MEVROUW ANTJE. Woensdag 26 Maart. jtoolasMs tata. FEU1U8T0H. 40e Jaargang 1902. Gemeentebestuur. K». 12. VLISS1SIGSC1E COllRAiT. PrQa per drie maanden 1.30. Franco per poat 1.50. Afzonderl^ke nummers 5 cent. Men abonneert zich bj alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever F. VAR DB VELDE Jr., Kleins Markt, I. 187. paf ADVBfftTENTIÊN van 1 4 regeis 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent, - BfJ directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wonlt de prijs slechts tweemaal berekend. Ghootë letters en cliché's naar plaatsruimte, ïeirs«sJj|nt dsgtlfks, aitgeiondord op Son- en feestdagen. Telepboonnnmtner O. Aboustements-Advert riiSn op aeev voordaellge vooTrnuiTden. gelegenheid tot kostelooze inenting en herinenting, Bu g. en Weth. van Vlissingen bnDgöh iö herinnering dat op den eersten Vrijdag van elke maand, des voormiddags tusschen 9 en 9'/g uur gelegenhe.d bestaat tot koste looze inenting en herinenting van de bezetenen, die zich daartoe aanmelden bjj den gemeente-geneeskundige, den jeer J. BEIJERS arts, ten zijnen huize, ingang PaliDgstraat. Vlissingen, den 25 Maart 1902. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTE VEEN. De malaise bij de infanterie. Onder bovenstaand opschrift komt in )e Avondpost het volgende artikel van Z. Z. voor De malaise, di6 zich in den laatsten tijd in toenemende male bij het offi cierskorps der infanterie opentaarl, is bedenkelijk. Het geldt hier niet minder het hoofdwapen. „Maak slechts dat de infanterie goed zij," heeft eens een groot krijgskundige gezegd, „dan wordt rest bet van zelf." Hier echter gaat men den tegenoverliggenden weg uit. De oorzaken Als zoodanig worden algemeen beschouwd Ongeringe bezol diging, de laDgzame b^Pfcderrag, do onvoldoende troepens.erkte bij oefenin- n, en wat in sommige garnizoenen nog daarby komt eene bejegening, die soms weinig denken aan eene be handeling van menschen, die ijver heb ben voor hunne taak, wier waarde als officier men al la g kent en die sedert aren den kinderschoenen ontwassen zijn. Beschouwen wj die oorzaken meer van nabij. De traktementen en bevorde ring. De luitenants-traktementen zyn tiet alleen by de infanterie, maar bij heele leger laag. Doch dat men met weinig begint, heeft men in het leger met tal van andere betrekkingen gemeen. i luitenants-tractementen te verhoogen, zoo dat men er een huishouden van kan ondeihouden, gaat eenvoudig niet. Doch zeker behoorde er eon toekomst to zijn, met behooriyke geldelyke vooruit zichten. Dit is echter niet het geval. Eerstens wordt de hoofdofficiersrang te laat bereikt en dan nog worden de ?ere rangen veel te slecht betaald. Hierin verbetering te brengen, is een der tongendate noodzakeiykheden. De troepensterkte. Meer dan >8 andere wapens doet, by de oefenin- Sen, by de infanterie zich het gemis een voldoende troepensterkte gevoe- Heefc men geen manschappen ge- Novelle van ADALBEET REINHABDT. Antje lachte. Was Leentje haar eigen '»i geweest, dan bal zy misschien ge bomd over zulke wysneuzige praatjes J echter verheug ie zy zich over haar verstand en streek haar over het Wde donker haar, dat op het voor- 00'4 onder den kap te voorschijn kwam. Jonkvrouw Dorothea Msttina van Bor- *0 was Antje's nicht van de zyde Sfl baar overleden echtgenootzy was dochter van den eersten burgemeester het heette kwamen alle wyze noeg by de v- stingai tillerie, dan bedient men eenvoudig wat minder stukken. Daardoor wordt aan de oefening zelve niets tekort gedaan. Maar hoe wil men behooriyk