Dinsdag 25 Februari. SialaiÉsis fcricta. 40e Jaargang 1902. No. 47 VUSSIMSCIIE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco por post 1,50. Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich by alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks b(j don Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVEKTENTIËN "an 1-4 regels ©.48. Voor eiken regel meer 10 cent. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wendt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cHefoe's naar plaatsruimte. Vareefep. dagelijks, sitgesondard op Hon- m feestdagen* T. !«phoonnuntmer IO. Ahannementi-AuvertentlKn op #eöf roerdeeUge voorwaarden. Ouderlijke macht en Voogdij. B(j de Tweede Kamer is ingekomen gi menwr'e van antwoord, onderteekend u de ministers van justitie, binnen zaken en financiën, op het 'ëtsontwerp tot wijziging van enkele in het Wetboek van Strafrecht, verdere voorzieningen in ver- ëd met de wet van 6 Februari 1901, mdende wpiging en aanvulling van I, bepalingen in het Burgerlijk Wet- ltl£ omtrent de vaderiyke macht en K voogdij en daarmede samenhangende dkilen, alsmede van een daarmede Verbandhoudend voorschrift van het 'etboek van Burgerlijke Rechts ordering, Be regeeriDg zegt, dat het bezwaar jD jommige leden tegen het doen ver- jllen van de bevoegdheid van den straf- lichter tot ontzetting van de vaderlijke iidlt, de voogdy, de toeziende voogdij jz, door haar niet wordt gedeeld. Zy inde uit den loop der gedachtenwis- ng te mogen opmaken, dat inderdaad lureenstemming was verkregen tusschen Kamer en de regeering ten pichte van de wenscheiykheld om de tot ontzetting aan den straf- lichter te ontriemen. De eenige beden- liig gold uilsluitend de gevallen, waarin li ontzetting op veroordeeling wegens ut plegen van misdryven zal berusten. Ir waren leden, die beducht waren voor ut daaruit voortvloeiend verlies van tyd, ,th blijkens het verslag erkenden die dat de strafrechter kwaiyk een kan benoemeD, en zy spraken de hoop uit, dat bet openbaar linisteiie de vordering tot ontzetting mogeiyk, nadat de straf- lichter heeft beslist, by den burgerlijken Khter aanhangig zou maken, üiettemin wordt thans door sommige len betwist, dat het niet gewenscht ui ijjn den strafrechter de bevoegdheid itcntzetting te laten, omdat de laatste Ie ontzetting uit eigen bewegicg kan litspieken en de eerste Diet. Ü6 regee- jiig merkt daartegenover op, dat dit indelen door den strafrechter uit eigen iweging toch moet zyn voorafgegaan loor eens anders initiatief, met name oor het instellen van een strafvervol- leg door het openbaar ministerie. Daar de voorziening in d9 voogdy enz. lOodzakeiyjk geworden door de ontzet- strafvonnis, toch van den bur- ïljjken rechter zou moeten gevraagd vraagt de regeering kunnen nu niet èn de ont- Uting èa de verdere voorziening ge- IttPg aan dezen gevraagd worden Het is waar, dat de ontzetting reeds J de strafrechteiyke veroordeeling dade- lk tin gevolge heeft, dat de vader enz. (Slot.) ttoethe'a Faust behoort zonder twyfel f" dl klassieke kunstgewrochten. Hoewel in het laatst der 18e eeuw Paraven, is het nog geenszins ver roerd integendeeel, elk nieuw geslacht ffcehouwt het kunstwerk weer met r®'eel aandacht, met evenveel bewon- f"H met evenveel eerbied. i? in Faust is neergelegd al wat I'«eft en strijdt en worstelt in eiken >nsch. L>ar dat Faust voer ieder te ge- Le® '3> al is het genot, hetwelk dit f "«gewrocht aan personen van ver- de cratwikkelingsgraat verschaft, Ivlaki-661 onHersoheiden voor den opper wil h k0' een k0er'ö'f schildery widen van aangrypende schoonheid 'Mr den ontwikkelden mensch, die P'ttrcnd 'taat en dieper ziet, is het een üa spiegelbeeld van eigen stryd, eigsn worsteling. 