Zaterdag
wffl
11 Januari.
FBiHUSTOB.
EEN LIED
IV-, 9
40e Jaargang'.
1902
VLISS1H«SCBE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30, Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich by alle Boek
handelaren, Poetdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, X. 187.
ADYERTENTIËNvan 1-4 regels 0.40. Veor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prys slechts tweemaal berekend. Srooie letters
en cliché'» naar plaatsruimte.
Feminist dsfïlgks, Bifgesondefst op Zon- en freittUgen.
Telephoonnummer IO.
AbosiEamants-AdTertenriSjfl op soeif voordeellge voorwaarden»
Set Eeglement van Orde,
Er is al heel wat geredeneerd over
het «Reglement van Orde'. Do Neder
lander had er nu liever over gezwe
gen, maar na den aanval van de P r o v.
C, r o n. 01., die „zoo niet van een pro-
fssor afkomstig, uit zeker bad kunnen
ZHi),« wijdt zij m g eens een paar lange
artikelen aau de wederlegging van hot
Groninger orgaan. Het blijkt baar primo
zonneklaar, dat het rtglement niets is
dan een regeling van werkzaamheden
tusschen de kroon en haar ministers,
aan geen vasten vorm gebondeD, niet
werkende naar buiten, welks inhoud
steeds afhangt van de persoonlijke in
stemming des Konings, en dat niets te
maken heeft met de regeliDg van staat
kundige verhoudingen tusschen kroon
eö ministers. Voorts is er volgens haar
gten sprake van een „kapitale nieuwig
heid", van een ambt van president-
minister. De leider der vergadering, vol
gens het nieuwe reglement, heeft geen
rnkele bijzondere bevoegdheid en kan
elk oogenblik door ten collega vervangen
wordeD. En eindelijk verdedigt zij de
opmerking, dat zeer zeker buitenland-
scire zaken nauwer door den minister
raad beperkt wordt, met te zeggen:
Ons dunkt, dat, al stond het vroeger
niet in het reglement, toch ieder minister
van zijne bevoegdheid om die zaken in
den Raad te brengen, zal hebben gebruik
gemaakt.
De N e d. zegt ten slotte alleen daarom
twee lange artikeden aan zulke „neste-
rijen" te hebben verspild, omdat aan
een „opkomende legende" zoo spoedig
mogelijk de kop moet worden ingedrukt.
Da Armenwet.
In een artikel, getiteld „Niet verder
dan een halve eeuw geleden" bespreekt
de N. R. Ct. het Ar men wetsontwerp,
dat het nituwe ministerie in de nalaten
schap van het oude vond en dit naar
aanleiding van des heeren Kuypers
bewering, dat de liberalen „het gewicht
of de bezwaren tegen de voorgestelde
regeling zelfs niet voelen of begrijpen"
en wel wegens hun geheel vreemd
worden „van wat voor ons zijn christe
lijke grondslagen".
De N. R Ct. kaatst terug met de
bewering, dat de christelijke heeren zoo
achterdochtig zijn jegens de liberalen,
dat zy zelfs niet metr in staat zijo, een
juiste voorstelling te geven van het
ontwerp.
In een uitvoerig betoog zet het blad
vervolgens uit6en, dat ook voor de
vigeerende wet van 1854 de liberalen
een dergelijk verwijt heeft getroffen en
dat toen juist deze wet als etn vergelijk
Uit het Hoogduitsch van Luise
Westkirch.
6,
droeviger wordt het gezich
tje vóur baar, sieeds smartelijker ver
trekt zich het, monüje. En nu komt
bare laatste daad. Heeft zij ge
schreeuwd bij hare wanhopige poging
tra den woordenvloed te stuiten Zy
weet het niet. De Btem gaat maar onver
biddelijk voort„En er was een gelukkig
meisje, dat eene moeder hadt die het
vereerde, en een bruidegom, dien het
lief had. Tolla Mirani rukl6 het echter
het beeld harer moeder uit het hart en
daarmede ook het geloof aan zichzelf en
aan de wereldzy ontnam het ook den
bruidegom, want het meisje was te edei,
om als de dochter van eene misdadigster
de echtgenoot van een man van eer te
worden. Zoo bleef het dus vol vertwy-
alleen. En dit alles deed Tolla
en een proefcemirg werd beschouwd,
welke proefneming evenwel mislukt is.
