MEVROUW ANTJE.
Dinsdag
25 Maart.
40e Jaargang
1902.
Ugen.
e Stand
geen volle „0
IMtüQn. X.:- u
f* 1
i 1.
- *"U(
toestaan; hy
Viviania nu
tiet
entie,die met 250
ingenomen 1
een amendem-,!
de an,n(°;
aire misdaden
■aad. e" I
vO->rsUl-Vlvi
1 op feilen
langenomen ttet
oor, de amusgtj,
eroordtelden door
iratel-Viviani
ersdelioten
op
hem
en 150
ieüe
riep
ateerden
orde
en
moo
igrepen,
ies, om
i, dat
werd
"temmen,
ds COQ.
tot de
eeoigeu
«eroepea,
socialisten
ideaaara en
VLISSllVOSCHE CttllRil
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonnoert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bQ den O i t g e v e r
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTBNmÊN van 1—4 regels f 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bi) directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wortt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaateruimte.
VcncUgnt dagciUks, &ftge«mde?<l op Zon- en feestdagen.
Telephoonnummer IO.
4bonnements-Adrertonti!n op seer roordeelfee voorwaarden,
ook am-
misdaden
tegeu 109
vooratel-Le
tegeu 163
lilitalre
286
het
283
j- -
se, z.
Zij, die zich met het volgende
liwartaai, aanvangende 1» April
a, 8., op de „VilHsiiigwche Cou
rant" abonueeren, ontvangen de
vnu beden tot genoemden datum
verschijnende nummer» GRATIS,
m de jaarwed ie
eeredienst af te
en met 255 tegen
over het geheel
verklaarde KlDoi
itel zal stemmen
en aangenomen
)t de Rageeriag,
claarde zich even-
in zijn geheel,
stommen wordt
gewijzigde weta-
aardjjvloot werd
le zitting werd
le besluiten zijn
religieuss con-
andhaaft het de-
1901. De minis-
ig een schrijven
binnenlandsche
om opgave van
religieuss orden,
t het Concordaat.
minister van
an de prefecten,
eto zending van
.ties iD hun pra-
1 ontvangen zul-
eet in werking
utorisoerdo kloos-
rden.
schip „Mikeisou"
?t zeilklaar met
Engeland, voor
igen,
aart 1902.
U WD:
j. en J. Jakob-
Verho ff, jon. 20
i. 19 j. - A. J.
1 C. J. H. v. d.
J. vanJDaisum,
van Lieshout, jd.
or, jm. 23 j.
WD
14 j. en D. J. G.
l. 22 j. - P'
Mioderhoud, jd.
jm. 28 j. en M.
.EN:
Ghtjs, z. - J'
else, d. M. J-
:e, d. - M. van
d.
)E N:
w van C. Suther'
eulenberg, vrouw
- J. A. Spec-
W. Bakker,
8 in.
3e Internationaal Conctres voer den
Handeldrijvenden Middenstand.
De volgende circulaire betriffmde
I bovenstaand congres, dat in dit jaar te
Amsterdim zal worden gehouden, is
verspreid
,De belangen van den handeldrijven-
len middenstand beginnen eindeiyk de
I belangstelling te wekken by onze tegee-
ring en by onze staathuishoudkundigen.
bespreking toch van onderwerpen
|voor d.-z-.n stand van groot belarg, in
zittirg van de Twee ie Kamer van
December 1.1., gaf aanleiding tot belang-
iretkende beschouwingen tusschen ver
killende afgevaardigden en Z.Exc. den
minister van binnenlandsche zaken.
't is billijk, dat de regeering in
de eerste p'aats erop wijst, dat de be-
van den middenstan 1 een inte-
heerend deel uitmaken van het sociale
I vraagstuk, want niet te ontkennen valt
liet, dat de kleinhandel (winkelier) en
I Heine nijverheid, allen die dezen mid-
liens'and vormen, op 't oogenbiik een
I crisis doorloopen, die van dag tot dag
verergert.