'dichter Izaiik da Costa geeft aaa- Goethe's Faust het volgend ge- zich althans niet meer aan het kind kan vergrypen, al Is dan nog niet in de voogdy enz. voorzien, maar feiteiyk zal hem dit ook by de voorgestelde regeling niet meer mogeiyk behoeven te zyn immers daargelaten, dat In bijna al de gevallen, waarin thans ontzetting door den strafrechter mogeiyk ia, preventieve hechtenis zal zyn toegepast, zal de officier van justitie, ingevolge de bepa lingen der art. 374f, 439a en 385b, 2de lid, van het Burgeriyk Wetboek den minderjarige aan den vader (voogd) kun nen onttrekken en zoodoende kunnen voorkomen, dat deze zich aan het kind vergrypt. Het is buitendien, naar het oordeel der regeering, niet de vraag, of men by handhaving van de bevoegdheid des strafrechters al of niet in gunstiger conditie zal komen, geiyk de tegen standers van de voorgedragen regeling schijnen ie meenen, maar of die hand having noodig of weDscheiyk is, en of zy èn met goede beginselen van straf recht èn met het karakter van de ont zetting is te rymen. En deze vragen beantwoordt de regee ring ontkennend. Ten bewyze van het onnoodige zy, nevens het voorafgaande, nog gewezen op het zeer geringe gebruik, dat de strafrechter van deze bevoegdheid maak te. In de jaren 1895 tot en met 1899 werden respectieveiyk slechts 6, 12, 10 15 en 15 ontzettingen als bedoeld by art. 28 Wetboek van Strafrecht door de arrondissements rechtbanken uitge sproken, en onder deze komen onge twijfeld nog een aantal voor, die vreemd zyn aan de vaderiyke macht, de voogdij en de curateele. Wenschelijk sohyot de handhaving evenmin ook omdat de bier bedoelde ontzetting alleen voor een bepaald aantal jaren kan worden uitgesproken en dus geen rekening wordt gehouden met mogelijke vroegere verbetering of met een eventueel langer voorlgaan op den verkeerden weg van den veroordeelde. Met goede beginselen van strafrecht en met den aard van het rechtsmiddel zelf is de ontzetting door den strafrech ter in stryd, omdat hier als straf wordt opgelegd, wat niet het karakter van straf hebben kan of mag. De veroordeelde wordt ongeschikt verklaard de ouderlijke macht enz. te biyven uitoefenen, niet met het doel om hem te treffen, om op hem een onwaardigheidsstempel te druk ken wat trouwens een reactie zou zyn tegen de afschaffing vaD het onteeren- de der straf maar cm eenanderpersoon te beveiligen tegen den verderfeiyk ge- achten invloed van hem, die tot dusver de ouderiyke macht, voogdy enz., over dien anderen uiteefende. De ouderiyke macht is veel meer een complex van plichten jegens het kind, wiens natuur lijke verzorgeis de ouders z(jn, daa een „In een schynbaar onbeduidend be kleedsel heeft Goethe schier al de „resultaten van zyne levens-, zelf- en „wereldbeschouwing tot een onnavolg baar samenweefsel van werkeiykheid „en dichtkunst gemaakt; een afgry- „seiyk schoon gedenkteeken van zijne „macht op het gebied der schitterend ste taal en poëzieeen afbeeldsel „van zich zeiven niet het spreekt „van zelf ten aanzien van de „uiteriyke daden, maar van „dieinneriyke zielsgesteld heid, die het hem eene behoefte „was, onder welken vorm dit dan ook „zijn moest, uit te