Terwyl toch in 1854 ruim 40 pCt. der
armenzorg ten laste van het burgerlijk
armbestuur kwam, was dit cijfer in 1898
ruim 44 pCt., waarmee dus de poging
om de armenzorg slechts by uitzondering
niet van het burgeriyk bestuur te doen
uitgaan, mislukt is gebleken.
„Dat onder die omstandigheden zoo
concludeert het blad hieruit de over
heid verplicht is zelve dieper in te
grypen en, aan de kerkelijke en byzondere
instellirgen onverkort de bestaande vry-
heid latende, althans haar taak ernstig
op te vatten, ligt voor de hand."
Zeer laakt de redactie dus het karak-
teriseeren van het nu vervallen ontwerp
als „een aanranding van de christelijke
beginselen". Zy noemt dr, Kuypers
bewering: „een machtspreuk, die de
publieke opinie op een dwaalspoor leidt."
De aMeelingen van de Eerste Kamer,
hebben het onderzoek der Staatsbegro
ting geëindigd.
De commissië.r van rapporteurs hielden
reeds gisteren baar samenkomsten.
De zaak-Ter Laan.
Door de Volkskiesvereemging „Hooge-
zand" (Groningen) is een adres ingediend
aan den Delftschen gemeenteraad, hou
dende het verzoek den heer K. Ter Laan
de gelegenheid te verschaffen by zyn
functie als onderwyzer zyn plicht als
afgevaardigle voor dat district na te
komen.
Behalve door een commissie uit de
ouders van leerlingen van de school III
te Delft (hoofd de heer Ter Laan) zyn
nog meerdere adressen van adhaesie
aan den Raad gezonden.
Landbouwvertegenwoordiging.
Met ingenomenheid mag zeker wel
door onze pers aldus scbryft de Stand.
gewezen worden op de actie, die van de
Landbouwcommissis van „Boaz" uit
gaat.
De Regeering heeft een vertegenwoor
diging voor den Landbouw toegezegd.
Iets, dat door onze party, die jaren
lang op die vertegenwoordiging heeft
aangedrongen met biydschap is ver
nomen.
Maar nu biyft de groote vraag hoe
zal die vertegenwoordiging samengesteld
werden en samengesteld zyn 1 Zal zy
een wezeniyke Landbouwvrrtegenwoor-
digiDgzijn,bestaande alleen uit en gekozen
uitsluitend door landbouwers, of zullen
ook niet landbouwers in die vertegen
woordiging stem hebben
Geiyk men weet, wil de Landbouw-
commissie van „Boaz" het eerste. En
naar odzb meeniDg terecht.
Doch de commissie laat het Diet by
om geld alleen om geld
„Neen, neen", kreunde de zangeres.
Zij wilde haar kind in de armen druk
ken, het zweren dat zyDe moeder zoo
slecht niet zou handelen, nimmer, voor
genen prijs t doch het wendde treurig
zijn gezichtje af en wenkte haar met de
vermagerde vingertjes om heen te gaan,
waarby uit de wijd geopende oogjes lang
zaam twee tranen vloeiden.
Tolla drukte de handen voor de oogen.
Waren zij werkeiyk vochtig geworden
Een ongewone pyn snoerde haar
de keel toe en belette haar bijna adem
te halen. Weerklonk daar nog steeds
dat lied Zy wist zich er geen reken
schap van te geven de werkeiykheid
bestond voor haar niet.
Langen tijd zat zy zoo stil neder, tot
eindeiyk Magda's stem haar uit hare
droomeryen wekte.
„Nu heeft het toch langer geduurd,
dan ik dachtBy een paar verliefde
luidjea moet gij echter maar wat door
de vingers zien. Maar in 's hemelsnaam,
scheelt u iets
„Ik werd zoo moede," bracht Tolla
op gedempten toon uit en borg haastig
de papieren in haar mantelzak.
„Dat komt van de koude op reis",
troostte Magda haar. „Gy zult wel weer
opgewekt worden, als wy met elkander
„Hoe nu riep Magda bitter teleur
gesteld uit. „Hebt gy mijn moedertjein
't geheel niet gekend?!"