bataljons exercitiën verrichten, als de totale sterkte niet veel meer dan die eener compagnie bedraagt Hoe onaangenaam is het voorts niet voor de luitenants, om af en toe het -bevel te moeten voeren over troepjes die, wat hun sterkte betreft, zouden verdienen gecommandeerd te worden door een korporaalMen vergete ook niet hoe die gerir ga troepensterkte, speciaal by de infanterie, niet nalaten kan te leiden tot diensten, die eigeniyk niet veel anders zyo dan bezighouden, en toch nog soms gepaard moeten gaan met allerlei opschroevi ry van drukte en ander schynvertoon. Het is dan ook wel te hopen dat, door een doelmatige indeeling der door de nieuwe militiewet te verkiygen meer dere miliciens; aan dat euvel zooveel doenijjk worde tegemoet gekomen. De overheerschende admi nistratie en centralisatie. Het overheerschende van het admioi stratiewerk is alweer iets, dat de in fanterie met de andere wapens gemeen heeft. Het verkeerde van het vele daar aan verbonden bureelwerk is te dikwerf besproken, om er hier nog eers over uit te wijdeD. Er schynt nu eenmaal niets aan te doen. Doch, waar wèl wat aan te doen zou zyn. is, dat by de infanterie, door een allengs ingeslopen geest van wantrou wen, door de vrees om iets over te laten zonder dat dit van a tot z is voorge schreven, en verder ook nog door de ongelukkige meening, dat men slechts dan over iets „verantwoord" is, als men daarover een „stuk", zwart op wit, be zit, het schrijfwerk nog in velerlei andere richtingen is uitgedijd. Al dat vaorschry- vsD, controleeren en in niets vrijlaten heefc natuurlijk tengevolge dat de zelf standigheid by de menschen totaal onder mijnd, en alle initia'ief bij hen gedood wordt. Dat is dan het resultaat van den geest van centralisatie, die allengs in het wapen is gevaren, en die zich van boven naar beneden er in heelt voort geplant. Zy i3 door de geringe troepen sterkte niet weinig in de hand gewerkt. Door die centralisatie is het nu zoover gekomen, dat, door elkander genomen, de bataljonscommandanten vry wel niet anders doen dan fungeeren als compag niescommandant van den onder hen staanden troepdat de kapiteins dien tengevolge niet veel meer zijn dan admi nistrateurs hunner compagnieën en dat de luitenants opdraaien voor veel, wat aan de onderofficieren moest worden overgelaten, waardoor deze laatsten ook al weer niet beter wordeD. Zelfstandigheid der compagniescom mandanten, met opzicht tot de oefening hunner compagniiëa, bestaat dan ook inderdaad niet. De eenigen, die by dezen verkeerden toestand wel varen, zyn de onderofficieren, die, doordien ze nagenoeg geen verantwoordelykbeid hebben, luchtig en onbezorgd kunnen voortleven. De behandeling. Wellicht dat uit de by het wapen alleDgs ingewor telde centralisatie en het daaruit voort gevloeid gemis aan zelfstandigheid, is te verklaren het door velen zoo angstvallig omzien naar alle kraten en de bij sommige chefs zich openbarende klein- I geestigheil in de wijze van dienen en in het toepassen van bepalingen, waar- dojr de officieren der infanterie dikwerf op heel andere wyze worden behandeld dan hunne, onder diezelfde bepalingen levende coilega's van andere wapens, zelfs anders dan die waarmee zy in hetzelfde garnizoen zyn. De infanterie heet dan ook, by het legergroot te zyn in kleinigheden. Voor wat een ruime opvatting van zaken betreft, staat zy, helaas niet ten onrechte, in een slechten reuk. Voeg hierby dat een onhe-hbeiyk en weinig riddeiiyk optreden tegenover officieren, by de infanterie meer voorkomt dan