
opkomen.
Of zou men in ernst meenen, dat de
den moed verliezen
„Als ik alleen op de wereld stond,»
antwoordde hij, „had ik "my er weinig
van aangetrokken, doch te moeten den
ken, dat myae geliefden
Marie liet hem niet uitspreken. „Wy
zullen ons er op de een of andere manier
wel doorslaan, Kareizet gij de kinderen
nu maar aan tafel, dan haal ik het eten."
Zy liep ylings naar de keuken, van
waar zy na eenige oogen blikken met de
soep terugkwam. De vader had intus-
schan zyne kleintjes als gewooniyk aan
gehaald en ze daarna op hunne stoelen
gezet. Marie's moedige houding had zulk
een weldadigen invloed op hem, dat hij
zelfs weer in staat was met de kinderen
te stoeien. Naar lichaam en ziel gesterkt,
stond bij na afloop van het middagmaal
op en zeide„Thans is de zware last
die op my drukte, geheel verdwenen,
en ga ik dadeiyk op weg om werk te
zoeken. Ja, lieve vrouw," zoo voegde hij
er op gedemptea toon by, „ik heb nooit
de rijken benyd, maar van daag heb ik
myzeit toch verweten, dat ik vroeger
nooit heb ingezien hoe gewaagd het is
van de hand in den tand te moeten
leven l
Zoovrel als menig slecht voorgevoel
lichting van dat jaar, wanneer zy over
drie jaren of later voor de verdediging
van den vaderlandschen bodem mocht
worden opgeroepen, voor haar taak be
rekend zou zyn
Het denkbeeld van De Tyen de N.
Rott, Ct. om dien oefeningstyd in dit
speciale geval niet vier, maar twee weken
te doen duren, verdient overigens wel
licht overweging; terwijl er nog op ge
wezen mag worden, dat aan hen, die
het noodig hebben, schadevergoeding
wordt uitgereikt.
H. M. de KoniDgin-Moeder wordt half
Mei op Soestdijk verwacht. Mcn is reeds
bezig het paleis in gereedheid te brengen.
Tweede Kamer.
De minister van marine heett thaDS
wederom by de Kamer ingediend een
wetsontwerp, dat beoogt uitvoering te
geven aan een gewyzigde boekhouding
bij de werven en de instelling by het
departement van marine van een bureau
vati contiól op de bokhimding. T-gelyk
met dit onderwerp is een herdruk aan
geboden van alles op deze zaak betrek
king hebbende, tusschen de Kamers en
de regeering gewisselde stukken.
Met de verklaring, voorkomende in
de Memorie van Toelichting op het wets
ontwerp tot vaststelling van het Vide
hoofdstuk der Staatsbegrooting voor het
dienstjaar 1902, dat de minister de in
zichten van zyn ambtsvoorganger om
trent de wijze waarop verbetering kan
en moet worden gebracht in de admi
nistratie vaD 's rijks werven geheel on-
derschryft, is ook zyn standpunt ten op
zichte van dit wetsontwerp gedefinieerd.
Hoewel, evenals 7'Ju mbtsvoorganger,
gaarne bereid al het mogeiyke in het
werk te stelleD om een einde te maken
aan den stryd over het werfbeheer, ten
gevolge waarvan, zeer ten nadeeie van
's lands dienst, niet voldoende kan in
gegrepen worden in toestanden welke
verbetering behoeven, kan de minister
daarin toch niet zóó ver gaan als bij de
behandeling van de jongste marinebe-
grooting in de Tweede Kamer der
Staten-Generaai van één zyde van hem
verlangd werd 6n by de verdediging
van de van zyn ambtsvoorganger over
genomen voorstellen een standpunt in
nemen, alsof over die voorstellen met
nog geen woord gesproken was. De
minister meent, dat voldoende bewezen
is, dat het door de minderheid der
staatscommissie voorgestane stelsel van
werfbeheer praetisch onbruikbaar is.
Met de door de meerderheid der staats
commissie voorgestelde instelling van
een bureau van conti öla by het depar
tement van marine, heeft de minister
zich kunnen vereenigen, omdat hy daar
door in de gelegenheid zal worden ge
steld, beter dan tot nu toe mogelyk
was, op de hocgte te biyven van den
stand der werken en van de wyze waar
op zij worden uitgevoerd van al de zich
biykt ook menig goed voorgevoel onge
grond te zijn. Bruckner klopte te vergeefs
nu by den dsn dan by den ander aan
niemand kon hem aan werk helpen.
Zyne veerkracht verdween langzamer
hand en toen hy des avonds onverrichter
zake naar huis sloop, was al de moed
hem ontzonken. Mirie bemerkte ook
nu weder dadeiyk aan zijn gezicht dat
zyne pogingen mislukt waren, doch zij
scheen zich hierop voorbereid te hebben
en hield hem eene courant voor, die zij
van de bewoners uit het voorste ge
deelte van het huis geleend had.