Tolla had zich reeds naar de deur
begeven, zy wendde zich nog eenmaal
om en zeide
„Neen. Ik heb haar niet gekend. Het
het uitspreken van haar meening, maar
wenscht biykbaar het gevoelen van de
landbouwers en tuinders te vernemeD.
En om dit gevoelen te kennen, beeft i
de commissie van „Boaz" eenschry-/en j
gericht tot onze kiesvereenigingen geiyk 1
in ons vorig nummer werd medegedeeld.
Wy vertrouwen, dat geen enkele
antirevolutionaire kiesvereeniging zal
nalaten te antwoorden, want deze actie
van „Boaz" verdient ten volle de
waardeeriog en den steun van gebee!
onze party.
Wellicht zou de commissie een stap
verder kurrnen gaan en zich ook kunnen
richten tot de kiesvereenigingen van alle j
andere partijen. Het betreft hier toch I
niet uitsluitend een partybelang, nraar
bet belang van den geheelen Landbouw j
en alzoo een wezenlijk nationaal belang.
Doch hoe dit zy aan de commissie
van ,Boaz" zij van harte succes opbaar
pogiDg toegeweusebt.
Corps diplomatique.
By koninkiyk besluit van 6 Januari
1902 zyn
lo. bevorderd tot gezantschapsraad bij
Hr. Ms. gezantschap te 3russsl mr. A.
F. L. graaf van R-rchteren Limpurg,
gezantschapssecretaris der eerste klasse
met den persoontijken titel van gezant
schapsraad by dat gezantschap, en tot
gezantschapssecretaris der eerste klasse,
met benoeming tot chef van het kabinet
van den minister van biDnenl. zakeD,
mr. J. P. graaf van Limburg Stirum,
gezantschapssecretaris der tweede klasse
bij Hr. Ms. gezantschap te Rome
2o. benoemd tot gezantschapssecretaris
der eerste klasse bij Hr. Ms. gezantschap
te Petersburg jhr. dr. J. Loudon, ge
zantschapssecretaris der eerste kiasse,
chef van het Kabinet van den minister
van buitenlandscbe zaken, en tot ge
zantschapssecretaris der tweede klasse bij
Hr. Ma. gezantsrbap te Beriyn mr. J. H.
van Royen, gezantschapssecretaris der
tweede klasse in algemeenen diensten
3o. overgeplaatst naar Hr. Ms. gezant
schap te Paiys mr. W. B. R. van Weideren
baron Rangers, gezantschapssecretaris
der eerste klasse by Hr. Ms. gezantschap
te Weenen naar Hr. Ms. gezantschap
te Weenen, W. L. F. C. lidder van
Rappard, gezantschrpssecretaris der eerste
klasse by Hr. Ms. gezantschap te
Petersburg en naar Hr. Ms. gezantschap
te Rome jhr. mr. A. G. Sohimmelpennink
gezantschapssecretaris der tweede klasse
by Hr. Me. gezantschap te Berlijn.
(St. Ct.)
Naar de N. R. Ct. verneemt heeft de
minister van justitie uit naam van H.
M. de Koningin aan den Raad van toe
zicht en discipline van de orde van
advocaten te Rotterdam medegedeeld, dat
een voorstel tot wyziging van hat wet
boek van burgeriyke rechtsvordering als
over oude tyden spreken. Ik heb Elize
op het hart gedrukt, dat ik voor nie
mand thuis ben. Maar aanschouw nu
vóór alles eens dit portret. Herkent gy
er myne moeder uit Gelijkt het goed
Ja Ik heb er zooveel moeite mee ge
had 1 De schilder moest het mij naar
eene photograpbie maken en dan verge
leek ik het telkens met mijne herinne
ring. Die arme man Hij heeft er veel
en dikwyls aan moeten veranderen,voor
dat het my voldeed I En nu weet ik nog
niet eens, of myne herinnering na zoo
veel jaren my ook bedrogen heeft. Ik
was Dog zoo jong Gy hebt mijne moe
der gekend. Wat zegt gLj van het portret?"