Het onl staan van naamlooze vennoot-
Ischappen, gesteund door groot kapitaal,
|en winkelvereenigingen op de veischil-
arbeidsvelden van het winkelbe-
brergt in de vroegere toestanden
Iorgehoorde wijzigingen. Velen denken,
li»t deze economissche omwenteling
onvermijdbaar is.
En toch is het bestaan van een onaf-
I bankelijken, krachtigen middenstand
Isa noodzakelijkheid in het belang van
lie openbare orde, van den voorspoed en
bet ge-luk der maatschappij.
Daarom is het voor ieder welden kend,
|(precht burger, voor ieder menschlievend
een plicht, middelen te beram n,
I velke den middenstand in deze crisis
lunnen helpen, en de wegen op te
|ii«ren, waarlangs de Nederlandschj han
kijvende middenstand de welvaart
den vooruitgang van voorheen zal
Inhouden of terugvinden.
Ziedaar het doel van .ons congres.
Wij hebben geen politiek, maar uit
latend een economisch doel, zoodat
pitieke gedachtenwisselingen niet op
m> programma voorkomen.
Wy zyn reeds verzekerd van de me
ewerking van vele winkeliersvak- en
|indere patroons-vereenigingen van Neder-
terwyi talrijke hooggeplaatste per-
|#nen uit wettenschappsiyke kringen,
en andere openbare lichamen,
als zij, die belangstellen in het
pen en werken van den middenstand,
hun gewaardeerden steun hebben
Gok mogen wy rekenen op de mede-
l'itking van groote vereenigingen, van
Novelle van ADALBERT
REINHARDT.
2.)
Antje, dan geef ik de hoop niet
dan woidt ge nog de myne!" Hij
!l"0ng op en greep hare handen „Ik
!l1 altyd gewerkt en mijn best gedaan
de gedachte aan u, en wat ik deed
11 Vat ik waagde, geschiedde alles voor
^9 hebt my echter in dien tyd ver-
ik ben er niet boos om. Gij
geiyk, gy waart neg een kind en
"d't niet weten hoe zeer het my ernst
- ik had echter gezworen my
j -*er
vaardig te maken, het kostte wat
vilde. Maar al te goed begreep ik,
vele belanghebbenden en geleerden uit
het tuitenlard.
De verschillende punten van ons con
gres waren echter reeds sinds geruimen
tyd in andere landen vraagstukken van
den dag. Eiders, meer dan by ons, werd
de toestand van den middenstand be
studeerd en besproken. Het zal dus voor
Nederland vaD het allergrootste belaDg
zyn, van de vertegenwoordigers der
naburige staten zelve te vernemen, wat
men daar reeds gedaan heeft voor win
kelstand, kleinhandel en tyverheid, en
in hoeverre de wetgever, de uitvoerende
macht en de belanghebbenden er in ge
slaagd zyn dit vraagstuk op te lossen.
Een corgres voor den handeldry venden
middenstand moet dus internationaal
zyn, opdat wy met de reeds verkregen
ervaring van anderen ons voordeel kun
nen doen.
Onze zuideiyke buren hebben re. ds
tweemaal (in 1899 te Antwerpen en in
1901 te Namen) zulke internationale
congressen gehouden, die veel hebben
bijgedragen lot de oplossing van het
vraagstuk „wat kan er gedaan worden
voor den handeliry venden middenstand?
De Btlgische vereeniging voor studie
en verdedigirg der belaügen der kleine
burgery, de inrichtster dier beide inter
nationale congresseri, is bereid met de
Algemeene "Winkeliers Vereeniging te
Amsterdam, mede te werken tot het
organiseren en het houden van het 3e
internationaal congres in Nederland.
