JKo. S3. Zaterdag 8 Februari. PEiniiËim OP SCHILDWACHT. 40e Jaargang. 1902 VLIS8HV68CKE COURANT. Prfls per drie msnaden 1.30. Fiance per poet 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert óch by alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Martrt, I. 1ST. JR ••er 10 van 1-4 rug**» 0.40. J—t elfaea regel 10 directe epgaaf van drienoit ptwtBtng deeeOde A> frfia stortte densari berekend. Ghretrte letters Mfi «Ugslflk», tdigeiondcrd op Zon- en foestdngen. Tolephoonri tammer IO. Aboasomenk-&if.sttr'188a ep neef roordoottgo veorwacsdsi. De Nederlandsche Nota. De .Standaard" is zeer iDgenomen met de daad ven onze regeering. De Nederlandsche regeering vroeg in Londen gehoorzy bood haar goede diensten aan en reeds dit feit, dat nu eindelijk eens in Londen zelf werd aange klopt, beeft een gevoel van verlichting gebiacht in alle kringen van Europa. Te midden van de wreede worsteling, waaronder Boeren en Britten lijden, is 3|S 't ware een zachte hand gelegd op den arm van een der worstelaars, om hem een oogenblik stil te doen staan 0p den weg van bloed en lijden. Dat op zich zelf reeds werkte zoo weldadig, dat in gansch Europa, Engeland niet uitgesloten, als een kreet van blijd schap opging over dit ontreden van de Nedei landsche regtering. En nu de stukken openbaar zijn is het oordeel niet minder gunstig. Voor het oordeel over vorm en inhoud der Nederlandsche nota verwijst de Stand, naar haar „Pers-overzicht." In het antwoord der Engelsche regee ring leest het blad met alle zekerheid, dat onze regeering in Londen inderdaad succes heeft gehad. Eerst wijst het blad op de bezadigde wjjze, waarop Eogeland zich over de Boeren uitlaatdan be toogt het dat onze regeering den tyd toor haar optreden met groote juistheid koos, en eindelijk verheugt het blad er zich over, dat onze stem weder eens in de wereld is gehoord. „Is er geen reden besluit de Stand. - om met ootmoedigen dank aan den Heers onzen God het goede te erkennen, dat onze regeering in dezen gegeven was te doen „Wy meenen dat heel ons volk zich over haar optreden van harte verheu gen zal." De „Nederlander" wijst op de eenige mogeiykheid op dit oogenblik om aan den stryd een einde te maken, n. 1, dat een derde party de strydende partyen met elkander in aanraking brengt om te beproeven of vergelyk nog mogeiyk ia. De Nederlandsche regeering heefc daartoe een poging gewaagd, maar de Engelsche regeering heeft die poging verijdeld. ,Onze dank aan de regeering, dat zij althans, ook nu weer, gedaan heeft wat haar mogeiyk was. „De schuld van een oorlog, zoowel wat den aanvang, al is dat naar bet uiterlyk geoordeeld anders, als wat de voortzetting betreft, rust op En- 1 alleen." K. TE EM A ST. 2) Ook liet, wat zyne moeder dacht en wide, zich moeieiyk vereenigen met wat bU op de catechisatie had geleerd. Een goed en rechtvaardig God zou zijn vader liet onschuldig in het tuchthuis laten versmachten en een gevangene te be vrijden al had Frans zulks kunnen doen was zware zonde. Hy kon geen weg vinden in zulke tegenstrijdigheden. Daarom besloot hy kort en goed de wereld in te gaan. En zyne moeder liet bem trekken. Zy meende, dat hy ging om het groote werk voor te bereiden, (D dat zy eerst van hem hooren zou, dat bet gelukt was. Zoo liet zy hem met haar zegen gaan. Frans trok echter in den vreemde, list om te doen wat zyne moeder van bem verlangde, maar om het te ver eeten. Hy schudde buiten alles van zich af als een woeste, wilde droom. Wat bekommerde hy zich om zyn vader I 3|1 had hem nooit gekend. En zyne Boeder was niet wel by het hoofd, die „Prachtige daad" acht „de Maasbode" de daad der regeering en haar succes grooter dan uit den diplomatiekers styi „schynt te biyken". „Want wel antwoordde lord Lansdowne dat Engeland niet de tusschenkomst eener vreemde mogendheid aanvaardt, doch die heeft Nederland ook niet aangeboden. Uiteraard nietomdat, by Hollandsche bekende sympathie voor een der partyen onze tusschenkomst in den zin van „be middeling'', immers niet onpartijdig kon zijn. Onze regeering bood alleen aan haar goede diensten om beide oorlogvoerende partyen in de gelegenheid te stellen zeiven over den vrede te onderhandelen". Ook dit blad wyst met genoegen op het niet aanwyzen van Milner als den on derhandelaar. „Het Centrum" herinnerde, dat „ce n'est que le premier pas qui ciüte," acht het resultaat niet zoo onbevredigend, do afwyzing is geschied, maar zonder een zweem van hooghartigheid of wrevel, terwyi de Brit3che regeering vroeger openlijk had verklaard, dat zij elke poging van tusschenkomst als „een vyandelijke daad' zou beschouwen." Uitbundige lof wordt verder toege zwaaid aan de Nederlandsche regeering voor haar kloeke daad. Nederlanderschap. Blykens een by den Raad van State, afd. gc-schillen van bestuur, ingekomen Kon. besluit, is gehandhaafd het besluit van Ged. Staten van Limburg tot niet- toelating van ;J. C. H. van Wersch, te Simpelveld als lid van den Raad dier gemeente, omdat hy geboren in Duitsch- land uit Nederlandsche ouders, wel is waar het Nederlanderschap heeft ver worven, maar deze nationaliteit verloren heeft door zonder de vereischte Konink- ïyke toestemming te hebben gevraagd en verkregen, als vry williger dienst te nemen in het Duitsche leger. De belanghebbende had aangevoerd, dat hij niet als vry williger in het Duitsche leger heeft dienst genomen, maar zijn dienst als verplichte krygs- dienst is aan te merken, vermits hy meende dat hy als in Duitschland ge boren, ook in dat Ryk militieplichten te vervullen had, en daarom een jaar vóór den militieplichtigen leeftyd als vrywilliger heeft dienst genomen met het oog op daaraan verbonden voordeelen. In het Kon. besluit wordt echter overwogen dat, al moge de dienstneming geschied zyn door dwaling van appel lant's ouders, die hem ten onrechte als Pruisisch onderdaan zouden hebben beschouwd, zulks het feit van de in diensttreding niet kan wegnemen. Voorts arme alle menschen in het dorp zeiden het. En dat was geen wonderhet groote ongeluk had hare zinnen verward. Hij echter was jong en wilde het leven genieten en door die oude, vergeten ge schiedenis zich niet eiken dag en elk uur verbitteren. Hy haalde ruimer adem, toen hy weg was. Allengs v6rgat hy ook werkelijk. De nieuwe omgeving, de kennisien, die hy spoedig vond, het werk alles nam hem geheel in beslag hy had geen tyd over om aan die oude, troostelooze ge dachten te biy ven hangen. Spoedig dacht hy in het geheel Diet meer aan zyn vroeger te huis, aan het stille, afgelegen dorp en aan de eoDzame hut daar bui ten, waarachter de verbrokkelde wanden de vrouw woonde, die zyne moeder was, en die reeds gryze haren bad, ofschoon zy nog niet oud kon zyn. Dikwyis scheen het hem slechts een droom, als hy nog eens terug dacht aan de eentonige woor den, die over hare lippen kwamen, wan neer zy hem van zijn vader sprak en opwekte tot de groote taak, waarvoor zij hem opleidde. Dan repte hy de hinden des te yveriger by den schrynwerker in de groote stad, die hem als leerling had opgenomen en zocht hy zyne makkers vooruit te streven. Zoo verliepen een paar jaren. Moeder en zoon hoorden nauweiyks van elkan der. Op Nieuwjaar