storten." Maar, al had da Costa zich niet zoo gunstig uitgelaten, niemand kan er aan twijfelen of het dichtstuk Faust groote verdiensten heeft en van aangrypende schoonheid is, als hy bedenkt dat het een bron is geweest, en n t> g is, waar uit vele kunstenaars hebben geput. Beeldhouwers en schilders hebben om stryd getracht zichtbaren vorm te geven aan de personen en tooneelen, die in dit werk beschreven worden. Toonkun stenaars hebben getracht door de muziek de stemmingen weêr te geven, die het kunstwerk in hen deed ontstaande groote toondichter Gounod componeerde de opera rFaust." recht tegenover het kind. Bij voogdy en curateele komt het karakter van plicht, j in tegenstelling van recht, ten duide- j lljkste uit doordien deze beide krachtens j de wet worden opgedragen en zelfs, als te bezwarend, kunnen geweigerd worden. De ouderiyke macht, de voogdy en de curateele worden dan ook niet ge geven ten bate of ten genoegen van het kind, waaruit vo'gt, dat bij de ontne ming daarvan ook het wehyn van het kind richtsnoer moet zyn. Omtrent artikel 6 wordt door de regeering opgemerkt, dat de in het voor- loopig Verslag voorgestelde redactiewy- zigiDgen een herzieniDg betreffen van de Gemeentewet, en daar het nu in het voernemen ligt van den minister van binnenlandsche zaken om een par- tieele herzieniDg der Gemeentewet ter hand te nemen, acht de regeering het aan bedenking onderhevig daarnevens tegeiykertyd een andere wijziging van het bedoelde artikel 19 te bevorderen. Daarom wordt het voorgesteldo artikel thans door de regeering teruggenomen en een gewijzigd wetsontwerp aangeboden. De zaak Ter Iran. Nu B. en W. van Delft den haer Ter Laan ontslag hebben gegeven als hoofd en onderwijzer van den handelscursus heeft hij zich opnieuw gewend tot Ged. Staten, aansluitende aan zyn vorig adres waarin hy wijst op de „bedenkeiyke voortvarendheidvan B. en W. Verder zyn door hem als byiagea by dit adres gevoegd alle stukken sedert 21 Dec. 1901 tusschen pariyen en be langstellenden over deze zaak gewisseld, teneinde Ged. Staten te de en inzien, lo. dat het adressants streven van den aanhang af is geweest een regeling te zien getroffen, waarby ontslag buiten gesloten bleef2o. dat de betrekking van hoof! en onderwyzer aan den haodelscursus zeer wel vereeaigbaar is met het Kamerlidmaatschap, vallende immers de lesuren aan dien cursus buiten de schooluren en buiten die waarop de Kamer vergadert, en dat alzoo uit het vooruitloopen op de feiten een onbegrypelyke houding van B. en W. van Delft spreekt. De heer K. Schraver gepensionneerd le luitenant plaatseiyk adjudant te Rotterdam, heeft aan de Tweede Kamer der Staten Generaal tien adressen gericht houdende verzoek bepalingen in het leven te roepen ten opzichte van het invoeren in alle gemeenten van veror deningen, waarby aan kinderen, ïydende aan huiduitslag enz. verboden wordt de school te bezoeken, het afsch ffen van de gelegenheid van op de openbare straat gratis drinkwater te verkrijgen en het bevorderen van de plaatsing van Eene enkele opmerking moge hier eene plaats vinden. „Ieder mensch is half dier half engel" heeft eens een dichter gezegd. En dit beeld overnemende, mag men zeggen, dat dit treurspel Faust het beeld is van den strijd, dien de Engel voert met het dier of met andere woorden van den stryd, dien het verhevene voert met het platte, het edele met hst onedele. Mephistopheles is de verzinneiyking van het dier in den mensch