Het is voor de Nederlanders een plicht,
te bewyzm, dat zy niet minder dan
hun naburen het belang van het behoud
van een krachtigen middenstand op prys
s'ellen. Wij hopen en vertrouwen daar
om vast, dat tot het 3e internationale
congres, evenals tot de beide voorgaande,
mannen uit alle standen, doch voor
nam. lyk uit den middenstand, van a'le
godsdienstige en politieke richtingen,
zullen toetreden, en deelnemen aan de
b.sprekiDgen.
Van tu of worden de toetreding en
ii schryving voor h6t congres gaarne
aangetorren by den secretaris van het
iorichriog-comile, den heer C. H. van
der Velden, bureau 155 Kalvers'raat,
Amsterdam.
II t congrês zal gehouden worden op
den 12n en 13en Augustus 1902 te
Amsterdam.
De taal van het congres zal zijn de
Nederlandsche, evenwel met toelating
van andere talen.
Wy stellen ons voor, het coDgres te
verdeel-n in 8 afdeelingen, waas in be
handeld zullen worden
le afdeeling oaeeriyke concurrentie,
uitverkoop onder valsche voorgsvens,
coöperatie, snel en goedkoop recht, be
lastingen, wetgeving op het faillisse
ment, vervalsching van koopwaren.
2e afdeeliDghet kredietwezen (te
verleenen en te verkrygen kredi j), in-
formatiebureau's, verzekeringen, Zondags
rust-, vervroegde winkelsluiting.
3e afdeeling vereenigingsleven, be
roeps- en handelsorderwys, productie-
ccöperatie, inkomende rechten, belas
tingen.
Diegenen der inschrijvers, welke nog
andere onderwerpen wenschen te doen
dat uw vader, die toen ter ty le reeds
een vermogend man was, mij arme jon
gen de deur zou wyzen, en zoo ging
ik dus om fortuin te maken de wy-Je
wereld in. Myn streven is my gelukt,
ik sta thins voor u als uws gelijke, help
my nu mijn jongelingsdroom verwezen-
ïyken, wordt myne vrouw, Aotje I"
zy keek hem met een byna verach-
teiyken blik aan en zeide„Omdat gij
u dit nu eenmaal in het hoofd gezet
hebt, moet het daarom gebeuren Of
ga my, kent of niet, of ik wil of niet,
daarop komt het Diet aan mijnheer
heeft dit plan zoo gemaakt en wil het
ru ook volvoeren. Zoo zyn de mannen.
Ik bedank u voor het vertrouwen dat ge
in my gesteld hebt en vorklaar u tevens,
Jan, dat al wilt gij de weduwe ook nog
wel hebbeD, zy u niet wil. Laat ons
nu verder hierover zwijgen en vertel my
liever eens, waar ge al zoo geweest zyt
en hoe ge het gehad hebt
„Is dat uw laatste woord riep hy
verstoord uit. „Zóo scheept ge my dus
bespreken, wordt verzocht die aan het
secretariaat te willen inzenden vóór den
len Mei 1902.
Aan hen, die genegen zyn om over
een der bovenstaande punten beschou
wingen te houden, wordt veizocbt zoo
spoedig mogeiyk doch ui'oriyk vóór den
len Mei e. k. van dit voornemen ken
nis te geven.
Tweede Kamer.
Ingediend is een wetsontwerp, stiek- j
kende tot aanvulling en verhooging van
verschillende posten van het Hoofdstuk
Financiën der begrootirg voor 1902,ten
gevolge waarvan het eindcyfer van dit
Hoofdstuk gebracht wordtopf25,618,630.
Prins Hendrik opperbevelhebber.
Het Utr. Dagblad beantwoordt bet
artikel van De Residentiebode,over boven
vermeld onderwerp.
Vooreerst de quaestie, dat art. 60 der
Grondwet aan den Koning wel het op-
pe'gezag geeft over zee en landmacht, i
doch dat oppergezig iets anders is dan
opperbevel en dat bet verleenen van
het opperbevel aan den persoon des
monarchen zeer licht tot groote moeie-
lykheden aanleiding zru kunnen geven.