by de andere wapens, by welke men daar over maar zelden klachten hoort, dan laat het zich verstaao, dat d-t alles by het wapen déprimeerend werkt. Immers wat heden gebturt mot den eenen, daaraan kan misschien weldra de andere blootstaan. Vandaar dat het zoo noodig is by de keuze der hoofdofficieren (iet wel, dat wy allerminst willen beweren dat dit thans niet plaats heeft) ook vooral op het karakter te letten. Want een chef kan zoo bekwaam zyn als men maar wil en toch niet de man zyn, om aan het hoofd van een korps officieren te staan. Dit mogen wel in het oog houden diegenen, die, met voorbygaan van alle karaktereigenschap pen, zouden willen dat alleen een examen over de geschiktheid voor den hoofdofficiersrang besliste. Zy toonen daardoor niet te kennen den invloed zoowel op den goaden g.ist als op het met lust en opgewektheid dienen, die van boven af kan uitstralen, en evenmin hoe een chef zyn onderhebbende offi eieren zal releveeren, wanneer hy een gezien standpunt weet in te nemen ook in de burgermaatschappy. Alles te zamen gevat, zal moeten worden toegegeven, dat er wel degsiyk reden is voor het heerschen van malaise by het hoofdwapen. In tal van opzichten ware verbetering mogelyk, maar hoe ze te verkrygen Er komen personen- en gevoeligheidtquaestiea by te pas en dat maakt altyd eene verandering moeityk. Al zouden zij, die nu aan het hootd staan, er zich vóór wilien spannen om, voor zoover dit binnen hun bereik ligt, de aangevoerde grieven zooveel mogelijk uit den wog te ruimeD, dan nog is het de vraag of het departement van Oorlog hiertoe zou willen meewerken. Bodenk daar is thans en trouwens altoos zooveel ander, zooveel óók noodig, zoo veel periodiek werk te doen. Dat werk nu, gaat natuurlp voor 1 En de geest dan by het olficierskorps van het hoofdwapen hoor ik u vragen. Och, dat is immers iels waarvoor de Tweede Kamer zien hoegenaamd niet interesseert I Deed deze zulks ja, dan ware het wat anders. Maar de Tweede Kamer Die heeft tegenwoordig alleen oog en oor voor d e minderen!! wanderingen en elk flink raads besluit uit haar hoog gekapt en naar de toenmalige mode gepoederd hoofd, dat afkeerig scheen te zyn van de tradit'o- neele Hollandsche kap. Zoowel bij jong als by oud stODd zy in hoog aanzien en wie haar op de straat ontmoette, boog even diep voor haar als voor den bur gemeester zelf. De kinderen kusten haar met eene hoffelijke kniebuiging de hand, en dat Leentje haar zoo vry moedig tege moet yide en haar reeds van verre toe riep „Nicht Doortje, wat hebt ge voor ons meegebracht verdroeg zy alleen omdat moeder Antje haar lieveling was en zy wel wist, dat zij het met deze te kwaad zou krijgen, indien zy tegen het kind niet lief was. De k eine oulachtige heer, die half achter hare magere gestalte verborgen met haar binnentrad, zich reeds op den drempel diep hoog voor mevrouw Antje, en ook Leentje zoo eerbiedwaardig groette, als ware zy een voorname dame geweest, was jonkheer Schouten van Steenhout. Hy stamde evenals zy zelf Vredesonderhandelingen De heeren Wessels en Wolmarans worden op het einde d izer week in Den Haag terug verwacht van hun reis Eaar Amerika. In Transvaalsche krir.gen te Graven- hage heeft het bericht van de reis der Transvaalsche regeering naar Preto ia evenals op het publiek een indruk van verrassing gemaakt. In die kringen denkt men dat die stap in verband s'aat met het doo- Kitchener gegeven gevolg aan de opdracht zyner regeering, om da gouvernementen der republieken officieel in kennis te stillen met de