„Lieve Karei, wanneer gij niets ge
vonden hebt, zoo helpt ons misschien
de courant, waarin verscheiden bedienden
en werklieden gevraagd worden. Het is
nu reeds te laaS maar morgen vroeg
moet gy u bier e'n daar eens aanmelden.
Wy mogen dit blad behouden. Lees zelf
maar eens I Kijk, voor dit werk zoudt
gij beter geschikt zyn dan honderd an
deren want hier zyn nauwgezetheid en
eerlijkheid eerste vereischten."
Bruckuer liep haastig de advertenties
door en schaamde zich, dat hy zelf niet
op het denkbeeld was gekomen de courant
te raadplegen. Voor vele der aanvragen
zou hy geschikt zyn, en welk werk hy
d&arby voordoende bijzonderheden, voor
zoover deze uitdrukking vinden in de
boekhouding, zal by worden gewaar
schuwd tydig zal hij daardoor kunnen
iDgrijpen en niet langer kans loopan
voor faits accomplit's te worden gesteld.
Aan het slot van zijn toelichting zegt
de minister nog van het door hem en
zyn ambtsvoorganger veroordeelde stelsel
der minderheid van de Staatscommissie
„Waar zoowel door zyn ambtsvoor
ganger als dcor den minister de over
tuiging werd MitgesprokeD, dat h t maken
van een raming van de kosten, welke
het gevolg z mden zy'n vaD de invoe
ring van hst door de minderheid der
staatscommissie voorgestane stelsel van
administratie voor 's ryks werven, niet
wel doeniyk is, omdat de zoozeer ver-
eischte nadere gegevens daartoe ontbre
ken en by elke poging tot uitwerking
daarvan gestuit wordt op in het leven
te roepen betrekkingen, voor de goede
vervulling waarvan eisohen gesteld
mo.sten worden, waaraan toch niet zou
kunnen worden voldaari, daar ligt het
voor de hand, dat de minister ook niet
zou willen of kunnen beweren, dat,
voor de door bem geleverde financieele
beschouwingen, een vaste g ondslag aan
wezig was en daarop dus niets ware
af te dingen. Maar wat naar het oordeel
van den minister wél klaar en duideiyk
uit die beschouwingen kan biyken is,
dat het stelstl, voorgestaan door de min
derheid der staatscommissie, niet voor
onze toestanden past en ailec-n reeds
wegens de kostbaarheid er van behoort
verworpen te worden. De oorzaken van
die kostbaarheid meent hy in het licht
te hebben gesteld, waar aangetoond werd,
dat ten behoeve van een zoogenaamde
hoogere, maar inderdaad op volkomen
onjuiste grondslagen berustende cont'ö'e,
het ter beschikking zijnde technische
personeel in zyn werkzaamheid zoozeer
zou worden besnoeid, dat daarnaast een
ander en byoa even talryk personeel
zou moeten worden aangesteld, dat ten
slotte toch niet aan de daaraan te stellen
hooge eisohen van bekwaamheid, erva-
riDg en geschiktheid voor de aangewezen
taak, zou kunnen voldoen."
Minister Knyper en d9 Journalistiek.
Het Bureau Central des Associations
de Pressa, dat thans in den Haag ver
gadert, is gisterenmiddag om twee uur
door den Hullandschen gedelegeerde, den
heer Jacques Deen, op het departement
aan den minister voorgesteld. Zulks
geschiedde op verzoek van den minister,
die de leden van het bureau Csntral heden
te zynen huize ten discb heeft genoodigd.
Minister van Asch van Wijck.
Door velen werd het gevreesd inier-
tyd, dat Minister van Asch van Wjck
ais politiek persoon weldra tot de ge
schiedenis zou behooren.
Maar hy heeft operatie en ziekte
ook kreeg, het zou hem in elk geval
uit den nood helpen. Deze nieuwe voor
uitzichten brachten zy'n gemoed tot
kalmte; waarschyolijk kwam ook de
natuur hare rechten eisohen, genoeg, hij
gevoelde behoefte a a rust, legde zich
te bed en was weldra in een diepen slaap
verzonken. Marie luisterde naar zijn
zware, regelmatige ademhaling, doch zelf
k in zy den slaap niet vatten langen
tyd lag zy te staren naar de glinsterende
steiren aan den hemel en onwillekeurig
kwam haar te binnen hoe zy op nieuw
jaarsmorgen gezegd had: „Het nieuwe
j aar begint slechtDen geheelen dag
had zy zich zoo moedig en flink: gehou
den. Hoe kwam het, dat zy zich nu
eensklaps zoo geheel ontmoedigd ge
voelde 1 Zij wilde er zich met alle geweld
tegen verzetten, doch het gelukte haar
nietzy gevoelde maar al te zeer, dat
zy niet opgewassen was tegin het noodlot.