hy vertegen woordigt het onedele, het lage, het platte. Men kan óók zeggen Mephisto ver tegenwoordigt het b o o z e, dat altyd vijandig staat tegenover het goede in den mensch. De stryd tusschen Faust en Mephis- lopheles is dan ook niets anders dan eene aanschouweiyke voorstelling van den zielestrijd, dien Faust in zyn binnenste te voeren heeft. Het kan wellicht verwondering baren, dat Mephisto, om Faust tot allerlei laag heden te brengen, in zyn slachtoffer niet den baat, maar de liefde opwekt. De vraag ligt toch voor de hand en dringt zich zelts op Maar is de liefde dan niet de hrogste macht? Is z y het niet, die den mensch groot maakt en den engelen geiyk O, voorzeker is dit zooen treurig zou pompen op groenten-, bloemen- en beestenmarkten; het weren in de dag- j bladen van advertenties van kaartlegsters 1 enz., het verschaffen van de gelegenheii tot uitoefening van kiesrecht, zooveel mogeiyk aan eiken kiesgerechtigde het veranderen van kerkelijke ceremoniën, in verband met de eiechen der hygiëne het aanbrengen van closelinrichtingen in alle woningeD; hot verkrygbaar stellen van vergiffen; het controleeren van overheidswege van levensverzekering maatschappijen, zieken- en begrafenis fondsen enhet verkoopsn van Haarlemmer olie. Militaire sake». By het departement van oorlog bestaat het voornemen om, in afwyking met andere jaren, dezen zomer voor de herhalingsoefeningen onder de wapenen te roepen de lichtingen van 1895,1897 en 1898 voor wat de vesting art. ea de lichtingen van 1897 en 1899 voor wat de veldart. en de rydende art. betreft. De tydduur onder de wapenen is op 4 weken bepaald. Aan het hoofdbestuur der vereeniging „Volksweerbaarheid" is, ten laste der oorlogsbegrooting voor 1902, em sub sidie van f 2500 toegekend. Als een byzonderheid kan worden medegedeeld, dat thans bij het 8e reg. infanterie het aantal korperaals niet alleen compleet is, doch dat 8 adspi- ranten, die aan het examen voor dien graad hebben voldaan, op de candidaten- ïyst zyn geplaatst. Het kan verkeereD. Nog in October 1896 besliste de mi nister van oorlog op een verzoek van een korporaal om overplaatsing by het leger in Ned. Oost Indie afwyzend, wegens gebrek aan korporaals der in fanterie hier te lande. De heer 0. H. den Hertog, lid van de Tweede Kamer voor Amsterdam III is reeds eenigen tyi ernstig ongesteld. In den toestand is nog geen verbetering merkbaar. Zondagsrust. Teneinde den poBtconducteurs meer Zondagsrust te verschaffm, zyn op de verschillende posttreinen brievenbestellers geplaatst om de diensten te leeren, om by den aanvang van den zomerdienst zelfstandig te kunnen werken. Een Katholieke Universiteit. Naar de „Maasbode" verneemt, zyn van katholieke zijde personen van invloed bezig voorbei ei lende stappen te do nin zake de oprichting eener katholieke uni versiteit. Reeds is hiervoor een gift van f 10.000 ontvangen. 'tzyn, als 'tniet zoo ware. Doch de liefde, die Mephisto in Faust verwekt, is eene pseudo liefde, die ruw zinneiyk is zonder meerdie vreemd blyft aan hoogere gevoelens en daarom den mensch ook niet verheffm kan. Overal geeft dit kunstwerk aanleiding tot opmerkingen. Bijvoorbeeld Als Mephisto zich voor 't eerst aan Faust vertoont, dan heeft hy de gedaante van een niet onaardigen poedel. Faust verzet er zich niet tegen, dat de hond met hem meeloopt, en laat hem meegaan in zyne kamer. Maar daar begint de hond nu lastig te worden en leidt Faust van zyne stu