bekende nota van de Nederlandscbe regeering en het antwoord van het Britsche gouver nement op dat stuk, als gevolg waarvan de Transvaalsche Regeering het noodig kan hebben gevonden zich in verbinding te stellen met president Steyo. I Dr. Leyds, de gezant der Zuid-Afr. Republiek, is weder naar Brussel terug gekeerd. De zaak Ter Laan. Door den heer K. ter Laan, lid van de Tweede Kamer, is een adres gericht aan H. M. de Koningin, waarin by verzoekt het hem gegeven eervol ont slag als hoofd eener openbare school te Delft, te willen vernietigen en zoodanige maatregelen te wil en doen vrrordenen als kurneci leidon lot het in leven roepen eener regeling, waarby hy zyn betrekking by het openbare onderwijs niet b6hoeft prys te geven. en als Adriaan van der Hoeven, Antje's overleden echtgenoot, uit een aanzieniyk geslacht, doch ny was arm en bezat, buiten zijn stamboom en de vriendschap van de Ireule en Aatje, bijna niets ook zou men mueieiyk kunnen zeggen welke betrekking joukhier Corneiis bekleedde of welke kunst ny beoefende. Hy had nooit kunnen besluiten eenige bezigheid te zoeken hy nad eea afkeer van de zee en hare gevaren en bezat bovendien een te gevoelig hart, dan dat hy zou kunnen scheiden van zyne vrienden, maar vooral van zyne vriendinnen. Zoo was hy dan altyd thuis gebleven en wa3 er niets uit hem geworden. Mevrouw Antje van der Hoeven be groette bare gasten met eene huffeiyze kuieouigiug, zoo als het toenmaals mode was, leidde hen naar het venster en verzoent hen plaats te nemen. „Gy moet weten, Antje," zoo begon dd freule, „dat ik u kom vragen wie die vreemdeling is, die van morgen bij u geweest is. Het was een knappe man, Woensdag a.s. zal de minister van Koloniën, jbr. van Asch van Wyck, het Diaconessenhuis te Utrecht verUt-n en dan, zooals reeds gemeld, tot verder herstel van gezondheid naar Wiesbaden vertrekken, waar hy twee weken denkt te vertoeven. (U. Dbld.) Uit Apeldoorn wordt gemeld dat al daar alles in gereedheid wordt gebracht voor de komst van H. M. de Koningin tot verbiyf op het Loo tegen de eerste dagen van April, naar men verwacht den 3de dier maand. De Suikerquaestie. In het Sociaal Weekblad laat thans ook de deskundige heer G. Birnie zyne stem hooien over de suikerconventie welker totstandkoming hy zeer toe juicht. In zyn minutieuze opvattirg vaneen toestand waartoe de suikerindustrre en de suikerhandel voor de conventie ver keerden en de geschiedenis der confe renties van 1898 en van 1902, wysthy met nadruk op het verschil in overwe gingen, waarop de eerste niet geslaagde conferentie en de tweede wel geslaagde berustten: in 1898 werd de suiker in die overwegingen nog genoemd een „weeldeartikel", in 1902 wordt gezegd, naar ik hoor hy heeft langen tyd aan de gracht vertoefd. Myn vader wilde, als burgemeester gaarne weten wat hy wenschte en wie by is „Het was oom Jan!" riep Leenlje haastig uit. „Oom Jan Hy is dus een bloedver want van het kind?" vroeg de freule met gefronst voorhoofd. „Waarom," sprak Antje, „wil de bur gemeester weten wie hij is „Waarom? Wat zyt ge toch nieuws gierig! Moet de burgemeester dan niet alles weten Het zou immers een vreemde werver, een spion of een lands verrader kunnen zijn I" „Zoo iemand zou ik toch niet in mijn hu's toelaten 1 De burgemeester kan ge rust zyn, het was Jan Bles, de zoon van onzen vroegorsü buurman." „De vriend uit uw jeugd, van wien gy dikwijls verteld hebt?" vroeg de freule. „En om welke reden kwam hij hier?" voegde de jonker er nieuwsgierig by. „Verlangt de burgemeester dat ook