Ondanks de pijnigende gedachten, die
Marie door het hoofd vlogen, durfde zy
zich niet verroeren, tea einde haar man
niet te storen in zyn vasten slaap. Eerst
by het aanbreken van de eerste morgen
schemering verviel zy ia eene verkwik
kende sluimering, zoodat by haar ont
waken al haar moed weer was terug-
doorstaan, de Wiesbadensche lucht heeft
hem zyn krachten goeddeels hergeven
en gisteren is hy in de residentie
teruggekeerd.
Ook wy verheugen er ons van harte
in, dat hem hot tragisch lot bespaard
is gebleven zyn werkkracht voorgoed
te zien verlammen, juist op het oogen-
blik, dat hy op het breedst haar te
ontplooien dacht.
Het departement aan welks hoofd hy
staat, maakt hem in het ministerie tot
een bijkans neutraal persoon. Ook zyn
tegenstanders bij heeft het reeds
ervaren en stellig zal hij het biyven
ondervinden zijn tot ernstige samen
werking met hem bereid. (Vad.)
„De Nieuwe Courant" bevat een
tegenspraak van ons bericht, 't W6lk
„onjuistwordt genoemd, als zou men
aan het Departement van Koloniën
aanleiding hebben gevonden „na terug
keer van den Minister" de voorgenomen
ri geling van de opleiding der Indische
ambtenaren geheel om te werken.
Van „na terugkeer van den Minister»
werd in ons bericht niet gesproken.
„Volkomen onzeker en zelfs geenszins
waarschyniyk" noemt het blad een alge-
heele wyziging van het reeds in de
afdeelingen der Kamer behandelde plan.
Dat niettemin essentieeie wyzigingen
zullen worden aacgebracht, meenen wy
te mogen volhouden. (Vad.)
Militaire zaken.
De minister van oorlog heeft het
reglement voor den geneeskundigen dienst
by de landmacht in dien zin gewyzigd,
dat ook de auditeurs-militair en de mili
tie-commissarissen met hun vrouwen en
inwonende kinderen en dienstboden,
genot hebbm van vrye geneeskundige
behandeling en van geneesmiddelen.
Bjj de normaal-achietsch ooi en by
drie regimenten infanterie, zullen, op
last van den minister van oorlog, op-
Dieuw proeven genomen worden met
patronen rio. 7 (marqa). De vorige proef
gaf verschillende en vaak tegenstrijdige
resultaten. By de proef worden de patio
nen voorzien van de gewyzigde slag
hoedjes, gedeeltelijk van Muider- en ge-
deelteiyk van Marqa-kogels.
Ook op de ballistische zyde vestigt de
minister de aandacht.
Hst Hoods Kruis.
In eene circulaire, die het hoofdcomité
van het Ned. Roods Kruis over huis-
houdeiyke aangelegenheden aan de
piaatseiyse comité's en correspondenten
der vereaniging richt, komt o. a. deze
zinsnede voor
„Tot zya leedwezen kan het heofl-
comité geen mededeelingen doen over
het hervatten der uitzendingen var
medisch en verpleginge-personeel naar
het oorlogsterrein in Zuid-Afrika, waarop
tot heden, op de daartoe, met mede-
gekeerd. Al haar vrees was verdwenen
en zij was vol hoop dat met den nieuw
aangebroken dag alles ten goede zou
keeren.
Ia een oogenblik was Marie, zoowel
als Karei in de kleeren. De kinderen
sliepen echter nog gerust. By het ontbijt
spraken man en vrouw af, dat Karei zien
het eerst zou aanmelden by een heer
die een huisknecht vroeg eerst wanneer
hy hier of daar in aanmerking kwam,
was het noodig van zyn vroegeren patroon
een getuigschrift te vragen, wat hem
ongetwyfeld dadelijk zou gegeven worden.
Marie was ten opzichte van het geld in
de spaarbank van plan veranderd. Zy
baboetde zich nog volstrekt niet te haas
ten met het er uit te nemen. Karel's
laatste weekgeld was voldoende voor deze
week; daarby leverde zy den esrstko-
msnden Zaterdag wasebgosd af, waar /an
de opbrengst weder voldoende zou zju
veor eenige dagen.
„Ik begryp niet," zoo eindigle Maria,
„hoe ik gisteren dadaiyk al ain de spaar
bank dacht, wj heoben hst geld immors
nog lang niet noodig. Maar maak nu
dat gy voortkomt, Karei, ea veel geluk
op uw weg 1
(Wordt vervolgd.)