schreef Frans geregeld een brief aan haar, maar daarin stond dat na dienstneming buiten 's Konings toestemming, appellant niet kan ge rekend worden te zyn Nederlander, welke zyne nationaliteit daarvóór dan ook moge zyn geweest dat hiertegen niet afdoet dat hy minderjarig was tydens zijn indiensttreding als vrywil liger in Pruisischen krygadienst, omdat hy biykens zyne aanneming als vry williger tot die dienstneming met toe stemming zyner ouders volkomen be voegd was en dat leden van den Raad eener gemeente alleen kunnen zyn die ingezetenen der gemeente, d e Neder landers, en in het volle tenot der bur- geriyke en burgerschapsrechten zyn. zyn het onderwys in die klasse te volgen.' Volgens „het Volk" zullen de lagere ambtenaren aan alle departementen van bestuur een adres zenden aan H. M. de Koningin met verzoek om verbetering hunner flnancieele positie. Tegen de examenplaag. By de Rijks Hoogere Burgerschalen is nu ook een bepaling ingevoerd in den geest als voor de Ha3gsche H. B. S. geldt. In het reglemeDt der Ryks H. B. S. is nl. een wyziging aangebracht, waai by als algemeene regel wordt vast gehouden aan het voorschrift, dat „niemand tot eenige klasse der school wordt toegelaten dan na het afleggen van een openbaar examen, afgenomen door den directeur en de leeraren, waaruit biyke, dat hy de kundigheden bezit, vereischt om het onderwijs in die klasse met vrucht te kunnen bywoten". Maar daarop worden nu da volgende uitzon deringen toegelaten „Van het toelatingsexamen tot de eerste klasse kunnen door den directeur geheel of gedeelteiyk worden vrygtsteld zy, die eene schrifreiyke verklaring over leggen van het hoofd eener lagere school, dat z|j geschikt zyn het onderwys in die klasse te volgen. Deze verklaring zal voor elk vak, in het examen-programma genoemd, duideiyke aanwyzing bevatten omtrent de vorderingen van den candi- daat". Verder heet het „Geen leerling wordt tot een hoegare klasse bevorderd dan na het afleggen van een by het einde van het schooljaar dour den di recteur en de leeraren te houden open baar examen. „Leerlingen, komende van eene andere H. B. S. kunnen door den directeur worden toegelaten tot dezelfde klassen, waarin zy volgens schiifteiyke verklaring van den directeur der school, die zy verlieten, hadden moeten plaats nemen, indien zy daar gebleven waren. Leerlingen, in het bezit van het ge tuigschrift. wegens voldoend afleggen van het eindexamen van eene H. B. S. met dripjarigen cursus, kunnen door den di recteur zonder examen worden toegela en tot de vierde klasse, wanneer zy, behalve dit getuigschrift overleggen een schrif telijke verklaring van den directeur der school, die zy verlieten, dat zy geschikt weinig van wat hy deed-en dachtalleen vroeg hy, ot moeder ook geld noodig had, dan zou hij haar wat zenden. Er kwam echter nooit antwoord en dat was Frans ook goed. Zy zou wel voortleven, als vroeger, en daaraan kon hy niets veranderen. Toen hy in zyn twintigste jaar was, werd hy soldaat. Eerst beviel hem dat ieven niet. Toen hy er echter aan ge woon was geworden, werd hy grootsch op de uniform en de knapste, flinkste van allen. De sergeant-majoor poogde hem over te halen onder dienst te biy - ven, want zoo geschikt als hy was geen der nieuwelingen. Frans kende inderdaad zyn dienst als de beste. Op zekeren dag stond hy buiten voor het tuchthuis te Oedburg op schildwacht. Vroeger was hun, die de wacht betrok ken, nog nadrukkeiyk ingescherpt wat zy te doen hadden, en dat aan hunne zorg de veiligheid der maatschappij was toevertrouwd. Frans had zijn geweer nooit met zooveel