Tolla stond vóór het portret en staarde
met strakken blik op Magda's lieftallig
gelaat. Io het eerste oogenblik kon zij
geen woorden vindenzy moest zich
geweld aan doen en bracht er eindoiyk
met heesche stem uit
„Was die vrouw daar uwe mosder
Dan vergeef mij. Die heb ik niet
door adressant werd bedoeld, op gror.d
van de geschiedenis der wet, niet kan
worden verwacht.
De staatscommissie voor de z. g. 14
ton, die in opdracht heeft advies uit te
brengen omtrent de te g -ling der reken-
plichtigheid by de militaire administratie,
is zoover met haar taak gereed dat
haar verslag met voorstellen voor den
druk gereed is.
Het laat zicb aanzien, dat baar rapport
in Februari of Maart kan verscbyncn.
Nader wordt gemeld, dat het door
den minister van binnenlandsche zaken
verlaten „torentje" in het gebouw van
het departement, is in gebruik genomen
ten behoeve van het kabinet van den
minister.
Bij Kon. besluit is bepaald, dat de
laatste alinea van artikel 7 van het by
Kon. besluit van 23 November 1896
vastgest'dde reglement op de toekenning
van overtocht van Nederland naarN-der-
landsch-Indië en omgekeerd ten laste
van de Indische begrooting, zooals dat
artikel luidt ingevolgo het Kon. besluit
van 26 Juni 1900, wordt gelezen als
volgt
„Wanneer wordt aangetoond, dat er
een bijzonder belang is om de reis te
maken langs een andere route dan
gevolgd wordt door de in de vorige
alinea's van dit artikel genoemde reis-
gelegenheden, kan de minister van
koloniën voor een reis van Nederland
naar Nederlandsch-Iodië en de gouver
neur-generaal voor een reis van Neder-
landsch-Indië naar Nederland daartoe
vergunning verleenen. Die vergunning
moet de te volgen route duideiyk aan
geven."
H. M. de Koniegin-Moeior bracht
gisteren voormiddag een langdurig be
zoek aan de tentoonstelling van schil
deryen van H. W. Mesdag in de kunst
zalen van Pulchri Studio aan het Lange
Voorhout te 's-Gravenhage. H. M., die
vergezeld was van mevr. de baronesse
Van Ittersum en van jhr. De Rinitz,
werd door den beer H. W. Mesiag, als
voorzitter van het genootschap, rondge
leid en betuigde herhaaldelijk haar
ingenomenheid aan den kunstenaar met
zyq werken.
Geen aparte universiteit.
In „De Katholiek" betoogt dr. Van
Gorkom, een r. kath. arts te Amsterdam,
hoe onge wenscht het is dat er etn
afzonderiyke r.-kath. universiteit
verrijst. Hy acht hot ondoelmatig om
zich, bij het bekwamen voor den maat-
schappeiyken strijd in bet beste deel
des levens, te plaatsen buiten alle aan
rakiDg met andersdenktnden. Met in
stemming haalt hij de woorden aan van
is eene vergissing. Vergeef mij."
Verbluft keek Magda hare bezoekster
na. Eensklaps kwam in haar goed hart
een vermoeden op. Zy was er aan ge
woon, dat in nood verkeerende collegas
een beroep deden op hare vrijgevigheid.
Die vreemde vrouw zag er armoedig en
vervallen uit. Zou het mogelijk zljo,
dat de voorgewende bekendheid met
hare overleden moeder slechts eene in
leiding had moeten zyn voor eene bede
waartoe haar op het laatste oogenblik de
moed ontbrak
„Maar wacht toch eens even", riep
Magda de bezoekster na, „mevrouw,—
mevrouw Mirani: Zoo heet zy immers?
Het spyt my erg, dat ge mij niets
van de overledene kunt vertellen 1
Maar daarom behoeft gij toch niet zoo
haastig weg te loopen Gy hebt zulk
een verre reis gemaakt, alleen om my
te zien. En zoo ver van huis
komt men licht in verlegenheid
Kan hm kan ik u misschien ook
met iets dienen
By het hooren dezer woorden richtte
de kleine zangeres zich in hare volle
lengte op. Tolla Mirani zag er op dit
oogenblik voor de eerste maal in wer
keiykheid uit als een van de vele vor
stinnen, die zy gedurende haar leven op
de planken en niet altijd even meester
den Duitscben r.-kath. boogleeraar Hert-
ling„My komt het voor, dat wij ons
niet door de stichting van een vrye
kathulieke universiteit in onze vereen
zaming opnieuw moeten bevestigen,
maar veeleer, dat wy moeten trachten,
zooveel mogeiyk katholieke geleerden
op de leerstoelen van den Staat te
brengin.»