diën af. Hy wil hem uit de kamer wegjagen, maar dit gelukt nietde hond zet zich uit en wordt zóó groot, dat hy niet meer door de deur kan, terwyi hy door zyn voorkomen en zyn gebrom Faust vrees gaat aanjagen. Men leze hior in plaats van Mephisto slechts het onedele, het booze, h e t k w a a d, en 't zal onmiddeliyk biyken, wat de dichter in beeld heeft willen brengen en wat zyne wezenlyke bedoeling is. Men vergelijke dairtoe het volgende met het bovenstaande. Als het onedele zich voor 't eerst aan Faust vertoont, heeft het geen onaardig Onze Marine. Omtrent de bewegingen onzer oorlogs vloot wordt aan het Hbl. het volgende tnsdf gedeeld Hr. Ms. gsffdlschoener „Argus* pant- serdektchip „Holland* en kanonneerboot ^Giep" worden respectieveiyk 18 Maart, 20 Maart en 1 April te Willemsoord in dienst gesteld. Hr. Ms. instructieschepen Urania" en „Ever" zullen, ter oefening van de adèlborsten 2e kl., 2e afd. resp. 27 Mei en 10 Juni te Willemsoord in dienst komen, en na afloop der oefeningen 1 Aug. weder buiten dienst worden gesteld. Hr. Ms. pantserschip „De Ruyter' zal na oplevering zoo spoedig moguiyk in dienst gesteld worden. Hr. Ms. pantserschip „Koningin Regen tes" zal in het najiar naar Oost-Iadië vertrekken, ter vervanging van Hr. Ms. pantserschip „Piet Hein". Hr. Ms. kanonneerboot „Ulfr" wordt 15 Maart aan de „Neptunus* toegevoegd, voor de oefeningen der zeemiliciensde kaconneerbooten „Bulgia" en „Dufa" zullen 29 Maart te Amsterdam beschik baar zyn voor herhalingsoefeningen der zeemilitie. Hr. Ms. pantserschepen „Schorpioen" en „Bloeihood* worden 1 November buiten dienst gesteld. Tentoonstelling der Telegraphie. Naar wy vernemen, bestaat by tele graafambtenaren h4 voornemen om liet vyfiigjarig bestaan van dien zoo belang rijken tak van dienst, ook hier te lande (1 Dec. 1902) te herdenken, door een geschiedkundige tentoonstelling, vermoe delijk te houden in het hoofdkantoor te Amsterdam, en in den trant van die, welke in '97 iu Brussel word gehouden en zooveel opgang maakte. (Hbl.) Hr. Ms. pantserdeksclvp „Zeelandis op re's naar Oleh-Uh gisterej te Port Said gepasseerd. Staatsspoorwegen. De by benadering vastgestelde ont vangsten in de maand Januari bedragea 1.707.484.72 tegen 1.837.471.01 in 1901. Onze Koopvaardijvloot. Op 31 December jl. telde de Nadar- landscha koopvaardyvloot 652 schepen met een gezamenlijken inhoud van 1.081.349 M3 of 382.102 ton, tegen 638 met een inhoud van 356.783 ton op 31 December 1900. voorkomen. Faust vindt geen aanleiding om het te ontwyken hy schudt de onedele ga- dachten niet af, maar houdt er zich op weg naar zyne woning mee bezig, en als hy in zyne kamer gekomen is, heb ben hem deze gedachten nog niet ver iaten. Maar nu beginnen ze hem lastig te worden, en leiden hem van zyne stu diën af. Hij wil ze nu door ingespannen arbeid verjagen, maar dit gelukt nietze ver vullen hem geheel, en hebben een om vang gekregen, waarvan hy schrikthy siddert, nu hy bespeurt dat zy hem reeds te machtig zyn geworden. Nog veel, zeer veel zou er over deze grootsche schepping te zeggen zyn. Maar waartoe nog verder gegaan Voor ieder, die het leven kent met zyne vele raad selen en zij a zwaren stryd, zal het by het doorlezen van Goethe's m lesterwerk biyken, dat het ook zou kunneo hoeten de Tragedie van den msnsch, die in da bloedige arena van het triviale leven neergeworpen is. N. N.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1902 | | pagina 1