zelf bewustzyn ge schouderd, als toen hy hier op schild wacht stond. Hy kon echter niet ver hinderen, dat allerlei vreemde gedachten in hem opkwamen, toen hy zoo lang zaam op en neer ging en zijne oogen de kale, grauwe muren der gevangenis aanschouwden, waar zieh hier en daar, achter de getraliede vensters, een bleek, somber gelaat liet zien, dat met strakke, troostelooze. wilde blikken naar buiten De zaak-Ter Laan. B. en W. van Delft adviseeren den Gemeenteraad het laatst gedane verzoek van den heer K. ter Laan af te wyzer. Aan het Kon. Instituut voor de marine te Willemsoord worden aan de adel borsten, die daarvoor wegens vlyt en goed gedrag in aanmerking komen, een maal per jaar belooningen en eereblijken uitgereikt. Geschiedde dat tot lusver meestal tegen het Puaschverlof, voort aan zal deze plechtigheid plaats hebben i op den 5n Februari, om aan den gedenk dag van Van Speyk's heldendaad voor I de ade.lboisten een meer dan gewone beteekeois te geven. Overeenkomstig deze bepaling had gisteren in het Instituut de toekenning der bolooningen voor dit jaar plaats, wat door een feesteiyk samen- zyn van de adelborsten werd gevolgd. Blykens bij het departement van ma rine ontvaDgen bericht is Hr. Ms. pant- serdekschip „Zeeland' onder bevel van den kapitein ter zee W. Allirol, in den morgen van 6 dezer Dungeness gepas seerd. Rechtszaken. De rechtbank te Middelburg heeft he den R. B., 16 jaar oud, alhier, wegens mishandeling veroordeeld tot 10 boete of 10 dagen hechtenis. In de veel besproken zaak tegen P. A., 70 jaar, landbouwer te Middelburg, tegen wien 6 maanden gevangenisstraf was geëisoht wegens meineed, werd beklaagde vrygesproken. Ter griffie der rechtbank te Mid delburg is Damens P. N., oud 18 jaar, werkman te IJzendyke, hooger beroep aangeteekend tegen het vonnis dier recht bank van 24 Januari 1902, waarby hy terzake van meineed werd veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf. Ook de officier van justitie is in hooger beroep gekomen. Het gerechtshof te's Graven hage heeft bekrachtigd de beschikking van de rechtbank te Zierikzee, waarby de evan gelist te Zwolle, verdacht van opzetteiyke brandstichting en pogiDg daartoe te Zierikzee te dier zake naar de openbare terechtzitting wordt verwezen. staarde. Hy dacht hy wist zelf niet, wat Maar de oude, begraven, sinds lang vergeten geschiedenissen werden plot seling weer levendig in hem. Alsof het nu de tyd werd, aan de dwaze denk beelden der arme, oude vrouw te denken, die zyne moeder was In den namiddag werden de gevan genen naar buiten geleid. Het was een treurig gezicht, al deze geiyk gekleed e mannen, met het kort gesneden haar, paarsgewy's, door de oppassers begeleid en bewaakt, de vierkante, open binnen plaats te zien betredeD, waar zij fluis terend onder elkander spraken en blikken vol haat en argwaam om zich heen wierpen. Daar waren gezichten onder, by welke aanblik het iemand koud over den rug liepmen kreeg een gevoel, alsof hun eigenaar ieder uur in staat was eene misdaad te begaan. Anderen weder zag men het niet aan, dat zy iets strafbaars hadden verricht. De mees ten keken stompzinnig en onverschillig voor zich heenlachen hoorde hy niemand. Onder de gevangenen viel hem een krachtig gebouwde, breed geschouderde man op, grooter dan al de anderen. Hy kon ruim veertig jaren tellen, want alle zyne bewegingen waren nog veerkrachtig, maar zyn haar was grys. Hy zag er listig en tevens vermetel uit en bekeek den nieuwen schildwacht met een loe renden blik. Over zyne makkers scheen Het gerechtshof te 'sGravenhage bevestigde gisteren