Het Ulr. Dagblad is van meaning, dat
de monarch, bij ons evenals in Pruisen,
ipso jure Opperste Krijgsheer is, en
licht dit toe. Maa-, vraagt het blad,wat
heeft deze geheele beschouwing van
de Residentiebode omtrent art. 60 der
Grondwet met ons huidig6 onderwerp
te maken Prins Hendrik is toch niet
onze Sruverein en van toepassing op
hem van art. 60 kan du<; geen sprake
zyn. Er was slechts sprake van het
voeren van een commando, van een
zuiver practische bevelvoering.
Wat verder het er by halen van het
parlemeDt in deze quaestie betreft,
wat heeft eigeniyk het parlement met
het opperbevel van het leger, mat de
practische bevelvoering te maken En
zou men werkeiyk in het parlement
o bevoegdeiyk rumoer makeD, dan zou
men moeten laten blaffen en schouder
ophalend verder gaan.
En wat den Neierlandschen volksaard
betreft, die by de quaestie voor den
dag gehaald wordt, ook deze heeft niets
met het opperbevel onzer strydkrachten
te maken.
Naar de „Residentiebode" uit goede
bron verneemt, zou mr. W. G. J. J.
Ciemers, die in de Eerste Kamer voor
Gelderland zitting heeft, en dit jaar
periodiek aftreedt, zich niet weer voor
een hetkieziDg beschikbaar stellen.
Huldo aan dr. A. W. Nieuwenhuis.
Zooals bekend, werd besloten de groote
verdiensten van den Borneo-reiziger, dr.
A. W. Nieuwenhuis te eeren. Het Aard-
rykskundig Genootschap belegde daartoe
in de groote zaal van Artis te Amster
dam Zaterdagmiddag een byeer,komst
en droeg aan een commissie op, deze
feesteiyke vergadering voor te bereiden.
Feesteiyk was de vergadering ook
af? Ge zyt wel trotsch geworden, me
vrouw. De arme Jan is in uwe oogen
misschien een bedelaar, wien men wel
de kruimels toewerpt, doch niet aan den
diseh laat aanzitten Welnu, weet dan,
dat de arme Jan zichzelf nog to goed
rekent om uwe kruimels te verzamelen.
Vaarwel, mevrouw!"
Zy trachtte hem terug te houden
„Wel biyf toch, Jan wat eens g. beurd
is, daaraan valt niet meer te veranderen.
Laat ons echter vrienden zijn, evenals
in onze kinderjaren. Ik moet u ook myn
Leenlje nog eens laten zien en u van
uwe stiefzuster vertellen
Hy liet zich echter niet weerhouden.
„Vertel my op eene andere keer, me
vrouw, op dit oogenbiik kan ik u niet
kalm aauhooren. Misschien heb ik mor
gen ook reeds vergeten, wat tot dusverre
myne eeniga gedachte was IHy trad
op de d.ur toe, doch juist toen hy de kruk
greep, werd zy van buiten geopend en
verscheen een kind op den drempel. Hy
week terug, Het was een meisje van
hierdoor, dat zy word bygawcord door
PriDS Hendrik, die Zaterdagmiddag in de
hoofdstad aankwam.
Aan het station had de commissie
van voorbereiding allereerst dr. Nieuwen
huis ontvarg n, en daarna werd de prins
opgewacht, die door de commissie en
eeniga autoriteiten begroet en daarna
naar de rytuigen geleid werd. Otsral op
den weg was een aanzisniyk aantal men-
schen, die den prins hartelyk toejuichten,
In Artis was de zaal dicht bezet door
een zeer uitgdlezen publiek, gekomen om
den grooten landgenoot en zyn arbeid te
huldigen. De prins werd binnengeleid en
nam den voor hem bestemden zetel in,
waarna de plechtigheid een aanvang nam.