Dr. Van Gorkom komt tot de con
clusie, dat „aan elke van orze univer-
sittittn meerdere hoogleeraren meeaten
zyn, desnoods buiten bezwaar van
's lands schatkist, maar met overigens
geiyke rectum en plichten, dus leden
der faculteiten, om de wysbegeerte, de
geschiedenis van kerk en iand en volk,
de theologie, elk uitgaande van verschil
lende beginselen, te doceeren."
Het bestuur van den Nederlandschen
post- en telegraafbond (klerken en tele
grafisten) heeft aan de leden der Tweede
Kamer een schryven gezonden, ter
wederlegging van verschillende punten
te hunDen opzichte dojr den minister
van waterstaat in de Memorie van Ant
woord zijner begrooting uitgesproken.
Nieuw Guinea.
Het „Handelsblad" schrijft:
De strijd is neg niet geëindigd.
De heer Van Kol en zyn medestan
ders hebben verklaard, te gelegener tyd
te zullen terugkomen op de vraag, of
Nieuw Guinea tot Azië of Australië be
hoort, en ol dus, daar Nederlandscb-
Indië alleen „de koloniën oa bezittingen
van het rijk in Azië' omvat, de kosten
onzer vestiging op Nieuw Guinea niet
moesten komen ten laste van het moe
derland,
Nu komt het ons voor, dat de premisse
niet slaat op de conclusie. Aangenomen,
dat alle geografen van den tegenwoor-
digen tijd Nieuw Guinea tot Australië
rekenen, wat bewyst dat voor de
bedoeling van den wetgever in 1854,
die eerst van de bezittingen „beoosten
de Kaap de Gjede Hoop", en later, om
meer in de terminologie der Grondwet
te blyveD, van die „in Azië" sprak?
Hy wist toch, dat Westeiyk Niouw-
Guinea sedert 1828 tot Nederlandsch-
Icd'ë behrorde, en sprak met geen enkel
woord zyn meening uit, dat het daarvan
zou worden losgemaakt I
De wetgever van 1854 was geen
wetenschappelijk geograaf, giDg niet na
waar juist de wetenschappeiyke grens
tusschen Azië en Australië moest worden
gezocht, en volgde het algemeen spraak
gebruik dat, voor zoover onze Indische
bezittingen betrof, „het Ojsten" en
„Azië" synoniem achtte.
Dr. Blink wees er dezer dagen nog
op in het weekblad „De Amsterdammer",
dat iu Voltelens atlas van 1873, bewerkt
door dr. Huberts, Nieuw Guinea nog tot
Az gerekend werd.
ïyk bad voorgesteld.
„Wat denkt ge wel van mij,juffrouw
BathyaniIk ben geen bedelares. Ik
speel de moederrollen nog zeer goed,
zoowel die van beldenmoeder als de
komische, en word als zoodanig zeer
op prijs gesteld. De directeuren zoe
ken my en betalen my goed. Ik be
hoef niet te bedelen."
En voordat Magda in hare verwarring
nog iets ter verontschuldiging kon uit
brengen, had Tolla de deur reeds achter
zich dichtgetrokken.
Nog dienzelfden avond reisde zy naar
Eutin terug.
De kellner, die terstond na haar ver
trek de kamer, die zy in gebruik had
gehad, binnentrad, vond naast de bran
dende kaars een hoopje bruinachtige
asch, als van verbrand papier. Een enkele
snipper was gaaf gebleven, het was de
rand eener courant. Nieuwsgierig nam
de kellner hem oper stond echter niets
op te lezen als de datum en het jaartal
„16 Januari I860."
Acht dagen later vierde MagdaBatbyani
onder levendige belangstelling van de
geheele stad haar huweiyksfeest met
baron von Drachenfels.