de veroordeeling van een landbouwersknecht uit Wissekerke, door de Middelbuigache rechtbank tot 1 maand gevangenisstraf veroordeeld, wegens bedreiging met een misdryf tegen het leven. Een landbouwer uit Hontenisse door dezelfde rechtbank wegens mishandeling tot 3 maaDden gevangenisstraf veroor deeld, stond in hooger beroep terecht. Bekl. beweerde zelf te zyn mishan deld, by het oor getrokken, doch niet te hebben geslagen met een houweel, geiyk hem was ten laste gelegd, maar slechts te hebben geduwd, bij ei-n twist over het plaatsen van een paaltje op een stuk land. De mishandelde,als getuige gehoord, ontkende echter slechts te zyn geduwd. Hy was wel degelijk g-slagen en had wonden bekomen. Adv.-gen. mr. Reitsma vorderde bevestiging. Mr. J. Wolterbeek Muller pleitie vryspraak, daar slechts een afwerende beweging was gemaakt, althans opleggiDg van eeD lichter straf geldboete met het oog op de omstandigheden van het feit, teklaagdes hoogen leeftyd meer dan 70 jaar en diens gunstig gedrag. Hierna stond terecht een venter, door de Middelhurgsche rechtbank veroordeeld tot 1 maand gevangenisstraf, wegens verduistering van een bedrag dat hy onder zich had als opbrengst van goederen, die hem waren medegegeven ten verkoop voor bepaalden prys en waarvan hy eiken avond de opbrengst hy eiken avond de opbrengst had te verantwoorden. Bekl. beweerde het feit niet te heb ben gepleegd. Alles was door hem ver antwoord. Bovendien moest hy niet el- ken avond afrekenen, doch had hy doorloopend krediet. Adv.-gen. mr. Reitsma vorderde be vestiging van het vonnis, daar beklaag- des bewering hem onaannemeiyk voor kwam. De verdediger, mr. F. L. Kleyn, achtte op juridische gronden het ten laste ge legde niet strafbaar. De twee groote vereischten die de wet voor het mis dryf van verduistering stelt f „eenig goed dat aan een ander toebehoort" en „wederrechteiyk zich toeêigenen" ont braken z. i. hier geheel. Aan bekl. toch was niet ten laste gelegd de verduis tering der hem toevertrouwde potten en pannen doch van de opbrengst dier goederen. De verplichting echter om den koopprys af te dragen is een zuiver civiele. De koopprijs was het eigendom van van bekl. velgeDs het hier gesloten z.g. leur-contract. PI. concludeerde tot ontslag van rechts vervolging subsidiar tot vryspraak. De adv. gen. hiertegen vol dat bekl. hy een zeker overwicht te hebben, dat waarschyDiyk zijn oorsprong had in zyne buitengewene kracht, en iets trotseerends lag [in geheel zyn houding en wezen. Toen een van zyne achtermannen hem, wyi htj was biyven stilstaan, met den arm voortduwde, wendde hy zich schie- ïyk met woeste blikken naar hem om en zou hem in het volgend oogenblik met een wilden vloek met zyn vuist op het hoofd hebben geslagen, als niet ter goeder ure de nabyzynde wachter hem vermanend had tor geroepen „Ewers! man, wat valt je in Bedaar, of het gaat weer met je, als de laatste maal. Neer met je vuist Ewers I Den soldaat, die, met het geweer over den schouder, op zyn pest stond en het voorval had gezien, voer den naam, als een bliksemslag, door den geest. Was die opvliegende man in tucht- huiskleediDg, was dat zyn vader? Hy meende zich nu ook te herinneren, dat zyn vader in de gevangenis te Oedburg zat. Het geweer beefde in zyne hand en scheen hem plotseliDg veel zwaarder dan vroeger. Een oogenblik was het hem, als moest hy het van zich werpen en op den gryzen man met de jeugdige trekkefi toeloopen, hem de armen om den hals slaan en hem toeroepen j „Vadervader I" [Slot volgt

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1902 | | pagina 1