A's vermoedeiyk opvolger van den
luit.-generaal Van Kesteren, inspecteur
der infanterie, die zyn eervol ontslag zal
aanvragen, wordt genoemd generaal-
omtrent zeven jaar, met 6en hoepelrok,
een lange zwarte jurk en een halsdoek,
juist zooals mevrouw Antje, terwyl zy
evenals deze een gouden kap met een
kanten muls op het hoofd droeg. Hy
keek het een oogenbiik aan, tilde het
met een onstuimige bewegiDg in de
hrogte en kuste het verschrikte kind
snel op de bruine oogen, het donkere
haar en de blozende wangeD, Haastig
zette hy het daarop weder op den grond,
raapte zyn hoed op, die hem van hut
hoofd was gevallen, z ide tegen de kleine
„Geef uwe moeder dezo kus!" en ver
liet Ijlings het vertrek.
Mevrouw Antje stond met over elkan
der geslagen handen, tegen den muur
geleund en keek met groote, droevige
oogen hem sprakeloos na Het kind liep
op haar toe, trok haar aan den boezelaar
en zeide„Ik moet u een kus geven,
moeder Antje, die man heeft het gezegd
buk u, dan zal ik het dadeiyk doen."
Deze woorden brachten weder leven
in Antje's gelaatstrekken zy nam de
maj or Snyders, commandant der 3e
divisie infanterie.
Het Koninklyk Echtpaar nam gister
ochtend deel aan de Gidslienstoefening
in de Willemskerk, te 's Gravenhage,
wear ds. Van N s voorganger was.
H. M. de Koningin-Moeder was ter
kerke in de Nieuw Kerk, onder gehoor
van den hofprediker ds. Van der Flier.
Nederlandsche Vrouwenbond.
Te Rotterdam zal op Woensdag en
Donderdag 2 en 3 April da derde alge
meene vergadering worden gehouden van
den Nuderlandschen Vrouwenraad.
Daarin zullen o.a. in bt handeling
komen eenige voorstellen van het dagel.
bestuur van den internationalen Raad,
waarvan het voornaamste wel is m
vredesbetoogingen op 18 Mei in alle
landen te doan uitgaan van do verschil
lende Nationale Vrouwenraden, en die
universeele batoogirg van vrouwen voor
vrede en arbitrage te doen dienen om de
aandacht van het publiek te vestigen
op het ideaal dier gevoelens van alge
meene broederschap, die alleen mogeiyk
zyn by de stakiDg van alle internationale
vyandeiykheden om gegevens in te win-
Den aangaande de materie le kosten
voor den oorlog en zyne zedelijke zoowel
als economische gevo'gec; om de zucht
naar vrede te wekken in ieders hart en
daarbij het geloof aan de praktische
migaiykheid daarvan, om te streven ook
de betrekking der volken onderling te
doen beheerschen door de ideale betrek
king die ligt opgesloten in de overtuiging
dat alle menschen kinderen zya van den
Hemtlschen Vader. S-dert 1897 zyn wij
onafgebioken geluige geweest van den
Spaa sch Amerikaanschen oorlog, van de
kamp op de Pnilippljnen, van den oorlog
in Zuid Afrika, van den stryd op A'jsh,
van de strafexpedities in China. Ver
schillende natiën, aangesloten by den
internationalen Raad waren daarin be
trokken en deze Internationale Raad
zoude zijn grondbeginsel ontrouw wor
den, als hy ook maar eene poging
waagde om te oordeelen tusschen volk
en volk, de grootte der beleedigingen te
bepalen, en ieders maat van verant-
woordeiykheid af te meten. Maar hy
meent toch dat het zijne roeping is er
op te wyzen, dat de volken thans
moeten handelen in tegenstelling met
den ouden regel om in vredestyd te
wapenen tot den krygdat juist het
woeden van den oorlog en al zij ue ver
schrikkingen een prikkel moet zyn om
met grooteD ernst ons te bepalen by het
diep ingrijpende vraagstuk der interna
tionale betrekkiDgeD.
Mr. Jacob van Lennep.