te dat men zich ten doel stdthet verbruik van suiker te doen tomfmeo. Vervolgens wijst de heer Birnie op de voorgenomen verlagingen van de suiker - accynzen in andere landen na het tot stand komen van de conventie en spreekt de hoop uit dat in ons land de verlaging zeer groot zal zijn. Ons land toch bshoort „tot de groote zondaars" ten opzichte van de suiker industrie, het heeft vastgehoulen aan de hooge accijnzen, het heeft de voor de vordi g zoo nutlige suiker op óm lyn gesteld met den schadelijken alcohol. Nu wenscht de schryver dat de accljos op suiker zal worden teruggebracht tot op 6 per 100 kilo, dezelfde accyns die men in Duitschland h,ojt te verkry gen. Dan zal de suiker een der goed koopste voedit.gsmiddelen in ons land worden en bereikbaar zyn voor den miDSten daglooner. Het verbruik zal dan zóó toenemen verwacht de schiyver dat het voor deel voor de schatkist minstens even groot blyfi, n.l. ongeveer ƒ12,000,000; donr Duitsche en Engelsche statislieken immers weet de heer Birnie aan te toonen, dat het suikerverbruik sneller toeneemt dan de daliDg van den prys. De geheels binnenland3che suikerpro ductie geschat op 200,000 ton, zou dan in ons land zelf geplaatst kunnen worden met 6 francs surtaxe op 100 kilo be schermd tegen de concurrentie van het buitenland, de fabrikanten zouden in plaats van 2 millioen gulden dan een bescherm» g genieten van 6 millioen, zoowel de binnenlandsche industrie als de Javasche rietsuiker zouden gered zijn, redenen waarom de schryver met kracht aandringt op de „moedige daad", die de suiker, „de grootste weldaad voor den werkman" goedkoop zou kunnen maken, wat tevens een strijdmiddel zou zyn tegen den alcohol. Hamers van Arbeid. Door de heeren mr. J. H. van Zanten, secretaris der K. v. A. voor de bouw- bedryven te Amsterdam en J. H. Th. O. Kettliz, secretaris der K. v. A. voor de diukkeisbedryven te Utrecht, is aan alle secretarissen van K. v. A. in ons land een uitnoodiging gezonden om een vergadering by te wonen, die zal plaats hebben te Amsterdam op Zaterdag 19 April, 's morgens te ll1/, uur. In de vergadering zullen behandeld worden de volgeDde puntenle. de financiën der K. v. A. (met inbegrip van het salaris van den secretaris)2. de uitvoering van art. 33, 3e lid der wet; 3e. het houden van enquêtes en 4e een congres van K. v. A. Biykens een telegram van den Gou verneur Generaal van Nederlandsch- Indie van 24 Maart 1902, wordt de gouvernementskoffieoogst op Java voor dit jaar thans geraamd op 197,000 pikols. Biykens by het departement van marine ontvangen bericht is Hr. Ms. pantserdekkorvet „Sumatra," onder bevel weten zeide mevrouw Antje, terwyl zij hoogmoedig bet hoofd in den nek wierp. „Neen," sprak de freule meteensty- ven lach, „de burgemeester bezit verstand genoeg om te begrypen, dat hy kwam, ten einde u zyn dank te betuigen voor de uitstekende wyze, waarop gy zyne stiefmoeder verpleegd hebt, en tevens voor de liefde, die gy het kind van zyne arme zuster toedraagt." „Gy vergist u, nicht Doortje," riep Leentje vol vuur uit„begryp eens, oom weet niet eens, dat ik zyn nichtje ben hy hield my, zooals de meeste men schen, voor de dochter van moeder Antje. Wy moeten het hem nog vertellen wie ik ben hij is zóo lang weg geweest, dat hj hit kind van zijne zuster niet eens kent." „Maar waarom hebt gj hs;n drt dra Diet vertelt?' vroeg d) freule op baria pen ien toon. „Ondat... omdat hj zio'r hmt had," antwoorlie Aitji. ZJ vor.Ja, uu

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1902 | | pagina 1