Heden, 24 Maart, is het honderd
jaar geleden dat mr. Jacob van Lennep
werd geboren.
Met dankbaarheid erkeDt het Neder
landsche volk veel aan d zen vrucht
baren schryver te zijn verplicht. Mr.
Jacob van Lennep heeft een zoo arbeid
zaam leven geleid, dat, toen hij in
1868 was overleden, en de „Maatschap-
py van Nederlandsche Letterkunde" te
Leiden zya levensbericht uitgaf, de
opsomming zijner werken niet mindtr
dan vijftig compres gedrukte bladzyden
voderJe.
Op allerlei' gebied en in allerlei rich
ting is Van Lennep werkzaam geweest.
Hy heeft het blijspel beoefend en het
treurspelhy heeft gelegenheidsstukken
gemaakt voor het tooneel, die met
grooten by val weiden ontvangen hy
heeft naar iedereen weet romans
geschreven, misschien meer boeiend
dan historisch, doch zóó spannend in
elk geval, dat zijn tydgenooten en die
na hen kw.meD, Van Lenneis „Pleeg
zoon", „Roos van Dekema„Ferdinand
Huyck" hebben gelezen en herlezeD,
als maar zeer weinig oorspronkelijke
Nederlandsche romans gelezen zyn. Van
Lennep heeft het schryven van „Klaasje
Zevenster" aargriurfd en daarvan mis
schien evenveel verdriet als genoegen
gehadmaar uit de publicatie biykt,
dat hy niet voornamelijk voorzichtig
was, waar eenig gevaar k„n bestaan
voor zyn groo'e populariteit.
VaD Lennep heeft verzen gemaakt
by menigten. Hij rijmde vlug en be
handelde met gemak allerlei historische
en andere onderwerpen in dichlmaat.
Hy heeft geschreven over staatkundige
onderwerpen, over taalquaesties sd spel
ling, over 't gebruik van woorden en
spreekwyzen, over citaten. Hy heeft
geschrevea een vaderlandsche geschie
denis, een werk (met Hofdyk samen)
over ODze historische kasteelen. Met
Ter Gouw samen een boek over uithang-
teekens en opschriften in verband met
geschiedenis en volkslevsn hy heeft
een uitgave bezorgd van Vondels geza-
meniyke werkental van comische
verhandelingen en rymen getuig m van
een vernuft en een humor, dien men
in zyn lijl kon waardeerenVan
Lennep is polygraaf geweest en wist
toch levenslang vermakeiyk te blijven.
Hy is de biygeestigste aller geleerden
van zijn tijd en een populair figuur is
van Lennep altyd gebleven.
Er valt onder het huidige sch'y vers-
gcslacht niemand aan te wyzen, die
met Van Lennep is te vergeiyken.
De vermaarde auteur behoorde tot
een type, dat tegenwoordig niet meer
kleine vriendeiyk lachend op den schoot
en liet zich kussen. Het deed haar biyk-
baar goed, dat die aardige kinderlipjes
haar liefkozend aanraakten.
„Wie was die man?" vroeg het kind
eensklaps. „Hy zeide tot mij geef uwe
moeder deze kus weet hy dan niet,
dat gy niet myne ware moeder zyt, maar
alleen myn lief moedertje
Mevrouw Antje keek verschrikt op
„Ja, dat is waar ook, ge hebt gefijk,
dat weet hy bepaald niet. Hoe kon ik
ook vergeten, dat hy niets gehoord heeft
van alles wat hier voorgevallen is. Dan
moet ik hem toch nog eens spreken."
„Wie was die man dan vroeg de
kleine weder.
„Uw oom, Jan Bles."
„Oom Jan De kleine klapte van
biydschap in de handjes. „Oom Jan, die
toen hy nog half een kind was, weg
gegaan is, en van wien gy nooit meer
iets gehoord hebt? Is hy dus niet ge
storven O, moeder, Antje, wat zult ge
biy zyn I Zru hy nog in den appelboom